Handleiding
Inhoudsopgave Aan de slag... 5 Uw Rider 50... 5 De Rider 50 resetten... 6 Accessoires... 6 Statuspictogrammen... 6 Zoeken & Gaan... 8 Ritten vanaf Historiek navigeren... 8 Ritten navigeren vanaf Geplande trip... 8 Locatie zoeken... 9 POI zoeken... 9 De naam van een locatie met het schermtoetsenbord invoeren...10 Een categorie selecteren...10 Locatie zoeken...11 Mijn favoriet... 12 Navigatie stoppen... 13 Gegevensregistratie... 13 Historieverslag... 13 De kaart gebruiken... 14 Training... 16 Eenvoudige trainingen... 16 Op tijd...16 Op afstand...17 Op calorieën...17 Basistrainingen... 18 Interval trainingen... 19 Ronde-trainingen... 19 Mijn buddy... 20 Training... 20 Testtrainingen... 21 Training stoppen... 22 Stappenteller... 23 Instelling... 24 Rasterweergave... 24 IInfo-pagina / Hoogtepagina / Kaartpagina / Mijn Buddy pagina...24 Dag-/nachtmodus...25 Sensoren... 26 Kompas...26 Kompaskalibratie...26 Ritme...27 Hartslag...27 Snelheid...28 Autom. detecteren...29 Hoogte-instellingen wijzigen... 29 Huidige hoogte...29 Hoogte andere positie...30 Systeeminstellingen wijzigen... 30 Acht.verl.uit...30 Helderheid...31 Taal...31 Datumopmaak...31 Tijdopmaak...32 Eenheidnotatie...32 Datum en tijd instellen... 33 Waarschuwing... 33 Ritme...34 Afstand...34 2 Inhoudsopgave
Snelheid...35 Tijd...35 Hartslag...35 GPS-status weergeven... 36 Gebruikersprofiel aanpassen... 36 Fietsprofiel aanpassen... 37 Kaartinstellingen wijzigen... 37 NEDERLANDS ENGLISH Gegevensbeheer... 38 Bestanden laden... 38 Plaats een microsd-kaart (optioneel)...38 de USB-kabel aansluiten...38 Bestanden overbrengen naar uw computer...38 Bestanden overbrengen naar een andere Rider 50... 38 Geg. overdragen...39 Geg. ontvangen...39 Stopwatch... 40 Aftellen... 40 Timer... 41 Bijlage... 42 Specificaties... 42 Batterij-informatie... 43 Wielgrootte en -omtrek... 44 Hartslagzones... 45 Basisonderhoud van uw Rider 50... 45 Inhoudsopgave 3
WAARSCHUWING Raadpleeg altijd uw arts voordat u een trainingsprogramma start of wijzigt. Lees de details in de gids garantie- en veiligheidsinformatie in de verpakking. Productregistratie Help ons u beter te ondersteunen door uw apparaatregistratie te voltooien via Bryton Bridge. Ga naar http://support.brytonsport.com voor meer informatie. Bryton-software Ga naar http://brytonsport.com om de gratis software te downloaden voor het uploaden van uw persoonlijk profiel en tracks en voor het analyseren van uw gegevens op internet. 4 Aan de slag
Uw Rider 50 Aan de slag In dit hoofdstuk begeleiden wij u doorheen de standaard voorbereidingen zodat u aan de slag kunt met uw Rider 50. NEDERLANDS 5 1 6 2 7 3 8 4 1 Voeding Houd de knop ingedrukt om de Rider 50 in of uit te schakelen. Druk kort om de achtergrondverlichting in of uit te schakelen. 2 Start / Stop Houd ingedrukt in trainingsmodus of de richtingsmodus om het opnamelogboek te stoppen. Druk op tijdens vrij fietsen om de registratie te starten. Houd ingedrukt om de registratie te stoppen. 3 Info Indrukken om informatie weer te geven over de berichtenlijst, het trainingsoverzicht (wordt weergegeven na het starten van een training), het stappenoverzicht (wordt weergegeven na elke ingeschakelde stappenteller) of de trajectinfo (wordt weergegeven na het starten van een trajecttraining). 4 5-wegnavigatie / Enter Beweeg de navigator omhoog/ omlaag om door de lijst te bladeren, naar rechts om naar de volgende pagina te gaan en naar links om naar de vorige pagina te gaan. In het midden drukken om een selectie te bevestigen. Beweeg op de pagina Kaart de cursor met de 5-wegnavigator naar de locatie die u wilt opslaan en druk op om de POI op te slaan. Omhoog / omlaag / naar links / naar rechts bewegen om de map te verschuiven. In het midden drukken om de balk voor het in/uitzoomen op te roepen. Druk opnieuw om te annuleren. Aan de slag 5
5 LED-indicator Rood staat voor opladen, groen staat voor volledig opgeladen. 6 Menu Indrukken om het menu te openen. Ingedrukt houden om de barometer te kalibreren. 7 Modus Indrukken om te schakelen tussen de modi: Raster, Kaart en Mijn buddy (weergegeven na het starten van een training). 8 Vorige Druk op de pagina Kaart op om de cursorpositie op de rasterweergave opnieuw te centreren. Op andere pagina's indrukken om terug te keren naar de vorige pagina of om een bewerking te annuleren. De Rider 50 resetten Om de Rider 50 opnieuw in te stellen, houdt u en gedurende vijf seconden ingedrukt. Accessoires De Rider 50 wordt geleverd met de volgende accessoires: Voedingsadapter Optionele items: Stekker(s) Snelheids-/ritmesensor USB-kabel Hartslagriem Fietsmontage microsd-kaart Statuspictogrammen Voor het snel wijzigen van de weergegeven info in een raster, kunt u een raster markeren door de 5-wegnavigator te verplaatsen en het openen om een nieuw weergave-item te selecteren. Pictogram Beschrijving Pictogram Beschrijving Fiets in gebruik Voedingsstatus Fiets 1 Vol batterijvermogen Fiets 2 Half batterijvermogen GPS-signaalstatus Laag batterijvermogen Geen signaal (niet vastgelegd) Hartslagmonitor actief Zwak signaal Ritmesensor actief Sterk signaal Energiemeter actief 6 Aan de slag
Pictogram Beschrijving Melding nieuw bericht Trainingsschema bezig NEDERLANDS Logverslag bezig OPMERKING: De meldingen voor het trainingsplan, de logverslag en een nieuw bericht worden alleen weergegeven wanneer ze worden uitgevoerd. Aan de slag 7
Zoeken & Gaan Met de functie Zoeken & Gaan kunt u ritten navigeren vanaf Historiek, Geplande Trip en Mijn favoriet. U kunt ook uw nuttige plaatsen of een andere plaats vinden doro de naam, het adres of de coördinaten van de locatie in te voeren. 1. Druk op de knop Menu om het menu te openen. 2. Gebruik de 5-wegnavigator om Zoeken & Gaan te selecteren. Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het item te selecteren. Druk op het midden om de keuze te bevestigen. Ritten vanaf Historiek navigeren U kunt elke route die u in de geschiedenis van uw Rider 50 hebt opgeslagen, navigeren. 8 Ritten navigeren vanaf Geplande trip U kunt een route navigeren die naar uw Rider 50 is geüpload vanaf de Bryton Bridgetoepassing. 1. U kunt uw trip voorbereiden en downloaden via brytonsport.com en de Bryton Bridgetoepassing. 2. Sluit uw Rider 50 aan op uw computer via de USB-kabel. 3. Volg de instructies op het scherm om gegevens over te dragen naar uw Rider 50. 4. Druk op de knop Menu. 5. Gebruik de 5-wegnavigator om Zoeken & Gaan > Geplande trip te selecteren. 6. Selecteer een rit in de lijst en druk op het midden van de 5-wegnavigator ter bevestiging. De details van de rit worden weergegeven. Zoeken & Gaan Zoeken & Gaan om Geschiedenis te selecteren. 2. Selecteer een rit uit de lijst. 3. Markeer en druk op het midden van de 5-wegnavigator om de training te starten. 4. Een roze stippellijn (traject) verschijnt op de kaart en toont de richting naar uw bestemming.
Selecteer een optie: - geef de route weer. - verwijder de geselecteerde route uit de lijst Geplande trip. NEDERLANDS Locatie zoeken Selecteer een optie in het scherm Overzicht. - verwissel de begin- en eindpunten. - bekijk de route op de kaart. - navigeer naar uw gekozen bestemming. Een vooraf geplande trip is een groene lijn op de kaart, de roze lijn geeft de richting naar uw bestemming aan. OPMERKING: Druk op de knop Info om een locatie toe te voegen aan de lijst Mijn favoriet. Markeer en voer de naam van de locatie in. U kunt naar nuttige plaatsen zoeken in de opgeslagen waypoints (locatie) en recente zoekresultaten in uw Favorieten. U kunt een bepaalde plaats ook opzoeken door het adres in te voeren. POI zoeken Zoeken & Gaan om Zoeken > POI zoeken te selecteren. 2. Voer een naam in en selecteer een categorie. 3. Gebruik de 5-wegnavigator om het zoeken te starten en te markeren, waarna u ter bevestiging in het midden van de 5-wegnavigator drukt. Zoeken & Gaan 9
De naam van een locatie met het schermtoetsenbord invoeren 1. Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het teken te selecteren. Een categorie selecteren 2. Druk op het midden van de 5-wegnavigator om de selectie te bevestigen. Tik op om te wisselen tussen hoofd- en kleine letters. Klik op om de invoermethode te wijzigen. Klik op of om de positie van de aanwijzer te verplaatsen. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 1. Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om de gewenste categorie te selecteren. 2. Druk op het midden van de 5-wegnavigator om de selectie te bevestigen. Een voorbeeld van het resultaat van zoeken naar POI 10 Zoeken & Gaan Zoekdetails Zoekresultaat
Locatie zoeken Zoeken & Gaan om Zoeken > Adres te selecteren. 2. Voer een adres in (land, stad, straatnaam, en huisnummer). 3. Gebruik de 5-wegnavigator om de navigatie naar de bestemming te starten en te markeren, waarna u ter bevestiging in het midden van de 5-wegnavigator drukt. NEDERLANDS OPMERKING: Om de zoekoptie te gebruiken, moet u een GPS-positie hebben. Het zoeken wordt uitgevoerd binnen een straal van 6 km van de huidige positie. Coördinaat zoeken U kunt naar plaatsen zoeken door de coördinaten in te voeren. Zoeken & Gaan om Coördinaat zoeken te selecteren. 2. Gebruik de 5-wegnavigator om de zoekindeling voor coördinaten te selecteren, waarna u ter bevestiging in het midden van de 5-wegnavigator drukt. 3. Gebruik de 5-wegnavigator om de nieuwe coördinaten in te voeren. Klik op of om naar een ander veld te gaan. U kunt de coördinaten ook veranderen door of te kiezen. 4. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. U kunt de coördinaten opslaan door op te klikken en navigeren door op te klikken. Zoeken & Gaan 11
Mijn favoriet U kunt navigeren naar elke favoriet die in Mijn favoriet is opgeslagen. Zoeken & Gaan om Mijn favoriet te selecteren. Selecteer een optie: - toon de POI-route op de kaart. - verwijder de geselecteerde route uit de POI-lijst. - navigeer naar uw gekozen POI. 2. Selecteer een plaats in de lijst en druk ter bevestiging op het midden van de 5-wegnavigator. De details van de POI verschijnen. 3. Gebruik de 5-wegnavigator om te markeren om de navigatie voor de rit te starten. Terug naar Start Druk nadat u uw bestemming hebt bereikt of uw rit hebt voltooid, op de menuknop en gebruik de 5-wegnavigator om Zoeken & Gaan > Terug naar start te selecteren. De Rider 50 navigeert u terug naar uw beginpunt. 12 Zoeken & Gaan
Navigatie stoppen Uw rit stoppen: NEDERLANDS 1. Druk op de knop Menu. 2. Gebruik de 5-wegnavigator om Zoeken & Gaan > Route stoppen te selecteren. Gegevensregistratie De Rider 50 kan elke seconde van uw rit punten registreren. Druk in trainingsmodus of de richtingsmodus op om de registratie van het logboek te stoppen. Druk in vrij fietsen op om de registratie te starten en druk opnieuw om de registratie te stoppen. Historieverslag De Rider 50 slaat de geschiedenis automatisch op wanneer de timer wordt gestart. Geschiedenis bevat datum, tijd, afstand, gemiddelde snelheid en hoogte. Nadat u een rit hebt voltooid, kunt u de geschiedenisgegevens bekijken op de Rider 50. Uw geschiedenis weergeven: 1. Druk op de knop Menu om het menu te openen. 2. Gebruik de 5-wegnavigator om Zoeken & Gaan > Historieverslag te selecteren. 3. Selecteer een route in de lijst en druk ter bevestiging op het midden van de 5-wegnavigator. De details van de route verschijnen. Zoeken & Gaan 13
Selecteer een optie: - geef de route weer. - bewerk de naam voor de geselecteerde Historieverslag. - verwijder de geselecteerde route uit de Historieverslag lijst. OPMERKING: De drie pictogrammen worden alleen weergegeven voor de opgenomen log met GPSinformatie. Anders ziet u slechts een pictogram. u kunt uw geschiedenis ook uploaden naar brytonsport.com om als uw ritgegevens bij te houden. zie "Gegevensbeheer" op pagina 38. U kunt ook de geschiedenis bekijken door op de menuknop te drukken en met de 5-wegnavigator Gesch. weerg. te selecteren. De kaart gebruiken Druk op de modusknop om naar de kaartmodus te schakelen. Als u uw rit begint, verschijnt een roze stippellijn (traject) op de kaart die u de route naar uw bestemming toont. Gebruik de 5-wegnavigator om op de kaart in te zoomen. In het midden drukken om de balk voor het in/uitzoomen op te roepen. Omhoog / omlaag / naar links / naar rechts bewegen om de map te verschuiven. Druk nogmaals op het midden om de zoombalk te verbergen. Druk als de route tijdens de navigatie uit de koers gaat op de infoknop om de route opnieuw te berekenen. 14 Zoeken & Gaan
Als u het apparaat voor navigatie gebruikt, drukt u op de Infoknop om de volgende afslag te zien (zie de afbeelding links) en drukt u op Meer om de volgende afslagen te zien. NEDERLANDS Zoeken & Gaan 15
Training Fietsen is een van de beste oefeningen voor uw lichaam. Hiermee verbrandt u calorieën, verliest u gewicht en verbetert u uw algemene fitheid. Met de training-optie van de Rider 50 kunt u plannen voor fitness-training of eenvoudige/geavanceerde workouts opzetten en trainen met uw virtuele partner, Mijn Buddy. Gebruik de Rider 50 om de voortgang van uw training of workout te volgen. 1. Druk op de knop Menu om het menu te openen. 2. Gebruik de 5-wegnavigatie om Training te selecteren. Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het item te selecteren. Druk op het midden om de keuze te bevestigen. 16 Eenvoudige trainingen U kunt eenvoudige trainingen instellen door uw doelstellingen in te stellen. Mijn buddy zal u helpen om deze doelstellingen te bereiken. De Rider 50 biedt u drie types eenvoudige trainingen. Op tijd, Op afstand, en Op calorieën. Op tijd Training Training om Plan > Simpel > Op tijd te selecteren. 2. Stel uw tijd in. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om Start te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 4. Een bericht Wilt u het opslaan in mijn training?" verschijnt op het scherm. Gebruik om de gegevens op te slaan de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. Voer de trainingsnaam in via het toetsenbord op het scherm. 6. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten.
Op afstand Op calorieën Training om Plan > Simpel > Op afstand te selecteren. 2. Stel de afstand in. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om Start te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 4. Een bericht Wilt u het opslaan in mijn training?" verschijnt op het scherm. Gebruik om de gegevens op te slaan de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. Voer de trainingsnaam in via het toetsenbord op het scherm. 6. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten. 1. Gebruik de 5-wegnavigator in het menu Training om Plan > Simpel > Op calorieën te selecteren. 2. Stel het aantal calorieën in dat u wilt verbranden. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om Start te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 4. Een bericht Wilt u het opslaan in mijn training?" verschijnt op het scherm. Gebruik om de gegevens op te slaan de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. Voer de trainingsnaam in via het toetsenbord op het scherm. 6. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten. Training 17 NEDERLANDS
Het toetsenbord op het scherm gebruiken 18 1. Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het teken te selecteren. Markeer om de gegevens opnieuw in te stellen. Markeer om de gegevens te wissen. Markeer of om de aanwijzer te verplaatsen. Markeer om te wisselen tussen hoofd- en kleine letters. Markeer om de invoermethode te wijzigen. 2. Druk op het midden van de 5-wegnavigator om de selectie te bevestigen. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. Markeer de instelling te annuleren. Basistrainingen U kunt trainingen maken op basis van de tijd en de hartslagzone. Training Training om Plan > Basis te selecteren. 2. Stel uw tijd en het gewenste type zone in. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om Start te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 4. Een bericht Wilt u het opslaan in mijn training?" verschijnt op het scherm. Gebruik om de gegevens op te slaan de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. Voer de trainingsnaam in via het toetsenbord op het scherm. 6. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten.
Interval trainingen U kunt een aangepast interval van trainingen opgeven met uw Rider 50. Ronde-trainingen Training om Plan > Interval te selecteren. 2. Stel de interval-trainingsinstellingen in. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om Start te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 4. Een bericht Wilt u het opslaan in mijn training?" verschijnt op het scherm. Gebruik om de gegevens op te slaan de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. Voer de trainingsnaam in via het toetsenbord op het scherm. 6. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten. Met de optie Ronde kunt u de Rider 50 gebruiken om de ronde automatisch op een specifieke locatie te markeren of nadat u een bepaalde afstand hebt afgelegd. U kunt de ronde ook handmatig markeren. Training om Plan > Ronde te selecteren. 2. Selecteer het gewenste type ronde. 3. Stel de geselecteerde ronde-instellingen in. 4. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om Start te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 5. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten. NEDERLANDS Training 19
Mijn buddy Mijn buddy is uw virtuele partner die ontworpen is om u te helpen voldoen aan uw trainings- of eenvoudige workout-doelen. Mijn buddy U 1. Kies een trainingsplan uit Geplande trip of Historieverslag. 2. Vertrek voor een rit. De Rider 50 laat Mijn buddy zien en dit neemt het tijdens de training tegen u op. OPMERKING: U kunt de gegevensvelden in de modus My Buddy aanpassen. Zie Mijn Buddy-pagina op pagina 24. Training Met deze functie kunt u de training starten met het trainingsplan dat u eerder hebt opgeslagen. Training om Training te selecteren. 2. Selecteer het gewenste trainingsplan en druk op het midden van de 5-wegnavigator ter bevestiging. 3. De details van de geselecteerde training verschijnen op het scherm. Druk op het midden van de 5-wegnavigator om de training te starten. 4. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten. 20 Training
Testtrainingen Testtrainingen worden automatisch bijgewerkt op uw Rider 50 nadat u met de toepassing Bryton Bridge hebt gesynchroniseerd. Gedurende de testtraining kunt u uw FTP (Functional Threshold Power), LTHR (Lactate Threshold Heart Rate), MAP (Maximum Aerobic Power), of MHR (Max Heart Rate) op uw Rider 50 meten. NEDERLANDS Training om Test te selecteren. 2. Selecteer de gewenste testtraining en druk op het midden van de 5-wegnavigator ter bevestiging. FTP-test: een testtraining om uw functionele drempelenergie te testen. LTHR-test: een testtraining om uw lactosedrempel-hartslag te testen. MAP-test: een testtraining om uw maximale aëroob vermogen te testen. MHR-test: een testtraining om uw maximale hartslag te testen. 3. De details van de geselecteerde training verschijnen op het scherm. Druk op het midden van de 5-wegnavigator om de training te starten. 4. Maak een rit. Druk op om de training en de logboekregistratie te starten. OPMERKING: Voordat u met de testtraining start, moet u over een Rider 50, een hartslagriem en een energiemeter beschikken. De hartslagriem wordt gebruikt om de MHR en LTHR te meten, en de energiemeter wordt gebruikt voor het meten van de FTP en MAP. Training 21
Training stoppen U kunt de huidige training stoppen nadat u uw doel hebt bereikt of wanneer u beslist om de huidige training te beëindigen. 1. Houd ingedrukt. 2. Het bericht "De huidige training en registratie worden gestopt. Wilt u doorgaan?" verschijnt op het scherm. Gebruik om de huidige training te stoppen de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. 22 Training
Stappenteller Met de functie Stappenteller kunt u het aantal stappen registreren dat u zet. Dit kan ook de afgelegde afstand bepalen en berekenen hoeveel calorieën u verbrand hebt. Gebruik de stappenteller om uw voortgang bij te houden. NEDERLANDS 1. Druk op de knop Menu om het menu te openen. 2. Gebruik de 5-wegnavigatie om Stappenteller te selecteren. Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het item te selecteren. Druk op het midden om de keuze te bevestigen. 3. Ga lopen. De Rider 50 telt automatisch elke stap die u zet. OPMERKING: Druk om de stappenteller te sluiten op de toets of of en selecteer in het berichtvak. U kunt dagstaptellingen bekijken door op de toets te drukken of door de gegevens via Bryton Bridge te uploaden zodat u een analyse van de gegevens op brytonsport.com kunt zien. Het apparaat houdt de stappen 7 dagen bij. Gebruik Bryton Bridge om uw stappen te uploaden voordat ze door nieuwe records worden overschreven. Stappenteller 23
Instelling Met de functie Instellingen kunt u pagina-instellingen, sensorinstellingen, systeeminstellingen, fiets- en gebruikersprofiel, waarschuwingen en de kaart instellen. 1. Druk op de knop Menu om het menu te openen. 2. Gebruik de 5-wegnavigatie om Instelling te selecteren. Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om het item te selecteren. Druk op het midden om de keuze te bevestigen. Rasterweergave U kunt het raster instellen voor de weergave van informatie, hoogte, kaart en Mijn Buddy. U kunt ook de instelling voor de helderheid van het scherm opgeven. IInfo-pagina / Hoogtepagina / Kaartpagina / Mijn Buddy pagina 1. Gebruik in het menu Instellingen de 5-wegnavigator om Rasterweergave > Info-pagina, Info-pagina2, Infopagina3, Hoogtepagina, Kaartpagina of Mijn Buddy-pagina te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator naar links of rechts om het aantal weer te geven rasters te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. 3. Gebruik de 5-wegnavigator om het veld te selecteren dat u wilt aanpassen. 24 Instelling
4. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Verplaats de 5-wegnavigator naar links of rechts om naar de volgende/vorige pagina in de lijst te gaan. 5. Verplaats de 5-wegnavigatie omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren. 6. Druk als u klaar bent op het midden van de 5-wegnavigator om de selectie te bevestigen. NEDERLANDS OPMERKING: Als u -- in een raster ziet, betekent dit dat de sensor inactief is. Zie Sensoren op 26-29 om de sensor in te schakelen. Dag-/nachtmodus instellingen om Rasterweergave > Dag-/ nachtmodus te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Auto dag-/nacht: de helderheid van de verlichting automatisch aanpassen. Dagmodus kleurenschema voor dagweergave. Nachtmodus kleurenschema voor nachtweergave. Instelling 25
Sensoren U kunt de sensorinstellingen aanpassen, zoals het in-/uitschakelen van de functie, het opnieuw scannen of kalibreren voor de Rider 50. Kompas Instellingen om Sensoren > Kompas te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Aan: de sensor inschakelen. Uit: de sensor uitschakelen. Kalibratie: kalibreer het kompas van de Rider 50. Kompaskalibratie 1. Houd de Rider 50 stevig in uw hand. 2. Zwaai met uw arm en noteer het oneindigheidssymbool dat meerdere seconden op het scherm wordt weergegeven. 3. Wanneer de kalibratie is voltooid, wordt een pieptoon weergegeven. LET OP!! Als u het elektronische kompas gebruikt, moet u de Rider 50 niet vlakbij voorwerpen plaatsen die magnetische velden genereren, zoals elektrische apparaten, magneten, of gebouwen (hoogspanningstoren). Deze voorwerpen kunnen de oorzaak zijn dat de Rider 50 in de verkeerde richting wijst. 26 Instelling
Ritme Instellingen om Sensoren > Ritme te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Aan: de sensor inschakelen. Uit: de sensor uitschakelen. Scan: opnieuw scannen om de ritmesensor te detecteren. NEDERLANDS OPMERKING: Let er tijdens het verbinding maken tussen de ritmesensoren op dat zich binnen 5 m. geen andere ritmesensor bevindt. Hartslag Instellingen om Sensoren > Hartslag te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Aan: de sensor inschakelen. Uit: de sensor uitschakelen. Scan: opnieuw scannen om de hartslagsensor te detecteren. OPMERKING: Wanneer de hartslagmonitor wordt gekoppeld, verschijnt het hartslagpictogram op het hoofdscherm. Let er tijdens het verbinding maken tussen de ritmesensoren op dat zich binnen 5 m. geen hartslagsensor bevindt. Instelling 27
Snelheid Snelheid/Ritme Instellingen om Sensoren > Snelheid te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Aan: de sensor inschakelen. Uit: de sensor uitschakelen. Scan: opnieuw scannen om de snelheidsensor te detecteren. Instellingen om Sensoren > Snelheid/Ritme te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Aan: de sensor inschakelen. Uit: de sensor uitschakelen. Scan: opnieuw scannen om de snelheidof ritmesensor te detecteren. OPMERKING: Als de cadenssensor is gekoppeld, verschijnt het cadenssensorpictogram op het hoofdscherm. Let er tijdens het verbinding maken tussen de ritme/snelheidssensoren op dat zich geen andere ritme/snelheidsensor in de buurt bevindt. Voeding Instellingen om Sensoren > Voeding te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Aan: de vermogensmeter inschakelen. Uit: de vermogensmeter uitschakelen. Scan: opnieuw scannen om de vermogensmeter te detecteren. Kalibratie: kalibreer de vermogensmeter. 28 Instelling
Autom. detecteren Instellingen om Sensoren > Autom. detecteren te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Ja: automatisch naar de sensoren zoeken Nee: handmatig naar de sensoren zoeken NEDERLANDS Hoogte-instellingen wijzigen U kunt de hoogte-instelling opgeven voor de huidige locatie en voor 5 andere locaties. Huidige hoogte Instellingen om Hoogtekalibratie > Huidige hoogte te selecteren. 2. Stel de huidige hoogte in. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. Instelling 29
Hoogte andere positie U kunt 5 locaties instellen die het meest bezocht worden. Nadat u de hoogte voor elke locatie met de hand hebt ingevoerd, selecteert u een gewenste locatie, bijvoorbeeld Positie 1 en selecteert u Kalibratie om de juiste hoogte in te stellen. Instellingen om Hoogtekalibratie > Positie 1, Positie 2, Positie 3, Positie 4, of Positie 5 te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Hoogte: stel de hoogte van de locatie in. Naam bewerken: geef de naam van de locatie op. Kalibratie: de Rider 50 kalibreren met de hoogte van de opgegeven locatie. OPMERKING: Om te garanderen dat de gegevens nauwkeurig zijn, is het sterk aanbevolen de barometer telkens af te stellen voordat u de Rider 50 gebruikt. Systeeminstellingen wijzigen U kunt de systeeminstellingen van de Rider 50 aanpassen, zoals achtergrondverlichting uit, helderheid, schermtaal, en notatie tijd-/eenheidsgegevens. Acht.verl.uit Instellingen om Systeem > Acht.verl.uit te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. 30 Instelling
Helderheid Instellingen om Systeem > Helderheid te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om het helderheidniveau in te stellen en druk ter bevestiging op het midden. NEDERLANDS Taal Instellingen om Systeem > Taal te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste taal te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Datumopmaak Instellingen om Systeem > Tijd/eenheid > Datumopmaak te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste datumopmaak te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Instelling 31
Tijdopmaak Instellingen om Systeem > Tijd/eenheid > Tijdopmaak te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste tijdopmaak te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. Eenheidnotatie Instellingen om Systeem > Tijd/eenheid > Eenheid te selecteren. 2. Verplaats de 5-wegnavigator omhoog of omlaag om de gewenste eenheidopmaak te selecteren en druk ter bevestiging op het midden. 32 Instelling
Datum en tijd instellen U kunt de huidige datum en tijd instellen. NEDERLANDS Instellingen om Systeem > Tijd/eenheid > Datum of Tijd te selecteren. 2. Voer de nieuwe datum in of pas de huidige tijdinstelling aan met het schermtoetsenbord. 3. Als u klaar bent, gebruikt u de 5-wegnavigator om te markeren, waarna u in het midden van de 5-wegnavigator drukt ter bevestiging. Waarschuwing Met de functie Waarschuwen piept de Rider 50 en verschijnt een bericht om u te waarschuwen als: uw hartslag hoger of lager is dan een opgegeven aantal slagen per minuut (bpm). De snelheid tijdens de rit hoger of lager is dan een bepaalde instelling. de ritmesnelheid hoger of lager is dan een bepaald aantal omwentelingen van de arm van de crank per minuut (rpm). u een bepaalde afstand voor de lange trainingen hebt afgelegd. u een bepaalde tijd voor de lange trainingen hebt afgelegd. OPMERKING: Om de waarschuwingen voor hartslag, snelheid of ritme te kunnen gebruiken, hebt u een Rider 50, een hartslagriem en een ritmesensor nodig. Instelling 33