Pagina. Besluit Openbare versie. 1. Verloop van de procedure

Vergelijkbare documenten
BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Pagina 1/11 BESLUIT. Besluit Openbare versie. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DE/2015/204559_OV

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder

Pagina. Besluit. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2014/206976

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

Openbaar besluit ACM/UIT/500126

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 5, zesde lid van de Elektriciteitswet 1998.

Openbaar besluit ACM/UIT/499583

Openbaar. Besluit. Muzenstraat WB Den Haag ACM/UIT/497973

Pagina BESLUIT. Besluit Openbare versie. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/205733_OV Zaaknummer:

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 81e, tweede lid van de Gaswet.

Pagina 1/11 BESLUIT. Besluit Openbare versie. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DE/2015/204000_OV

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van elektriciteit per 1 januari 2018

Pagina 1/10 ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van elektriciteit per 1 januari 2017

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Openbaar. Besluit ACM/UIT/513907

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer: Pagina 1/7

Pagina BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van gas per 1 januari 2018

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van gas per 1 januari 2017

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van elektriciteit per 1 januari 2019

Pagina. Openbaar besluit. Rokade Planontwikkeling B.V. T.a.v. A Postbus AH ZWOLLE

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Pagina OPENBAAR BESLUIT. Teunissen + Berendse Vastgoed Projecten B.V. T.a.v. de heer P. Berendse Secretaris Verhoeffweg 19E 2671 HT NAALDWIJK

ELEKTRICITEIT Tarieven 2015 Aansluit- en transporttarieven elektriciteit voor grootverbruikers

ELEKTRICITEIT Tarieven 2014 Aansluit- en transporttarieven elektriciteit voor grootverbruikers

Pagina 1/7. Ons kenmerk: ACM/DE/2013/ Zaaknummer:

Openbaar. Besluit WB Den Haag Muzenstraat 41 ACM/UIT/513171

Pagina 1/5. Besluit. 1 Procedure

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Pagina

Pagina. Besluit ONTWERPBESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/207521_OV Zaaknummer:

De bezwaren van RENDO worden in deze beslissing op bezwaar ongegrond verklaard. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Pagina

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer: Pagina

Autoriteit Consument & Markt

Pagina 1/5. Besluit vertrouwelijk. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. 3 Juridisch kader

Besluit tot vaststelling van het meettarief voor kleinverbruikers van gas per 1 januari 2019

Pagina 1/12 BESLUIT. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DE/2013/104259/ /Albemarle Catalysts Company B.V.

Namens onze cliënt Media Park Enterprise B.V. (hierna MPE), berichten wij u als volgt:

Besluit. Wijzigingsverzoek ontheffing Windnet Oost-Flevoland

Besluit. Geschilbesluit Stichting de Griene Greide / Liander

Pagina ONTWERPBESLUIT ACM/DE/2015/ Ons. kenmerk: Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

BESLUIT OPENBAAR. aanvraag voor een vergunning ingediend, als bedoeld in artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: aanvraag).

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het bezwaar van De Graaf Logistics B.V. tegen het besluit van 22 april 2011.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

Pagina. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2017/ Zaaknummer:

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 81e, tweede lid van de Gaswet.

ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons ACM/DE/2014/ kenmerk: Zaaknummer: Pagina 1/13

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011)

Pagina. Besluit tot vaststelling van de toegestane inkomsten voor TenneT TSO B.V. als netbeheerder van het net op zee voor het jaar 2017

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Pagina BESLUIT. Besluit Openbaar. Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998.

Autoriteit Consument & Markt

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/201473_OV Zaaknummer:

Meetcode Elektriciteit 1

Pagina ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

De bezwaren van RENDO worden in deze beslissing op bezwaar ongegrond verklaard. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.

Pagina 1/11. Besluit Openbaar. 1 Inleiding. 2 Aanvraag. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 95c, derde lid, E-wet.

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2017/203924_OV Zaaknummer: Pagina

Pagina 1/11. Openbaar Besluit. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2014/ Zaaknummers: t/m 31 Datum: 18 december 2014

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag,

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 36, lid 1 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. 3. Bij schrijven van 4 juni 2009 heeft Enexis een ingevuld reactieformulier ingediend.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

2. Aanleiding voor deze aanvraag is het voornemen van NGE om elektriciteit te leveren aan kleinverbruikers 2.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DE/2015/201213/OV

Besluit. Besluit als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 over stelsel van verbindingen van AEB Exploitatie B.V..

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

Pagina BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2017/204745_OV Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons. ACM/DE/2016/406128_OV kenmerk: Zaaknummer:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

Pagina 1/11 BESLUIT. Besluit. Ons ACM/DE/2014/ kenmerk: Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Besluit. Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998

BESLUIT OPENBAAR. 3. Op 8 juni 2015 heeft ACM de ontvangst van de aanvraag schriftelijk bevestigd aan Vrij Op Naam B.V..

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Electriciteitswet.

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie)

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 81e, tweede lid van de Gaswet.

Consultatiedocument Redelijke Terugleververgoedingen Vergunninghouders Elektriciteit

BESLUIT. 2. Bij brief van 19 mei 2005 heeft Essent Netwerk B.V. (hierna: Essent) het reactieformulier ingestuurd.

Pagina 1/8. «Besluit»

Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2017/201610_OV Zaaknummer: Pagina

TARIEVENBESLUIT ELEKTRICITEIT WESTLAND

Transcriptie:

Pagina 1/10 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info@acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Ons ACM/DE/2016/205052_OV kenmerk: Zaaknummer: 16.0208.12 Ons kenmerk: ACM/DE/2016/204130 Zaaknummer: 16.0208.12 1. Verloop van de procedure 1. Op 19 februari 2016 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) een aanvraag tot geschilbeslechting, zoals bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E- Wet), ontvangen van BMC Moerdijk B.V. (hierna: BMC). Het betreft een geschil met netbeheerder Enexis B.V. (hierna: Enexis). 1 2. Bij brief van 25 februari 2016 is Enexis door ACM in de gelegenheid gesteld om te reageren op de aanvraag tot geschilbeslechting. 2 Op 14 maart 2016 heeft Enexis haar zienswijze aan ACM toegezonden. 3 3. Op 12 mei 2016 heeft BMC nadere stukken ingediend. 4 Deze zijn ter kennisneming aan Enexis toegezonden. 5 4. Op 24 mei 2016 heeft op het kantoor van ACM een hoorzitting plaatsgevonden waarin partijen hun standpunten hebben toegelicht. Tijdens de hoorzitting heeft BMC een pleitnota uitgedeeld. Het hoorzittingsverslag is op 23 juni 2016 aan alle betrokken partijen gestuurd. 6 2. Het geschil 5. In de periode van februari 2008 tot en met maart 2014 heeft Enexis een tarief voor het verrichten van systeemdiensten in rekening gebracht bij BMC. In geschil is of Enexis hiermee in strijd heeft gehandeld met ofwel artikel 16, eerste lid, onderdeel i Elektriciteitswet 1 Zie de brief van 19 februari met kenmerk ACM 2016/100430 2 Zie de brief van 25 februari 2016 met kenmerk ACM 2016/201137 3 Zie de brief van 14 maart 2016 met kenmerk ACM 2016/100564 4 Zie de brief van 12 mei 2016 met kenmerk ACM 2016/303610 5 Zie de brief van 17 mei 2016 met kenmerk ACM 2016/202763 6 Zie de brief van 23 juni met kenmerk ACM 2016/203643 respectivelijk ACM 2016/203648

2/10 1998 (oud) 7, ofwel artikel 30, tweede lid Elektriciteitswet 1998 (oud) 8, (hierna: E-wet (oud)), danwel met de relevante bepalingen in de Tarievencode Elektriciteit (oud) (hierna: Tarievencode (oud)) 9. 3. Achtergrond van het geschil 6. BMC heeft een aansluiting op het openbare net van Enexis. Op haar bedrijfsterrein exploiteert zij een biomassacentrale, waarvan de opgewekte energie voor het merendeel wordt terug geleverd aan het openbare net. Een deel van de door de biomassacentrale opgewekte energie verbruikt BMC zelf. 7. Enexis heeft vanaf februari 2008 bij BMC het systeemdienstentarief in rekening gebracht. Dit tarief vindt haar grondslag in artikel 30 E-Wet (oud) en de bepalingen uit hoofdstuk 4 van de Tarievencode (oud). 8. In de Tarievencode (oud) is de tariefstructuur voor systeemdiensten opgenomen. Hierin staat dat een aangeslotene het systeemdienstentarief verschuldigd is over haar totale verbruik. Hieronder valt zowel de afname van elektrische energie van het net als het verbruik van elektriciteit dat wordt opgewekt door een elektriciteitsproductiemiddel dat bij aangeslotene zelf is opgesteld. Het verbruik van het productiemiddel is uitgesloten van het systeemdienstentarief. 10 Over dit zogenoemde toelaatbaar bedrijfsverbruik is het systeemdienstentarief dus niet verschuldigd. Daarnaast blijkt uit nagenoemde formule dat ook de teruglevering van energie aan het openbare net buiten het systeemdienstentarief valt. 9. In artikel 4.4.1 van de Tarievencode (oud) wordt het volume waarvoor het systeemdienstentarief geldt samengevat middels de volgende formule: Esys = Ein + Egen Etbv Euit Waarbij de variabelen respectievelijk staan voor: 11 7 Zoals deze gold ten tijde van de periode waarop onderhavig geschil ziet. Bij wetswijziging van 1 januari 2015 (Wet van 12 december 2014, Stb. 2013, 573) is de tekst van artikel 16, eerste lid, onderdeel i E-wet gewijzigd. 8 Zoals deze gold ten tijde van de periode waarop onderhavig geschil ziet. Bij wetswijziging van 1 januari 2015 (Wet van 18 december 2013, Stb. 2013, 575) is artikel 30 E-Wet komen te vervallen. 9 Zoals deze gold ten tijde van de periode waarop onderhavig geschil ziet. Bij besluit van de ACM van 21 april 2016 (kenmerk ACM/DE/2016/202153) is hoofdstuk 4 van de Tarievencode, dat zag op de tariefstructuur voor systeemdiensten, komen te vervallen. 10 Zie artikel 4.3.1 Tarievencode Elektriciteit (oud) 11 Het begrip comptabele meting duidt op een nauwkeurige, betrouwbare meting, vastgesteld door een meetinrichting die voldoet aan de bij of krachtens de wet gestelde eisen, zoals bijvoorbeeld neergelegd in de Meetcode Elektriciteit.

3/10 Esys Ein Egen = de omvang van de tariefdrager in kwh; = de comptabel vastgestelde afname van elektrische energie van het net in kwh; = de comptabel vastgestelde opgewekte elektrische energie aan de klemmen van de generator(en) in kwh; Etbv Euit = de comptabel vastgestelde omvang van het toelaatbaar bedrijfsverbruik elektriciteitsproductiemiddel in kwh; = de comptabel vastgestelde invoeding op het net in kwh. 10. In de periode waarop dit geschil ziet (februari 2008 maart 2014) is het toelaatbaar bedrijfsverbruik (hierna ook aangeduid als Etbv) niet gemeten. Hierdoor is het volume van het toelaatbaar bedrijfsverbruik niet in mindering gebracht op het totale volume waarvoor het systeemdienstentarief geldt (hierna ook aangeduid als Esys). Dit betekent dat BMC het systeemdienstentarief ook over Etbv betaald heeft. 11. Vanaf april 2014 is Etbv wel gemeten. Vanaf deze datum is het toelaatbaar bedrijfsverbruik in mindering gebracht op de tariefdrager voor systeemdiensten. 4. Juridisch kader 12. De voor dit besluit relevante wetsbepalingen zijn in de bijlage opgenomen. 5. Standpunten van partijen 5.1. Standpunt BMC 13. BMC stelt zich op het standpunt dat Enexis in strijd heeft gehandeld met artikel 30, tweede lid E-Wet (oud), omdat Enexis in de periode van februari 2008 tot en met maart 2014 het systeemdienstentarief onterecht in rekening heeft gebracht over het toelaatbaar bedrijfsverbruik (Etbv). Dat het toelaatbaar bedrijfsverbruik in deze periode niet gemeten is, is volgens BMC te wijten aan Enexis. Hiertoe draagt BMC de volgende argumenten aan. 14. In de periode waarop dit geschil ziet, heeft BMC het toelaatbare bedrijfsverbruik (Etbv) niet zelf comptabel gemeten. BMC stelt dat zij hiertoe geen plicht had. Uit artikel 4.4.2 Tarievencode (oud) volgt volgens BMC dat niet alle elementen, genoemd in de formule van artikel 4.4.1 Tarievencode (oud), afzonderlijk gemeten hoeven te worden. 15. BMC is van mening dat Enexis de wettelijke verantwoordelijkheid heeft voor het meten van het energieverbruik bij een WKK-installatie. Daarbij baseert zij zich op artikel 16, eerste lid, onderdeel i E-wet (oud). 16. Bovendien stelt BMC dat de netbeheerder een plicht heeft om met de aangeslotene

4/10 afspraken te maken over het meten. BMC wijst op artikel 4.4.1 Tarievencode (oud), waarin is bepaald: Bij of krachtens de aansluitovereenkomst tussen een netbeheerder en de aangeslotene wordt bepaald op welke wijze Esys comptabel wordt vastgesteld. Dat in de aansluit- en transportovereenkomst (hierna: ATO) tussen BMC en Enexis geen afspraken gemaakt zijn over de berekening van Esys, is volgens BMC aan Enexis te wijten. 17. Sinds april 2014 is het toelaatbare bedrijfsverbruik wel comptabel gemeten. BMC is van mening dat deze waarden als referentie voor het verleden kunnen dienen. Sinds de in bedrijf name van de installatie in 2008 is de installatie feitelijk niet gewijzigd. Ook hebben zich geen andere omstandigheden voorgedaan die maken dat de situatie vóór de meting van april 2014 van Etbv anders was dan daarna. Volgens BMC tonen de metingen vanaf april 2014 daarom aan dat BMC tussen februari 2008 en maart 2014 eveneens geen systeemdiensttarieven verschuldigd was over het eigen bedrijfsverbruik. 18. Tot slot volgt volgens BMC uit de beschikkingspraktijk van ACM dat Enexis, en niet TenneT, de plicht heeft om onterecht geïnde systeemdiensttarieven te restitueren. 5.2. Standpunt Enexis 19. Enexis stelt dat zij, bij de berekening van het volume waarover het systeemdienstentarief geïnd wordt, niet in strijd met de E-Wet en onderliggende codes gehandeld heeft. Volgens Enexis was BMC zelf verantwoordelijk voor de vaststelling van het toelaatbaar bedrijfsverbruik. Enexis draagt daartoe de volgende argumenten aan. 20. Enexis beargumenteert dat de taken van een netbeheerder zich tot het openbare net beperken. Hetgeen achter het overdrachtspunt van de aansluiting ligt, behoort niet tot de verantwoordelijkheid van de netbeheerder. Aangezien het productiemiddel van BMC achter de aansluiting ligt, behoort het vaststellen van het toelaatbaar bedrijfsverbruik dan ook niet tot de taak van Enexis. 21. Enexis weerspreekt het argument van BMC dat ingevolge artikel 4.4.2 Tarievencode (oud) het toelaatbaar bedrijfsverbruik niet comptabel gemeten hoeft te worden. Enexis beargumenteert dat de systematiek van artikel 4.4.2 Tarievencode (oud) juist met zich meebrengt dat comptabele metingen de norm zijn. Afwijking daarvan moet worden overeengekomen in de aansluit- en transportovereenkomst. Aangezien dit niet gebeurd is, had het toelaatbaar bedrijfsverbruik comptabel vastgesteld moeten worden. 22. Volgens Enexis is BMC verantwoordelijk voor de comptabele meting van Etbv. Dit volgt uit de Meetcode. BMC had daarom een comptabele meter moeten plaatsen of het toelaatbaar bedrijfsverbruik anderszins comptabel moeten vaststellen. Dit is niet gebeurd. Het risico daarvan ligt bij BMC, omdat deze als grootverbruiker zelf meetverantwoordelijke is. Dat BMC deze verantwoordelijkheid heeft uitbesteed aan een meetbedrijf, doet hier niet aan af.

5/10 23. Tot slot beargumenteert Enexis dat BMC geen restitutievordering meer kan indienen. Voor zover er al een verrekening van het systeemdienstentarief zou plaatsvinden, kan dit volgens Enexis slechts tot zes maanden na afloop van het betreffende kalenderjaar. 6. Beoordeling van het geschil Grondslag systeemdienstentarief 24. Artikel 30 E-wet (oud) biedt de wettelijke grondslag voor het innen van systeemdiensttarieven. Op basis van dit artikel mag de netbeheerder het systeemdienstentarief in rekening brengen bij iedere afnemer die elektriciteit verbruikt en een aansluiting heeft op een net dat wordt beheerd door een netbeheerder. 25. In onderhavig geschil staat vast dat BMC een aansluiting heeft op het openbare net van Enexis en dat er sprake is van verbruik. BMC neemt immers deels elektriciteit af van het openbare net ten behoeve van haar energievoorziening. Daarmee is er een wettelijke grondslag voor Enexis om systeemdiensttarieven in rekening te brengen. Het geschil gaat over het vaststellen van de mate van verbruik, ten behoeve van de tariefdrager voor systeemdiensten. Partijen verschillen van mening over de vraag wie verantwoordelijk was voor het meten van het toelaatbaar bedrijfsverbruik (Etbv). Kern van het geschil is de vraag of Enexis in strijd met de wet of de codes gehandeld heeft, door Etbv niet vast te stellen. Strijd met de E-Wet 26. Uit de artikelen 16 E-Wet (oud), 16a E-Wet en 30 E-Wet (oud) volgt geen wettelijke taak voor Enexis om het toelaatbaar bedrijfsverbruik te meten. 27. ACM merkt allereerst op dat de taken van de netbeheerders zoals die zijn omschreven in artikel 16 E-wet beperkt zijn tot het beheer van het openbare net. 12 In dit geschil staat vast dat het productiemiddel van BMC, waar de meting van het toelaatbaar bedrijfsverbruik betrekking op heeft, zich achter het overdrachtspunt van de aansluiting bevindt. Het productiemiddel is dus geen onderdeel van het openbare net en behoort dan ook niet tot de verantwoordelijkheid van de netbeheerder. Dit betekent dat de netbeheerder de wet niet heeft overtreden door het toelaatbaar bedrijfsverbruik van het productiemiddel niet te meten. 28. Weliswaar stelt artikel 16, eerste lid, onderdeel i E-Wet (oud) dat de netbeheerder de taak heeft de hoeveelheid elektriciteit te meten die afkomstig is van een productie-installatie voor duurzame elektriciteit of klimaat neutrale elektriciteit of van een installatie voor warmtekrachtkoppeling. Dit artikel gaat echter over de hoeveelheid elektriciteit die een 12 Zie de aanhef van artikel 16 E-Wet: De netbeheerder heeft in het kader van het beheer van de netten ( ) tot taak ( )

6/10 producent van duurzame elektriciteit op het net invoedt. 13 In tegenstelling tot hetgeen aanvrager stelt, volgt uit artikel 16, eerste lid, onder i E-Wet (oud) dan ook geen expliciete verplichting voor Enexis om het toelaatbaar bedrijfsverbruik (Etbv) te meten. 29. Uit de E-Wet volgt bovendien dat meten geen exclusieve wettelijke taak voor de netbeheerder is. Artikel 16a lid 1 E-Wet bepaalt immers dat ook een ander dan desbetreffende netbeheerder het meten van elektriciteit mag uitvoeren. 30. Ook artikel 30 E-Wet (oud) bevat geen plicht voor de netbeheerder om het toelaatbaar bedrijfsverbruik van afnemer te meten. Het artikel omschrijft slechts de grondslag voor het innen van systeemdiensttarieven. Strijd met de codes 31. Hoewel de Tarievencode (oud) de tariefstructuur voor het systeemdienstentarief uitwerkt, stelt ACM vast dat deze geen plicht voor de netbeheerder bevat om het toelaatbaar bedrijfsverbruik van afnemer te meten. 32. Artikel 4.4.2 Tarievencode (oud) bepaalt de wijze waarop de tariefdrager voor systeemdiensten wordt vastgesteld. Hier staat: Bij of krachtens de aansluitovereenkomst tussen een netbeheerder en de aangeslotene wordt bepaald op welke wijze Esys comptabel wordt vastgesteld. In tegenstelling tot hetgeen aanvrager betoogt, volgt uit deze zinssnede geen eenzijdige taak voor de netbeheerder om afspraken vast te leggen. Uit het artikel volgt dat partijen gezamenlijk tot overeenstemming moeten komen over de wijze van vaststelling van Esys. Dat er in de aansluit- en transportovereenkomst tussen BMC en Enexis geen afspraken gemaakt zijn over het vaststellen van Esys, komt dan ook niet enkel en alleen voor rekening van Enexis en heeft zodoende ook niet tot gevolg dat Enexis in strijd met artikel 4.4.2 Tarievencode (oud) heeft gehandeld. 33. Daarnaast volgt uit de Tarievencode (oud) het uitgangspunt dat alle elementen, genoemd in de formule van artikel 4.4.1 Tarievencode (oud), afzonderlijk moeten worden gemeten. De zinssnede uit artikel 4.4.2 Tarievencode (oud) Daarbij kan worden overeengekomen dat de onder 4.4.1 genoemde elementen niet alle afzonderlijk behoeven te worden gemeten, impliceert dat comptabele metingen de norm zijn, tenzij partijen bij overeenkomst instemmen hiervan af te wijken. 34. Voor de vraag wie er comptabel had moeten meten, biedt artikel 4.4.3 Tarievencode (oud) uitkomst. In dit artikel staat dat, in geval de aansluiting een elektriciteitsproductiemiddel betreft, de voor eigen verbruik opgewekte energie gemeten wordt met toepassing van de daaromtrent in de Meetcode vastgestelde regels. Niet in geschil is dat BMC beschikt over een elektriciteitsproductiemiddel. Uit de Meetcode volgt dat een grootverbruiker hiervoor 13 Tweede Kamer, vergaderjaar 2002-2003, 28 665, nr 3, blz 25

7/10 zelf de meetverantwoordelijkheid draagt, of deze over kan dragen aan een erkende meetverantwoordelijke: 14 Een aangeslotene die de meetverantwoordelijkheid voor zijn grootverbruikaansluiting(en) niet zelf uitoefent, draagt die meetverantwoordelijkheid over aan een in 1.2.3.1 bedoelde persoon. 35. De verantwoordelijkheid voor het comptabel meten van het toelaatbaar bedrijfsverbruik lag dan ook bij aanvrager zelf. Dat aanvrager de meetverantwoordelijkheid aan een andere partij heeft uitbesteed, doet niet aan af aan het oordeel dat de netbeheerder niet in strijd met de codes heeft gehandeld door het toelaatbaar bedrijfsverbruik niet te meten. 36. Aan een eventuele resitutieplicht van TenneT of Enexis komt ACM op grond van het bovenstaande niet toe. 7. Dictum De Autoriteit Consument en Markt: 1. verklaart de klacht van de aanvrager ongegrond; 2. stelt vast dat Enexis B.V. niet in strijd heeft gehandeld met de artikelen 16, eerste lid, onderdeel i E-wet (oud), 30, tweede lid E-Wet (oud), danwel de bepalingen in de Tarieven- en Meetcode. Autoriteit Consument en Markt, namens deze, drs. F.E. Koel Teammanager Energie Tegen dit besluit kan degene wiens belang daarbij rechtstreeks is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van het besluit, beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, postbus 20021, 2500 EA s-gravenhage. 14 Artikel 1.2.3.5 Meetcode

8/10 Bijlage I: Wettelijke bepalingen In artikel 1 E-wet is, voor zover relevant, het volgende opgenomen: c. afnemer: een ieder die beschikt over een aansluiting op het net; ( ) k. netbeheerder: een vennootschap die op grond van artikel 10, 13 of 14 is aangewezen voor het beheer van een of meer netten; ( ) p. systeemdiensten: de diensten die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet uitvoert om het transport van elektriciteit over alle netten op een veilige en doelmatige wijze te waarborgen, om grootschalige onderbrekingen van het transport van elektriciteit op te lossen, en om de energiebalans op alle netten te handhaven of te herstellen; ( ) ag. meetbedrijf: een organisatorische eenheid die zich bezighoudt met het collecteren, valideren en vaststellen van meetgegevens betreffende elektriciteit; ah. productie-installatie: een installatie, bestaande uit één of meer productie-eenheden, voor de opwekking van elektriciteit. In artikel 16 E-wet (oud) was, voor zover relevant, het volgende opgenomen: 15 1. De netbeheerder heeft in het kader van het beheer van de netten in het voor hem krachtens artikel 36 of 37 vastgestelde gebied tot taak: ( ) i. de hoeveelheid elektriciteit te meten die afkomstig is van een productie-installatie voor duurzame elektriciteit of klimaatneutrale elektriciteit of van een installatie voor warmtekrachtkoppeling; In artikel 16a E-wet is, voor zover relevant, het volgende opgenomen: 1. Het is anderen dan de desbetreffende netbeheerder verboden een taak uit te voeren als bedoeld in artikel 16, eerste of tweede lid, behoudens voor zover het betreft het meten van elektriciteit, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel i. ( ). In artikel 30 E-wet (oud) was, voor zover relevant, het volgende opgenomen: 16 1. ( ) 2. Het tarief, bedoeld in het eerste lid, wordt in rekening gebracht bij: 15 Zoals deze gold ten tijde van de periode waarop onderhavig geschil ziet. Bij wetswijziging van 1 januari 2015 (Wet van 12 december 2014, Stb. 2013, 573) is de tekst van artikel 16, eerste lid, onderdeel i E-wet gewijzigd. 16 Wet van 3 juni 1999 tot wijziging van de Elektriciteitswet, Stb.1999, 260 en hernummerd bij Beschikking van de Minister van Justitie van 2 mei 2000, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Elektriciteitswet 1998, zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 3 juni 1999, Stb. 2000, 186. Gewijzigd bij Wet van 18 december 2013, Stb. 2013, 573.

9/10 a. Ieder afnemer die elektriciteit verbruikt en een aansluiting heeft op het landelijke hoogspanningsnet of een net dat direct of indirect in verbinding staat met dat net; b. ( ); 3. Het tarief, bedoeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in een bedrag per verbruikte hoeveelheid elektriciteit in kwh. 4. ( ) Per 1 januari 2015 is artikel 30 komen te vervallen. 17 In de Tarievencode Elektriciteit is, 18 voor zover relevant, het volgende opgenomen: 4.3.1 Het systeemdienstentarief is verschuldigd door een aangeslotene die elektriciteit verbruikt en een aansluiting heeft op een net dat wordt beheerd door een netbeheerder. Onder het verbruik dient in dit verband te worden verstaan het totale verbruik, dus zowel de afname van elektrische energie van het net alsmede het verbruik dat wordt gedekt door het bij de aangeslotene opgestelde eigen elektriciteitsproductiemiddel, doch exclusief het bedrijfsverbruik van dit productiemiddel. 4.4.1 Het volume waarvoor het systeemdienstentarief geldt wordt, voor verbruikers in de tariefcategorieën genoemd in 3.7.1 onder a t/m e en f voor zover het aansluitingen betreft met een doorlaatwaarde groter dan 3*80A, als volgt bepaald: E sys=e in+e gen-e tbv-e uit Esys Ein Egen Etbv Euit = omvang van de tariefdrager in kwh; = comptabel vastgestelde afname van elektrische energie in kwh; = comptabel vastgestelde opgewekte elektrische energie aan de klemmen van de generator in kwh; = comptabel vastgestelde omvang van het toelaatbaar bedrijfsverbruik elektriciteitsproductiemiddel in kwh; = comptabel vastgestelde invoeding op het net in kwh. 4.4.2. Bij of krachtens de aansluitovereenkomst tussen een netbeheerder en de aangeslotene wordt bepaald op welke wijze Esys comptabel wordt vastgesteld. Daarbij kan worden overeengekomen dat de onder 4.4.1. genoemde elementen niet alle afzonderlijk behoeven te worden gemeten, uitgezonderd Egen bij netaansluitingen groter dan 3*80 A, deze dient altijd comptabel te worden vastgesteld. 17 Wet van 18 december 2013, Stb. 2013, 575. 18 Zie Tarievencode Elektriciteit van 24 februari 2009.

10/10 4.4.3. In geval de aansluiting een elektriciteitsproductiemiddel betreft, wordt de voor eigen verbruik opgewekte energie gemeten met toepassing van de daaromtrent in de Meetcode vastgestelde regels. In de Meetcode Elektriciteit is, voor zover relevant, het volgende opgenomen: 1.2.3.1 Tot het uitoefenen van meetverantwoordelijkheid voor een grootverbruikaansluiting zijn slechts personen toegelaten die hiervoor conform bijlage 4 zijn erkend. 1.2.3.2 Per grootverbruikaansluiting is er één meetverantwoordelijke voor alle uit de hoofdstukken 4, 5 en 6 voortvloeiende werkzaamheden. 1.2.3.5 Een aangeslotene die de meetverantwoordelijkheid voor zijn grootverbruikaansluiting(en) niet zelf uitoefent, draagt die meetverantwoordelijkheid over aan een in 1.2.3.1 bedoelde persoon.