Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Vergelijkbare documenten
Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

MLAV1/ /MV/lydr.

MLAV1/ /MV/bd

34042/114/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

MLAV1/ /RP/si

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26.

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Besluit van de Deputatie

31022/22/1/A/6. De deputatie van de Provincieraad,

33011/255/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

38025/88/1/A/4. De deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

34027/22/2/A/3. De deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Dossiernummer 7C/37011/17/2/M/1

Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het M.B. d.d waarbij in beroep het besluit d.d van de Bestendige Deputatie wordt bevestigd;

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

2/MLAV1/ /JB/AB Milieuvergunningen

38014/31/2/A/3. De deputatie van de Provincieraad,

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

MLAV1/ /RP/bd

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Dossiernummer 7C/31005/80/3/M/3

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

p r o v i n De deputatie van de provincie Limburg

37007/21/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

MLAV1/ /RTH/vive

34042/84/1/A/2. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

35006/166/2/A/2. De deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~ " "~ AMV/ /1004

Besluit van de Deputatie

MLVER/ /PAG/sdv

33021/21/2/A/4. De deputatie van de Provincieraad,

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

36012/38/1/A/7. De deputatie van de Provincieraad,

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000

38002/26/3/A/2. De deputatie van de Provincieraad,

Besluit van de deputatie van de Provincieraad, houdende vergunning aan N.V. VOEDERS OSTYN voor het veranderen van een inrichting gelegen te ROESELARE.

Dossiernummer 7C/32030/129/1/M/1

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Dossiernummer 34022/4/1/M/4

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Omgevingsvergunning - meldingsakte

Dossiernummer 7C/36019/48/2/M/8

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

31005/80/3/W/2. De deputatie van de Provincieraad,

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Besluit van de Deputatie

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

MLVER/ /RTH/AG/sdv

Dossiernummer 34027/59/2/M/2

AKTENAME MELDING. Het college van burgemeester en schepenen heeft de melding ingediend door Ghys bvba, Kamiel Wautersstraat 4, 9140 Temse ontvangen.

Gelet op het horen van de aanvrager door de Provinciale Milieuvergunningscommissie;

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

Besluit van de Bestendige Deputatie

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

o v in c i e Limburg De deputatie van de provincie Limburg 1/5

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2620 HEMIKSEM, G. GILLIOTSTRAAT 60.

31040/20/2/A/4. De deputatie van de Provincieraad,

BEKENDMAKING VAN EEN MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG EN OPENBAAR ONDERZOEK

Liersesteenweg 268 te 2800 Mechelen. Eikestraat 1 en 1A te 2800 Mechelen Afdeling 12402, sectie B, percelen 302 K, 302 L en 302 M

Besluit van de Deputatie

MLAV1/ /MV/pn.

Aktename van een melding voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Besluit van de Deputatie

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1011

Transcriptie:

33021/21/3/A/1 Besluit van de deputatie van de Provincieraad, houdende vergunning aan B.V.B.A. BERKENHOF/DEJAEGHERE DANIEL EN KOEN FV voor het veranderen van een inrichting gelegen te POPERINGE. De deputatie van de Provincieraad, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement. Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid op artikel 8, en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets; Gelet op de volgende vergunning(en) en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de hierna vermelde inrichting werden getroffen, en op de datum van de indiening van de hierna vermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing waren; Gelet op het besluit d.d. 31/01/2008 van de deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het verder exploiteren en veranderen tot 350 mestvarkens, 49.000 kippen, 7 honden, 1683 m3 mest, 4400 l mazout, 9000 l petroleum, 1600 l gas, stallen 11 voertuigen, lozen HA 270 m3/j, grondwaterwinning 24 m3/d en 1004 m3/j in het kwartair dek voor een termijn van 20 jaar en voor grondwaterwinning 11 m3/d en 4284 m3/j in het landeniaan zand voor een termijn van 1 jaar op proef en waarbij de vergunning geweigerd wordt voor verder exploiteren van 6385 kippen, grondwaterwinning 952 m3/j in het landeniaan zand; Gelet op het besluit d.d. 15/01/2009 van de deputatie waarbij de definitieve vergunning verleend wordt voor grondwaterwinning 11 m3/d en 2618 m3/j in het landeniaan zand voor een termijn tot 31/01/2013 en waarbij de definitieve vergunning geweigerd wordt voor grondwaterwinning 1666 m3/j in het landeniaan zand; Gelet op het besluit d.d. 13/01/2011 van de deputatie van de melding overname door BVBA Berkenhof/FV Dejaeghere Daniël en Koen tov Vanderstraeten Marc; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag op 28/01/2011, ingediend door B.V.B.A. BERKENHOF/DEJAEGHERE DANIEL EN KOEN FV, gevestigd te Iepersestraat 542 8800 Roeselare, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een inrichting gelegen te Barlebuizestraat 11 te Poperinge, kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer POPERINGE 5 AFD/KROMBEKE/ B 0498/G 1

met als voorwerp : een varkens- en kippenfokkerij te veranderen door het - uitbreiden met 49.000 opfokmoederdieren (binnen aanwezige NER s), 5000 l petroleum, stookinstallatie 558 kw - verminderen met 350 mestvarkens, 49.000 braadkippen, 7 honden, 1593 m3 mest, 3900 l mazout Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X 9.3.1.c.2 9.3.1.d 9.5.c.2 Gevogelte: stal voor pluimvee en/of niet onder rubr. 9.2.2.f en 9.3.2. begr. gevogelte, incl. de installaties voor dierlijk afval eigen aan de inr.: in een agrarisch gebied: voor meer dan 20.000 st. pluimvee of gevogelte ouder dan 1 week (Totale eenheden: 49000 Stuks (aantal)) Gevogelte: stal voor pluimvee en/of niet onder rubrieken 9.2.2.f en 9.3.2. begrepen gevogelte, incl. de installaties voor dierlijk afval eigen a/d inr.: intensieve pluimveehouderij > 40.000 plaatsen (Totale eenheden: 49000 Stuks (aantal)) Gemengde inrichting: in een agrarisch gebied, met inbegrip van de installaties voor de bewerking, verwerking of compostering van dierlijke mest eigen aan de inrichting: inrichtingen waarbij de som ((A/20.000) + (B/1.000) + (C/500) + (D/200)) > 1 (Totale eenheden: -49350 Stuks (aantal)) 9.9.1 Dieren: honden: inrichtingen waarin honden worden gehouden, inrichtingen voor het africhten van honden, hondenkennels, e.d.: 5 tem 10 volwassen dieren (Totale eenheden: -7 Stuks (aantal)) 17.3.5.2 Gevaarlijke stoffen: Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen, (muv rubriek 48), met totaal inhoudsvermogen van: meer dan 5000 l tem 100000 l (Totale eenheden: 5000 liter) 1 A R 0 N N 1 A R 0 N J,R X 1 A R 0 N N 3 0 N N 2 0 N N 2

17.3.6.1.b Gevaarlijke stoffen: Opslagplaatsen voor vloeistoffen met ontvlammingspunt >55 C en <100 C, (muv rubriek 48), met tot. inhoudsvermogen v: 100 l tot en met 20000 l voor andere dan sub a bedoelde inrichtingen (Totale eenheden: -3900 liter) 28.2.c.1 43.1.2.b Mest of meststoffen: Opslagplaats van dierlijke mest in een agrarisch gebied: van 10 m3 tot en met 5000 m3 (Totale eenheden: -1593 kubieke meter) Verbrandingsinrichtingen: zonder elektriciteitsproductie, met een totaal warmtevermogen van: meer dan 500 kw tot en met 5000 kw, in gevallen andere dat vermeld sub 1 a) (Totale eenheden: 558 kilo watt) 3 0 N N 3 0 N N 2 0 N N Rubriek Product Hoeveelheid 9.3.1.c.2 kippen 49000 Stuks (aantal) 9.3.1.d kippen 49000 Stuks (aantal) 9.5.c.2 kippen -49000 Stuks (aantal) 9.5.c.2 mestvarkens -350 Stuks (aantal) 9.9.1 honden -7 Stuks (aantal) 17.3.5.2 petroleum 5000 liter 17.3.6.1.b mazout -3900 liter 28.2.c.1 dierlijke mest -1593 kubieke meter 43.1.2.b verwarmingsinstallaties 558 kilo watt Zodat deze zou omvatten: Een pluimveebedrijf met: - stallen voor het houden van max. 49.000 opfokmoederdieren - bergplaats voor het stallen van 11 voertuigen/aanhangwagens - 1.600 L gasopslag - 14.000 L petroleumopslag - 500 L mazoutopslag - 1 brandstofverdeelinstallatie - 90 m³ dierlijke mestopslag - stookinstallatie van 558 kw - oppompen van max. 11 m3/d en 2.618 m³/jaar diep grondwater uit het Landeniaan - oppompen van max. 24 m3/d en 1.004 m³/jaar ondiep grondwater uit het Kwartair dek 3

Gelet op het feit dat op datum van 8/02/2011 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; Gelet op het proces-verbaal houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen dd.21/03/2011 waaruit blijkt dat geen schriftelijke en mondelingen bezwaren en opmerkingen werden ingediend; Gelet op het niet binnen de gestelde termijn uitbrengen van het advies door het College van Burgemeester en Schepenen; Gelet op het horen van de aanvrager door de Provinciale Milieuvergunningscommissie; Gelet op het gunstig advies dd. 24/03/2011 van de afdeling van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, bevoegd voor milieuvergunningen; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van het Agentschap Ruimte en Erfgoed; Gelet op het gunstig advies dd. 29/04/2011 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie Gelet op de ligging van de inrichting, volgens de ons beschikbare gegevens, in een landschappelijk waardevol agrarisch gebied van het gewestplan Ieper-Poperinge (d.d. 14/08/1979) waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn : "de agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen". 4

Overwegende dat (motivering vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten) gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Gelet op de ligging van de inrichting op ca. 235m van het Habitatrichtlijngebied West- Vlaams Heuvelland. Er werd advies gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos. Er werd geen advies ontvangen, er wordt van uit gegaan dat de aanvraag geen elementen bevat die de natuur in het gedrang brengen. Er is een vergunning voor 350 mestvarkens, 49.000 braadkippen, 7 honden. De exploitant wenst een vergunning voor 49.000 opfokmoederdieren. De exploitant wenst dus uit te breiden met 49.000 opfokmoederdieren en te verminderen met 350 mestvarkens, 49.000 braadkippen, 7 honden. Er wordt een nieuwe kippenstal gebouwd. De mestvarkensstal wordt afgebroken. De exploitant verduidelijkt tijdens de vergadering van de provinciale milieuvergunningscommissie dat de dieren 18 weken in de stal aanwezig blijven en vervolgens ingezet worden als legkip. De exploitant wenst deze uitbreiding te realiseren binnen de aanwezige nutriëntenemissierechten. Het betreft een GPBV-bedrijf (meer dan 40.000 kippen, meer dan 2000 mestvarkens of meer dan 750 zeugen). De globale Vlarem-aanpak verzekert de conformiteit met de GPBV-richtlijn. Vlarem II omvat voorwaarden voor de BBT-toepassing in het bedrijf en eveneens voldoende voorwaarden voor deze vermeld in de BREF Reference document on best available techniques for intensive rearing of poultry and pigs (juli 2003) en de VITO BBT-studie Best Beschikbare technieken voor de veeteeltsector (2006). Het betreft verandering van een bestaande pluimveehouderij zonder verhoging van het vergunde aantal dieren of met een verhoging van max. 100% ten opzichte van datgene wat conform de bepalingen van art. 1.1.2 van VLAREM II als bestaande inrichting kan worden beschouwd. Ingevolge de algemene overgangsregels van afdeling 3.2.2. zijn in dat geval de inplantingsregels niet van toepassing. De exploitant dient ervoor te zorgen dat hij op de inrichting zelf over een voldoende mestopslagcapaciteit beschikt conform artikel 5.9.2.3. 1 en 5.9.2.2. 5 van titel II van het Vlarem. Hierbij wordt ook vermeld Aan de bovenvermelde bepaling wordt geacht te zijn voldaan wanneer de exploitant van de inrichting aantoont op een andere reglementaire manier gedurende de beschouwde periode te kunnen voorkomen dat de voormelde mesthoeveelheid of een gedeelte ervan op cultuurgrond wordt aangebracht, bijvoorbeeld door mestverwerking. Indien de uitbater wenst gebruik te maken van de mogelijkheden tot afwijking van de verplichtingen inzake de mestopslagcapaciteit op het bedrijf zelf, dient hij gedurende een periode van 3 jaar de nodige bewijzen hiervan ter beschikking te houden om inspectie toe te laten. De inrichting is gelegen op meer dan 400 m van hindergevoelige gebieden, in een landelijke omgeving. In de nabije omgeving van de stallen en/of mestopslagplaatsen bevindt zich de volgende vreemde bewoning: - op ±125 m ten noordwesten 1 woning - op ±180 m ten noorden 1 woning - op ±190 m ten noordoosten 1 woning. Voor de huisvesting van deze diersoort (die een lagere stalbezetting vereist), worden de bestaande vleeskippenstallen omgebouwd en wordt een nieuwe stal gebouwd. Deze stal wordt gebouwd na afbraak van de bestaande loods, berging en vleesvarkenstal. 5

Er wordt weliswaar een nieuwe pluimveestal gebouwd, doch voor sommige varkens- en pluimveecategorieën zijn (nog) geen of enkel onvoldoende aan de praktijk getoetste emissiearme stalsystemen op de markt. Voor deze categorieën is de traditionele stal momenteel nog steeds de beste techniek en dus toegestaan. Er dient opgemerkt te worden dat indien een stal grondig verbouwd wordt, - dit is vooral wanneer de verbouwingen zodanig uitgebreid zijn dat alle technische of constructieve elementen van de stal die een invloed hebben op de ammoniakemissie (vloeren, roosters, kelders, mestafvoersystemen) dienen vervangen te worden om de verbouwingswerken te kunnen uitvoeren-, deze verbouwing conform de Omzendbrief ammoniakemissiearm dient uitgevoerd te worden. De Omzendbrief wijst er op dat verbouwingen, wijzigingen, veranderingen aan een stal (m.a.w. wanneer een wijziging van uitbating plaats heeft) best het voorwerp uitmaken van een vergunningsaanvraag of een mededeling van een kleine verandering. Het houden van opfokmoederdieren vraagt een lagere bezettingsgraad van de stallen en daarom is het noodzakelijk een bijkomende stal te bouwen voor een gelijk aantal dieren. Volgens de aanvraaggegevens zal de uitstoot van ammoniak alsook geuremissie verminderen. Dit komt enerzijds door de annulatie van 350 varkens en anderzijds doordat het fokken van moederdieren een minder intensieve voedingsmethode vergt dan het mesten van dieren (slachtkippen). Navenant is het waarschijnlijk dat ook de geuremissie naar de omgeving zal afnemen. De stalverluchting van de nieuwe stal gebeurt mechanisch met een verticale uitstoot. Ook de twee bestaande stallen beschikken een dergelijk ventilatiesysteem. Door de bouw van de nieuwe pluimveestal zullen de mestvaalt, de mestciterne, een berging en de oude vleesvarkenstal worden afgebroken. Een tweede vleesvarkenstal wordt omgevormd tot berging. Bij de nieuwe pluimveestal komt een nieuwe citerne van 15 m³ voor opvang van stalreinigingswater. Gelet op het feit dat er tevens geen bezwaren werden ingediend, zijn er verder geen aanwijzingen dat er abnormale geurhinder zou zijn voor de omgeving. Dit blijkt ook niet uit het onderzoek van de aanvraag. Er is bijgevolg geen abnormale geurhinder te verwachten. Gezien de ligging van de inrichting en de omvang van de uitbreiding ( een nieuwe stal) in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied is het aangewezen dat de nodige aandacht wordt besteed aan de landschappelijke inkleding van de inrichting. Tijdens de vergadering van de provinciale milieuvergunningscommissie verklaart de raadgever van de exploitant dat de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag ondertussen is ingediend en dat de nodige aandacht werd besteed aan de landschappelijke inkleding van de inrichting. Volgens de aanvraaggegevens is de mazoutopslag hetzij dubbelwandig hetzij enkelwandig en ingekuipt. De exploitant wordt erop gewezen dat de brandstofbevoorradingspiste voor voertuigen overdekt en vloeistofdicht dient te zijn. Zoniet moet het mogelijks verontreinigd hemelwater dat op de tankpiste valt, geloosd worden via een aangepaste zuiveringsinstallatie bestaande uit een koolwaterstofafscheider en coalescentiefilter, om aan de geldende lozingsnormen te kunnen voldoen. Volgens het gemeentelijk zoneringsplan is de inrichting gelegen in een individueel te optimaliseren buitengebied. Uit de aanvraaggegevens blijkt dat hemelwater van de woning wordt opgevangen in een regenwaterciterne van 3 m3, en het regenwater van de nieuwe stal in een regenwaterreservoir van 640 m³ (oude mestkelder). Het regenwater van de oude stallen wordt opgevangen in een vijver met een overloop naar de gracht. Exploitant wordt erop gewezen dat regenwater maximaal moet worden ingezet voor laagwaardige toepassingen. Dit wordt opgelegd via bijzondere voorwaarde. 6

De grondwaterwinningen worden niet aangevraagd. Watertoets De inrichting bevindt zich deels in mogelijk overstromingsgevoelig gebied en is gesitueerd in het Ijzerbekken. De betrokken percelen stromen af naar de Haringebeek (3 de categorie). De stedenbouwkundige vergunning is aangevraagd, maar nog niet verleend. Er wordt een regenwaterreservoir voorzien bij de nieuwe stal van 640 m3. Gelet op de ligging van de inrichting en de voorziene regenwateropvang, wordt er geen bijkomende impact verwacht op de waterhuishouding, zodat kan geconcludeerd worden dat huidige aanvraag geen bijkomend schadelijk effect zal veroorzaken. Overwegende dat de elementen aangebracht door de aanvrager, gehoord door de Provinciale Milieuvergunningscommissie als volgt kunnen weergegeven worden: Dejaeghere is een broeierij; het is een klassieke vleeskippenstal; de dieren zitten 18 weken in een stal en worden daarna legkip; de stedenbouwkundige vergunning is ingediend maar is nog niet verleend; er werd aandacht besteed aan de landschappelijke inkleding; er worden hoge eisen gesteld aan het drinkwater; het ondiep grondwater kan niet gebruikt worden; Overwegende dat deze elementen niets afdoen aan de hierboven vermelde overwegingen en vaststellingen; Overwegende dat de exploitatie van het toelaatbare deel van de inrichting verenigbaar moet gemaakt worden met de omgeving, zowel wat betreft de risico s voor de externe veiligheid als wat betreft de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting; Dat het daarom noodzakelijk is vergunningsvoorwaarden op te leggen die technisch haalbaar zijn en voldoen aan de vereiste van best beschikbare schone technologie zonder overmatig hoge kosten; dat de technische criteria en de van toepassing zijnde normen vanuit dit uitgangspunt gehanteerd worden; dat deze voorwaarden kunnen worden geconcretiseerd als omschreven in bijlage; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan; Gelet op het verslag van de heer Gedeputeerde Bart Naeyaert, gegeven in zitting van heden; 7

BESLUIT Artikel 1 Aan B.V.B.A. BERKENHOF/DEJAEGHERE DANIEL EN KOEN FV, gevestigd te Iepersestraat 542 8800 Roeselare wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend, om een inrichting gelegen te Barlebuizestraat 11 te Poperinge, kadastraal bekend : Afdeling Sectie Perceelnummer POPERINGE 5 AFD/KROMBEKE/ B 0498/G met als voorwerp : een varkens- en kippenfokkerij te veranderen door het - uitbreiden met 49.000 opfokmoederdieren (binnen aanwezige NER s), 5000 l petroleum, stookinstallatie 558 kw - verminderen met 350 mestvarkens, 49.000 braadkippen, 7 honden, 1593 m3 mest, 3900 l mazout Rubriek Omschrijving Kl. Advies Tijd. Coörd Audit Jv. X 9.3.1.c.2 9.3.1.d 9.5.c.2 Gevogelte: stal voor pluimvee en/of niet onder rubr. 9.2.2.f en 9.3.2. begr. gevogelte, incl. de installaties voor dierlijk afval eigen aan de inr.: in een agrarisch gebied: voor meer dan 20.000 st. pluimvee of gevogelte ouder dan 1 week (Totale eenheden: 49000 Stuks (aantal)) Gevogelte: stal voor pluimvee en/of niet onder rubrieken 9.2.2.f en 9.3.2. begrepen gevogelte, incl. de installaties voor dierlijk afval eigen a/d inr.: intensieve pluimveehouderij > 40.000 plaatsen (Totale eenheden: 49000 Stuks (aantal)) Gemengde inrichting: in een agrarisch gebied, met inbegrip van de installaties voor de bewerking, verwerking of compostering van dierlijke mest eigen aan de inrichting: inrichtingen waarbij de som ((A/20.000) + (B/1.000) + (C/500) + (D/200)) > 1 (Totale eenheden: -49350 Stuks (aantal)) 1 A R 0 N N 1 A R 0 N J,R X 1 A R 0 N N 8

9.9.1 Dieren: honden: inrichtingen waarin honden worden gehouden, inrichtingen voor het africhten van honden, hondenkennels, e.d.: 5 tem 10 volwassen dieren (Totale eenheden: -7 Stuks (aantal)) 17.3.5.2 Gevaarlijke stoffen: Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen, (muv rubriek 48), met totaal inhoudsvermogen van: meer dan 5000 l tem 100000 l (Totale eenheden: 5000 liter) 17.3.6.1.b Gevaarlijke stoffen: Opslagplaatsen voor vloeistoffen met ontvlammingspunt >55 C en <100 C, (muv rubriek 48), met tot. inhoudsvermogen v: 100 l tot en met 20000 l voor andere dan sub a bedoelde inrichtingen (Totale eenheden: -3900 liter) 28.2.c.1 43.1.2.b Mest of meststoffen: Opslagplaats van dierlijke mest in een agrarisch gebied: van 10 m3 tot en met 5000 m3 (Totale eenheden: -1593 kubieke meter) Verbrandingsinrichtingen: zonder elektriciteitsproductie, met een totaal warmtevermogen van: meer dan 500 kw tot en met 5000 kw, in gevallen andere dat vermeld sub 1 a) (Totale eenheden: 558 kilo watt) 3 0 N N 2 0 N N 3 0 N N 3 0 N N 2 0 N N Rubriek Product Hoeveelheid 9.3.1.c.2 kippen 49000 Stuks (aantal) 9.3.1.d kippen 49000 Stuks (aantal) 9.5.c.2 kippen -49000 Stuks (aantal) 9.5.c.2 mestvarkens -350 Stuks (aantal) 9.9.1 honden -7 Stuks (aantal) 17.3.5.2 petroleum 5000 liter 17.3.6.1.b mazout -3900 liter 28.2.c.1 dierlijke mest -1593 kubieke meter 43.1.2.b verwarmingsinstallaties 558 kilo watt 9

Zodat deze zou omvatten: Een pluimveebedrijf met: - stallen voor het houden van max. 49.000 opfokmoederdieren - bergplaats voor het stallen van 11 voertuigen/aanhangwagens - 1.600 L gasopslag - 14.000 L petroleumopslag - 500 L mazoutopslag - 1 brandstofverdeelinstallatie - 90 m³ dierlijke mestopslag - stookinstallatie van 558 kw - oppompen van max. 11 m3/d en 2.618 m³/jaar diep grondwater uit het Landeniaan - oppompen van max. 24 m3/d en 1.004 m³/jaar ondiep grondwater uit het Kwartair dek Artikel 2 1. De vergunde inrichting dient in gebruik genomen binnen een termijn van 1095 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum bepaald in artikel 3,1. 2. Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de verandering die er het voorwerp van uitmaakt ook een stedenbouwkundige vergunning of melding als bedoeld in art. 4.2.1 en art. 4.2.2 van de Vlaamse Codex RO, vereist is en deze stedenbouwkundige vergunning niet definitief werd verleend of de melding niet is gedaan. Deze schorsing duurt tot de stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend of is geweigerd in laatste aanleg of zolang de handelingen waarvoor de stedenbouwkundige melding is verricht, niet mogen worden aangevat op grond van artikel 4.2.2, 4 van de Vlaamse Codex RO. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning te melden aan de deputatie bij ter post aangetekende zending. 3. De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de stedenbouwkundige vergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. 4. De stedenbouwkundige vergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. Als het gaat om met toepassing van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex RO meldingsplichtige handelingen wordt de uitvoerbaarheid van de stedenbouwkundige melding opgeschort. 5. Deze geschorste stedenbouwkundige vergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn die aanvangt op 26/05/2011 en die eindigt op 31/01/2028, samenvallend met de einddatum van de basisvergunning d.d. 31/01/2008, verleend door de deputatie 10

Voor wat de koppeling aan de stedenbouwkundige vergunning of melding betreft: zie artikel 2 de grondwaterwinning 11 m3/d en 2618 m3/j in het landeniaan zand blijft vergund tot 31/01/2013 Artikel 4 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden : De algemene en sectorale voorwaarden voor nieuwe/bestaande inrichtingen van titel II van het Vlarem. Ter informatie volgt hierna een niet-limitatieve opsomming van toepasselijke algemene en sectorale bepalingen uit titel II van het Vlarem (waarvan, in voorkomend geval, enkel de aangeduide artikelen van toepassing zijn) : V01: Algemene milieuvoorwaarden - algemeen: Hoofdstuk 4.1 en bijlage 4.1.8 V02: Algemene milieuvoorwaarden - geluid: Hoofdstuk 4.5 en bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6 V03: Algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater: Hoofdstuk 4.2 en bijlagen 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4 V04: Algemene milieuvoorwaarden - grond- en bodemwater: Hoofdstuk 4.3 en bijlage 4.2.5.1 V05: algemene milieuvoorwaarden - lucht: Hoofdstuk 4.4. en bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4 en 4.4.5 V32: Dieren: Hoofdstuk 5.9 en bijlage 5.9 V46: Opslag van gevaarlijke stoffen - ondergrondse en bovengrondse houders: Afdelingen 5.17.1, 5.17.2 en 5.17.3 en bijlagen 5.17.1, 5.17.2, 5.17.3, 5.17.4, 5.17.5, 5.17.6 en 5.17.7 Bijzondere voorwaarde : 1. Hemelwater dient prioritair en maximaal gebruikt te worden voor laagwaardige toepassingen zoals reiniging, beregening en sanitaire doeleinden; Dit doet niets af van de strikte naleving van de volgende voorwaarden: Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering;. In het geval van verandering (uitbreiding) van een lopende vergunning gelden voor de tot op heden nog niet vergunde inrichtingen in principe steeds de voorwaarden voor nieuwe inrichtingen van titel II van het Vlarem (met uitzondering van de inplantingsregels indien vergroting minder dan 100 % bedraagt), en dit voor zover de sectorale voorwaarden geen afwijkende regeling bevatten. De in de vroegere vergunningen reeds opgelegde voorwaarden blijven eveneens van kracht. Artikel 5 Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. 11

Artikel 6 1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III bis van titel I van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient voor de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunning verleende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. Waren aanwezig: de heer Paul Breyne, provinciegouverneur-voorzitter de heren Dirk De Fauw en Patrick Van Gheluwe, mevrouw Marleen Titeca-Decraene, de heren Gunter Pertry, Bart Naeyaert en Guido Decorte, leden de heer Hilaire Ost, Provinciegriffier Brugge, 26/05/2011 De provinciegriffier Hilaire OST De provinciegouverneur-voorzitter Paul BREYNE AANDACHT! De stedenbouwkundige vergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. Als het gaat om met toepassing van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex RO meldingsplichtige handelingen wordt de uitvoerbaarheid van de stedenbouwkundige melding opgeschort. Deze geschorste stedenbouwkundige vergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. Tegen onderhavige beslissing kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse Regering, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning. Dit beroep dient binnen de 30 kalenderdagen na verzending (voor de exploitant en de betrokken adviesinstanties en besturen) of aanplakking (derden) bij ter post aangetekend schrijven ingediend, gericht aan de Vlaamse Minister bevoegd voor het leefmilieu, op het adres van de Afdeling Milieuvergunningen van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (Graaf de Ferrarisgebouw (4de + 6de verdieping), Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL) of van het Kabinet van de Vlaamse Minister. Tot staving van de ontvankelijkheid dient bij het beroepschrift een voor eensluidend verklaard afschrift van het attest van verzending resp. van aanplakking en een bewijs van betaling van de verschuldigde dossiertaks gevoegd te worden. 12