ECLI:NL:RBNNE:2015:2312



Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 februari 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

ECLI:NL:GHARL:2015:2577

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:RBNNE:2013:1433

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356

ECLI:NL:GHARL:2014:3064

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ7318

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284

ECLI:NL:RBNHO:2013: Tenlastelegging. Uitspraak. Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBOBR:2016:588. Uitspraak RECHTBANK OOST-BRABANT. Datum uitspraak: Datum publicatie: Zaaknummer: 01/

ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369

Vonnis op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBNNE:2017:2624

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:RBNNE:2013:4953

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBNNE:2017:610

ECLI:NL:RBGEL:2015:7710

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO0437

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:RBROT:2017:3298

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:GHDHA:2014:3959

ECLI:NL:RBLIM:2015:4965

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:RBOVE:2013:320

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957

ECLI:NL:RBDHA:2017:551

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

ECLI:NL:RBNNE:2014:5620 RECHTBANK NOORD-NEDERLAND. [verdachte], Tenlastelegging. Uitspraak

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS)

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

ECLI:NL:RBLIM:2014:10626

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:RBALK:2003:AI0650

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. C. Eenhoorn, advocaat te Groningen.

Aan verdachte is, na een door de militaire kamer toegestane wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:

Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622

ECLI:NL:RBNNE:2017:2890

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

Transcriptie:

ECLI:NL:RBNNE:2015:2312 Instantie: Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak: 13-05-2015 Datum publicatie: 13-05-2015 Zaaknummer: 18.850079-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Uitspraak vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 13 mei 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte [verdachte], geboren [geboorteplaats], wonende te [woonplaats]. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 april 2015 en 29 april 2015. De verdachte is op 20 april 2015 verschenen, bijgestaan door mr. M. van Rooy, advocaat te Purmerend. Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J.F. Severs. Tenlastelegging Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat: zij in of omstreeks de periode van 26 augustus 2014 tot en met 9 september 2014, in de gemeente(n) Groningen, Zaanstad, Amsterdam, Almere, en/of Stichtse Vecht en/of (elders) in Nederland meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, A) een ander of anderen, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum]), (telkens) heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] (sub 2 ), en/of B) een ander of anderen, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum]), (telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen (sub 5 ), en/of C) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die/een ander of anderen, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum]), met en/of voor een derde tegen betaling (sub 8 ), terwijl die [slachtoffer], geboren op [geboortedatum], (telkens) de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,

bestaande die enige handeling(en) en/of dat voordeel trekken hieruit dat verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) - ( een) (pikante) foto('s) van die [slachtoffer] hebben/heeft gemaakt en/of (vervolgens) advertentie(s) hebben/heeft gemaakt/vervaardigd en/of geplaatst op internetsite(s) (o.a. website(s) [website(s)]) waarin die [slachtoffer] (onder de naam [bijnaam]) werd aangeboden als prostituee, en/of - die [slachtoffer] hebben/heeft overgehaald en/of in de gelegenheid gesteld om (tegen betaling) seks te hebben met een of meer mannen, en/of (vervolgens) hebben/heeft tewerkgesteld als prostituee en/of daartoe afspraken hebben/heeft gemaakt en/of laten maken met een of meer (potentiële) klanten en/of - een (werk)kamer/plek, kleding, drugs(xtc)/pillen, condooms en/of (speciale) tampons voor die [slachtoffer] hebben/heeft geregeld en/of ter beschikking gesteld, en/of die [slachtoffer] hebben/heeft vervoerd en/of laten vervoeren naar en/of van een (werk)adres/plek, en/of - zorg hebben/heeft gedragen voor controle en/of begeleiding en/of toezicht op de prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of afspraken over de uitbetaling van de verdiensten van die [slachtoffer] (onder de naam [bijnaam]), en/of - die [slachtoffer] (een gedeelte van) de verdiensten of opbrengsten uit haar prostitutie hebben/heeft laten afstaan, althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat [medeverdachte] en/of een of meer mededader(s), in of omstreeks de periode van 26 augustus 2014 tot en met 9 september 2014, in de gemeente(n) Groningen, Zaanstad, Amsterdam, Almere, en/of Stichtse Vecht en/of (elders) in Nederland meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met elkaar en/of met een ander of anderen, althans alleen, A) een ander of anderen, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum]), (telkens) heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] (sub 2 ), en/of B) een ander of anderen, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum]), (telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot liet verrichten van die seksuele handelingen (sub 5 ), en/of C) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die/een ander of anderen, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum]), met en/of voor een derde tegen betaling (sub 8 ), terwijl die [slachtoffer], geboren op [geboortedatum], (telkens) de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, bestaande die enige handeling(en) en/of dat voordeel trekken hieruit dat die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) (telkens) - ( pikante) foto( s) van die [slachtoffer] heeft gemaakt en/of (vervolgens) advertentie(s) heeft gemaakt/vervaardigd en/of geplaatst op internetsite(s) (o.a. [website(s)]) waarin die [slachtoffer] (onder de naam [bijnaam]) werd aangeboden als prostituee, en/of

- die [slachtoffer] heeft overgehaald en/of in de gelegenheid gesteld om (tegen betaling) seks te hebben met een of meer mannen, en/of (vervolgens) heeft tewerkgesteld als prostituee en/of daartoe afspraken heeft gemaakt en/of laten maken met een of meer (potentiële) klanten en/of - een (werk)kamer/plek, kleding, drugs(xtc)/pillen, condooms en/of (speciale) tampons voor die [slachtoffer] heeft geregeld en/of ter beschikking en/of van een (werk)adres/plek, en/of - zorg heeft gedragen voor controle en/of begeleiding en/of toezicht op de prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of afspraken over de uitbetaling van de verdiensten van die [slachtoffer] (onder de naam [bijnaam]), en/of - die [slachtoffer] (een gedeelte van) de verdiensten of opbrengsten uit haar prostitutie heeft laten afstaan; tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode van 26 augustus 2014 tot en met 9 september 2014, in de gemeente Zaanstad en/of (elders) in Nederland (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door toen en daar opzettelijk voor die [medeverdachte] en/of diens mededader(s) - haar, verdachtes, woning [woonplaats] en/of computer(apparatuur) en/of internet(verbinding) en/of telefoon(verbinding) beschikbaar te stellen en/of - telefooncontact(en) met (potentiële) klanten te onderhouden en/of afspraken met hen te maken met betrekking tot prostitutiewerkzaamheden en/of (vervolgens) die afspraken en/of routeaanwijzing(en) met betrekking tot de afspraaklocatie(s) aan die [medeverdachte] en/of diens mededader(s) door te geven. In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad. Vordering officier van justitie De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd: - vrijspraak van het primair ten laste gelegde; - veroordeling voor het subsidiair ten laste gelegde; - oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen, waarvan 53 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van voorarrest; - oplegging van de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht en een behandelverplichting; - teruggave aan [persoon 1] van de inbeslaggenomen creditcard ([bank 1]) met [rekeningnummer 1], teruggave aan [persoon 2] van de bankpas ([bank 2]) met [rekeningnummer 2], teruggave aan [persoon 3] van het inbeslaggenomen identiteitsbewijs; - teruggave aan [medeverdachte] van de inbeslaggenomen zorgpas met [nummer]; - teruggave aan verdachte van de overige op pagina 1842-1846 van het dossier genoemde inbeslaggenomen goederen. Beoordeling van het bewijs De raadsman van verdachte heeft vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste gelegde bepleit. Hiertoe heeft hij onder meer aangevoerd dat verdachte niet wist dat [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer]) minderjarig was en dat verdachte onvoldoende heeft bijgedragen aan de ten laste gelegde handelingen om als medepleger van medeverdachte [medeverdachte] (hierna: medeverdachte) te kunnen worden aangemerkt. De rechtbank overweegt als volgt. Met betrekking tot de vaststelling van de feiten gaat de rechtbank uit van de verklaringen van [slachtoffer], nu deze verklaringen op diverse punten worden ondersteund door andere bewijsmiddelen, te weten onder meer de inhoud van sms-berichten, de bevindingen met

betrekking tot de woning aan de [adres 1] te [plaats 1] en de daarbij inbeslaggenomen camera en computer, de verklaringen van [klant 1] en [klant 2], de aanhouding van de medeverdachte bij het hotel in [plaats 2] op 9 september 2014 en (onderdelen van) de verklaring van verdachte zoals ter terechtzitting afgelegd. Dit leidt naar het oordeel van de rechtbank tot de volgende vaststelling van feiten. Op 26 augustus 2014 wordt de minderjarige [slachtoffer] door de medeverdachte opgehaald uit [plaats 3], nadat zij was weggelopen van haar begeleide- verlof van [jeugdinrichting]. De medeverdachte heeft haar meegenomen naar en gehuisvest in een hotel in [plaats 4] en later in woningen in [plaats 1]. De medeverdachte maakte erotische foto's van [slachtoffer] en plaatste met behulp van deze foto's seksadvertenties onder de naam [bijnaam] op de [website(s)]. Bij de advertenties stond een telefoonnummer en e-mailadres waarop contact kon worden opgenomen voor een afspraak met [bijnaam]. Verdachte nam de telefoon op en maakte afspraken met potentiële klanten van [bijnaam] en gaf de gemaakte afspraken door aan de medeverdachte. De medeverdachte vertelde vervolgens aan [slachtoffer] waar ze moest zijn en wat ze moest doen en bracht haar in een huurauto naar de afspraken. [slachtoffer] had onder meer afspraken voor (car)dates in het [hotel 1] in [plaats 1], op een boot in [plaats 5], ergens in Friesland en op 9 september 2014 in een hotel in [plaats 2]. De rechtbank is - met de officier van justitie en de raadsman - van oordeel dat het primair ten laste gelegde medeplegen van mensenhandel niet bewezen kan worden. Voor een bewezenverklaring van medeplegen is een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte vereist. De rol van verdachte is beperkt gebleven tot het opnemen van de telefoon, het maken van afspraken voor [bijnaam] en het doorgeven van de afspraken aan de medeverdachte. Dit staat naar het oordeel van de rechtbank niet in verhouding tot de rol van de medeverdachte, die ervoor heeft gezorgd dat [slachtoffer] werd geworven, gehuisvest, vervoerd en door het maken van erotische foto's en het plaatsen van advertenties beschikbaar werd gesteld voor de prostitutie. De rechtbank acht derhalve niet bewezen dat sprake was van medeplegen en zal verdachte vrijspreken van het primair ten laste gelegde. Ten aanzien van de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan het door de medeverdachte gepleegde misdrijf overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte heeft op verzoek van de medeverdachte de eerder omschreven handelingen verricht, terwijl er sprake was van een minderjarige. De minderjarigheid van het betreffende slachtoffer betreft een geobjectiveerd delictsbestanddeel. Een beroep op het ontbreken van kennis inzake deze minderjarigheid leidt niet tot straffeloosheid. Bewijsmiddelen De rechtbank past bij de beoordeling van het subsidiair ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe. 1. De door verdachte op de terechtzitting van 20 april 2015 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: Ik heb de door [medeverdachte] bij mij achtergelaten mobiele telefoon op zijn verzoek opgenomen. Ik heb een escortafspraak met een potentiële klant gemaakt. 2. De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer 01RUI13006, gesloten op 5 februari 2015, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder: 2.1 een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, documentcode AAN-01, d.d. 10 september 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer], geboren op [geboortedatum]:

V: Kun je ons misschien kort vertellen wat er met je gebeurd is de afgelopen tijd vanaf het moment van de [locatie 1] op dinsdag 26 augustus 2014. A: Ik was op verlof in [plaats 3] met een begeleidster en nog een meisje naast mij. Ik besloot toen om weg te rennen. Ik ben toen naar [locatie 2] gegaan. Ik ben toen opgehaald door [medeverdachte]. We gingen toen naar een hotel in [plaats 4], [hotel 2]. We zijn daar een week gebleven tot de maandag daarop. Toen ik in dit hotel verbleef deed ik cardates en escort. Ik sta op [website(s)] enzo. Er staat een nummer bij en dit nummer bellen klanten. Een vriendin van [medeverdachte] neemt dan op en zij vertelt dan aan [medeverdachte] waar ik moet zijn. Daar word ik dan heen gebracht door [medeverdachte] en dan doe ik mijn ding en dan word ik weer door [medeverdachte] terug gebracht. V: Wie heeft de advertentie bedacht? A: [medeverdachte]. V: Waar zijn die foto s gemaakt. A: In het hotel en in het eerste huurhuis ook een paar maar volgens mij staan alleen de foto s die in [hotel 2] zijn genomen op internet. V: Hoe ging dat met die foto s maken. A: [medeverdachte] zei iets van een pose of ik bedacht zelf iets. (..) V: Je zit in het [hotel 2] van de dinsdag dat je weg bent gegaan tot maandag 1 september 2014. Daarna ging je naar je eerste huurhuis. Hoe lang was je daar? A: Vanaf die dinsdag 2 september tot afgelopen maandag 8 september. Vanaf maandag 8 september tot gisteren heb ik in het tweede huurhuis gezeten. V: Hoeveel klanten heb je ongeveer gehad. A: Weet ik niet. Elke dag sowieso eentje. Op een gegeven moment miste ik het [jeugdinrichting]. Ik durfde dit niet te zeggen tegen [medeverdachte]. V: Waarom durfde je dat niet te zeggen. A: [medeverdachte] had toch alles voor mij geregeld en ik ga mij snel schuldig voelen. V: De telefoon werd opgenomen door een vriendin van [medeverdachte] A: Van die vriendin weet ik niets. Ik zag alleen dat hij gebeld werd door haar en dan was het weer een escort. V: Dan was er een afspraak gemaakt. Hoe wist jij dan wat je moest doen. A: Dat vertelde [medeverdachte] dan aan mij. Hij zei dan tegen mij: De klant wil dit of dat. (..) De vriendin van [medeverdachte] sprak met de klant af wat ik met de klant ging doen. Soms werd er door deze vriendin en de klant een andere prijs afgesproken. De vriendin zei dit tegen [medeverdachte] en [medeverdachte] vertelde dat tegen mij. Zo wist ik het. V: Je hebt net verteld dat er nog condooms en sponzen tampons in je tas zaten. Hoe zit dit. A: De sponzen tampon gebruikte ik als ik ongesteld was en toch klanten had. De sponzen tampon was meer naar binnen gegaan en vast komen te zitten. Ik heb toen op allerlei manieren geprobeerd om de sponzen tampon eruit te trekken. [medeverdachte] kocht op een gegeven moment zelfs een oventang. V: Heb je niet overwogen om een paar dagen te stoppen? A: Nee, nee. [medeverdachte] zei "Doe maar gewoon weer een nieuwe in want je weet nu dat je hem er met water weer uit kunt krijgen. (..) V: Hoe kwam je bij de klanten.

A: Met [medeverdachte]. [medeverdachte] bracht me met een huurauto bij de klanten. Dit was een Opel. V: Heb je ook klanten in het hotel gehad. A: Nee, ik heb geen klanten ontvangen. Ik ging soms wel naar een hotel waar klanten waren. V: Weet je nog namen van hotels? A: Ja, [hotel 1] in [plaats 1] volgens mij. Ik weet nog van een jonge klant. Hij was echt knap. Het was een Irakees. Dat was in [hotel 1] in [plaats 1]. V: Weet je nog wanneer dit was? A: Afgelopen week. Het is nog niet zo lang geleden. Het was aan het einde van de periode van het eerste huurhuis. V: Je zegt dat je niet altijd nuchter was. Waarom was dit. A: Dan gaat het gemakkelijker bij een klant. Dan moet je een rol spelen en dan gaat het gemakkelijker als je gebruikt hebt. Ik nam wel eens een pilletje. ( ) V: Hoe kwam je aan die pilletjes. A: Die had [medeverdachte] gefixt. V: Wat voor pilletjes waren dit. A: Hartjes, dat was ecstasy. V: Je hebt [medeverdachte] ontmoet meer dan een jaar geleden. Hoe oud was je toen. A: Ik was toen vijftien. V: Hij was toen achtentwintig. Hoe weet hij hoe oud je bent. A: Dat heb ik gewoon gezegd. Dat heb ik gelijk tegen hem gezegd toen ik hem ontmoette. Maar hij wist het al eerder omdat ik het ook al aan hem had geappt. V: Heb je het wel eens over je leeftijd met [medeverdachte] gehad. A: Jawel, want als ik achttien was dan konden we grotere dingen doen. Maar we moesten nu oppassen omdat ik nog maar zestien ben. Omdat [medeverdachte] zei dat hij dan kon worden opgepakt omdat ik nog maar zestien ben en ik ook. 2.2 een ambtsedig proces-verbaal, documentcode AAN-01.01, d.d. 18 september 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer]: V:Had je met [medeverdachte] afgesproken wanneer je zou wegrennen. A: Ja, om vier uur op die dinsdag dat ik ook echt ben weggelopen. V: We hebben het over het maken van foto s. Daar willen we het met je over hebben. Daar zijn we benieuwd naar. A: We hebben wel ergens foto s gemaakt maar ik weet niet of het die dag was. Maar het was wel ergens de eerste drie dagen in het hotel [hotel 2]. V: Waarom werden er foto s gemaakt. A: Voor op die sites, [website(s)]. Deze weet ik. (..) O: Wij overhandigden aangeefster een aantal foto s van seksadvertenties en kopieën van teksten. Aangeefster verklaart bij bijlage 4a, deze advertentie is bijgewerkt. Eerst stond op deze advertentie omgeving [plaats 4], [locatie 3]. Dat werd later bijgewerkt met [plaats 6], [locatie 4] en [locatie 5]. Aangeefster verklaart bij bijlage 4b: Dat is niet het telefoonnummer van mezelf, ik nam

hem nooit zelf op. Aangeefster verklaart bij 4c: Ik ben het wel op deze advertentie maar ik wist niet dat ik ook op deze site stond namelijk thuisontvangst. Ik zag wel dat [medeverdachte] op de site zat waar ik op stond maar daar keek ik zelf nooit op. V: heb je ook nog op andere plaats foto s gemaakt. A: Ja, in het huis in [plaats 5]. Er was ook nog een huis in [plaats 7]. V: Kun je je nog herinneren waar je allemaal bent geweest toen je daar zat. A: Ja, in [plaats 1], ergens in Friesland, [plaats 8], [plaats 9], [plaats 6]. 2.3 een ambtsedig proces-verbaal, documentcode AAN-01.02, d.d. 2 oktober 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer]: V: Je hebt ons verteld dat je na [hotel 2] met [medeverdachte] naar een woning in [plaats 1] bent gegaan. De woning was in [plaats 5] vertelde je. Hoe is dit gegaan? A: Via een vriend van hem. Hij had het huis gehuurd. (..) [medeverdachte] belde mij en hij zei, daar en daar staat hij. Ik liep erheen. [medeverdachte] zei wat voor een auto hij moest hebben. Een soort donkergroene grote Volkswagen. Ik bedoel zo n soort pick-up ding. Ik zei dat ik alleen cardates deed en escort. De klant wilde het niet in zijn auto. Toen reden we naar zijn boot in [plaats 5]. Toen heb ik effe een uurtje gedaan en toen bracht hij me terug naar de straat. Ik liep toen naar de parkeerplaats en toen zag ik [medeverdachte] en de vriend van het huis. V: Had je op de dag dat je bent opgehaald door de politie nog meer klanten gehad. A: Ja, in die ochtend en aan het eind van de middag ongeveer. V: Zullen we bij de ochtend beginnen. Waar was dat. A: Volgens mij waren dat allebei cardates. (..) In de buurt van [plaats 5]. Ik moest altijd van [medeverdachte] zeggen dat ik achttien of negentien ben. V: We hebben de telefoon van [medeverdachte] uitgelezen. We zien dan een bericht van [persoon 4] aan [medeverdachte]. In dit bericht van 9 september2014 om 09.12 uur, staat Yoo om 1 uur esc naar [plaats 10] *?? Wat kun je ons vertellen over dit bericht. Wat wordt bedoeld met [persoon 4]? A:Weet ik niet. Misschien. Een vriendin van hem zou al die escorts regelen toch. Zij sms t en belt hem dan van daarheen en zo. V: Betekent het wel dat de escort in [plaats 10] is. A: Ja, dat klopt. (..) A: Het gaat niet alleen via de telefoon maar ook via de mail. V: Wie leest de mailberichten dan. A: [medeverdachte] en volgens mij z n vriendin ook. V: Heb je enig idee welk account. A: Iets met [bijnaam] of zo. 2.4 een ambtsedig proces-verbaal, documentcode AAN-01.04, d.d. 9 december 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer]:

V: Wij hebben een Canon camera aangetroffen en daar staan allemaal foto s van jou op. Wie heeft die gemaakt. A: [medeverdachte]. 2.5 een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, documentcode AH-004, d.d. 9 september 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: Op dinsdag 9 september 2014 kreeg het mensenhandelteam [plaats 3] de tip van [persoon 5] van de stichting "stop loverboys nu" dat de uit de [jeugdinrichting] weggelopen 16 jarige [slachtoffer] zich aan zou bieden op internet in escort advertenties. Hierop heb ik, verbalisant, gekeken op de internetsites welke [persoon 5] ons op attendeerde. Op [website(s)] heb ik een advertentie gevonden met het volgende webadres: [webadres 1] [webadres 1] Deze advertentie blijkt op 28 augustus 2014 op internet te te zijn gezet. Vandaag 9 september 2014 blijkt de advertentie te zijn geüpdate. Op [website(s)] heb ik een advertentie gevonden met het volgende webadres: [webadres 2] Deze advertentie blijkt op 30 augustus 2014 op internet te zijn gezet. Op [website(s)] heb ik een drietal advertenties met de volgende webadressen gevonden: [webadres 3] [webadres 3] [webadres 3] Alle drie de advertenties zijn op 28 augustus op deze internetsite gezet. Ik heb gezien dat deze advertenties vandaag dinsdag 9 september 2014 om 11.13 uur, 11.20 uur en 11.27 uur geüpdate zijn. 2.6 een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, nummer PL0900-2014251754-8, d.d. 11 september 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: Op 9 september 2014 omstreeks 20:55 uur werd er door mij, verbalisant, telefonisch contact opgenomen met het mobiele nummer van de advertentie van [bijnaam]. Ik hoorde dat er werd opgenomen door een vrouw, die zich voorstelde als [bijnaam]. Ik stelde mij voor als [bijnaam 1], vertelde dat ik haar advertentie op [website(s)] had gezien en dat ik wel een cardate afspraak met haar wilde. Ik hoorde dat [bijnaam] zei dat zij geen cardates deed op dit moment, maar wel wilde afspreken in een hotel. Hierop heb ik gezegd dat ik nog steeds een afspraak wilde en, dat ik een kamer bij een hotel in [plaats 2] zou gaan regelen. Op dinsdag 9 september 2014 omstreeks 22:00 uur heb ik voor een vierde keer gebeld naar het mobiele nummer van [bijnaam]. Ik hoorde dat [bijnaam] opnam. Ik heb vervolgens aan [bijnaam] doorgegeven dat ik een kamer had in het [hotel 1] in [plaats 2] en dat het [kamernummer] was. Hierop zei [bijnaam] dat zij zich ging klaarmaken en dat zij ongeveer over drie kwartier bij het hotel zou zijn. Omstreeks 23:42 uur ontving ik een sms van het mobiele nummer van [bijnaam]. Daarin stond vermeld dat zij er was en of ik haar wilde ophalen buiten. Terwijl ik bezig was met een sms terug te schrijven, hoorde ik mijn collega zeggen dat zij zag dat er een jonge vrouw aan kwam lopen. Ik zag dat er een jonge vrouw voor de kamerdeur van [kamernummer] stopte.

Vervolgens hebben ik en mijn collega de jonge vrouw aangesproken en kenbaar gemaakt dat wij van de politie waren. Ik herkende de jonge vrouw als [slachtoffer]. 2.7 een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, documentcode V-002.07, d.d. 17 oktober 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte: V: is dat jouw telefoonnummer [telefoonnummer 1]? A: Ja mijn oude telefoonnummer. V: ja. En waar staat dat dan voor? Jij zegt [persoon 4] dat ben jij? A: nee dat zeg ik niet, ik zeg dat het nummer gekoppeld staat als [persoon 4] waar mijn telefoonnummer onder staat. 2.8 een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, documentcode AH-017, d.d. 18 september 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: Uit gegevens afkomstig uit de onder [medeverdachte] bij aanhouding inbeslaggenomen telefoon (zwarte Nokia type 108) blijkt het volgende. Door het contact [persoon 4] met het [telefoonnummer 1] zijn 16 berichten gestuurd naar deze telefoon. Dit zijn onder meer de volgende berichten: maandag 8 sept 2014 21.50.22 Yo k heb voor waggie.. Wat moet kzegge vo oppikke. dinsdag 9 september 2014 09.12.18 Yoo om 1uur een esc naar [plaats 10] *?? dinsdag 9 september 2014 19.17.09 Vanaf hoe laat kan esc? Nu?? dinsdag 9 september 2014 22.31.31 Esc 150 [hotel 1] [plaats 2] [kamernummer] (bij gebouw)?? dinsdag 9 september 2014 22.31.36 23.00? 2.9 een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, documentcode AH-039.01, d.d. 29 oktober 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: In de woning in [plaats 1] ([adres 1]) is een camera (Canon) aangetroffen waarop afbeeldingen van een routebeschrijving naar [plaats 11], gedateerd 7 sept. 2014 om 17:57, staan. Uit de historische printgegevens gekoppeld aan het telefoontoestel van [slachtoffer] dat in haar bezit was op 9 september 2014 kan blijken dat deze betreffende telefoon op 7 september om 17:18:42 uur een mast in [plaats 5] en vervolgens om 18:54:40 uur een mast in [plaats 11] heeft aangestraald, namelijk de mast aan [adres 2] te [plaats 11]. Beide keren ging het om een uitgaand gesprek van het [telefoonnummer 3] ([medeverdachte]) naar [telefoonnummer 4] ([slachtoffer]), met een duur van respectievelijk 47 en 196 seconden. Uit vorenstaande kan blijken dat [slachtoffer] zich mogelijk op 7 september 2014 heeft verplaatst van [plaats 5] naar [plaats 11]. Uit de historische printgegevens gekoppeld aan het telefoontoestel aangetroffen onder [medeverdachte]tijdens zijn aanhouding kan blijken dat dit toestel op 7 september 2014 om 17:18:43 uur een mast in [plaats 1], om 17:20:40 uur een mast in [plaats 5], om 18:15:21 uur, 18:16:25 uur en 18:16:40 uur een mast in [plaats 12] en van 18:50:55 uur tot 1 9:44:55 uur de mast aan [adres 2] te [plaats 11] heeft aangestraald. Uit vorenstaande kan blijken dat [medeverdachte] zich mogelijk verplaatst heeft van [plaats 5] naar [plaats 11] op 7 september 2014. [slachtoffer] heeft op 10 september 2014 verklaard dat een vriendin van verdachte

[medeverdachte] de telefoongesprekken met de klanten voerde, de afspraken vervolgens aan [medeverdachte] doorgaf en dat [medeverdachte] vervolgens deze afspraken doorgaf aan [slachtoffer]. De bevindingen uit het huidige opsporingsonderzoek hebben geleid tot het vermoeden dat deze tussenpersoon telefonisch contact met [medeverdachte] had middels het [telefoonnummer 1], bekend als [persoon 4] in de contactlijst van het toestel van [medeverdachte]. Uit de historische printgegevens van het [telefoonnummer 1] ([persoon 4]) kan blijken dat op 7 september 2014 veelvuldig contact is geweest tussen het [telefoonnummer 1] ([persoon 4]) en [telefoonnummer 3] ([medeverdachte]). Rond het tijdstip van de bovengenoemde afbeelding, van een routebeschrijving van het adres van een mogelijke klant van [slachtoffer], is er achtmaal contact (gesprek/sms) tussen het [telefoonnummer 1] ([persoon 4]) en [telefoonnummer 3] ([medeverdachte]), namelijk tussen 17:03:21 uur en 19:37:26 uur. Het telefoontoestel dat gekoppeld is geweest aan het [telefoonnummer 1] ([persoon 4]) heeft ten tijde van deze betreffende contacten met [telefoonnummer 3] ([medeverdachte]) telkens een mast in [plaats 13] aangestraald. 2.10 een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, documentcode AH-050, d.d. 30 september 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: Tijdens de zoeking in perceel [adres 1] te [plaats 1] is een digitale fotocamera, merk Canon, type Eos700 aangetroffen en inbeslaggenomen. Ik, verbalisant, heb de gegevens welke afkomstig zijn van de SD-kaart van deze fotocamera bekeken en geanalyseerd. Datum 7 september 2014 om 17.57 uur: twee foto s van een route beschrijving. Vertrekpunt is de [straat] te [plaats 1] ([hotel 3]). Bestemming is [plaats 11]. 2.11 een ambtsedig proces-verbaal, documentcode V-003.01, d.d. 5 november 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [klant 1]: Op mijn smartphone heb ik op het internet op de [website(s)] gekeken. Ik zag een advertentie staan. Als U mij vraagt of de naam [bijnaam] mij bekend voor komt, dan klopt dat. Deze naam komt mij bekend voor. Ik heb zelf het [telefoonnummer 5]. Met dit nummer heb ik gebeld naar de seksadvertentie. Ze nam op met Hey schatje. Ik vroeg haar of het mogelijk was om een afspraak te maken. Dit was mogelijk. Ik heb haar gezegd dat ik in [hotel 1] in [plaats 1] was. Zij vertelde mij dat ze met 20 minuten bij mij kon zijn in het hotel. De afspraak was voor 1 uur voor 150 euro, echter binnen een half uur was ze weer weg. Ik heb haar voor de seks betaald. O: Er wordt de verdachte een foto getoond. V: Herken je de persoon op deze foto? A: Ja, dit is het meisje over wie ik spreek. 2.12 een ambtsedig proces-verbaal, documentcode V-004, d.d. 1 december 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [klant 2]: V: Ga je wel eens naar een prostituee. A: Nee, ik heb er wel eens één gebeld. Ik kom aan de telefoonnummers via internet. Ik kan de site wel geven want ik heb dit weekend het nog even opgezocht. Het is [website(s)]. Ze stuurde dat ze escort deed en de prijzen en wat ze allemaal deed. Pijpen, neuken zulk soort dingen. V:Wat heb je met haar aan de telefoon besproken.

A: Ze gaf zelf aan dat het voor een uur 150 euro was. Ik moest mijn adres geven. Twee tellen later zei ze dat het een uurtje rijden was. Ze zei toen dat ze over ongeveer een uurtje bij mij zou zijn. V: Welk adres heb je gegeven. A: [plaats 11]. V: Je hebt seks gehad op welke manier. A: Met condoom, ik ben niet klaar gekomen het duurde mij te lang. V: Hoeveel geld heb je betaald. A: 150 euro. 2.13 een proces-verbaal verhoor getuige door de rechter-commissaris d.d. 13 april 2015, inhoudende de verklaring van [slachtoffer]: U vraagt mij wie er in die 14 dagen bepaalde hoeveel klanten ik zou hebben. [medeverdachte] deed dat. [medeverdachte] bepaalde de prijzen. ( ) [medeverdachte] betaalde de kleding die ik nodig had voor mijn werk in de prostitutie. ( ) [medeverdachte] heeft de foto s op internet gezet. Ik weet niet welke teksten erbij zijn gezet. [bijnaam] is mijn werknaam. Deze naam heeft [medeverdachte] bedacht. U vraagt aan mij wie de hotels regelde. Dat werd geregeld door [medeverdachte]. U vraagt aan mij of ik ook drugs gebruikte tijdens het werk. Ik gebruikte weed en coke en XTC. [medeverdachte] regelde de weed. ( ) Ik gebruikte condooms. [medeverdachte] regelde die. Ik werkte door als ik ongesteld werd. Ik gebruikte dan een spons. [medeverdachte] regelde die voor mij. 2.14 een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, documentcode AH-097, d.d. 8 januari 2015, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: Tijdens de doorzoeking aan de [adres 1] te [plaats 1] werd o.a een digitale fotocamera van het merk Canon en een Apple Imac-computer inbeslaggenomen. Op zowel de inbeslaggenomen computer als ook op de fotocamera werden fotoafbeeldingen aangetroffen van [slachtoffer] in seksuele poses, alsmede werden foto s aangetroffen welke bij diverse seksadvertenties werden gebruikt. In totaal werden er op de inbeslaggenomen computer Apple Imac 53 seksueel getinte foto s van [slachtoffer] aangetroffen. In totaal werden er op de inbeslaggenomen camera een 231 foto s aangetroffen van [slachtoffer]. Een groot aantal van deze 231 foto s betreffen [slachtoffer] in een seksuele getinte pose waarbij voornamelijk de aandacht gericht is op de billen van [slachtoffer], waarbij een string in zichtbaar is die boven de half omlaag getrokken spijkerbroek uit komt. Van de in dit proces-verbaal verwoorde seksueel getinte foto s van de 16 jarige [slachtoffer] [slachtoffer] is in totaal een tiental foto s geselecteerd en ter beoordeling overhandigd aan de afdeling Bestrijding Kinderporno en Sekstoerisme van de politie Noord - Nederland. Het aangetroffen filmpje op de inbeslaggenomen Imac en canon-camera is identiek. Het betreffen de volgende foto s uit de bij dit proces-verbaal genummerde bijlagen: Bijlage 3: foto 3.A.1, 3A11, 3A16, 3A1 8, 3A33 Bijlage 5: foto 5.1, 5.2, 5.7, 5.8, 5.11. Bewezenverklaring

De rechtbank acht het subsidiair ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat: [medeverdachte] in de periode van 26 augustus 2014 tot en met 9 september 2014, in de gemeenten Groningen, Zaanstad, Almere en Stichtse Vecht meermalen A) een ander, te weten [slachtoffer], geboren op [geboortedatum], telkens heeft geworven, vervoerd, overgebracht of gehuisvest met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer], en B) een ander, te weten [slachtoffer], geboren op [geboortedatum], telkens ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] telkens enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen, terwijl die [slachtoffer], geboren op [geboortedatum], telkens de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, bestaande die handelingen hieruit dat verdachte - pikante foto's van die [slachtoffer] heeft gemaakt en vervolgens advertenties heeft gemaakt en geplaatst op internetsites, o.a. websites [website(s)]waarin die [slachtoffer] onder de naam [bijnaam] werd aangeboden als prostituee, en - die [slachtoffer] in de gelegenheid heeft gesteld om tegen betaling seks te hebben met mannen, en vervolgens heeft tewerkgesteld als prostituee en daartoe afspraken heeft laten maken met potentiële klanten en - een werkplek, kleding, drugs/xtc-pillen, condooms en speciale tampons voor die [slachtoffer] heeft geregeld, en die [slachtoffer] heeft vervoerd naar en van een werkadres, en - zorg heeft gedragen voor controle en begeleiding en toezicht op de prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten en/of afspraken over de uitbetaling van de verdiensten van die [slachtoffer] onder de naam [bijnaam], tot en bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 26 augustus 2014 tot en met 9 september 2014 in de gemeente Zaanstad telkens opzettelijk gelegenheid en inlichtingen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest door toen en daar opzettelijk voor die [medeverdachte] telefooncontacten met potentiële klanten te onderhouden en afspraken met hen te maken met betrekking tot prostitutiewerkzaamheden en vervolgens die afspraken en routeaanwijzingen met betrekking tot de afspraaklocaties aan die [medeverdachte] door te geven. De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op: subsidiair Medeplichtigheid aan mensenhandel, meermalen gepleegd. Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten. Strafbaarheid van verdachte De raadsman heeft ter terechtzitting een beroep op afwezigheid van alle schuld gedaan. Hiertoe heeft hij - zakelijk weergegeven - aangevoerd dat verdachte verontschuldigbaar heeft gedwaald ten aanzien van de leeftijd van [slachtoffer]. De rechtbank overweegt dat de in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht genoemde leeftijd is geobjectiveerd, zodat opzet of schuld daaromtrent niet vereist is. De bescherming van de minderjarige staat hierbij centraal, hetgeen betekent dat verdachte een vergaande onderzoeksplicht heeft om achter de (werkelijke) leeftijd van de betrokken minderjarige te komen.

Voor een geslaagd beroep op afwezigheid van alle schuld is noodzakelijk dat gesproken kan worden van het volledig ontbreken van verwijtbare onwetendheid bij verdachte. Daarvan is in de onderhavige zaak geen sprake. Niet is gebleken dat verdachte op enigerlei wijze onderzoek naar de leeftijd of werkelijke identiteit van [bijnaam] heeft gedaan. Dit klemt te meer nu een en ander zich afspeelde in de wereld van de ongereguleerde prostitutie en via internet en dat het ging onder meer om cardates en afspraken in hotels. Onder deze omstandigheden had het naar het oordeel van de rechtbank zeker op de weg van verdachte gelegen om meer informatie omtrent (de leeftijd van) [bijnaam] in te winnen. De rechtbank verwerpt op grond van het voorgaande het beroep op afwezigheid van alle schuld en de rechtbank acht verdachte dan ook strafbaar, nu ook overigens niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken. Strafmotivering Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over haar opgemaakte rapportage d.d. 10 december 2014, het haar betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 24 maart 2015, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman. De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan mensenhandel ten aanzien van een minderjarig meisje dat werd geprostitueerd door de medeverdachte. De medeverdachte heeft onder meer foto's van het slachtoffer gemaakt en seksadvertenties geplaatst op internet. Bij deze advertenties werd een telefoonnummer vermeld waarop men contact met het slachtoffer kon opnemen om een afspraak te maken. Verdachte nam de telefoon vervolgens op, maakte de afspraken voor het slachtoffer en gaf de gemaakte afspraken door aan de medeverdachte, die het slachtoffer op de hoogte stelde en naar de afspraken bracht. Dit zijn ernstige strafbare feiten. Mensenhandel waarbij een minderjarige in de prostitutie wordt gebracht, is een vergaande vorm van uitbuiting waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer ondergeschikt worden gemaakt aan de zucht naar geldelijk gewin van de uitbuiter. De psychische gevolgen van dergelijke uitbuiting voor een slachtoffer zijn, zo is algemeen bekend, groot. Dit geldt te meer als het gaat om een minderjarige. Uit het uittreksel van de justitiële documentatie blijkt dat verdachte eenmaal eerder onherroepelijk is veroordeeld, echter niet voor mensenhandel. Uit het reclasseringsrapport en de toelichting van de reclasseringswerker ter terechtzitting blijkt dat het momenteel vrij goed met verdachte gaat en dat ze haar leven weer redelijk goed op orde heeft na haar voorarrest. Verdachte heeft ten gevolge van een traumatische gebeurtenis uit het verleden beperkte copingstrategieën, onder invloed waarvan zij verkeerde keuzes heeft gemaakt. Verdachte ziet in dat zij begeleiding en behandeling nodig heeft en heeft hier tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis aan meegewerkt. De reclassering ziet in het belang van behandeling en in de gezinssituatie van verdachte - verdachte is alleenstaande moeder van een jong zoontje - contra-indicaties voor het opleggen voor een gevangenisstraf langer dan de duur van het voorarrest. De reclassering adviseert om aan verdachte een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met de bijzondere voorwaarde van een meldplicht en behandelverplichting bij [instelling] of een soortgelijke instelling voor ambulante forensische zorg. De raadsman van verdachte heeft schuldigverklaring zonder oplegging van een straf of maatregel (artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht) bepleit. Hiertoe heeft hij onder meer gewezen op de

impact die het voorarrest en de beperkingen op verdachte hebben gehad. Subsidiair heeft de raadsman oplegging van een werkstraf van korte duur bepleit. De rechtbank is van oordeel dat in beginsel slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend is bij de mensenhandel zoals bewezenverklaard. De rechtbank houdt bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf in het onderhavige geval rekening met het feit dat het gaat om medeplichtigheid aan de seksuele uitbuiting van een minderjarige. De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij de straffen die in andere mensenhandelzaken zijn opgelegd. De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de beperkte rol en betrokkenheid van verdachte. De rechtbank zal aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen onder oplegging van de voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd. Inbeslaggenomen goederen De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen creditcard ([bank 1]) met [rekeningnummer 1] moet worden teruggegeven aan [persoon 1], nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet. De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen bankpas ([bank 2]) met [rekeningnummer 2] moet worden teruggegeven aan [persoon 2], nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet. De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomen identiteitsbewijs moet worden teruggegeven aan [persoon 3], nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet. De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen zorgpas met [nummer] moet worden teruggegeven aan [medeverdachte], nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet. De rechtbank is van oordeel dat de overige op pagina 1842-1846 van het dossier genoemde inbeslaggenomen goederen moeten worden teruggegeven aan verdachte, nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet. Toepassing van wetsartikelen De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 48, 57 en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde. DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT: Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar. Veroordeelt verdachte tot: Een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden. Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot twee maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd. Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Stelt als algemene voorwaarden: 1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; 3. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen. Stelt als bijzondere voorwaarden: 1. dat de veroordeelde zich binnen 14 dagen na het onherroepelijk worden van de uitspraak meldt bij Reclassering Nederland op het adres Dobbe 70-74 te Zwolle of een ander in overleg met de reclassering te bepalen adres; 2. dat de veroordeelde zich onder behandeling zal stellen van [instelling], of een soortgelijke instelling voor ambulante forensische zorg, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven. Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Gelast de teruggave aan [persoon 1] ([adres 3]) van de inbeslaggenomen creditcard ([bank 1]) met [rekeningnummer 1]. Gelast de teruggave aan [persoon 2] ([adres 4]) van de bankpas ([bank 2]) met [rekeningnummer 2]. Gelast de teruggave aan [persoon 3] van het inbeslaggenomen identiteitsbewijs. Gelast de teruggave aan [medeverdachte] ([adres 5]) van de inbeslaggenomen zorgpas met [nummer]. Gelast de teruggave aan verdachte van de overige op pagina 1842-1846 van het dossier genoemde inbeslaggenomen goederen. Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij. Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis. Dit vonnis is gewezen door mr. L.G. Wijma, voorzitter, mr. B.I. Klaassens en mr. M.B. de Wit, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 mei 2015. Mrs. Klaassens en De Wit zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.