Beroepsprofiel Installatiemonteur Elektrotechniek. ALGEMENE INFORMATIE datum: 23 december 2004 versie: 1 Onder regie van KBB. Legitimering BCP door:

Vergelijkbare documenten
Beroepstypering Installatietechnicus elektrotechniek ALGEMENE INFORMATIE datum: 23 december 2004 versie: 1 Onder regie van KBB Ontwikkeld door:

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. 1. Beroepsprofiel Monteur Lichte Staalbouw Buitendienst

1. Beroepsprofiel Constructiebankwerker/lasser

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. 1. Beroepsprofiel Fijn constructiebankwerker/lasser

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Beroepstypering Vliegtuigonderhoudsmonteur lijnonderhoud beperkte licentie CAT A

Beroepsprofiel Tekenaar-constructeur. Algemene informatie datum: versie: 01 Onder regie van

datum: 19 april 2005 versie: 2

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Beroepscompetentieprofielen Elektrotechniek MBO

Kerntaak 1: Vervaardigt elektrotechnische (deel-)producten

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Competenties. Overzicht

Beroepstypering Onderhoudsmonteur installatietechniek. Algemene informatie datum: versie: 1

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, crebo 25263

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Kenteq d.d Landbouwmechanisatie d.d

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, Niveau 4, crebo 25263

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur elektrotechnische systemen, crebo 25339

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Monteur elektrotechnische installaties, crebo 25333

Beroepstypering Vliegtuigonderhoudstechnicus Avionisch, elektrisch -Cat B2

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen, niveau 4, crebo 25262

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur elektrotechnische installaties woning en utiliteit, crebo 25332

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur elektronische installaties woning en utiliteit, crebo Basisdeel

Kerntaak 1: Installeert technische installaties

Onder regie van kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven. Ontwikkeld door:

Kerntaak 1: Vervaardigt elektrotechnische (deel-)producten

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur elektrotechnische industriële installaties, crebo Basisdeel

Kerntaak 1: Vervaardigt onderdelen voor vliegtuigen en verricht reparaties en modificaties.

Monteur elektrotechnische installaties, crebo Basisdeel

Formulier Ontwikkelingsgerichte beoordeling

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Monteur elektrotechnische installaties, crebo 25333

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur mechatronica, crebo

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische systemen, crebo

Keuzedeel mbo. 3D-tekenen. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0280

BGO Midden Nederland KS-dossier: Technisch Tekenen Regioprofiel: Tekenaar Ontwerper Elektrotechniek

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. 1. Beroepscompetentieprofiel Leidinggevend Monteur Installatietechniek ; AO Consult (2001)

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Formulier Ontwikkelingsgerichte beoordeling

Kerntaak 1: Vervaardigt elektrotechnische (deel-)producten

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Bedrijvenregister Aan dit rapport kunnen geen rechten worden ontleend 1

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Beroepstypering Installatiemonteur woningbouw. Algemene informatie Datum: Versie: 1

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Monteur elektrotechnische systemen, crebo Basisdeel

De schakel tussen u en techniek.

Basisvaardigheden metaalbewerken

Beroepscompetentieprofiel Monteur mobiele werktuigen en installaties buitendienst ALGEMENE INFORMATIE datum: versie: 04

Kerntaak 1: Installeert technische installaties

Regioprofiel Elektrotechnische installaties Opleiding: Monteur elektrotechnische installaties

De residentieel elektrotechnisch installateur

Formulier Ontwikkelingsgerichte beoordeling

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur woning niveau 3, crebo 25349

Kerntaak 2: Realiseert en bewerkt licht, beeld en/of geluid

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. Kenteq d.d.?? d.d.

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Monteur werktuigkundige installaties niveau 2, crebo 25350

Formulier Ontwikkelingsgerichte beoordeling

Kerntaak 1: Repareert, onderhoudt en maakt standaard revalidatiehulpmiddelen afleveringsklaar

Installeert elektrotechnische installaties

De industrieel elektrotechnisch installateur

Kerntaak 1: Machinaal houtbewerken

BGO Midden Nederland KS-dossier: Technisch Tekenen Regioprofiel: Tekenaar werktuigkundige installaties

Eerste monteur elektrotechnische installaties woning en utiliteit

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus engineering, crebo

Regioprofiel Noord-Holland Technisch Tekenaar Elektrotechniek, niveau 3 Werkvoorbereider Installatie Elektrotechniek, niveau 4

Keuzedeel mbo. Elektrisch wikkelen. behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo

Kerntaak 1: Installeren van hard- en software

Beroepscompetentieprofielen Elektrotechniek MBO

Beroepsprofiel opperman bestratingen. niveau 2

Elektrotechnici in de industrie in Nederland en Duitsland: grensoverschrijdende inzetbaarheid

Keuzedeel MBO. K0665: Basisvaardigheden voor het aanleggen van elektrotechnische installaties voor niveau 2/3. Bijlage bij BPV Handboek voor niveau 2

Kerntaak 1: Voert onderhoud uit aan motorfietsen

Bijlage bij BPV Handboek voor niveau 2. Naam deelnemer. Naam leerbedrijf

Tekenaar Constructeur Carrosseriebouw Beroepscompetentieprofiel

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. Brondocument(en) Uitwerking van kerntaken, klankbordgroep maart 2003

Formulier Ontwikkelingsgerichte beoordeling

BGO Midden Nederland KS-dossier: Werktuigkundige installaties (Montage) Regioprofiel: Monteur werktuigkundige installaties

Regioprofiel Noord-Holland Eerste Monteur Elektrotechnische Installaties, niveau 3

Kerntaak 1: Onderhoud en modificaties uitvoeren

De tertiair elektrotechnisch installateur

Profiel van kwalificatiedossier: Schilderen

Onderhoud kleine verbrandingsmotoren (buitenboordmotoren, tuin- en parkmachines)

Kerntaak 1: Installeert technische installaties

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur service en onderhoud elektrotechniek en instrumentatie - niveau 3, crebo 25304

Kerntaak 1: Vervaardigt onderdelen voor vliegtuigen en verricht reparaties en modificaties.

3. Beroepscompetenties / EVC

Profiel van kwalificatiedossier: Technisch tekenen. Crebonr » Tekenaar werktuigkundige installaties (Crebonr )

Kerntaak 1: Onderhoud en modificaties uitvoeren

Kerntaak 1: Bedienen en bewaken van installaties

Transcriptie:

Beroepstypering Installatiemonteur elektrotechniek ALGEMENE INFORMATIE datum: 23 december 2004 versie: 1 Onder regie van KBB Kenteq Ontwikkeld door: Brondocument(en) Legitimering BCP door: - op formatvereisten - op de inhoud DIJK12 Beleidsonderzoek Beroepsprofiel Installatiemonteur Elektrotechniek Door de tijdelijke Adviesraad, ingesteld door de sociale partners in de sector Elektrotechniek, vertegenwoordigd in de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalelektro (Stichting A+O) en het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de elektrotechnische bedrijfstak (OFE). 31 oktober 2003 31 oktober 2003 Mogelijke functiebenamingen Monteur Installateur Hulpmonteur BEROEPSBESCHRIJVING beroepscontext/ werkzaamheden De beroepsbeoefenaar is met name werkzaam bij grote, middelgrote en kleine elektrotechnische installatiebedrijven. De bedrijven verrichten werkzaamheden op alle uiteenlopende werkvelden binnen de elektrotechnische installatie, zoals onder meer: algemene elektrotechnische installaties; gebouwbeheerssystemen(inbraak, brand, toegangscontrole); infrastructuur; datanetwerken; telecominstallaties; (openbare) verlichting; verkeerssignalering. Zowel in de gehele branche alsook binnen de bedrijven intern komen specialisaties naar werkvelden voor. Bedrijven verrichten hun werkzaamheden echter altijd op minimaal twee werkvelden. De bedrijven verzorgen zowel nieuwbouw van complete installaties als aanpassingen en uitbreidingen aan bestaande installaties. De bedrijven zijn over het algemeen werkzaam op meerdere marktsegmenten: woningen, utiliteit en industrie. De beroepsbeoefenaar werkt binnen alle marktsegmenten, maar met name binnen woningen en utiliteit. De beroepsbeoefenaar wordt aangetroffen op alle werkvelden binnen de elektrotechnische installatie. Het zwaartepunt van de werkvelden van de beroepsbeoefenaar varieert per bedrijf en is afhankelijk van verschillende factoren, zoals bedrijfsomvang en specialisatie van het bedrijf. De beroepsbeoefenaar is over het algemeen echter altijd minimaal op twee werkvelden inzetbaar. De werkzaamheden worden uitgevoerd op de vakgebieden elektrotechniek en elektronica. Afhankelijk van het soort installatie waaraan wordt gewerkt, kan de beroepsbeoefenaar in aanraking komen met de vakgebieden besturingstechniek, meet- en regeltechniek, ICT en pompen/motoren.

De werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar bestaan uit het installeren van zowel eenvoudige als complexe installaties en onderdelen daarvan. Het zwaartepunt van de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar ligt bij het samenstellen en aanleggen van de installatie, zodanig dat deze na controle door een leidinggevende onder spanning kan worden gezet. De installatie wordt samengesteld uit aangeleverde onderdelen, waarbij de onderdelen zonodig worden geassembleerd (bijvoorbeeld montage van besturingskasten). De installatie wordt vervolgens geplaatst, bedraad, bekabeld en aangesloten. De werkzaamheden worden buiten het bedrijf, op locatie verricht. Daarnaast kunnen voormontage werkzaamheden op een werkplaats binnen het bedrijf worden uitgevoerd. De beroepsbeoefenaar krijgt instructie van zijn leidinggevende of projectleider en leest - indien nodig - informatie en eenvoudige tekeningen. Op basis hiervan stelt hij vast op welke wijze de installatie geïnstalleerd dient te worden en welke materialen en gereedschappen nodig zijn. Hij verzamelt de benodigde materialen en gereedschappen. De onderdelen van de installatie worden door hem uitgepakt, gecontroleerd en zonodig verder geassembleerd tot een functioneel onderdeel van de installatie. De beroepsbeoefenaar plaatst de onderdelen en brengt de bedrading en bekabeling aan op de door zijn leidinggevende aangegeven posities. De diverse onderdelen worden aangesloten op de bedrading en bekabeling en gecontroleerd op de juistheid van de verbinding. De beroepsbeoefenaar rapporteert over de uitgevoerde werkzaamheden en registreert en administreert de voor de bedrijfsvoering noodzakelijk gegevens. De beroepsbeoefenaar voert verpakkings- en restmaterialen af op een milieuverantwoorde wijze. rol en verantwoordelijkheden De beroepsbeoefenaar maakt bij de uitvoering van zijn werkzaamheden gebruik van alle gangbare relevante gereedschappen en hulpmiddelen, zoals onder meer (hand)gereedschap (schroevendraaier etc.), meetapparatuur, machines (boren etc.), hoogwerkers (indien nodig). De beroepsbeoefenaar werkt zelfstandig, onder begeleiding van een leidinggevende of ervaren monteur. De eindverantwoordelijkheid ligt bij een leidinggevende. De beroepsbeoefenaar werkt in een koppel of team. Hij heeft contact binnen het bedrijf met collega s en leidinggevenden en buiten het bedrijf met de klant/opdrachtgever en installateurs van andere disciplines.

complexiteit typerende beroepshouding De complexiteit in de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar wordt met name bepaald door de volgende factoren. Instructies en tekeningen vertalen naar de uit te voeren werkzaamheden. Maatwerk. De beroepsbeoefenaar installeert verschillende soorten installaties. Hij moet bij elk te installeren installatie oplettend zijn, omdat de te hanteren werkwijze steeds kan afwijken. Aansluiten. Bij het aansluiten dient de beroepsbeoefenaar alert te zijn dat de juiste verbinding wordt gemaakt. Dit speelt met name bij het aansluiten van grootschalige en/of meer complex samengestelde installaties. Controleren en meten. De gemaakte aansluitingen moeten nauwgezet gecontroleerd worden op correctheid van de verbinding. Technologische ontwikkelingen. Hierdoor krijgt de beroepsbeoefenaar te maken met nieuwe en onbekende installaties en onderdelen. Afbreukrisico s liggen met name in het verkeerd interpreteren van instructies en tekeningen, onnauwkeurig en onzorgvuldig werken en miscommunicatie met collega s. In het werk van de beroepsbeoefenaar zijn met name de volgende houdingsaspecten van belang. Klantgerichtheid. De beroepsbeoefenaar moet de installatie plaatsen volgens de wensen van de opdrachtgever. Kwaliteitsbewustzijn. De beroepsbeoefenaar installeert installaties en onderdelen, zodanig dat deze voldoen aan gestelde kwaliteitseisen en de wensen van de opdrachtgever. Nauwkeurigheid en zorgvuldigheid. Dit is essentieel bij nagenoeg alle werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar. Sociale en communicatieve vaardigheden. Ten behoeve van contact met de opdrachtgever en het samenwerken met collega s zijn sociale en communicatieve vaardigheden van belang. Tevens moet de beroepsbeoefenaar tijdens en na afronding van zijn werkzaamheden richting alle betrokkenen noodzakelijke informatie overdragen en dit op een heldere wijze verwoorden. Signalerend vermogen. De beroepsbeoefenaar moet alert zijn op fouten en afwijkingen tijdens de installatiewerkzaamheden. In geval van fouten en afwijkingen dient hij deze te melden aan zijn leidinggevende. Daarnaast zijn met name de volgende vaktechnische aspecten van belang. Interpreteren van informatie. Dit is van belang, omdat de beroepsbeoefenaar op basis van deze informatie zijn werkzaamheden vaststelt. Rapporteren. De beroepsbeoefenaar moet zowel mondeling als schriftelijk op heldere wijze kunnen rapporteren over de uitgevoerde werkzaamheden, zowel binnen het bedrijf als buiten het bedrijf richting klanten/opdrachtgevers. Samenwerken met andere disciplines. Goede samenwerking met collega s en externen van andere disciplines is noodzakelijk zodat stagnering van het installatiewerk wordt voorkomen en een goede werksfeer ontstaat.

Trends/innovaties marktontwikkelingen wetgeving/ overheidsregulering technologische ontwikkelingen bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen internationale ontwikkelingen De markt kenmerkt zich door voortdurende vernieuwing en wijziging van installaties en onderdelen. Ten gevolge van de technologische ontwikkelingen en de toename van het gebruik van ICT wordt meer mogelijk op het gebied van geïntegreerde en gecombineerde toepassingen (bijvoorbeeld domotica), met name in de woningbouw en de particuliere markt. Voor de beroepsbeoefenaar betekent dit dat hij voortdurend op de hoogte moet blijven en zich zonodig moet bijscholen om genoemde ontwikkelingen te kunnen volgen en toe te passen in het werk. Tevens nemen - door een toenemende vraag in met name de particuliere sector - de werkzaamheden op het gebied van gebouwbeheerssystemen in de woningbouw toe. Beroepsbeoefenaren moeten in toenemende mate gecertificeerd zijn om te kunnen werken binnen de verschillende werkvelden. Daarbij heeft hij regelmatig te maken met wijzigingen in certificering en regelgeving, zoals NEN, VCA en beveiliging. De beroepsbeoefenaar moet zijn werk volgens de meest recente normen en voorschriften uitvoeren en derhalve door middel van bijscholing en cursussen op de hoogte blijven van de laatste richtlijnen. Te installeren installaties en onderdelen veranderen voortdurend door diverse technologische ontwikkelingen. Door met name de toename van het gebruik van ICT en bustechnologie worden installaties en onderdelen steeds meer gekenmerkt door een eenvoudigere montage en minder componenten, bekabeling en bedrading (dematerialisatie). Daarnaast worden hierdoor meer geïntegreerde toepassingen (zoals domotica) mogelijk. Voor de beroepsbeoefenaar betekent dit dat het monteren van installaties eenvoudiger wordt en de werkzaamheden minder omvangrijk worden. Tegelijkertijd krijgt hij door de toename van geïntegreerde toepassingen vaker te maken met diverse werkvelden. Tevens zal de beroepsbeoefenaar op de hoogte moeten blijven van de technologische ontwikkelingen en zich zonodig moeten bijscholen om genoemde ontwikkelingen te kunnen volgen en toe te passen in het werk. Bedrijven verbreden de werkvelden waarop zij werkzaam zijn, omdat zij klanten een totaalpakket aan diensten willen leveren. Tevens is er sprake van specialisatie van bedrijven naar aard van de werkzaamheden. Bedrijven gaan zich enerzijds toeleggen op het plaatsen en aansluiten van installaties op een breed scala van werkvelden en anderzijds op het operationeel maken van installaties op een breed scala van werkvelden. Voor de beroepsbeoefenaar betekent dit dat hij vaker in situaties van onderaannemerschap komt te werken. N.v.t. loopbaanmogelijkheden De beroepsbeoefenaar kan op basis van ervaring, bij- en opscholing in principe doorstromen naar de functie van: Installatietechnicus 1 e Monteur KERNTAKEN VAN HET BEROEP 1. Stelt elektrotechnische producten samen. 2. Plaatst en sluit elektrotechnische installaties aan. 3. Controleert en meet aansluitingen.

KERNTAAK 1 Stelt elektrotechnische producten samen. proces rol/verantwoordelijkhed en complexiteit betrokkenen (hulp-) middelen kwaliteit keuzes en dilemma s De beroepsbeoefenaar stelt elektrotechnische producten samen. De beroepsbeoefenaar krijgt instructie van zijn leidinggevende of projectleider en leest - indien nodig - informatie en eenvoudige tekeningen. Op basis hiervan stelt hij vast op welke wijze de producten samengesteld dienen te worden en welke materialen en gereedschappen nodig zijn. De onderdelen worden door hem uitgepakt, gecontroleerd en geassembleerd tot een functioneel onderdeel. Hij controleert of de producten op een juiste wijze zijn samengesteld. De beroepsbeoefenaar rapporteert over de uitgevoerde werkzaamheden en registreert en administreert de voor de bedrijfsvoering noodzakelijk gegevens. De beroepsbeoefenaar voert verpakkingsen restmaterialen af op een milieuverantwoorde wijze. Het samenstellen van elektrotechnische producten vindt zowel binnen als buiten het bedrijf plaats. De beroepsbeoefenaar verricht de werkzaamheden zelfstandig, onder begeleiding van een leidinggevende of ervaren monteur. De complexiteit van het samenbouwen van elektrotechnische producten is beperkt. De beroepsbeoefenaar werkt in een koppel of team. Hij heeft contact binnen het bedrijf met collega s en leidinggevenden en buiten het bedrijf met de klant/opdrachtgever en installateurs van andere disciplines. Alle gangbare relevante gereedschappen en hulpmiddelen. De beroepsbeoefenaar moet bij het verrichten van de werkzaamheden instructies en gestelde eisen opvolgen en nauwgezet en zorgvuldig werken. De producten moeten voldoen aan gestelde eisen van veiligheid en kwaliteit. De beroepsbeoefenaar staat voor de opgave elektrotechnische producten samen te stellen. Hierbij kan hij worden geconfronteerd met een situatie waardoor het werk niet meer optimaal kan worden uitgevoerd. Daarbij kan hij worden geconfronteerd met de volgende situatie: ontbrekende of defecte onderdelen. Daarbij is hij genoodzaakt de situatie tijdig te signaleren en adequate maatregelen te nemen om de situatie op te lossen. Daarvoor moet hij zijn signalerend vermogen en kwaliteitsbewustzijn toepassen.

KERNTAAK 2 Plaatst en sluit elektrotechnische installaties aan. proces rol/verantwoordelijkhed en complexiteit betrokkenen (hulp-) middelen De beroepsbeoefenaar plaatst zowel eenvoudige als complexe installaties en onderdelen daarvan en sluit de verschillende onderdelen op elkaar aan. Het zwaartepunt van de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar ligt bij het samenstellen en aanleggen van de installatie, zodanig dat deze na controle door een leidinggevende onder spanning kan worden gezet. De beroepsbeoefenaar krijgt instructie van zijn leidinggevende of projectleider en leest - indien nodig - informatie en eenvoudige tekeningen. Op basis hiervan stelt hij vast op welke wijze de installatie geïnstalleerd dient te worden en welke materialen en gereedschappen nodig zijn. Hij verzamelt de benodigde materialen en gereedschappen. De beroepsbeoefenaar plaatst de onderdelen en brengt de bedrading en bekabeling aan op de door zijn leidinggevende aangegeven posities. De diverse onderdelen worden aangesloten op de bedrading en bekabeling. Hij stelt onderdelen in volgens specificaties. De beroepsbeoefenaar rapporteert over de uitgevoerde werkzaamheden en registreert en administreert de voor de bedrijfsvoering noodzakelijk gegevens. Hij voert verpakkings- en restmaterialen af op een milieuverantwoorde wijze. Het plaatsen en aansluiten van elektrotechnische installaties vindt buiten het bedrijf, op locatie, plaats. De beroepsbeoefenaar verricht de werkzaamheden zelfstandig, onder begeleiding van een leidinggevende of ervaren monteur. De complexiteit van het plaatsen en aansluiten van elektrotechnische installaties wordt met name bepaald door de volgende factoren: de diversiteit aan installaties waaraan wordt gewerkt. De beroepsbeoefenaar werkt in een koppel of team. Hij heeft contact binnen het bedrijf met collega s en leidinggevenden en buiten het bedrijf met de klant/opdrachtgever en installateurs van andere disciplines. Alle gangbare relevante gereedschappen en hulpmiddelen. kwaliteit De beroepsbeoefenaar installeert verschillende soorten installaties. Hij moet bij elk te installeren installatie oplettend zijn, omdat de te hanteren werkwijze steeds kan afwijken. Bij het aansluiten dient de beroepsbeoefenaar alert te zijn dat de juiste verbinding wordt gemaakt. Dit speelt met name bij het aansluiten van grootschalige en/of meer complex samengestelde installaties. Bij het plaatsen en aansluiten moet rekening worden gehouden met geldende normen en eisen ten aanzien van veiligheid en kwaliteit en wensen van opdrachtgevers.

keuzes en dilemma s De beroepsbeoefenaar staat voor de opgave installaties te plaatsen en aan te sluiten. Hierbij kan hij worden geconfronteerd met een situatie waardoor het werk niet meer optimaal kan worden uitgevoerd. Daarbij kan hij worden geconfronteerd met de volgende situaties: de constatering dat onderdelen ontbreken; de constatering dat niet aan gestelde veiligheidsvoorschriften kan worden voldaan; de constatering dat de installatie niet volgens instructies of tekening geplaatst kan worden. Daarbij is hij genoodzaakt de situatie tijdig te signaleren en adequate maatregelen te nemen om de situatie op te lossen. Daarvoor moet hij zijn signalerend vermogen, kwaliteitsbewustzijn en sociale en communicatieve vaardigheden toepassen.

KERNTAAK 3 Controleert en meet aansluitingen. proces rol/verantwoordelijkhed en complexiteit betrokkenen (hulp-) middelen kwaliteit keuzes en dilemma s De beroepsbeoefenaar controleert de door hem gemaakte aansluitingen op correctheid van de verbindingen. Tevens controleert hij of onderdelen en aansluitingen voldoen aan gestelde eisen. Hiertoe verricht hij de noodzakelijk metingen. Het voert eenvoudige tests uit op onderdelen om te controleren of deze optimaal functioneren. Indien hij fouten of afwijkingen constateert, herstelt hij deze. De beroepsbeoefenaar rapporteert over de uitgevoerde werkzaamheden en registreert en administreert de voor de bedrijfsvoering noodzakelijk gegevens. Het controleren en meten van aansluitingen vindt buiten het bedrijf, op locatie, plaats. De beroepsbeoefenaar verricht de werkzaamheden zelfstandig, onder begeleiding van een leidinggevende of ervaren monteur. De complexiteit van het controleren en meten van aansluitingen wordt met name bepaald door de volgende factoren: de diversiteit aan installaties waaraan wordt gewerkt. De beroepsbeoefenaar werkt in een koppel of team. Hij heeft contact binnen het bedrijf met collega s en leidinggevenden en buiten het bedrijf met de klant/opdrachtgever en installateurs van andere disciplines. Alle gangbare relevante gereedschappen en hulpmiddelen. Het controleren en meten van aansluitingen en onderdelen moet nauwgezet worden uitgevoerd. De verbindingen moeten voldoen aan gestelde eisen van veiligheid en kwaliteit. De verbindingen moeten zodanig zijn gemaakt dat de installatie na controle van een leidinggevende onder spanning kan worden gezet. Niet correcte verbindingen kunnen leiden tot gevaarlijke situaties en kunnen schade toebrengen aan de gehele installatie. De beroepsbeoefenaar staat voor de opgave aansluitingen te controleren en te meten. Hierbij kan hij worden geconfronteerd met een situatie waardoor het werk niet meer optimaal kan worden uitgevoerd. Daarbij kan hij worden geconfronteerd met de volgende situaties: de constatering dan aansluitingen niet voldoen aan gestelde veiligheidseisen; de constatering dat onderdelen niet optimaal functioneren. Daarbij is hij genoodzaakt de situatie tijdig te signaleren en adequate maatregelen te nemen om de situatie op te lossen. Daarvoor moet hij zijn signalerend vermogen, kwaliteitsbewustzijn en sociale en communicatieve vaardigheden toepassen.