Productie- en Montage Handboek

Productie- en Montage Handboek Uitvoeringsspecificaties voor de productie en de montage van luchtkanalen Samenstelling: Directie Janssen Klimaattechniek BV Hoofd Montage Janssen Klimaattechniek BV Versie: 20-07-2016

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave (details) 8 Inhoudsopgave (bijlagen) 9 1.0 Algemene uitgangspunten 10 1.1 Algemeen 10 1.2 Certificaten 11 1.2.1 V.C.A. 9 1.3 Projectafspraken 12 2.0 Productie van rechthoekige kanalen 13 2.1 Rechthoekige TDC-kanalen van verzinkt staal 13 2.1.0 Algemeen 13 2.1.1 Plaatkwaliteit 13 2.1.2 Plaatdikte 13 2.1.3 Dwarsverbindingen 13 2.1.3.1 TDC-III profielen 14 2.1.3.2 TDC-II profielen 14 2.1.3.3 C-35 en C-38 profielen 14 2.1.3.4 TDC-clips en verbindingsstukjes 14 2.1.3.5 Afdichtingsband 15 2.1.4 Langsverbindingen 15 2.1.5 Verstijvingen 16 2.1.6 Afmetingen / toleranties 16 2.1.7 Bochten 17 2.1.7.1 Symmetrische bochten 17 2.1.7.2 Verlopende bochten 17 2.1.7.3 Uitvoering schoepen 17 2.1.8 Verloopstukken / sprongstukken 17 2.1.9 Aftakkingen / splitsingen 17 2.1.10 Regelkleppen 18 2.1.11 Inspectiedeksels 18 2.1.12 Zichtwerk 18 2.1.13 Inwendige coating 18 2.2 Rechthoekige kanalen van roestvaststaal en van aluminium 18 2.2.1 Plaatkwaliteit 18 2.2.2 Plaatdikte 19 2.2.3 Dwarsverbindingen 20 2.2.4 Langsverbindingen 20 2.2.5 Verstijvingen 20 2.2.6 Afmetingen / toleranties 20 2.2.7 Bochten 20 2.2.8 Verloopstukken / sprongstukken 21 2.2.9 Aftakkingen / splitsingen 21 2.2.10 Regelkleppen 21 2.2.11 Inspectiedeksels 21 2.2.12 Zichtwerk 21 Blad 2 van 101

2.3 Rechthoekige kanalen van kunststof 22 2.3.1 Plaatkwaliteit 22 2.3.2 Wanddikte 22 2.3.3 Dwarsverbindingen 22 2.3.4 Langsverbindingen 22 2.3.5 Verstijvingen 23 2.3.6 Afmetingen / toleranties 23 2.3.7 Bochten 23 2.3.8 Verloopstukken / sprongstukken 23 2.3.9 Aftakkingen / splitsingen 23 2.3.10 Regelkleppen 23 2.3.11 Inspectiedeksels 24 2.3.12 Zichtwerk 24 2.4 Instortkanalen 25 2.4.0 Algemeen 25 2.4.1 Plaatkwaliteit 25 2.4.2 Plaatdikte 25 2.4.3 Dwarsverbindingen 25 2.4.4 Langsverbindingen 25 2.4.5 Verstijvingen 26 2.4.6 Afmetingen / toleranties 26 2.4.7 Vormstukken (bochten, verlopen en sprongstukken) 26 2.4.8 Aftakkingen / splitsingen 26 2.4.9 Regelkleppen 26 2.4.10 Inspectiedeksels 26 2.4.11 Zichtwerk 26 2.4.12 Inwendige coating 26 2.5 Rechthoekige TDC-kanalen van enkelzijdig gecoat, verzinkt staal 27 2.5.0 Algemeen 27 2.5.1 Plaatkwaliteit 27 2.5.2 Plaatdikte 27 2.5.3 Dwarsverbindingen 27 2.5.4 Langsverbindingen 27 2.5.5 Verstijvingen 27 2.5.6 Afmetingen / toleranties 28 2.5.7 Bochten 28 2.5.8 Verloopstukken / sprongstukken 28 2.5.9 Aftakkingen / splitsingen 28 2.5.10 Regelkleppen 28 2.5.11 Inspectiedeksels 28 2.5.12 Zichtwerk 29 3.0 Productie van ronde kanalen 30 3.1 Ronde kanalen van verzinkt staal 30 3.1.0 Algemeen 30 3.1.1 Plaatkwaliteit 30 3.1.2 Plaatdikte 30 3.1.3 Verbindingen 31 3.1.4 Langsverbindingen in buizen en hulpstukken 31 3.1.5 Diameters / toleranties 32 3.1.6 Bochten 32 3.1.7 Verlopen 32 3.1.8 Aftakkingen 32 Blad 3 van 101

3.1.9 Regelkleppen 33 3.1.10 Inspectiedeksels 33 3.1.11 Zichtwerk 34 3.1.12 Inwendige coating 34 Blad 4 van 101

3.2 Ronde kanalen van roestvaststaal en van aluminium 35 3.2.1 Plaatkwaliteit 35 3.2.2 Plaatdikte 35 3.2.3 Verbindingen 35 3.2.4 Langsverbindingen in buizen en hulpstukken 35 3.2.5 Diameters / toleranties 36 3.2.6 Bochten 36 3.2.7 Verlopen 36 3.2.8 Aftakkingen 36 3.2.9 Regelkleppen 36 3.2.10 Inspectiedeksels 36 3.2.11 Zichtwerk 37 3.3 Ronde kanalen van kunststof 38 3.3.1 Plaatkwaliteit 38 3.3.2 Wanddikte 38 3.3.3 Verbindingen 38 3.3.4 Verbindingen in buizen en hulpstukken 38 3.3.5 Diameters / toleranties 38 3.3.6 Bochten 38 3.3.7 Verlopen 38 3.3.8 Aftakkingen 39 3.3.9 Regelkleppen 39 3.3.10 Inspectiedeksels 39 3.3.11 Zichtwerk 39 3.4 Instortkanalen 40 3.4.0 Algemeen 40 3.4.1 Plaatkwaliteit en plaatdikte 40 3.4.2 Verbindingen 40 3.4.3 Langsverbinding 40 3.4.4 Diameters 40 3.4.5 Vormstukken (bochten, verlopen en aftakkingen) 40 3.4.6 Regelkleppen 40 3.4.7 Inspectiedeksels 40 3.4.8 Zichtwerk 41 3.4.9 Inwendige coating 41 4.0 Flexibele slangen 42 4.1 Flexibele slangen 42 4.2 Montage van flexibele slangen 42 5.0 Montage van rechthoekige en ronde luchtkanalen 43 5.1 Transport en opslag 43 5.2 veiligheid 43 5.3 Algemeen 43 5.4 Rechthoekige kanalen, horizontaal 45 5.5 Ronde kanalen, horizontaal 45 5.6 Instortkanalen 46 5.7 Verticale kanalen 46 5.8 Aansluiting roosters 47 5.8.0 Algemeen 47 5.8.1 Plafondroosters 47 5.8.2 Wandroosters 48 5.9.0 Montage van luchtkanalen die na de montage worden geïsoleerd 48 5.9.1 Rechthoekige kanalen 48 Blad 5 van 101

5.9.2 Ronde kanalen 48 5.9.3 Verticale kanalen 48 5.9.4 Dakkanalen 48 5.9.5 Brandwerende geïsoleerde kanalen 48 Blad 6 van 101

5.10 Montage van appendages 49 5.10.0 Algemeen 49 5.10.1 Dwarsverbindingen 49 5.10.2 Ophangingen 49 6.0 Uitwendige isolatie 50 6.1 Algemeen 50 6.2 Fabrieksmatige isolatie 50 6.2.1 Rechthoekige kanalen 50 6.2.2 Ronde kanalen 51 6.2.3 Verticale kanalen 51 6.2.4 Dakkanalen 51 6.2.5 Buitenluchtaanzuigkanalen (geïsoleerde met Armaflex, AF) 51 6.2.6 Appendages 51 6.3 Isolatie op de bouwplaats 51 6.3.1 Rechthoekige kanalen 52 6.3.2 Ronde kanalen 52 6.3.3 Verticale kanalen 52 6.3.4 Dakkanalen 52 6.3.5 Buitenluchtaanzuigkanalen, Armaflex, AF 53 6.3.6 Brandwerende isolatie 53 7.0 Doorvoeringen 54 7.1 Algemeen 54 7.2 Wandoorvoeringen 54 7.2.1 Wanddoorvoeringen niet afgewerkt 54 7.2.2 Wanddoorvoeringen opgevuld, niet afgewerkt 54 7.2.3 Wanddoorvoeringen opgevuld en afgewerkt 55 7.3 Vloerdoorvoeringen 55 7.4 Dakdoorvoeringen 55 8.0 Toelevering roosters en appendages 56 8.1 Algemeen 56 9.0 Het inwendig reinigen van luchtkanalen 57 9.1 Algemeen 57 9.2 Het inwendig reinigen 57 10.0 Luchtdichtheid 58 10.1 Algemeen 58 11.0 Kwaliteitscontrole 60 11.1 Algemeen 60 Blad 7 van 101

Inhoudsopgave (details) DETAIL 1: TDC-III 61 DETAIL 2: TDC-II 62 DETAIL 3: TDC-III met TDC-II 63 DETAIL 4: C30 64 DETAIL 5: SNAPLOCK 65 DETAIL 6: PITSSBURG 65 DETAIL 7: INWENDIGE VERSTEVIGING 66 DETAIL 8: UITWENDIGE VERSTEVIGING 67 DETAIL 9: BOCHTEN 68 DETAIL 10: SCHOEPEN 69 DETAIL 11: VERLOOPSTUKKEN RECHTHOEKIG 70 DETAIL 12: VERLOOPSTUKKEN ROND 70 DETAIL 13: AFTAKKINGEN/SPLITSINGEN RECHTHOEKIG 71 DETAIL 14: AFTAKKINGEN/SPLITSINGEN ROND 72 DETAIL 15: ENKELBLADIGE INSTELKLEPPEN RECHTHOEKIG 73 DETAIL 16: ENKELBLADIGE INSTELKLEPPEN ROND 74 DETAIL 17: INSPECTIELUIKEN RECHTHOEKIG KANAAL ONGEISOLEERD 75 DETAIL 18: INSPECTIELUIKEN RECHTHOEKIG KANAAL GEISOLEERD 75 DETAIL 19: INSPECTIELUIKEN RONDE KANALEN ONGEISOLEERD 76 DETAIL 20: INSPECTIELUIKEN RONDE KANALEN GEISOLEERD 76 DETAIL 21: LUCHTKANAALBEVESTIGINGEN RECHTHOEKIG 77 DETAIL 22: LUCHTKANAALBEVESTIGINGEN ROND 78 DETAIL 23: WANDCONSOLES RECHTHOEKIG 79 DETAIL 24: VLOERSTEUNEN RECHTHOEKIG 80 DETAIL 25: WANDCONSOLES ROND 81 DETAIL 26: DOORVOERINGEN 82 DETAIL 27: AANSLUITINGEN ROOSTERS 83 DETAIL 28: AFWERKING UITWENDIGE ISOLATIE 84 DETAIL 29: DWARSVERBINDING RONDWERK 85 DETAIL 30: BUISKLEM 86 Blad 8 van 101

Inhoudsopgave (bijlagen) Bijlage 1: ZINKSTOFSPRAY 87 Bijlage 2: ALUMINIUMVERF 88 Bijlage 3: BITUMENVERF 89 Bijlage 4: Kit (TECHNOSEAL FERRO FIX) 90 Bijlage 5: SILICONENKIT 91 Bijlage 6: METAALNAADKIT 92 Bijlage 7: POLYETHYLEEN CELBAND 93 Bijlage 8: AFDICHTINGSTAPE HARDCAST P301 94 Bijlage 9: MONTAGERAIL W2 EN W4 95 Bijlage 10: UNP-BALKEN 96 Bijlage 11: GELIJKZIJDIG HOEKSTAAL 96 Bijlage 12: RONDE BEUGELS 97 Bijlage 13: WORMSLANGKLEM met snelsluiting 98 Bijlage 14: SABA ISOMAT 2509 99 Bijlage 15: LUKA lektest rapport 100 Bijlage 16: BITUMESPRAY 101 Blad 9 van 101

1.0 Algemene uitgangspunten 1.1 Algemeen Uitgangspunt van deze uitvoeringsspecificaties zijn de kwaliteitsnormen die Janssen Klimaattechniek hanteert met betrekking tot de door haar geproduceerde en gemonteerde producten. Deze kwaliteitsnormen komen ten minste overeen met de kwaliteitsnormen die gesteld worden in het kwaliteitshandboek luchtkanaalsystemen 2009 van de LUKA. Janssen Klimaattechniek is in het bezit van VCA- certificaat, waardoor de klant de zekerheid heeft dat hij samenwerkt met een goed georganiseerde partner of eigenpersoneel met betrekking tot kwaliteit en veiligheid. Het naleven van de kwaliteitsnormen wordt tijdens alle fasen van de uitvoering, van productie tot en met montage, steekproefsgewijs gecontroleerd Uitvoering volgens de specificaties garandeert de kwaliteit van het product en vormt de basis voor het goed functioneren van het gemonteerde luchtkanalensysteem. De door Janssen Klimaattechniek gehanteerde productiemethoden komen tot uiting bij de productie van de rechthoekige TDC - kanalen (zie hoofdstuk 2.0., blad 13) en de ronde kanalen (zie hoofdstuk 3.0., blad 26). De TDC - kanalen kenmerken zich door de aangewalste dwarsverbindingen. Deze is tijdens de gebruiksperiode gegarandeerd luchtdicht. Daarnaast kenmerken de TDC - kanalen zich door het minimale aantal inwendige obstakels, de uitstekende constructiesterkte en de handige montage of demontage door middel van de TDC-clip die zonder de zinklaag van het plaatmateriaal aan te tasten over de dwarsverbindingen gemonteerd wordt. De ronde kanalen kenmerken zich door de, met behulp van milieuvriendelijke smering geproduceerde, brede platte Pittsburgfels en de daardoor verkregen grote luchtdichtheid en constructiesterkte. De beschreven productie- en montagenormen en de toe te passen materialen zijn standaard en compleet. Afwijkingen op deze normen en beperkingen van de toe te passen materialen worden beschreven in paragraaf 1.3 Projectafspraken(zie blad 12). Blad 10 van 101

1.2 Certificaten 1.2.1 V.C.A. Janssen Klimaattechniek BV streeft in de zorg voor veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu voor zijn medewerkers en derden de best haalbare arbeidsomstandigheden na. Voorop staat hierbij de preventie van ongevallen en het voorkomen van schade aan mens en milieu. Om dit doel te bereiken zijn maatregelen genomen en voorzieningen getroffen, waaronder het vastleggen van een VGWM beheersysteem conform de richtlijnen zoals deze zijn vastgelegd in het Veiligheid Certificaat Aannemers. Janssen Klimaattechniek BV is in het bezit van een dergelijk Veiligheid Certificaat Aannemers, het zg. VCA*, waardoor ook haar opdrachtgevers verzekerd zijn dat er op hun projecten veilig gewerkt wordt. Blad 11 van 101

1.3 Projectafspraken Project: Geen projectafspraken. Plaats, datum Blad 12 van 101

2.0 Productie van rechthoekige kanalen 2.1 Rechthoekige TDC-kanalen van verzinkt staal 2.1.0 Algemeen De rechthoekige luchtkanalen van verzinkt staal, de TDC - kanalen, worden geproduceerd met behulp van machines die diverse plaatbewerkingen zoals knippen, rillen, zetten, walsen, forceren etc. uitvoeren. De rechte lengten van de rechthoekige kanalen worden geproduceerd op de "infinity Ductline", een machine waarop alle bewerkingen, inclusief het aanwalsen van de dwarsverbindingen, "in lijn", volautomatisch worden uitgevoerd. De kanalen worden rechtstreeks van een coil, een rol plaatmateriaal met een breedte maximaal van 2000 mm., geproduceerd zodat er met uitzondering van het uithoekafval geen versnit ontstaat. Men kan dus kanalen produceren vanaf een lengte van 800 mm t/m 3000 mm. De vormstukken worden samengesteld uit losse platen. Deze platen worden met een minimale hoeveelheid versnit uit een plaat gesneden door een plasmasnijder. Na het snijden volgen de specifieke plaatbewerkingen, inclusief het aanwalsen van de dwarsverbindingen, en het samenstellen van de vormstukken. Zowel bij de rechte lengten als bij de vormstukken vindt de productie plaats zonder directe smering op de plaat, de geproduceerde kanalen zijn daardoor inwendig schoon en vetvrij. 2.1.1 Plaatkwaliteit De luchtkanalen worden vervaardigd uit plaatstaal in de kwaliteit DX51 DZ 275 MAC met een tweezijdige zinklaag volgens het Sendzimir-procédé aangebracht met een laagdikte van 275 g/m² tweezijdig volgens drievlakkenproef gemeten. De zinklaag heeft een gemiddelde dikte van 20 micron per zijde. De plaatkwaliteit voldoet aan NEN-EN 10142. De toleranties voldoen aan NEN-EN 10143. De eventuele zinklaagbeschadigingen van de DX51 DZ 275 MAC-plaat, met uitzondering van de knipkanten, worden zorgvuldig bijgewerkt met een corrosiewerende aluminiumverf (zie bijlage 2, blad 88). 2.1.2 Plaatdikte De luchtkanalen worden uitgevoerd met een plaatdikte die afhankelijk is van de grootste kanaalzijde van de betreffende kanalen, deze dikte is onafhankelijk van de gekozen luchtdruk. De luchtkanalen worden bij deze dikten zo gefabriceerd dat voldoende stijfheid tegen vervormingen en hinderlijke trillingen wordt verkregen. Uit technische overwegingen worden dikten groter dan 1,25 mm. vermeden. De minimale plaatdikte is: grootste kanaalzijde plaatdikte vanaf 100 mm. t./m. 250 mm. 0,50 mm. vanaf 251 mm. t./m. 500 mm. 0,75 mm. vanaf 501 mm. t./m. 1000 mm. 0,88 mm. vanaf 1001 mm. t./m. 1500 mm. 1,00 mm. vanaf 1501 mm. en groter 1,25 mm. 2.1.3 Dwarsverbindingen Blad 13 van 101

2.1.3.1 TDC-III profielen Alle standaard kanalen worden uitgevoerd met een direct aan het kanaaldeel gewalst TDC-III of een TDC- II profiel (zie detail 1 en 2, blad 61). Door het profiel direct aan het kanaaldeel te walsen ontstaat er een gladde en kitvrije dwarsverbinding. Deze dwarsverbinding is absoluut luchtdicht gedurende de gebruiksperiode, en daardoor energiebesparend. Door de bijzondere profilering en de hoogte van het aangewalste profiel is het profiel zeer stabiel en sterk, is het afdichtingsband goed aan te brengen en torderen de kanalen niet. Het kanaal wordt voorzien van hoekstukken die bij rechte kanalen in principe met behulp van een forceertechniek, zonder aantasting van de zinklaag van het plaatmateriaal, worden bevestigd. Bij vormstukken worden de hoekstukken in principe op de zelfde wijze aangebracht. Met speciale vormstukken is dat echter niet mogelijk en zullen de hoekstukken met puntlassen worden bevestigd. De puntlassen worden afgewerkt met een corrosiewerende aluminiumverf (zie bijlage 2, blad 88). De hoekstukken worden gestanst uit sendzimir-verzinkt plaatstaal en voorzien van een boutgat, de aansluiting van het hoekstuk op het kanaal wordt luchtdicht afgewerkt met een plastisch blijvende kit die na uitharding kleefvrij is. (zie bijlage 4, blad 90) De TDC-III profielen worden door bout-moer verbindingen met elkaar of met de apparatuur verbonden en worden, daar waar noodzakelijk, voorzien van een TDC-clip (zie detail 1, blad 61). Voor de juiste aantallen zie tabel op blad 14. 2.1.3.2 TDC-II profielen Om productietechnische redenen kunnen niet alle kanaalstukken uitgevoerd worden met een aangewalst TDC-III profiel. Deze kanaalstukken worden dan uitgevoerd met een TDC-II profiel (zie detail 2, blad 62). Deze losse TDC-II-profielen worden gevormd uit plaat die qua kwaliteit tenminste voldoet aan die van het materiaal waaruit het kanaal is vervaardigd. De profielen worden fabrieksmatig door middel van drukvoegen of puntlassen aan het kanaal bevestigd. De puntlassen worden afgewerkt met een corrosiewerende aluminiumverf (zie bijlage 2, blad 88). Bij "paslengten" worden de profielen op de bouwplaats met zelfborende schroeven aan het kanaal bevestigd. De profielen zijn, net als de TDC-III profielen, voorzien van hoekstukken. De aansluiting van het profiel op het kanaal wordt luchtdicht afgewerkt met een plastisch blijvende kit (zie bijlage 4, blad 90). De TDC-II profielen worden door bout-moer verbindingen met elkaar, met TDC-I profielen of met de apparatuur verbonden en, daar waar noodzakelijk, voorzien van een verbindingsstukje (zie detail 2 en 3, blad 62 en blad 63). Voor de juiste aantallen zie tabel op het volgende blad. 2.1.3.3 C-35 en C-38 profielen Afhankelijk van de apparatuur waarop aangesloten dient te worden, worden naast de TDC-III en TDC-II profielen ook C-35 en C-38 profielen toegepast. Deze C-35 en C-38 profielen worden conform de TDC-II profielen aan het kanaal bevestigd. Ze worden met bout-moer verbindingen aan de apparatuur verbonden en, daar waar noodzakelijk, voorzien van een TDC-clip (zie bijlage 4, blad 90). 2.1.3.4 TDC-clips en verbindingsstukjes De TDC-clips en de verbindingsstukjes worden geproduceerd uit plaat die qua kwaliteit tenminste voldoet aan die van het materiaal waaruit het kanaal is vervaardigd. De clips en verbindingsstukjes worden beiden uitgevoerd met een lengte van 150-200 mm. Indien de verbindingen groter worden en/of er worden hogere kwaliteitsnormen gehanteerd dan zal de klip worden vervangen door een RVS-klip zie detail De TDC-clip is over zijn gehele lengte zelfklemmend en wordt met behulp van een TDC-sleutel over de profielen gemonteerd zonder dat daarbij de zinklaag van het plaatmateriaal wordt aangetast. Blad 14 van 101

Door het zelfklemmende effect is een uitstekende koppeling gegarandeerd. De TDC-clip kan eenvoudig gedemonteerd worden en maakt zodoende een snelle demontage van een deel van een luchtkanalensysteem, bijvoorbeeld ten behoeve van inspectie, mogelijk. Het verbindingsstukje wordt over de profielen geschoven. Bij een kanaalzijde vanaf 250 mm. worden de TDC-clips of de verbindingsstukjes toegepast zoals hieronder weergegeven. grootste kanaalzijde aantal clips / verbindingsstukjes. vanaf 250 mm. t./m. 700 mm. vanaf 701 mm. t./m. 1050 mm. vanaf 1051 mm. t./m. 1500 mm. vanaf 1501 mm. t./m. 2200 mm. vanaf 2201 mm. t./m. 3000 mm. 1 st. 2 st. 3 st. 4 st. 5 st. Daar waar, i.v.m. ruimtegebrek, het speciale gereedschap niet gebruikt kan worden en daardoor geen TDC-clip toegepast kan worden, wordt een verbindingsstukje of schroefklem gebruikt (zie detail 1 t./m. 5, blad 61 t./m. 64). 2.1.3.5 Afdichtingsband Tussen alle profielen wordt polyethyleen celband, minimaal 18 x 5 mm. met een gesloten celstructuur als afdichtingband toegepast (zie bijlage 7, blad 93). De breedte van de band en de hoogte van het profiel zijn op elkaar afgestemd zodat het aanbrengen van de zelfklevende band goed kan plaatsvinden. De band dient in de hoeken haaks over elkaar te worden aangebracht 2.1.4 Langsverbindingen De langsverbindingen van kanalen met een plaatdikte van 0,50 mm. en 0,88 mm. worden uitgevoerd met een Snaplock (zie detail 6, blad 65). De langsverbindingen van kanalen met een plaatdikte van 1.0 mm. en 1,25 mm. worden uitgevoerd met een Pittsburglock (zie detail 7, blad 65). Tijdens de vervaardiging worden deze felsverbindingen voorzien van een plastisch blijvende kit. Indien dit om productietechnische reden niet mogelijk is worden de felsverbindingen na de vervaardiging voorzien van een plastisch blijvende kit (zie detail 6 en 7 en bijlage 4, blad 65, 65 en 90). Het aantal langsverbindingen wordt zo gering mogelijk gehouden. Daarmee worden mogelijke luchtlekkages ter plaatse van de langsverbinding en ter plaatse van de aansluiting van de langsverbinding met het hoekstuk beperkt. De aansluitingen van de andere hoekstukken met het luchtkanaal zijn minder gevoelig voor luchtlekkages aangezien daar de plaat waaruit het luchtkanaal wordt geproduceerd geheel doorloopt tot op het hoekstuk. Het aantal langsverbindingen in een recht kanaal is afhankelijk van de kanaalomtrek, zie onderstaande tabel. omtrek aantal langsverbindingen plaats tot 3000 mm. 1 # van 3000 mm. tot 6000 mm. 2 # # 6000 mm. en groter 4 # # # # Blad 15 van 101

2.1.5 Verstijvingen De luchtkanalen worden met een zodanige stijfheid uitgevoerd dat hinderlijke trillingen en vervormingen niet optreden. Uitgaande van de toepassing van de gespecificeerde minimale plaatdikte worden rechte kanalen met een grootste zijde tot en met 300 mm. en vormstukken met een grootste zijde tot en met 400 mm. niet extra verstevigd. Rechte kanalen met een grootste zijde vanaf 301 mm. en vormstukken met een grootste zijde vanaf 401 mm. worden extra verstevigd. Rechte kanalen, geproduceerd op de "infinity Ductline" met een zijde vanaf 301 mm. worden voorzien van een doorlopende ril met een onderlinge hart op hart afstand van 300 mm. Vormstukken met een zijde vanaf 401 mm. worden in principe voorzien van een doorlopende ril of worden op aanvraag van cross-breakings voorzien. Bij kanaalstukken met een zijde groter dan 800 mm. worden kanaalvlakken met een oppervlakte van meer dan 1,5 m², naast de verstevigingen in de vorm van rillen of cross-breakings, ook voorzien van extra verstevigingen en wel zodanig dat deze vlakken worden opgedeeld in vlakken van maximaal 1,0 m². Extra verstevigingen kunnen bestaan uit: - in het kanaal geplaatste steunpijpen. - op het kanaal aangebrachte verstijvingprofielen. - een combinatie van beiden. (zie detail 8 en detail 9, blad 66 en 67). Verbindingen tussen steunpijpen en kanaalwand komen tot stand d.m.v. boutplug verbindingen. Verbindingen tussen verstijvingprofielen en kanaalwand komen tot stand d.m.v. zelfborende schroeven en/of hechtlassen. Verbindingen tussen steunpijpen onderling komen tot stand d.m.v. speciale klemmen (zie detail 31, blad 86). Verbindingen tussen verstijvingprofielen en steunpijpen komen tot stand d.m.v. lassen. De lassen worden afgewerkt met een corrosiewerende aluminiumverf (zie bijlage 2, blad 88). 2.1.6 Afmetingen / toleranties De nominale maten van de luchtkanalen worden in millimeters aangegeven en hebben betrekking op de inwendige afmetingen van de kanalen met een tolerantie van +4 tot -4 mm. De standaard lengte van een recht kanaal, aan beide zijden voorzien van een TDC-III profiel, is 1390 mm. De standaard lengte van een recht kanaal, aan beide zijden voorzien van een ander type profiel, is 1500 mm. De maximale tolerantie voor de lengte is 0,005 x de lengte. De minimale breedte en/of hoogte van een kanaal met een TDC-III of TDC-II verbindingsprofiel bedraagt 150 mm. Blad 16 van 101

2.1.7 Bochten 2.1.7.1 Symmetrische bochten De bochten worden rond uitgevoerd met een binnen- en een buitenstraal waarbij de binnenstraal een vaste maat heeft van 150 mm. Teneinde de weerstand in de bochten te beperken worden ze van schoepen voorzien. Schoepen ontbreken bij bochten kleiner dan 45 en bij bochten met een kanaalbreedte(a) van 400 mm. en minder. Het aantal schoepen en de plaats van de schoepen is afhankelijk van de kanaalbreedte (zie detail 10, blad 68). De maximale tolerantie voor de bochten is +2 tot -2. 2.1.7.2 Verlopende bochten Bij verlopende bochten is de kleinste kanaalbreedte maatgevend voor het aantal schoepen. De verhouding voor de plaats van de schoepen van de grootste kanaalbreedte is dan gelijk aan de verhouding voor de plaats van de schoepen van de kleinste kanaalbreedte (zie detail 10, blad 68). 2.1.7.3 Uitvoering schoepen De schoepen worden uitgevoerd in enkele plaat, die qua kwaliteit en dikte gelijk is aan de plaat waaruit het kanaal is vervaardigd. De uitvoering en bevestiging zijn van voldoende sterkte terwijl de schoepeinden zijn verstijfd. De schoepen worden met behulp van nippels in de bocht geplaatst (zie detail 11, blad 69). 2.1.8 Verloopstukken / sprongstukken De verloopstukken worden zo kort mogelijk uitgevoerd waarbij de tophoek α maximaal 60 mag bedragen (zie detail 12, blad 70). De sprongstukken hebben over de gehele lengte van het betreffende kanaal een gelijkblijvende doorlaat. 2.1.9 Aftakkingen / splitsingen Aftakkingen (afsplitsingen van doorgaande hoofdkanalen) worden tot stand gebracht door middel van stromende hulpstukken in rechthoekige of ronde uitvoering (zie detail 14, blad 71). Splitsingen komen tot stand door middel van T - stukken of broekstukken (zie detail 14, blad 71). Blad 17 van 101

2.1.10 Regelkleppen De regelkleppen worden handinstelbaar uitgevoerd en dienen om een installatie in te regelen. Het klepblad wordt uitgevoerd in een enkele plaat die qua kwaliteit gelijk is aan het materiaal waaruit het luchtkanaal is vervaardigd met een dikte van tenminste 1,25 mm. De maximale bladbreedte bedraagt 500 mm., de maximale oppervlakte van het klepblad bedraagt 0,25 m². De randen van de klepbladen worden evenwijdig aan de asrichting afgerond en verstijfd. De regelkleppen zijn voorzien van een stalen kwadrant en een trappenloos verstelbare hendel die vastzetbaar is met een vleugelmoer of soortgelijk. Zowel uit de stand van de hendel als uit de zaagsnede in de kopse kant van de klepas is de klepstand af te lezen. (zie detail 16, blad 73). Bij kanalen met een doorlaat groter dan 0,25 m² of een kanaalzijde groter dan 500 mm. dienen door de opdrachtgever jalouziekleppen te worden toegeleverd. Indien bij grotere kanalen besteksmatig kanaalkleppen worden voorgeschreven dan word het kanaalstuk opgedeeld en voorzien van twee of meerdere klepbladen met afzonderlijke kwadranten. 2.1.11 Inspectiedeksels De inspectiedeksels worden, bij voorkeur fabrieksmatig, in een luchtkanaalsysteem geplaatst om het systeem te kunnen inspecteren. De afmetingen van de inspectiedeksels worden zo gekozen dat dit doel wordt bereikt. De plaats wordt door de opdrachtgever op de tekening aangegeven. De deksels die voorzien zijn van een pakking worden deugdelijk op een kanaaldeel bevestigt terwijl de constructieve uitvoering van dat deel daardoor niet wordt verzwakt (zie detail 18 en 19, blad 75). De sparing in het luchtkanaal wordt voorzien van een rubberen beschermrand. 2.1.12 Zichtwerk Als in een luchttechnische installatie een deel van het luchtkanaalsysteem dient te worden uitgevoerd als "zichtwerk", en dit niet nader is gespecificeerd, dan zal dit worden uitgevoerd zoals het overige kanaalwerk. Alle stickers aan de zichtzijde van de betreffende kanaaldelen worden direct na de montage verwijderd. De vereiste luchtdichtheid wordt verkregen door inwendig kitten. 2.1.13 Inwendige coating De inwendige coating van luchtkanalen heeft als doel de luchtkanalen te beschermen tegen externe invloeden die het materiaal waaruit het kanaal geproduceerd is kunnen aantasten. Als coating wordt een bitumineuze verf toegepast die met een kwast, een roller of door middel van spuiten wordt aangebracht (zie bijlage 3, blad 89). Indien de afmetingen van het kanaal dit toelaten, kunnen de luchtkanalen geproduceerd worden uit enkelzijdig gecoat, verzinkt staal. (zie 2.5, blad 27) 2.2 Rechthoekige kanalen van roestvaststaal en van aluminium 2.2.1 Plaatkwaliteit De roestvaststalen luchtkanalen worden vervaardigd uit plaat in de kwaliteit AISI 304 volgens DIN 17440. De aluminium luchtkanalen worden vervaardigd uit plaat in de kwaliteit Al.99.5-F11-Mill Finish volgens DIN 1783/1745/1712 Blad 18 van 101

2.2.2 Plaatdikte De luchtkanalen worden uitgevoerd in een plaatdikte die afhankelijk is van de grootste kanaalzijde van de betreffende kanalen, deze dikte is onafhankelijk van de gekozen luchtdruk. De luchtkanalen worden bij deze dikten zo gefabriceerd dat voldoende stijfheid tegen vervormingen en hinderlijke trillingen verkregen wordt. De minimale plaatdikte is: roestvaststaal grootste kanaalzijde plaatdikte 500 t./m. 1500 mm. 0,88 mm. vanaf 1501 mm. en groter 1,00 mm. aluminium grootste kanaalzijde t./m. 500 mm. plaatdikte 1,00 mm. v.a. 501 mm. t./m. 1500 mm. vanaf 1501 mm. en groter 1,25 mm. 1,50 mm. Uit technische overwegingen worden afwijkende plaatdikten vermeden. Blad 19 van 101

2.2.3 Dwarsverbindingen De dwarsverbindingen van de luchtkanalen worden uitgevoerd met C-30, C-35 en C-38 profielen overeenkomstig hoofdstuk 2.1.3.3, blad 14. (zie detail 4 en 5, blad Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. en 64) Fabrieksmatig worden de profielen aan het kanaal bevestigd door middel van puntlassen, in het geval van "paslengten" worden de profielen op de bouwplaats met popnagels aan het kanaal bevestigd. De profielen worden door bout-moer verbindingen met elkaar verbonden en worden afgewerkt met een verbindingsstukje conform 2.1.3.4, blad 14. De aansluiting van het hoekstuk met het kanaal en van het profiel met het kanaal wordt afgewerkt met een plastisch blijvende siliconenkit (zie bijlage 5, blad 91). Alle toegepaste materialen zijn van roestvaststaal AISI 304 of van AL.99.5-F11-Mill Finish en de eventueel aangebrachte (punt)lassen worden niet nader afgewerkt. 2.2.4 Langsverbindingen De langsverbindingen van roestvaststalen en aluminium luchtkanalen worden uitgevoerd met een Pittsburglock (zie detail 7, blad 65). Tijdens of na de vervaardiging wordt de felsverbinding voorzien van een plastisch blijvende siliconenkit (zie bijlage 5, blad 91). Daar waar om productietechnische redenen felsen niet mogelijk is, worden sommige aluminium vormstukken uitgevoerd met een lasnaad. Deze lasnaad wordt niet verder afgewerkt. Het aantal langsverbindingen is afhankelijk van de kanaalomtrek en overeenkomstig de langsverbindingen van rechthoekige kanalen van verzinkt staal (zie 2.1.4, blad 15). 2.2.5 Verstijvingen De verstijvingen worden uitgevoerd overeenkomstig de verstijvingen van rechthoekige kanalen van verzinkt staal (zie 2.1.5, blad 16), alle toegepaste materialen zijn van roestvaststaal AISI 304 of van aluminium AL.99.5-F11-Mill Finish en de eventueel aangebrachte (punt)lassen worden niet nader afgewerkt. 2.2.6 Afmetingen / toleranties De nominale maten van de luchtkanalen worden in millimeters aangegeven en hebben betrekking op de inwendige afmetingen met een tolerantie van + of -4 mm. De standaard lengte van een recht kanaal is 1500 mm. De maximale tolerantie is 0,005 x L. 2.2.7 Bochten De bochten worden uitgevoerd overeenkomstig de bochten van rechthoekige kanalen van verzinkt staal (zie 2.1.7, blad 17), alle toegepaste materialen zijn van roestvaststaal AISI 304 of van aluminium 1 S - H AL.99.5-F11-Mill Finish en de eventueel aangebrachte (punt)lassen worden niet nader afgewerkt. De maximale tolerantie voor de hoeken is 2. Blad 20 van 101

2.2.8 Verloopstukken / sprongstukken De verloopstukken en sprongstukken worden uitgevoerd overeenkomstig de verloopstukken en sprongstukken van rechthoekige kanalen van verzinkt staal (zie 2.1.8, blad 17), alle toegepaste materialen zijn van roestvaststaal AISI 304 of van aluminium AL.99.5-F11-Mill Finish en de eventueel aangebrachte (punt)lassen worden niet nader afgewerkt. 2.2.9 Aftakkingen / splitsingen De aftakkingen en splitsingen van worden uitgevoerd overeenkomstig de aftakkingen en splitsingen van rechthoekige kanalen van verzinkt staal (zie 2.1.9, blad 17), alle toegepaste materialen zijn van roestvaststaal AISI 304 of van aluminium AL.99.5- F11-Mill Finish en de eventueel aangebrachte (punt)lassen worden niet nader afgewerkt. 2.2.10 Regelkleppen De regelkleppen worden uitgevoerd overeenkomstig de regelkleppen van rechthoekige kanalen van verzinkt staal (zie 2.1.10,,blad 18), alle toegepaste materialen zijn van roestvaststaal AISI 304 of van aluminium AL.99.5-F11-Mill Finish en de eventueel aangebrachte (punt)lassen worden niet nader afgewerkt. 2.2.11 Inspectiedeksels De inspectiedeksels worden uitgevoerd overeenkomstig de inspectiedeksels van rechthoekige luchtkanalen van verzinkt staal (zie 2.1.11,blad 18), alle toegepaste materialen zijn van roestvaststaal AISI 304 of van aluminium AL.99.5-F11-Mill Finish en de eventueel aangebrachte (punt)lassen worden niet nader afgewerkt. 2.2.12 Zichtwerk Als in een luchttechnische installatie een deel van het luchtkanaalsysteem dient te worden uitgevoerd als "zichtwerk", en dit niet nader is gespecificeerd, dan zal dit worden uitgevoerd zoals het overige kanaalwerk. Alle stickers en andere aanduidingen aan de zichtzijde van de betreffende kanaaldelen worden direct na de montage verwijderd. De vereiste luchtdichtheid wordt verkregen door inwendige kitten. Blad 21 van 101

2.3 Rechthoekige kanalen van kunststof 2.3.1 Plaatkwaliteit De luchtkanalen worden vervaardigd uit plaat in de kwaliteit hard polyvinylchloride (H.P.V.C.) of uit plaat in de kwaliteit polipropyleen (P.P.s.) De materialen zijn zelfdovend volgens DIN 4102. 2.3.2 Wanddikte De luchtkanalen worden uitgevoerd in een wanddikte die afhankelijk is van de grootste kanaalzijde van de betreffende kanalen. De dikte is onafhankelijk van de gekozen luchtdruk. De luchtkanalen worden bij deze dikten zo gefabriceerd dat voldoende stijfheid tegen vervormingen wordt verkregen. Uit technische overwegingen worden dikten kleiner dan 2,00 mm. vermeden. De minimale wanddikte is onderstaand gespecificeerd. grootste kanaalzijde plaatdikte t./m. 300 mm. 2,00 mm. v.a. 301 mm. t./m. 600 mm. 3,00 mm. v.a. 601 mm. t./m. 800 mm. 4,00 mm. v.a. 801 mm. t./m. 1000 mm. 5,00 mm. vanaf 1001 mm. en groter 5,00 mm. incl. verstijvingen 2.3.3 Dwarsverbindingen De dwarsverbindingen van de luchtkanalen worden uitgevoerd met uit strip of uit hoekprofiel gevormde flenzen of met lijm- of lasmoffen. Zowel de flenzen, de lijm- en de lasmoffen worden d.m.v. lijmen of lassen op de kanalen bevestigd. De kwaliteit en de dikte van de flenzen komen overeen met die van het materiaal waaruit het luchtkanaal is vervaardigd. De flenzen worden met bout-moer verbindingen met elkaar of met apparatuur verbonden, tussen de flenzen wordt polyethyleen celband 18x5 mm. als afdichtingsband toegepast (zie bijlage 7, blad 93). Hulpstukken worden bij inwendige uitvoering altijd gelast. Uitwendig uitgevoerde hulpstukken worden bij P.P.s. d.m.v. lassen en bij H.P.V.C. d.m.v. lijmen of lassen op de kanalen bevestigd. 2.3.4 Langsverbindingen Alle langsverbindingen worden in principe gelast. Blad 22 van 101

2.3.5 Verstijvingen De luchtkanalen worden met een zodanige plaatdikte uitgevoerd dat vervormingen beperkt blijven. Uitgaande van de toepassing van de gespecificeerde minimale wanddikten worden kanaalvlakken en kanaalstukken waarvan de breedte groter is dan 300 mm. verstijfd (bijvoorbeeld met cross-breakings of verstevigingprofielen). Wanneer de breedte groter is dan 600 mm. worden vlakken met een oppervlakte van meer dan 1 m² extra verstijfd met op- en ingelaste strippen of worden in de kanaalstukken ronde afstandhouders, uit gelijkwaardig kunststof, geplaatst. Bij een breedte van meer dan 1000 mm. worden vlakken met een oppervlakte van meer dan 0,7 m² ook extra verstijfd. 2.3.6 Afmetingen / toleranties De nominale maten van de luchtkanalen worden in millimeters aangegeven en hebben betrekking op de uitwendige afmetingen van de kanalen met een tolerantie van ± 2 mm. tot en met een zijde van 1000 mm. 2.3.7 Bochten De bochten worden uitgevoerd overeenkomstig de bochten van rechthoekige kanalen van verzinkt staal (zie 2.1.7, blad 17), alle materialen zijn van hard polyvinylchloride (H.P.V.C.) of van polipropyleen (P.P.s.) en de schoepen zijn qua uitvoering en bevestiging van voldoende sterkte. 2.3.8 Verloopstukken / sprongstukken De verloopstukken worden zo kort mogelijk uitgevoerd waarbij de tophoek α maximaal 60 mag bedragen (zie detail 12, blad 70). De sprongstukken dienen over de gehele lengte van het betreffende kanaal een gelijkblijvende doorlaat te hebben. 2.3.9 Aftakkingen / splitsingen De aftakkingen en splitsingen worden uitgevoerd overeenkomstig de aftakkingen en splitsingen van rechthoekige kanalen van verzinkt staal (zie 2.1.9, blad 17), alle materialen zijn van hard polyvinylchloride (H.P.V.C.) of van polipropyleen (P.P.s.) 2.3.10 Regelkleppen De regelkleppen worden uitgevoerd overeenkomstig de regelkleppen van rechthoekige kanalen van verzinkt staal (zie 2.1.10, blad 18), alle materialen zijn van hard polyvinylchloride (H.P.V.C.) of polipropyleen (P.P.s.) en het klepblad wordt uitgevoerd in enkele plaat met een dikte van minimaal 4,0 mm. tot een maximale bladbreedte van 400 mm. en een maximale oppervlakte van 0,20 m². Blad 23 van 101

2.3.11 Inspectiedeksels De inspectiedeksels worden uitgevoerd overeenkomstig de inspectiedeksels van rechthoekige luchtkanalen van roestvaststaal en van aluminium (zie 2.2.11, blad 18). 2.3.12 Zichtwerk Als in een luchttechnische installatie een deel van het luchtkanaalsysteem dient te worden uitgevoerd als "zichtwerk", en dit niet nader is gespecificeerd, dan zal dit worden uitgevoerd zoals het overige kanaalwerk. Alle stickers en andere aanduidingen aan de zichtzijde van de betreffende kanaaldelen worden direct na de montage verwijderd. De vereiste luchtdichtheid wordt verkregen door inwendige kitten. Blad 24 van 101

2.4 Instortkanalen 2.4.0 Algemeen Instortkanalen worden toegepast als de ruimte in het verlaagd plafond niet toereikend is of als er geen verlaagd plafond aanwezig is en een luchtkanaal in het zicht uit oogpunt van esthetica niet acceptabel is. Het instortkanaal wordt dan ook toegepast als hulpbekisting bij het storten van de uiteindelijke vloerconstructie. 2.4.1 Plaatkwaliteit De instortkanalen worden vervaardigd uit plaatstaal zoals omschreven in 2.1.1 op blad 13. 2.4.2 Plaatdikte De toe te passen plaatdikte is afhankelijk van de grootste kanaalzijde. E.e.a. zoals omschreven in 2.1.2 op blad 13. Omdat de beschikbare ruimte meestal beperkt is, zullen grote kanalen met een grootste zijde groter dan 500 mm. niet worden toegepast. De maximale plaatdikte zal zich dan ook beperken tot 0,75 mm. 2.4.3 Dwarsverbindingen Alle instortkanalen worden uitgevoerd met een uitwendige mofverbinding van 100 mm. lang, gevormd uit plaat die qua kwaliteit tenminste voldoet aan die van het materiaal waaruit het kanaal is vervaardigd. De mof wordt over een lengte van 50 mm. aan het kanaal bevestigd d.m.v. puntlassen of zelfborende schroeven, zodanig dat de resterende 50 mm. buiten de kanaallengte steekt. De aansluiting van de mofverbinding op het kanaal wordt waterdicht afgewerkt met een PVC-tape. Het aansluitende kanaaldeel wordt in de uitstekende mof geschoven, vastgezet met zelfborende schroeven en uitwendig waterdicht afgewerkt met een PVC-tape. 2.4.4 Langsverbindingen De langsverbindingen van de kanalen worden uitgevoerd met een snaplockfels, punt- of hechtlas. (zie detail 6, blad 65) De naden worden uitwendig d.m.v. een kit luchtdicht afgewerkt. (zie bijlage 4, blad 90) Blad 25 van 101

2.4.5 Verstijvingen De verstijvingen worden uitgevoerd zoals omschreven in 2.1.5 op blad 16. 2.4.6 Afmetingen / toleranties De nominale maten van de instortkanalen hebben betrekking op de inwendige maten van de kanalen, zijn afhankelijk van de beschikbare en toegestane ruimte en worden aangegeven in millimeters met een tolerantie van 0 tot -4 mm. Standaard worden de kanalen uitgevoerd in de afmetingen: 170 x 70, 170 x 80, 200 x 80 of 220 x 80. Andere afmetingen zijn in overleg leverbaar, echter niet hoger dan 150 mm. De maximale toleranties zijn: - voor de lengte: 0,005 x de lengte - voor de rechthoekige afmetingen: +0 tot 4 mm. - voor de bochten: ± 2 mm. 2.4.7 Vormstukken (bochten, verlopen en sprongstukken) Bochten, verlopen en sprongstukken worden uitgevoerd zoals beschreven in 2.1.7 en 2.1.8 op blad 17. 2.4.8 Aftakkingen / splitsingen Aftakkingen en splitsingen worden tot stand gebracht door middel van stromende hulpstukken, T-stukken of broekstukken in rechthoekige of ronde uitvoering. (zie detail 14en detail 15, blad 71 en blad 72) De aftakkingen worden fabrieksmatig op de betreffende kanaaldelen aangebracht d.m.v. zelfborende schroeven, punt- of hechtlassen. De naden worden uitwendig afgewerkt met een plastisch blijvende kit. (zie bijlage 4, blad 90) 2.4.9 Regelkleppen Instortkanalen worden niet voorzien van regelkleppen. 2.4.10 Inspectiedeksels Instortkanalen worden niet voorzien van inspectiedeksels. 2.4.11 Zichtwerk Instortkanalen zijn geen zichtkanalen. 2.4.12 Inwendige coating Instortkanalen worden niet voorzien van een inwendige coating. Blad 26 van 101

2.5 Rechthoekige TDC-kanalen van enkelzijdig gecoat, verzinkt staal 2.5.0 Algemeen De rechthoekige luchtkanalen van enkelzijdig gecoat, verzinkt staal kunnen worden toegepast wanneer de luchtkanalen inwendig moeten worden voorzien van een vochtwerende coating. Ze worden uitgevoerd conform de luchtkanalen van verzinkt staal. (zie 2.1.0, blad 13) 2.5.1 Plaatkwaliteit De plaatstalen luchtkanalen worden vervaardigd uit plaat in de kwaliteit conform de luchtkanalen van verzinkt staal. (zie 2.1.1, blad 13) De plaat is eenzijdig voorzien van een, met Polyamide/Acryl versterkte, Polyurethaan lak.de laagdikte bedraag 25 mµ. Eventuele beschadigingen aan de coating worden bijgewerkt met een bitumespray. (zie bijlage 16, blad 101) 2.5.2 Plaatdikte De plaatdikte is afhankelijk van de grootste kanaalzijde van het betreffende kanaal. Dit is conform de plaatdikte van de luchtkanalen van verzinkt staal, met een minimale plaatdikte van 1,0 mm. (zie 2.1.2, blad 13) Uit technische overwegingen worden afwijkenden plaatdikten vermeden. 2.5.3 Dwarsverbindingen De dwarsverbindingen van de luchtkanalen worden uitgevoerd conform de luchtkanalen van verzinkt staal. (zie 2.1.3, blad 13) De binnenzijden van de dwarsverbindingen worden bijgewerkt met een bitume-spray. (zie bijlage 3, blad 89) 2.5.4 Langsverbindingen De langsverbindingen van de luchtkanalen worden uitgevoerd met een Pittsburglock (zie detail 7, blad 65). Tijdens of na de vervaardiging wordt de felsverbinding voorzien van een plastisch blijvende kit (zie bijlage 4, blad 90). Het aantal langsverbindingen is afhankelijk van de kanaalomtrek en overeenkomstig de langsverbindingen van rechthoekige kanalen van verzinkt staal (zie 2.1.4, blad 15). 2.5.5 Verstijvingen De verstijvingen worden uitgevoerd overeenkomstig de verstijvingen van rechthoekige kanalen van verzinkt staal. (zie 2.1.5, blad 16) De toegepaste inwendige steunpijpen zijn verzinkt en worden niet verder behandeld. Blad 27 van 101

2.5.6 Afmetingen / toleranties De nominale maten van de luchtkanalen worden in milimeters aangegeven en hebben betrekking op de inwendige afmetingen met een tolerantie van + of -4 mm. De standaard lengte van een recht kanaal, aan beide zijden voorzien van een TDC-III profiel P20, is 1410 mm of P30, is 13900 mm. De standaard lengte van een recht kanaal kan bij de infinity ductline variëren vanaf 800 mm t/m 3000 mm. De standaard lengte van een recht kanaal, aan beide zijden voorzien van een ander type profiel, is eveneens 800 mm t/m 3000. De maximale tolerantie voor de lengte is 0,005 x de lengte. 2.5.7 Bochten De bochten worden uitgevoerd overeenkomstig de bochten van rechthoekige kanalen van verzinkt staal. (zie 2.1.7, blad 17) De maximale tolerantie voor de hoeken is 2. De schoepen worden gevormd uit tweezijdig, gecoat verzinkt staal. De toegepaste nippels zijn van verzinkt staal en worden niet verder behandeld. 2.5.8 Verloopstukken / sprongstukken De verloopstukken en sprongstukken worden uitgevoerd overeenkomstig de verloopstukken en sprongstukken van rechthoekige kanalen van verzinkt staal. (zie 2.1.8, blad 17) 2.5.9 Aftakkingen / splitsingen De aftakkingen en splitsingen van worden uitgevoerd overeenkomstig de aftakkingen en splitsingen van rechthoekige kanalen van verzinkt staal. (zie 2.1.9, blad 17) 2.5.10 Regelkleppen De regelkleppen worden uitgevoerd overeenkomstig de regelkleppen van rechthoekige kanalen van verzinkt staal. (zie 2.1.10,,blad 18) De klep-as is van verzinkt staal en wordt niet verder behandeld. 2.5.11 Inspectiedeksels De inspectiedeksels worden uitgevoerd overeenkomstig de inspectiedeksels van rechthoekige luchtkanalen van verzinkt staal. De Inspectiedeksel is van verzinkt staal en wordt niet verder behandeld. Blad 28 van 101

2.5.12 Zichtwerk Als in een luchttechnische installatie een deel van het luchtkanaalsysteem dient te worden uitgevoerd als "zichtwerk", en dit niet nader is gespecificeerd, dan zal dit worden uitgevoerd zoals het overige kanaalwerk. Alle stickers en andere aanduidingen aan de zichtzijde van de betreffende kanaaldelen worden direct na de montage verwijderd. De vereiste luchtdichtheid wordt verkregen door inwendige kitten. Blad 29 van 101

3.0 Productie van ronde kanalen 3.1 Ronde kanalen van verzinkt staal 3.1.0 Algemeen De ronde luchtkanalen van verzinkt staal, de spirokanalen, worden geproduceerd met behulp van een speciale machine. Deze machine produceert de spirokanalen rechtstreeks van een coil, een rol plaatmateriaal met een breedte van 137 mm wordt middels een profileer machine via een mal gefelst. De diameter van het te produceren kanaal wordt bepaald door de speciaal hiervoor gemaakte diameter mal. De lengte van het te produceren kanaal is instelbaar, het kanaal kan op elke gewenste lengte. automatisch afgezaagd worden. Het gebruik van de mogelijkheid automatisch op lengte te produceren en het rechtstreeks produceren vanaf de coil maken het mogelijk projectgericht te produceren. Voor zover als mogelijk worden alle ronde luchtkanalen samen met de hulpstukken, aftakkingen, splitsingen en verbindingstukken fabrieksmatig verwerkt tot prefabstukken. Deze geprefabriceerde stukken worden, daar waar mogelijk in rolcontainers op de bouwplaats aangeleverd, waarna ze volgens tekening worden gemonteerd. Door deze projectgerichte productie is de hoeveelheid afval, zowel tijdens de productie als tijdens de montage minimaal en wordt de montagetijd tot een minimum beperkt. 3.1.1 Plaatkwaliteit De luchtkanalen worden vervaardigd uit staalplaat in de kwaliteit DX51 DZ 275 MAC met een tweezijdige zinklaag volgens het Sendzimir-procédé aangebracht met een laagdikte van 275 g/m² tweezijdig volgens drievlakkenproef gemeten. De zinklaag heeft een gemiddelde dikte van 20 micron per zijde. De plaatkwaliteit voldoet aan NEN-EN 10142. De toleranties voldoen aan NEN-EN 10143. De eventuele zinklaagbeschadigingen van de DX51 DZ 275 MAC -plaat, met uitzondering van de knipkanten, worden zorgvuldig bijgewerkt met een corrosiewerende aluminiumverf (zie bijlage 2, blad 88) 3.1.2 Plaatdikte De luchtkanalen worden uitgevoerd in een plaatdikte die afhankelijk is van de diameter van de betreffende kanalen. Blad 30 van 101

De minimale plaatdikte voor de buizen is onderstaand gespecificeerd. diameter plaatdikte < Ø160 mm. 0,4 mm. Ø160 mm. en Ø250 mm. 0,5 mm. > Ø250 mm. en Ø500 mm. 0,6 mm. > Ø500 mm. en Ø800 mm. 0,8 mm. > Ø800 mm. en Ø1250 mm. 1,0 mm. > Ø1250 mm. 1,2 mm. De minimale plaatdikte voor de hulpstukken is onderstaand gespecificeerd. Diameter plaatdikte Ø250 mm. 0,5 mm. > Ø250 mm. en Ø400 mm. 0,6 mm. > Ø400 mm. en Ø800 mm. 0,7 mm. > Ø800 mm. en Ø1250 mm. 0,9 mm. > Ø1250 mm. 1,0 mm. 3.1.3 Verbindingen De verbindingen van buizen onderling, worden gemaakt met behulp van hulpstukken die in de buis passen. De verbindingen van hulpstukken onderling, worden gemaakt met behulp van hulpstukken die over de steekeinden aan de vormstukken heen schuiven. De verbindingen tussen buizen en vormstukken worden gemaakt met behulp van de steekeinden aan de vormstukken die in de buizen schuiven. Alle verbindingen worden vastgezet met zelfborende schroeven of puntlassen en luchtdicht afgewerkt met een tapeafdichting (zie detail 30, blad 85 en bijlage 8, blad 94). Bij kanaalverbindingen in de buitenlucht is de tape voorzien van een aluminium toplaag. 3.1.4 Langsverbindingen in buizen en hulpstukken De langsverbinding in de spiraalgewikkelde buizen, geproduceerd uit materiaal met een plaatdikte van 0,4 t./m. 1,2 mm., wordt uitgevoerd in een brede, vlakke Pittsburgfels. Deze fels, die aan de binnenzijde van het kanaal volkomen vlak is, garandeert een uitstekende constructiesterkte en luchtdichtheid en behoeft geen nadere afwerking. Het felsen vindt onder toevoeging van een speciale smeeremulsie plaats, deze smeeremulsie is biologisch volkomen afbreekbaar en verdampt na de productie zodat het kanaal inwendig schoon en vetvrij is. De verbinding van de naden in hulpstukken wordt zo uitgevoerd dat voldoende stijfheid en luchtdichtheid wordt verkregen. De verbinding wordt uitgevoerd door puntlassen of door felsen. De puntlassen worden afgewerkt met een corrosiewerende aluminiumverf (zie bijlage 2, blad 88). Blad 31 van 101

3.1.5 Diameters / toleranties De buizen worden uitgevoerd in standaard diameters, welke zijn aangegeven in het LUKA kwaliteitshandboek luchtkanalen (versie: mei 2009) namelijk de diameters 80, 100, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000 en 1250 mm. De buizen en hulpstukken worden uitgevoerd met een tolerantie volgens bovengenoemd LUKA kwaliteitshandboek luchtkanalen. 3.1.6 Bochten De bochten worden symmetrisch uitgevoerd met een straal die, gemeten over het hart van de bocht, gelijk is aan de diameter, met uitzondering van de diameter 80 mm. waarvan de straal 100 mm. bedraagt. Standaard worden bochten uitgevoerd in hoeken van 15, 30, 45, 60 en 90 graden met een tolerantie van ± 2. Bochten met een diameter tot 315 mm. worden geperst, volnaad gelast uitgevoerd zonder stootrandrillen. Bochten met een grotere diameter worden als segmentbocht uitgevoerd met stootrandril waarbij bochten met een hoek groter dan 45 in minimaal 3 segmenten worden uitgevoerd. Er worden geen plooibochten toegepast. 3.1.7 Verlopen De verlopen kunnen zowel symmetrisch als a-symmetrisch worden uitgevoerd voorzien van stootrandrillen. De symmetrische verlopen hebben een tophoek α van minimaal 15 en maximaal 60. De standaard verlopen (max. t./m. een diameter van 500 mm., en een verloop van maximaal 3 op elkaar volgende diameters) zijn in geperste uitvoering en hebben een maximale tophoek van 90 (zie detail 13, blad 70). 3.1.8 Aftakkingen De aftakkingen worden tot stand gebracht met behulp van fabrieksmatig aangebrachte zadelstukken. Bij het aanbrengen van de aftakkingen op het project wordt bij kanalen t./m. een diameter van 315 mm., gebruik gemaakt van T-stukken. Bij grotere kanalen worden de aftakkingen tot stand gebracht m.b.v. zadelstukken. (zie detail 15, blad 72). Bij fabrieksmatig geprefabriceerd kanaalwerk zullen de aftakkingen tot stand worden gebracht m.b.v. zadelstukken. Bij aftakkingen groter dan of gelijk aan het hoofdkanaal wordt gebruik gemaakt van T-stukken. De verbinding tussen het zadelstuk en het kanaal komt tot stand d.m.v. zelfborende schroeven of hechtlassen. De naden worden afgewerkt met een plastisch blijvende kit. Aftakkingen van rechthoekig kanalen worden tot stand gebracht met behulp van vlakke tuiten: Vlakke zadels (VZ), Stromende Vlakke Zadels (SVZ) en Verlopende Vlakke Zadels (VVZ). Aftakkingen onder 45 worden voorzien van Vlakke Zadels 45 (VZ45). (zie detail 15, blad 72). Uit technische overwegingen worden aftakkingen onder een hoek kleiner dan 45 vermeden. Blad 32 van 101

3.1.9 Regelkleppen De regelkleppen worden handinstelbaar uitgevoerd en dienen om een installatie in te regelen. Het klepblad wordt vervaardigd uit plaat die qua kwaliteit en dikte van hetzelfde materiaal is als waaruit het luchtkanaal wordt vervaardigd. Het klepblad wordt uitgevoerd in enkele plaat en heeft een maximale oppervlakte van 0,3 m² (max. Ø560 mm.). Bij kanalen met een diameter groter dan 560 mm. dienen door de opdrachtgever rechthoekige jalouziekleppen te worden aangeleverd. Indien besteksmatig kanaalkleppen met een grotere diameter worden voorgeschreven dan worden de klepbladen uitgevoerd in dubbele plaat of in enkele plaat met een plaatdikte van 1,5 mm. In verband met mogelijke vervuiling worden geperforeerde klepbladen niet toegepast. De regelkleppen zijn dubbel gelagerd. Regelkleppen met een diameter tot en met 315 mm. zijn voorzien van een stalen schotel -kwadrant. (zie detail 17, blad 74) Regelkleppen met een diamater groter dan 315 mm. worden voorzien van een stalen handel -kwadrant. (zie detail 17, blad 74) De kwadranten zijn vastzetbaar, en uit de stand van de hendel is de klepstand af te lezen. (bij stalen handel - kwadranten ook via de zaagsnede in de kopse kant van de klepas)(zie detail 17, blad 74). T.b.v. de luchtdichteisen worden de regelkleppen aangemerkt als componenten. 3.1.10 Inspectiedeksels De inspectiedeksels worden, bij voorkeur fabrieksmatig, in een luchtkanaalsysteem geplaatst om het systeem te kunnen inspecteren. De afmetingen van de inspectiedeksels worden zo gekozen dat dit doel wordt bereikt. De plaats van de deksels wordt door de opdrachtgever op de tekening aangegeven. De deksels, voorzien van een pakking, worden deugdelijk op het kanaal bevestigd terwijl de constructieve uitvoering hierdoor niet wordt verzwakt (zie detail 20 en 21, blad 76). Blad 33 van 101