Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon ex artikel 73a FW in verband met de verificatievergadering van 15 december 2015 Datum: 15 december 2015 Nummer: acht Gegevens onderneming : Karstadt Finance B.V. Faillissementsnummer : C/02/14/479 F Datum uitspraak : 1 juli 2014 Curator : Mr. J.B. de Meester Rechter-commissaris : Mr. T.J. van Gessel Activiteiten onderneming : Het financieren van andere ondernemingen. Omzetgegevens : Personeel gem. aantal : 0 Saldo einde verslagperiode : 2.590.167,26 (bijlage 1) Verslagperiode : 10 oktober 2015 t/m 14 december 2015 Bestede uren in verslagperiode : mr. J.B. de Meester : 3 uur en 48 minuten Bestede uren Totaal : 2014: mr. J.B. de Meester : 60 uur en 42 minuten : 2014: D.I.E. van Dijke : 18 minuten : 2014: mr. M. Schroevers : 5 uur en 42 minuten : 2015: mr. J.B. de Meester : 62 uur en 36 minuten : 2015: D.I.E. van Dijke : 8 uur en 54 minuten : 2015: mr. M. Schroevers : 7 uur en 12 minuten : 2015: mr. F.T. Hiemstra : 30 minuten 1
Edelachtbare heer, Hierna volgt een toelichting op de toestand van de boedel en toelichting op de betwistingen. De bestuurder de heer H. Schlier is opgeroepen om te verschijnen. Hij heeft mij de ontvangst van deze oproep bevestigd. 8. Crediteuren Preferent 8.2 Preferente vorderingen van de fiscus Betreft een vordering ten bedrage van 12.689,-- wegens vennootschapsbelasting. Verificatie voor vorderingen ter zake van rijksbelastingen is niet noodzakelijk, maar de vordering is wel ter verificatie ingediend. De curator merkt op dat hij de bevoegdheid heeft om uit eigen beweging uit de beschikbare middelen deze belastingvordering te betalen en dat hij voornemens is daar ook in dit geval toe over te gaan aangezien er voldoende middelen beschikbaar zijn. 8.3 Preferente vorderingen van het UWV Niet van toepassing, er was geen personeel in dienst. 8.4 Andere preferente crediteuren Het is de curator niet gebleken dat er andere preferente crediteuren zijn. Concurrent 8.5 Voorlopig erkende concurrente crediteuren Er zijn 16 crediteuren, verwezen wordt naar de ingediende lijsten (bijlagen). Geen van hen deed beroep op een vorm van voorrang. In de eerdere lijsten waren bepaalde vorderingen van Karstadt Immobiliën genoemd zoals deze bleken uit het destijds ingediende verzoekschrift tot het aanvragen van het faillissement. Mr Hitzer heeft echter voor en namens alle betreffende vennootschappen de vorderingen opnieuw ingediend, 2
reden waarom de lijst ten opzichte van het 7 e verslag thans is gewijzigd. Het betreft regresvorderingen en rente. De crediteuren hebben 105.561.923,33 te vorderen. 8.6 Voorlopig betwiste concurrente crediteuren Karstadt Finance heeft op 16 en 18 december 2002 400 miljoen uitgeleend aan Arcandor AG en aan Karstadt Quelle Services GmbH. De overeenkomst is niet in het bezit van ondergetekende. De curatoren van Arcandor AG (hierna: Arcandor ) en van Karstadt Quelle Service GmbH (hierna: ook KQS ) zijn van mening dat in 2009 sprake is geweest van betalingen door die vennootschappen aan Karstadt Finance B.V. die aangetast kunnen worden op grond van zogeheten Anfechtungsansprüche. Voor Arcandor AG gaat het om een aanspraak voor het bedrag van 4.450.000,--, en voor Karstadt Quelle Service GmbH gaat het om 5.187.631,44 en 1.251.867,85 voor rente. De insolventieprocedure is geopend in Nederland. In overeenstemming daarmee is in artikel 25 lid 1 van de Insolventieverordening bepaald dat de rechter die op grond van artikel 3 van de Insolventieverordening tot opening van een insolventieprocedure bevoegd is de beslissingen inzake het verloop van het faillissement en die rechtstreeks voortvloeien uit de insolventieprocedure en daar nauw op aansluiten te geven. Karstadt Finance B.V. is gevestigd in Nederland. Op grond van het voorgaande heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht. Voorts geldt op grond van artikel 4 lid 2 onder h van de Insolventieverordening dat Nederlands recht van toepassing is op de regels betreffende indiening, verificatie en toelating van de vorderingen. De betalingen in kwestie zijn door respectievelijk Arcandor en Karstadt Quelle Service GmbH gedaan op 27 februari 2009, 5 mei 2009 en 13 mei 2009, derhalve voordat zij op eigen aangifte per 1 september 2009 failliet werden verklaard. Betaling gebeurde op de bankrekening van Karstadt Finance B.V.. Op basis van de leer van de kenmerkende prestatie is Nederlands recht van toepassing omdat het ter beschikking stellen van de geleende gelden als de kenmerkende prestatie wordt gezien. De betalingen vinden hun oorsprong in de overeenkomsten van geldlening die met Karstadt Finance B.V. werden gesloten. Op basis van de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Gustafsen/Mosk geldt ten aanzien van de aanspraken de dubbele toets. Naar Nederlands recht geldt echter niet 3
dat Anfechtungsansprüche kunnen leiden tot een verplichting tot terugbetaling. Bovendien zijn de vorderingen verjaard. Voor wat betreft de onderbouwing van hun standpunt verwijzen de curatoren van Arcandor en KQS (ook per heden) naar de inhoud van twee juridische notities in deze zaken met datum 8 mei 2013. Deze zijn opgesteld door kantoorgenoten van de curatoren. De voormalige advocaat van Karstadt Finance B.V., de heer T. Rieger gevestigd in Ulm, Duitsland, heeft de stellingen van de curatoren bij brieven van 27 november 2013 betwist. De conclusie van deze aan de curatoren gerichte brieven is dat de heer Rieger zijn cliënte Karstadt Finance B.V. niet aanraadt om de betreffende bedragen terug te betalen. Sindsdien hebben de curatoren voor zover bekend niets ondernomen ten aanzien van deze vorderingen en werd de verjaringstermijn ook niet gestuit. Anfechtungsansprüchen moeten worden gekarakteriseerd als betwistingsaanspraken, in zekere zin vergelijkbaar met de Pauliana naar Nederlands recht. Naar Duits recht is de verjaringstermijn voor die vorderingen drie jaar ( 195 BGB). De termijn gaat lopen aan het eind van het jaar waarin de faillissementen zijn uitgesproken, 31 december 2009 derhalve, en eindigend 31 december 2012. Voor de datum van het faillissement van Karstadt Finance B.V. was de verjaring derhalve reeds ingetreden. De Duitse advocaat heeft het standpunt van Karstadt Finance B.V. voor het laatst kenbaar gemaakt op 27 november 2013, dit was een reactie op de juridische notitie (Vermerk) van de kant van de curatoren van 13 mei 2009. Inmiddels is vorige week bevestigd dat in dat de in dat stuk genoemde juridische argumenten nog steeds actueel zijn. Nadat het faillissement van Karstadt Finance B.V. was uitgesproken hebben de curatoren de betreffende vorderingen per e-mail bij de curator van Karstadt Finance B.V. ingediend op 6 november 2014. Van een stuiting is niet gebleken. De vorderingen zijn verjaard en daarnaast worden de vorderingen ook op inhoudelijke gronden en naar Nederlands en Duits recht door de curator betwist. De curator doet ook bij deze beroep op de verjaring van de hier ingediende vorderingen. De andere schuldeiser, Valovis Bank AG te Essen, sluit zich daar bij aan en ook zij wenst de vorderingen op deze gronden te betwisten. 4
Ten aanzien van de betwiste vordering van Arcandor AG geldt het volgende. Indien de aanspraken van de curator van Arcandor AG terecht zijn kan de boedel beroep doen op verrekening met haar vordering op Arcandor AG ten bedrage van 6.830.093,91. Deze vordering werd door de advocaten van de curator deels betwist, namelijk voor wat betreft de rente. Bij brief van 14 december 2015 heeft de advocaat van de curator bevestigd dat het zou gaan om een tegenvordering ten bedrage van 4.540.932,68. De (hiervoor genoemde hogere) vordering is in elk geval ook bij de curator van Arcandor AG ingediend bij brief van 23 oktober 2015. Ook al zouden de vorderingen over en weer verjaard zijn dan geldt eveneens dat beroep op verjaring kan en mag worden gedaan. Ondergetekende heeft de rechter commissaris intussen schriftelijk toestemming gevraagd deze schikking te aanvaarden. Ondergetekende is bereid te schikken mits dit niet wordt tegengeworpen in de zaak tegenover KQS. Volledigheidshalve wordt op deze plaats opgemerkt dat curator Jauch in het faillissement van Arcandor AG een uitkering van 0 tot 0,5% verwacht, zo volgt uit diens verslag van 23 juli 2015. De betwisting van de vordering van KQS blijft met voornoemde argumenten onverminderd gehandhaafd. 8.7 Verwachte wijze van afwikkeling Karstadt Finance B.V. biedt aan de schuldeisers geen akkoord aan. De curator zal de rechter commissaris informeren over een eventuele tussentijdse uitkering (179 Fw). De curator verzoekt de rechtbank tussentijds salaris vast te stellen. Middelburg, 15 december 2015 J.B. de Meester curator 5