PROTOCOL ONDERSTEUNING t.b.v. LEERLINGEN MET DYSLEXIE

Vergelijkbare documenten
PROTOCOL ONDERSTEUNING t.b.v. LEERLINGEN MET DYSLEXIE

PROTOCOL ONDERSTEUNING t.b.v. LEERLINGEN MET DYSLEXIE

Protocol dyslexie. op het Zwin College

Dyslexieprotocol Zwin College Oostburg

Dyslexiebeleid Roelof van Echten College m/h/v

Protocol dyslexie Vechtstede College A. Verhulst Remedial Teacher

2. Welke leerlingen komen in aanmerking voor deze faciliteiten en begeleiding?

Ouders van brugklasleerlingen met dyslexie worden in het begin van het schooljaar uitgenodigd voor een informatieavond Dyslexie op het UC H/V.

Dyslexie. op het Cals College. Cals College Nieuwegein

Leerlingen met dyslexie krijgen een dyslexiepasje. Voor elke leerling stelt de school een individueel handelingsplan op.

2. Welke leerlingen komen in aanmerking voor deze faciliteiten en begeleiding?

Dyslexiebeleid Roelof van Echten College m/h/v

DYSLEXIEPROTOCOL Het dyslexieprotocol Wat is dyslexie? Dyslexie Signaleringstoetsen klas 1 De werkwijze is als volgt De dyslexieverklaring

In de eerste klas wordt er een algemene screening op dyslexie georganiseerd volgens het onderstaande stappenplan:

Johan de Witt-gymnasium, dyslexiebeleid. Dyslexiebeleid. Dyslexieprotocol

Leerlingen met dyslexie krijgen een dyslexiepasje. Voor elke leerling stelt de school een handelingsplan op.

Dyslexieprotocol ZUIDWESTHOEK COLLEGE OSSENDRECHT KARIN VAN OEVELEN IMANDT

Dyslexieprotocol. Mollerlyceum. (Laatste bijstelling: 11 december 2014)

Protocol Dyslexie Scala College AA P N OO T M I S. Dyslexieprotocol MR ingestemd op

Beoordelingsrichtlijnen voor moderne vreemde talen en Nederlands bij dyslexie

Handboek Dyslexie

Dyslexiebeleid. Scholengemeenschap Sint Ursula. Locatie Heythuysen Tienderweg EN Heythuysen. Schooljaar

Dyslexieprotocol Veurs Lyceum

DYSLEXIEPROTOCOL Het dyslexieprotocol Wat is dyslexie? Signaleringstoetsen klas 1 De werkwijze

Dyslexieprotocol Michaël college

DYSLEXIEPROTOCOL. januari 2015

Dyslexieprotocol. Stafbeleidsdocument. Scholengemeenschap, voor onderwijs dat zin geeft, voor vmbo havo atheneum gymnasium

Dyslexie: een greep uit de actualiteit

Inhoud Dyslexieprotocol SGA

INFOR. Dyslexieprotocol INFORMATIE OVER ONS DYSLEXIEBELEID VOOR DOCENTEN, OUDERS EN LEERLINGEN

Dyslexieprotocol. Beekdal Lyceum

Handboek DYSLEXIE

DYSLEXIEPROTOCOL. Beekdal Lyceum Auteur: Martin Jager

Dyslexieprotocol

Dyslexieprotocol Beekdal Lyceum

Dyslexieprotocol

Kader dyslexie Clusius College vmbo en mbo

Dyslexieprotocol Stanislascollege Pijnacker

Kader dyslexie Clusius College

1. Inleiding Definitie dyslexie volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) herziene versie 2003:

3. Gevolgen van dyslexie Veel voorkomende belemmeringen die als gevolg van dyslexie kunnen voorkomen zijn:

Dyslexieprotocol. 1 Wie in het BIG-register staat ingeschreven, valt onder het in de wet BIG geregelde tuchtrecht. De Wet op de

OSB PROTOCOL DYSLEXIE

Protocol Dyslexie. Olympus College

Dyslexieprotocol Beekdal Lyceum

Dyslexie op het Augustinianum

Dyslexiebeleid op Wolfert Lyceum

Dyslexiebeleid Zaanlands Lyceum augustus 2014

Protocol dyslexie Chr. College Groevenbeek. 1a. Doel en uitgangspunten van het dyslexiebeleid op Groevenbeek

Protocol Dyslexie RLS

Protocol Dyslexie. Olympus College

DYSLEXIEPROTOCOL. Januari 2019

Dyslexieprotocol Pallas Athene College

DYSLEXIEPROTOCOL (wordt op dit moment geupdate!)

PROTOCOL. DYSLEXIE en DYSCALCULIE

Dyslexieprotocol. Inhoud 1. Inleiding 2. Wat is dyslexie? 3. Screening 4. Onderzoek 5. Dyslexieverklaring Dyslexieprotocol V1.

DYSLEXIEBELEID OP BEUKENRODE ONDERWIJS

Dyslexieprotocol 0 Hooghuis Heesch

Dit protocol beschrijft hoe we op het Vellesan College en de Duin en Kruidbergmavo omgaan met dyslexie.

DYSLEXIEPROTOCOL. Beekdal Lyceum Datum: Auteur: Martin Jager

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Dyslexieprotocol. Montessori Vaklyceum Groningen

Dyslexieprotocol compenserende en dispenserende maatregelen. Bonhoeffer College, Enschede

Signalering en diagnostisering van dyslexie op het Bertrand Russell college

Dyslexie. op het. : Isendoorn College

DYSLEXIEPROTOCOL. september 2017

Zorgbeleid RML

Dyslexieprotocol. Cals College IJsselstein

Protocol Dyslexie Gerrit Rietveld College. oktober 2012

Protocol dyslexie en dyscalculie

Protocol Dyslexie Pieter Nieuwland College

Dyslexieprotocol Cambium College

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Dyslexiebeleid Rijnlands Lyceum Sassenheim. 1. Visie 2. Signalering 3. Begeleiding 4. Organisatie 5. Evaluatie 6. Sterkte-Zwakte analyse 7.

Dyslexieprotocol Beekdal Lyceum

samenvatting november 2012 Strabrecht College, Geldrop

Regeling Specifieke Faciliteiten binnen de basiszorg

Protocol dyslexie. De Rietlanden

Beleidsnotitie Dyslexie. Driestar College

DYSLEXIEPROTOCOL. september 2016

PLD de Spindel, bijlage 4

Dyslexieprotocol. Zernike College

Dyslexiebeleid. De Savornin Lohman

Dyscalculiebeleid Oosterlicht College

toelichting voor leerlingen en ouders / verzorgers dyslexie dyscalculie andere beperkingen

Protocol Dyslexie Gerrit Rietveld College Schooljaar

Ook een rivier begint met de eerste druppel

Leesproblemen en dyslexie

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Dyslexie. op het. : Isendoorn College

Dyslexieprotocol Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren (PVOW) januari 2016

Dyslexieprotocol

Dyslexiebeleid Houtens. December 2011 Herzien oktober Hilleke Steenveld Roeliene van Steinvoorn. Dyslexiebeleid Houtens.

DYSLEXIE PROTOCOL. versie januari NIFTARLAKE COLLEGE Pauwenkamp GK Maarssen

Dyslexiebeleid van het Ludger College

Dyslexieprotocol Poort

Protocol dyslexie. Dyslexieprotocol Sint-Jan ( )

Wat is dyslexie en wat zijn de gevolgen hiervan voor het volgen van onderwijs?

Dyslexieprotocol. Taken van de dyslexiecoach

Transcriptie:

PROTOCOL ONDERSTEUNING t.b.v. LEERLINGEN MET DYSLEXIE november 2015 bijgewerkt december 2016

Inhoudsopgave 1. Inleiding p.3 2. Wat is dyslexie? p.4 3. Voor wie is dit ondersteuningsplan bedoeld? p.4 4. De ondersteuning p.5 4.1 Inhoud ondersteuning p.5 5. Competenties dyslexieondersteuner PCC p.6 6. Faciliteiten p.6 7. Dyslexieprotocol p.7 7.1 Algemene maatregelen p.7 7.2 Algemene maatregelen binnen de klas p.7 7.3 Maatregelen voor beoordeling van de talen p.8 8. Examenregeling voor kandidaten met dyslexie p.11 2

1. Inleiding SUCCES ÉN GELUK IN DE WERELD VAN VANDAAG ÉN MORGEN Passend onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen die lichte ondersteuning - bijvoorbeeld bij dyslexie - nodig hebben, wordt georganiseerd. Met de komst van passend onderwijs komt het accent te liggen op wat een leerling wél kan, wat de leerling kan leren en welke ondersteuning daarbij nodig is. In het verlengde hiervan is dit protocol geschreven, dat als uitgangspunt de visie van het PCC heeft: hoe leerlingen succesvol én gelukkig kunnen zijn in de wereld van vandaag én morgen. De auteurs: Regien Vijzelaar en Katja Rozemeijer 3

2. Wat is dyslexie? Dyslexie is een complex probleem dat invloed heeft op het gehele functioneren van een leerling. Het komt voor in alle vormen van het onderwijs en is niet gebonden aan intelligentie of sociaaleconomische achtergrond. In Nederland worden overwegend twee definities van dyslexie gehanteerd, de definitie van de Stichting Dyslexie Nederland (SDN, 2008) en de definitie uit het Protocol Dyslexie Diagnostiek & Behandeling (Blomert, 2006) (dit is het protocol voor de gezondheidszorg in het kader van de vergoedingsregeling dyslexie voor het basisonderwijs). Deze definities zijn als volgt: - Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau (Stichting Dyslexie Nederland, 2008, p. 11). - Dyslexie is een specifieke lees- en spellingstoornis met een neurobiologische basis, die wordt veroorzaakt door cognitieve verwerkingsstoornissen op het raakvlak van fonologische en orthografische taalverwerking. Deze specifieke taalverwerkingsproblemen wijken proportioneel af van het overige cognitieve, en m.n. taalverwerkingsprofielen leiden tot een ernstig probleem met het lezen en spellen van woorden ondanks regelmatig onderwijs. Dit specifieke lees- en spellingprobleem beperkt in ernstige mate een normale educatieve ontwikkeling, die op grond van de overige cognitieve vaardigheden geïndiceerd zou zijn (Blomert, 2006, p. 5). 3. Voor wie is dit ondersteuningsplan bedoeld? Dit ondersteuningsplan is geschreven voor leerlingen die een officiële dyslexieverklaring hebben en voor wie ondersteuning in de reguliere lessituatie onvoldoende is om tot succesvol leren te komen. Voor het overzicht noemen wij hen in dit stuk leerlingen of leerlingen met dyslexie. Op het PCC is sprake van een leerling met dyslexie wanneer deze leerling een officiële dyslexieverklaring heeft. Een dyslexieverklaring mag alleen worden afgegeven door een daartoe bevoegd deskundige. Wanneer dyslexie is vastgesteld, hoort bij het rapport van de deskundige ook een dyslexieverklaring. Dit betekent dat uit psychodiagnostisch onderzoek is gebleken dat bij de betrokkene dyslexie is vastgesteld. 4

4. Ondersteuning De leerlingen die in aanmerking komen voor dyslexieondersteuning zijn de leerlingen die een officiële dyslexieverklaring in hun bezit hebben en in leerjaar 1 zitten. Of de ondersteuning in de tweede klas nog gewenst is, wordt bepaald in overleg met de dyslexieondersteuner en afdelingsleider/teamleider. Het betreft hier het aanleren van strategieën en omgaan met de belemmeringen. Indien ouders aangeven dat die ondersteuning niet noodzakelijk is dan kunnen zij in overleg met de dyslexieondersteuner besluiten om daarvan af te zien. Bij leerlingen waarbij een vermoeden van dyslexie is uitgesproken door de basisschool en/of ouders, kan de dyslexieondersteuner slechts adviseren om een onderzoek te laten afnemen door een psycholoog of orthopedagoog. Eventueel kan de dyslexieondersteuner zelf een onderzoek of vooronderzoek afnemen. 4.1 Inhoud ondersteuning De dyslexieondersteuner houdt een intakegesprek met de leerling. Op basis van dit gesprek en van de dyslexieverklaring, wordt bepaald of en in welke mate de leerling ondersteuning behoeft en wordt er een plan van aanpak gemaakt met als doel zo goed mogelijk te kunnen functioneren en mee te komen binnen het reguliere onderwijs. Indien ondersteuning gewenst is, volgt na acht lessen (één keer per week) de eerste evaluatie. Aan de hand van deze evaluatie wordt het plan van aanpak aangepast en/of bepaalt de dyslexieondersteuner in overleg met de betrokkene of verdere ondersteuning gewenst is. Muiswerk is het digitale testprogramma dat het meest wordt gebruikt in diagnostische en remediërende zin. Toetsen die in aanmerking komen voor evaluatie: a. Woordlezen Eén-minuut-test (Brus & Voeten 1973) De Klepel (Van den Bos e.a. 1994) Drie-Minuten-Toets (Verhoeven 1995) b. Tekstlezen AVI-toets (Visser, Van Laarhoven & Ter Beek 1998) c. Stillezen Stilleestoets Hoe gevaarlijk is een tekenbeet? d. Spelling Dictee Het wonderlijke weer PI-dictee (Geelhoed & Reitsma 1999) Toets werkwoordspelling 5

e. Tempo Overschrijftaak Dyslexieondersteuning aanbieden in grote groepen is niet gewenst. Er wordt gewerkt in groepen van maximaal vijf leerlingen. Tijdens de ondersteuning verwachten wij van de leerling aanwezigheid en inzet. Indien één van beide ontbreekt, zal contact worden opgenomen met de ouder(s)/verzorger(s). 5. Competenties dyslexieondersteuner PCC De ondersteuning van leerlingen met dyslexie op het PCC wordt gedaan door een deskundige op het gebied van dyslexie. Iemand is deskundig wanneer deze persoon: - Kennis heeft van het protocol dyslexie van het PCC en van het protocol van het voortgezet onderwijs in het algemeen; - Kennis heeft van de problematiek die een leerling met dyslexie kan hebben; - Kennis heeft van de sociaal-emotionele problemen die een leerling met dyslexie kan ervaren; - Kennis heeft van nieuwe inzichten op het gebied van effectief taal(lees)onderwijs (doorgaande leerlijnen, leerdoelen, leerstofaanbod en leertijd) en van het werken aan functionele geletterdheid op school-, groeps- en individueel niveau; - Zich blijft ontwikkelen en op de hoogte blijft door middel van scholing; - Vakdocenten en afdelingsleiders kan adviseren hoe leerlingen met dyslexie binnen de groep te ondersteunen; - Een diagnostisch onderzoek kan doen om de problemen van de betreffende leerling te achterhalen; - Een plan van aanpak voor leerlingen met dyslexie kan maken: - Een leerling met dyslexie kan ondersteunen met remediërende methoden; - De leerlingen met dyslexie kan testen met relevante toetsen om te constateren of de leerlingen vooruitgang boeken. 6. Faciliteiten Wanneer uit het begeleidende rapport bij de dyslexieverklaring blijkt dat een leerling gebaat is bij bepaalde hulpmiddelen (bijvoorbeeld een Daisy CD-speler of Kurzweil) dan kan de school bij de aanschaf hiervan adviseren. Voor het gebruik van materialen wordt gekeken naar de onderwijsbehoeften van de betrokken leerling(e)(n). 6

Er wordt alleen gebruik gemaakt van die ondersteunende materialen wanneer deze ook bij het eindexamen zijn toegestaan (zie punt 8, examenregeling voor kandidaten met dyslexie hieronder). De keuze van de methode kan verschillen per dyslexieondersteuner en per leerling. De dyslexieondersteuner heeft eigen voorkeuren en inzichten hoe af te stemmen op de behoeften van de leerling. Het PCC faciliteert tweemaal per jaar een afstemmingsoverleg tussen de dyslexieondersteuners van alle vestigingen. 7. Dyslexieprotocol In onderstaande tekst geldt dat als er gesproken wordt over leerlingen, het gaat over leerlingen met een dyslexieverklaring. Onderstaande maatregelen gelden tot de start van het schoolexamen (SE); bij het SE gelden de landelijke normen, die ook bij het CSE (Centraal schriftelijk eindexamen) van toepassing zijn. Zie ook 8. Examenregeling voor kandidaten met dyslexie 7.1. Algemene maatregelen 1. Het PCC helpt leerlingen omgaan met de negatieve gevolgen van dyslexie. 2. De leerlingen krijgen dyslexiestickers die zij op de proefwerken kunnen plakken, zodat alle docenten van hun beperking op de hoogte zijn en hiermee rekening kunnen houden. 3. De leerlingen krijgen indien nodig lessen van een dyslexieondersteuner binnen het PCC. 7.2. Niet vak specifieke maatregelen binnen de klas 1 1. De docenten zorgen dat de materialen voor de leerling in het lettertype Arial worden afgedrukt. Gebruik niet kleiner dan 12-punts letters, ook voor proefwerken en overhoringen. 2. De mentoren proberen leerlingen met dyslexie niet naast elkaar te zetten. Er wordt gestreefd naar het plaatsen van een leerling met dyslexie naast een (of meer) rustige en niet taalzwakke leerling om mee samen te werken. 1 Voor de goede orde: van deze maatregelen wordt een handzame A4 opgesteld voor docenten en leerlingen. Hierin is in kort bestek te zien wat voor elke leerling met dyslexie gedaan kan worden. 7

3. Docenten bekijken regelmatig de aantekeningen van de leerling en controleren of antwoorden goed opgeschreven zijn. Zij geven eventueel een kopie van de antwoorden mee. 4. De docenten nemen zoveel mogelijk bij het voorbereiden van de instructie ook een instructie op over de manier waarop een taak aangepakt en uitgevoerd moet worden (metacognitie) en niet alleen instructie over de nieuwe lesstof. 5. De docenten leggen goed uit hoe een taak aangepakt moet worden en reflecteren op die taakaanpak. Wanneer docenten taakaanpak en gebruik van strategieën nabespreken, is de kans groot dat leerlingen hun gedrag kunnen veranderen wanneer hen iets niet gelukt is. 6. Docenten geven aan deze leerling geen klassikale leesbeurt. 7. De docenten houden zoveel mogelijk rekening met de verschillende leer- of denkstijlen. Leerlingen hebben verschillende manieren van kennis verwerven. 8. Taalgericht vakonderwijs bij alle vakken is noodzakelijk. Door deze expliciete aandacht voor taal kunnen ook leerlingen met dyslexie hiervan profiteren. 9. De leerling krijgt extra tijd bij proefwerken en overhoringen. Dit is maximaal 20% van de totale toetstijd 2. Gestreefd moet worden dat ook een leerling met dyslexie de toets binnen één lesuur af kan maken. 10. De dyslexieondersteuner en de mentor evalueren per rapportperiode of de maatregelen en hulpmiddelen werken, zodat er eventuele aanpassingen kunnen plaatsvinden. Daarnaast kan in geval van ernstige belemmeringen als gevolg van dyslexie worden overgegaan op de volgende maatregelen: 11. Afhankelijk van de ernst van de dyslexie en van de leertaak, kan er mondeling getoetst worden. Dit gebeurt in overleg met de vakdocent, afdelingsleider en de dyslexiespecialist. 12. De leerling mag gebruikmaken van auditieve ondersteuning als blijkt uit het dyslexierapport dat de leerling daar daadwerkelijk bij gebaat is. 7.3. Maatregelen voor de beoordeling van de talen Ten aanzien van de beoordeling van schrijffouten bij de talen is ons expliciete uitgangspunt: we willen een leerling met dyslexie graag in staat stellen ook te laten zien wat hij/zij wél kan en om daarop te scoren. Als niet specifiek op spelling/schrijven wordt getoetst dan 2 Gebaseerd op de maximale tijd die is toegestaan als verlenging bij het eindexamen; dit wordt bepaald door de CvTE 8

geldt voor ELKE leerling (dus ook voor leerlingen zonder dyslexie) dat er maximaal een punt aftrek is voor spelling. Alleen de leerlingen die dyslexie hebben, worden anders beoordeeld en mogen bepaalde fouten wel maken. Die fouten worden gespecificeerd in de taal-specifieke punten hieronder. Voor Nederlands: Daar waar spellen en schrijven niet het expliciete leerdoel is, geldt het volgende: 1. Fouten m.b.t. letterverdraaiingen in vaste lettercombinaties (duer) worden niet fout gerekend. 2. Fouten m.b.t. (mede)klinkerverdubbeling worden niet meegerekend (koopen, verekt). 3. Fouten m.b.t. lettervervanging (ruut i.p.v. ruit) of lettertoevoeging (plubliek) worden niet fout gerekend. 4. Fouten m.b.t. leerbare regels worden wel meegerekend: bij werkwoordspelling gaat het dus bijvoorbeeld om de goede uitgang: -d, -t, -te(n), -tte(n), -de(n), -dde(n). Hij heeft zijn spier verekt (i.p.v. verrekt) wordt dus niet fout gerekend (zie ook regel 3), Hij heeft zijn spier verekd wordt wel fout gerekend. 5. Een leerling moet in staat worden gesteld om ook te laten zien wat hij wél kan en om daarop te scoren. Een herhalingsfout mag er niet voor zorgen dat leerling geen kans op een voldoende heeft. Er wordt 0,1 punt per herhalingsfout afgetrokken waarbij een maximale aftrek van 1 punt geldt. Voor Engels: 1. Als een woord (Nederlands) fonetisch wordt geschreven, wordt dit goed gerekend. Dit met uitzondering van grammaticale fouten. 2. Fouten m.b.t. letterverdraaiingen in vaste lettercombinaties (huose) worden niet fout gerekend. 3. Een leerling moet in staat worden gesteld om ook te laten zien wat hij wél kan en om daarop te scoren. Een herhalingsfout mag er niet voor zorgen dat leerling geen kans op een voldoende heeft. Als hoofdletters niet goed toegepast worden, wordt dit wel fout gerekend, omdat de regels voor het gebruik hiervan leerbaar zijn. Wel wordt bij (herhalings)fouten max 0,1 punt afgetrokken waarbij een maximale aftrek van 1 punt geldt. 9

4. Als een woord door verkeerde spelling een andere betekenis krijgt, gelden de bovenstaande regels niet. Voor Frans: 1. Als een woord fonetisch wordt geschreven, wordt dit goed gerekend. 2. Accenten en fouten in de geslachten worden niet fout gerekend. Bijvoorbeeld: le/la, un/une is niet fout, maar wel als het bepaald en het onbepaald lidwoord door elkaar wordt gehaald: ( le livre i.p.v. un livre ) 3. Uitzondering op regel 2: geslachtfouten worden wel fout gerekend als het gebruik van een woordenboek is toegestaan tijdens de overhoring. De leerling kan dan het geslacht van een woord verifiëren m.b.v. het woordenboek. 4. Fouten m.b.t. (mede)klinkerverdubbeling worden niet meegerekend. Bijv. comencer i.p.v. commencer of sooleil i.p.v. soleil wordt niet fout gerekend. 5. Fouten m.b.t. letterverdraaiingen in vaste lettercombinaties (puor, juene) worden niet fout gerekend. 6. Als een woord door verkeerde spelling een andere betekenis krijgt, gelden de bovenstaande regels niet. 7. Een leerling moet in staat worden gesteld om ook te laten zien wat hij wél kan en om daarop te scoren. Een herhalingsfout mag er niet voor zorgen dat leerling geen kans op een voldoende heeft. Er wordt bijvoorbeeld 0,1 punt per herhalingsfout afgetrokken waarbij een maximale aftrek van 1 punt geldt. 8. Bovenstaande geldt ook niet als één van de genoemde punten onderdeel is van een specifiek te leren grammaticale regel. Voor Duits: 1. Als een woord fonetisch wordt geschreven, wordt dit goed gerekend. Dit met uitzondering van grammaticale fouten. 2. Een leerling moet in staat worden gesteld om ook te laten zien wat hij wél kan en om daarop te scoren. Een herhalingsfout mag er niet voor zorgen dat leerling geen kans op een voldoende heeft. Als hoofdletters en Umlaut niet goed toegepast worden, wordt dit wel fout gerekend, omdat de regels voor het gebruik hiervan leerbaar zijn. Wel wordt bij herhalingsfouten max 0,1 punt afgetrokken per geldende fout, waarbij een maximale aftrek van 1 punt geldt. 3. Als een Umlaut in de grammatica is behandeld en foutief wordt toegepast geldt dat als een hele fout (bijv. er färht, dan is fahrt of fehrt etc. fout) 10

4. Fouten m.b.t. letterverdraaiingen in vaste lettercombinaties (Truam) worden niet fout gerekend. 5. Fouten m.b.t. (mede)klinkerverdubbeling worden niet meegerekend. Bijv. Monaat of Monnat wordt niet fout gerekend. 6. Als een woord door verkeerde spelling een andere betekenis krijgt, gelden de bovenstaande regels niet. 7. Bovenstaande geldt ook niet als één van de genoemde punten onderdeel is van een specifiek te leren grammaticale regel. 8. Examenregeling voor kandidaten met dyslexie Voor een dyslectische kandidaat kunnen de examencondities aangepast worden op grond van een rapport van een deskundige (art 55.1 van het Eindexamenbesluit), waarin is aangegeven welke maatregelen nodig zijn. Deze aanpassingen betreffen zowel het schoolexamen als het centraal examen. Afhankelijk van de mate, de ernst en het soort dyslexie komen de volgende maatregelen voor: verlenging van de examentijd auditieve ondersteuning ICT-ondersteuning. Zie verder artikel 55 van het Eindexamenbesluit. 11