Fronius IG-TL 3.0 / 3.6 / 4.0 / 5.0. Gebruiksaanwijzing. Inverter voor netstroomgekoppelde fotovoltaïsche installaties 42,0426,0074,NL 012010



Vergelijkbare documenten
Fronius Galvo: Verklaring van de symbolen en keuze van montageplaats Aanwijzingen voor montage en aansluiting

Fronius Symo Verklaring van de symbolen en keuze van montageplaats Aanwijzingen voor montage en aansluiting

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

Fronius IG Plus 35 / 50 / 70 / 100 / 120 / 150. Gebruiksaanwijzing. Inverter voor netstroomgekoppelde fotovoltaïsche installaties

Fronius IG-TL 3.0 / 3.6 / 4.0 / 4.6 / 5.0 Fronius IG-TL Dummy

Fronius CL 36.0 / 48.0 / n Gebruiksaanwijzing. Inverter voor netstroomgekoppelde fotovoltaïsche installaties

Printed: Doc-Nr: PUB / / 000 / 00

Halogeen lampenset. Bestnr.: wit chroom titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Adapters en verloopmoeren van metaal

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

VOLTCRAFT Schakelnetvoeding 5-24V / 5A

Montage- en gebruiksaanwijzing

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

VERLENGINGSSET / 230 V

Spanningsomvormermodule

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

Powador Mini-Argus Mini-Argus FR

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

Tuincontactdoos met piket

Bestnr VÖLKNER Terugmeldingsmodule

VOLTCRAFT Universele laptop Netvoeding SPS2406

VIESMANN. Servicehandleiding VITOVOLT 100 VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 100 Vitovolt 200. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Alarmsirene. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Energiekosten-meetapparaat energy control 230

Bestnr Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging

ASZ... Potentiometers. Building Technologies Division. ASZxx.3x

MS Semen Storage Pro

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

H-TRONIC pendeltreinautomaat

Bestnr H-TRONIC 8-kanaals zender

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING

Bestnr BASETech Energiekostenmeter

Digitale spanningsen doorgangstester

Tijdschakelklok. Bestnr.: (groen) (oranje) (transparant) (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel

Smoke Alarm FERION 4000 O

OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

Thermis WireFree io temperatuur sensor

Bestnr Module SMD- Servotester

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/ / NL.

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

2Power opslagtank. Installatie instructies

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

Aanbouw- en bedieningshandleiding

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

h Aanwijzing! NL; BENL Bedienings- en installatiehandleiding VRT 50 Kamer(klok)thermostaat Bedieningshandleiding Aanwijzingen bij de documentatie

Installatie instructies

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

Gebruiksaanwijzing XKM RS232. nl-nl. M.-Nr

Verwarmingselement. Building Technologies Division

Codeslot DCS Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

In-/uitvoermodule BMF400

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Bedieningsinstructie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

Afbeelding 1: Repeater

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

ES-S7B. Buitensirene.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Elektronische stuureenheid. Bedieningshandleiding

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische stuureenheid 1-10 V, voor DIN-rail. Art.-Nr.

- - AOY0001 AOY0004 AOY0003 AOY0002

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid. Art.-Nr.: 2005 REG. Art.-Nr.: 2002 REG. Bedieningshandleiding

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Repeater. Bedieningshandleiding

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

Automatische antennerotor

BLWL10. Installatie Instructies. Inhoud; Veiligheidsinformatie Pagina - 2. Installatie Pagina 3-5. Garantie informatie Pagina - 6

Power Cap 1,0 Farad STC-1000

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

Fronius storingscodes:

Handleiding Supercool Units LK33 MCD en LK33 ACD-RC

DL 26 NDT. Manual /30

LED signaallamp. Reeks Bedieningshandleiding NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

Gebruikershandleiding

Smoke Alarm FERION 1000 O

NEDERLANDS. Veiligheidsvoorschriften Stel het product niet bloot aan water of vocht Verf niet over de rookmelder

Gebruiksaanwijzing Mini - Ampèretang PCE-DC3

ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

Bedienings- en servicehandleiding

Transcriptie:

Fronius IG-TL 3.0 / 3.6 / 4.0 / 5.0 NL Gebruiksaanwijzing Inverter voor netstroomgekoppelde fotovoltaïsche installaties 42,0426,0074,NL 0200

Geachte lezer, Inleiding Wij danken u voor het vertrouwen dat u ons schenkt en feliciteren u met uw technisch hoogwaardige Fronius product. De onderhavige handleiding helpt u erbij zich met dit product vertrouwd te maken. Als u de handleiding zorgvuldig leest, zult u de veelzijdige mogelijkheden van uw Fronius-product leren kennen. Alleen op deze wijze kunt u de voordelen ervan optimaal benutten. Neem a.u.b. nota van de veiligheidsvoorschriften en zorg hierdoor voor meer veiligheid op de plaats waar het product wordt toegepast. De zorgvuldige behandeling van het product waarborgt een lange levensduur, hoge kwaliteit en betrouwbaarheid. Dit zijn essentiële voorwaarden voor uitstekende resultaten. ud_fr_st_et_00936 02004

Veiligheidsvoorschriften GEVAAR! GEVAAR! Kenmerkt een acuut dreigend gevaar. Wordt dit gevaar niet gemeden, zijn dood of zeer ernstige verwondingen het gevolg. WAARSCHU- WING! WAARSCHUWING! Kenmerkt een eventueel gevaarlijke situatie. Wordt deze situatie niet gemeden, kunnen dood of zeer ernstige verwondingen het gevolg zijn. VOORZICHTIG! VOORZICHTIG! Kenmerkt een eventueel schadelijke situatie. Wordt deze situatie niet gemeden, kunnen lichte of geringe verwondingen en materiële schade het gevolg zijn. AANWIJZING! AANWIJZING! Kenmerkt het risico van nadelig beïnvloedde werkresultaten en een eventuele schade aan de uitrusting. Belangrijk! Belangrijk! Kenmerkt toepassingstips en andere bijzonder nuttige informaties. Het is geen signaalwoord voor een schadelijke of gevaarlijke situatie. Als u één van de in het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften afgebeelde symbolen ziet, is extra waakzaamheid noodzakelijk. Algemeen Het apparaat is volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels vervaardigd. Desalniettemin dreigt bij verkeerde bediening of misbruik gevaar voor - leven en goed van het bedienende personeel of derde, - het apparaat en andere materiële waarden van de ondernemer, - het efficiënte werken met het apparaat. Alle personen die met de inbedrijfstelling, het onderhoud en de reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten - dienovereenkomstig gekwalificeerd zijn, - kennis van de omgang met elektrische installaties hebben en - deze bedieningshandleiding volledig lezen en precies opvolgen. De bedieningshandleiding moet permanent op de standplaats van het apparaat worden bewaard. Als aanvulling op de bedieningshandleiding moeten de algemeen geldige evenals de plaatselijke voorschriften m.b.t. de ongevallenpreventie en de milieubescherming worden aangehouden. Alle instructies op het apparaat m.b.t. veiligheid en gevaren dienen - in leesbare toestand te worden gehouden - niet te worden beschadigd, niet te worden verwijderd - niet te worden afgedekt, beplakt of beschilderd. I ud_fr_se_sv_00927 022009

Algemeen (vervolg) De posities van de instructies m.b.t. veiligheid en gevaren vindt u in het hoofdstuk Algemeen van de bedieningshandleiding van uw apparaat. Storingen die een nadelige invloed op de veiligheid kunnen hebben moeten vóór het inschakelen van het apparaat worden verholpen. Het gaat om uw veiligheid! Gebruik volgens de voorschriften Het apparaat mag uitsluitend volgens de voorschriften worden gebruikt. Een ander of verdergaand gebruik geldt als niet volgens de voorschriften. Voor schade die hieruit ontstaat is de fabrikant niet verantwoordelijk. Tot een gebruik volgens de voorschriften behoort ook - het complete lezen en opvolgen van alle aanwijzingen en van alle instructies m.b.t. veiligheid en gevaren in de bedieningshandleiding - het uitvoeren van alle inspectie- en onderhoudswerkzaamheden - de montage volgens de bedieningshandleiding Indien van toepassing, ook de volgende richtlijnen aanhouden: - voorschriften van het energiebedrijf voor de netvoeding - aanwijzingen van de solarmodule-fabrikant Omgevingscondities Het bedrijf resp. de opslag van het apparaat buiten het aangegeven gebied geldt als niet volgens de voorschriften. Voor schade die hieruit ontstaat is de fabrikant niet verantwoordelijk. Nadere inlichtingen over de toelaatbare omgevingscondities vindt u in de technische gegevens van uw bedieningshandleiding. Gekwalificeerd personeel De serviceinformaties in deze bedieningshandleiding zijn alleen bestemd voor gekwalificeerd vakkundig personeel. Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Voer a.u.b. geen andere als de in de documentatie aangegeven werkzaamheden uit. Dit geldt ook, als u hiervoor gekwalificeerd bent. Alle kabels en leidingen moeten vast zitten, onbeschadigd, geïsoleerd en voldoende gedimensioneerd zijn. Losse verbindingen, gesmoorde, beschadigde of te gering gedimensioneerde kabels en leidingen moeten onmiddellijk door een geautoriseerd vakbedrijf worden gerepareerd. Onderhoud en reparatie mogen alleen door een geautoriseerd vakbedrijf worden uitgevoerd. Bij extern gekochte onderdelen is niet gewaarborgd dat deze qua constructie en fabricatie aan de belasting en veiligheid beantwoorden. Alleen originele onderdelen gebruiken (geldt ook voor standaardonderdelen). Zonder toestemming van de fabrikant geen veranderingen, inbouw- of verbouwingswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Beschadigde onderdelen onmiddellijk vervangen. ud_fr_se_sv_00927 022009 II

Veiligheidsmaatregelen op de standplaats Bij de installatie van apparaten met koelluchtopeningenn ervoor zorgen dat de koellucht ongehinderd door de luchtopeningen in en uit kan stromen. Het apparaat alleen volgens de op het vermogensplaatje aangegeven beschermingsklasse in bedrijf nemen. Informatie over de geluidsemissiewaarden De inverter produceert in vollastbedrijf een maximaal geluidsniveau van <80dB(A) (ref. pw) volgens IEC 6209-. De koeling van het apparaat wordt m.b.v. een elektronische temperatuurregeling zo geluidsarm mogelijk verzorgd, en hangt af van het geleverde vermogen, de omgevingstemperatuur, de mate van vervuiling van het apparaat, enz. Voor dit apparaat kan geen werkplekspecifieke emissiewaarde worden gegeven, aangezien het daadwerkelijke geluidsniveau sterk afhankelijk is van de montagesituatie, de kwaliteit van het stroomnet, de omringende muren en de algemene omgevingseigenschappen. EMV-apparaatclassificaties Apparaten van emissieklasse A: - zijn uitsluitend bedoeld voor toepassing in industriegebieden - kunnen in andere gebieden leidinggebonden storingen of storingen door straling veroorzaken Apparaten van emissieklasse B: - voldoen aan de emissievereisten voor woon- en industriegebieden Dit geldt ook voor woongebieden waar de energievoorziening is gebaseerd op het openbare laagspanningsnet. EMV-apparaatclassificatie volgens kenplaatje of technische gegevens EMV-maatregelen In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaarden, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld als zich op de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatielocatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers). In dat geval is de gebruiker verplicht afdoende maatregelen te treffen om de storing op te heffen. Netaansluiting Apparaten met een hoog vermogen (> 6 A) kunnen vanwege de hoge stroom die de hoofdvoeding nodig heeft, de spanningkwaliteit van het net beïnvloeden. Dit kan voor bepaalde typen apparaten consequenties hebben in de vorm van: - aansluitbeperkingen - eisen m.b.t. de maximaal toelaatbare netimpedantie *) - eisen m.b.t. het minimaal vereiste kortsluitvermogen *) *) bij de aansluiting op het openbare net zie technische gegevens In dat geval moet de eigenaar of gebruiker van het apparaat eerst nagaan of het apparaat wel mag worden aangesloten. Indien nodig, dient hiertoe te worden overlegd met de energieleverancier. III ud_fr_se_sv_00927 022009

Elektrische installaties Elektrische installaties alleen volgens de desbetreffende nationale en regionale normen en voorschriften uitvoeren. ESD-veiligheidsmaatregelen Gevaar van beschadiging van elektronische componenten door elektrische ontlading. Bij vervanging en installatie van de componenten geschikte ESDveiligheidsmaatregelen treffen. Veiligheidsmaatregelen bij normaal bedrijf Het apparaat alleen in bedrijf nemen, als alle veiligheidsinrichtingen goed functioneren. Functioneren de veiligheidsinrichtingen niet helemaal goed, bestaat gevaar voor - leven en goed van het bedienende personeel of derde, - het apparaat en andere materiële waarden van de ondernemer, - het efficiënte werken met het apparaat. Niet goed functionerende veiligheidsinrichtingen vóór het inschakelen van het apparaat door een geautoriseerd vakbedrijf laten repareren. Veiligheidsinrichtingen nooit ontwijken of buiten werking stellen. Veiligheidskeurmerk Apparaten met CE-keurmerk voldoen aan de principiële eisen van de richtlijn voor laagspannings- en elektromagnetische compatibiliteit. Nadere inlichtingen hierover vindt u in de annex resp. in het hoofdstuk Technische gegevens van uw documentatie. Afvoeren als afval Gooi dit apparaat niet bij het huishoudelijk afval! Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG met betrekking tot elektrische en elektronische apparatuur en omgezet in nationaal recht moeten afgedankte elektrische gereedschappen gescheiden worden ingezameld en gerecycled om het milieu te ontzien. Lever daarom uw afgedankte apparaat bij uw leverancier in of vraag informatie over een lokaal, geautoriseerd inzamelpunt resp. afvalverwerkingssysteem. Het negeren van deze EU-richtlijn kan negatieve gevolgen hebben voor het milieu en uw gezondheid! Gegevensveiligheid Voor de gegevensopslag van wijzigingen in vergelijkting met de fabrieksinstellingen is de gebruiker verantwoordelijk. Voor gewiste persoonlijke instellingen is de fabrikant niet verantwoordelijk. Auteursrecht Het auteursrecht van deze bedieningshandleiding blijft bij de fabrikant. Tekst en afbeeldingen stemmen bij het in druk gaan met de laatste stand der techniek overeen. Wijzigingen voorbehouden. De inhoud van deze bedieningshandleiding is geen basis voor vorderingen van de koper. Voor verbeteringsadviezen en het melden van fouten in deze bedieningshandleicing zijn wij dankbaar. ud_fr_se_sv_00927 022009 IV

Inhoudsopgave Algemene informatie 7 Beveiliging van personen en apparaten... 9 Veiligheid... 9 Beveiliging van personen en apparaten... 9 RCMU... 9 Netbewaking... 9 Waarschuwingen op het apparaat... 0 Gebruik overeenkomstig de bedoeling... 2 Gebruik overeenkomstig de bedoeling... 2 Inzetgebied... 2 Bepalingen voor de fotovoltaïsche installatie... 2 De Fronius IG-TL in het fotovoltaïsche systeem... 3 Algemeen... 3 Taken... 3 Omvorming van gelijk- in wisselstroom... 3 Volautomatisch bedrijf... 3 Afleesfunctie en gegevenscommunicatie... 3 Solarmodule-stringmonitoring... 4 Systeemuitbreidingen... 4 Actieve koeling van de inverter... 4 Vermogens-derating... 4 Installatie en ingebruikneming 5 Fronius IG-TL monteren en aansluiten... 7 Opbouw van de Fronius IG-TL... 7 Overzicht... 7 Keuze van de montageplaats... 8 Keuze van de montageplaats, algemeen... 8 Keuze van de montageplaats voor binnenmontage... 9 Keuze van de montageplaats voor buitenmontage... 9 Aansluitmogelijkheden en voorgestanste breukplaatsen in de Fronius IG-TL... 20 Aansluitmogelijkheden van de Fronius IG-TL... 20 Voorgestanste breukplaatsen in de Fronius IG-TL... 20 Muursteun monteren... 22 Aanbevolen schroeven... 22 Muursteun en vermogensmodule losmaken... 22 Montagestand... 22 Muursteun monteren - montage tegen de muur... 23 Muursteun monteren - montage op een zuil... 24

Fronius IG-TL op het openbare net aansluiten (AC)... 25 Netmonitoring... 25 AC aansluitklemmen... 25 Aansluiten van aluminiumkabels... 25 Kabeldoorsnede van AC-kabels... 26 Veiligheid... 26 Fronius IG-TL op het openbare net aansluiten (AC)... 27 Aanbeveling voor afzekering aan wisselstroomzijde... 27 Solarmodulestrings op de Fronius IG-TL aansluiten (DC)... 28 Toepassingsgebied van de Fronius IG-TL... 28 Algemeen over solarmodules... 28 Veiligheid... 28 Aansluitklemmen aan DC-zijde... 29 Aansluiten van aluminiumkabels... 29 Kabeldoorsnede van de solarmodulestrings... 30 Ompoling van de solarmodulestrings... 30 Solarmodulestrings op de Fronius IG-TL aansluiten (DC)... 3 Stringzekeringen in de Fronius IG-TL aanbrengen... 33 Algemeen... 33 Stringzekeringen kiezen... 33 Veiligheid... 33 Stringzekeringen in de Fronius IG-TL aanbrengen... 34 Criteria voor de juiste keuze van stringzekeringen... 36 Algemeen... 36 Criteria voor de juiste keuze van stringzekeringen... 36 Gevolgen van te lichte zekeringen... 36 Aanbeveling voor ze zekeringen... 36 Zekeringen... 37 Toepassingsvoorbeeld... 37 Vermogensmodule aan de muursteun ophangen... 38 Vermogensmodule aan de muursteun ophangen... 38 Datacommunicatie en Solar Net... 39 Insteekeenheid voor datacommunicatie... 39 Aansluitingen voor de datacommunicatie... 39 Solar Net en gegevensverbinding... 40 Voorbeeld... 4 Datacommunicatiekabel op de inverter aansluiten... 4 USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware... 42 USB-stick als datalogger... 42 Data op de USB-stick... 42 Datahoeveelheid en opslagcapaciteit... 43 Buffergeheugen... 43 Passende USB-sticks... 44 USB-stick voor het actualiseren van de inverter-software... 45 USB-stick verwijderen... 45 Eerste ingebruikneming... 46 Configuratie af fabriek... 46 Eerste ingebruikneming... 46 2

Bediening 49 Bedieningselementen en aanduidingen... 5 Bedieningselementen en aanduidingen... 5 Display... 52 Symbolen voor indeling van de functietoetsen... 52 Controle- en status-led s... 53 Opstartfase en levering aan het net... 54 Startup-fase... 54 Levering aan het net... 54 Navigatie op menuniveau... 55 Displayverlichting activeren... 55 Automatisch Uitschakelen van de displayverlichting / Overschakelen naar de afleesmodus NOW... 55 Basismenu oproepen... 55 Afleesmodus activeren... 56 De afleesmodi... 56 De afleesmodi... 56 Overzicht van afleeswaarden... 57 Afleeswaarden in afleesmodus NOW... 58 Afleesmodus NOW selecteren... 58 Afleeswaarden in afleesmodus NOW... 58 Afleeswaarde in de afleesmodi TODAY / YEAR / TOTAL... 60 Afleesmodus TODAY / YEAR / TOTAL selecteren... 60 Afleeswaarde in de afleesmodi TODAY / YEAR / TOTAL... 6 Het Setup-menu... 63 Voorinstellingen... 63 Het Setup-menu binnengaan... 63 Tussen menuopties bladeren... 63 Standby... 64 Contrast... 64 Verlichting... 64 Menuopties in het Setup menu... 64 Taal... 65 Valuta... 65 CO2-factor... 65 Earnings... 65 Inverternummer... 66 DATCOM... 66 USB... 67 String Control... 68 Apparaatinformatie... 70 Tijd... 70 Status LT... 70 Versie... 7 Menuopties instellen en weergeven... 72 Menuopties instellen, algemeen... 72 Een menuoptie verlaten... 72 3

Stand-by-functie instellen - handmatig uitschakelen van de levering aan het net... 72 Hervatting van de levering aan het net... 73 Displayverlichting instellen... 74 Displaycontrast instellen... 74 Displaytaal instellen... 75 Valuta en voedingstarief instellen... 75 Factor voor de CO2-reductie instellen... 77 De offset-waarde voor de totale energieweergave en de meet-compensatiefactor instellen... 78 Nummer van de inverter instellen... 80 Parameter in menuoptie DATCOM bekijken en instellen... 8 USB-stick veilig verwijderen... 85 Invertersoftware met behulp van USB-stick actualiseren... 86 Logginginterval instellen... 89 Status van de solarmodule-stringmonitoring weergeven... 90 Solarmodule-stringmonitoring activeren... 9 Maximale afwijking voor de solarmodule-stringmonitoring instellen... 93 Threshold voor de solarmodule-stringmonitoring instellen... 95 Voor het nutsbedrijf relevante instellingen weergeven... 97 Tijd en datum instellen... 97 Status van de vermogensmodule weergeven... 99 Versie weergeven... 99 Toetsblokkering in- en uitschakelen... 0 Algemeen... 0 Het menu Toetsblokkering (LOCK) binnengaan... 0 Toetsblokkering (LOCK) in-/ uitschakelen... 02 Storingen opheffen en onderhoud 03 Statusdiagnose en storingen opheffen... 05 Weergave van statusmeldingen... 05 Volledig uitvallen van het display... 05 Statusmeldingen - Klasse... 06 Statusmeldingen - Klasse 3... 07 Statusmeldingen - Klasse 4... 09 Statusmeldingen - Klasse 5...4 Statusmeldingen - Klasse 7...5 Statusmeldingen - Klasse 0-2... 22 Klantenservice... 22 Onderhoud... 23 Veiligheid... 23 Algemeen... 23 Fronius IG-TL voor onderhoudswerkzaamheden openen... 23 Bedrijf in omgevingen met een sterke stofontwikkeling... 24 Stringzekeringen vervangen... 26 Veiligheid... 26 Voorbereiding... 26 Zekering vervangen... 27 Voorbereiding... 27 4

Afsluitende handelingen... 28 Annex 3 Technische gegevens... 33 Fronius IG-TL 3.0... 33 Fronius IG-TL 3.6... 34 Fronius IG-TL 4.0... 35 Fronius IG-TL 5.0... 36 Beveiligingen alle inverters... 37 Verklaring van de voetnoten... 37 Aangehouden normen en richtlijnen... 38 CE-merkteken... 38 Aangehouden normen en richtlijnen... 38 Net-interface... 38 Parallelbedrijf van zelfopwekkingsinstallaties... 38 Schakeling ter verhindering van het eilandbedrijf... 38 Netuitval... 38 Garantie en recycling... 39 Fronius fabrieksgarantie... 39 Garantieverlenging... 39 Bepalingen binnen de garantieperiode... 39 Transport... 39 Punten waarmee bij garantie rekening moet worden gehouden... 39 Omvang en geldigheid van de fabrieksgarantie... 40 Uitzonderingen van de Fronius fabrieksgarantie... 40 Geografische geldigheid... 4 Overige wettelijke aanwijzingen... 4 5

6

Algemene informatie 7

8

Beveiliging van personen en apparaten Veiligheid WAARSCHUWING! Verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden kunnen ernstig persoonlijk letsel en zware materiële schade veroorzaken. De inverter mag alleen door geschoold personeel en uitsluitend in het kader van de technische voorschriften in bedrijf worden gesteld. Vóór de ingebruikstelling en het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden in ieder geval eerst het hoofdstuk Veiligheidsbepalingen lezen. Beveiliging van personen en apparaten Door zijn opbouw en werkwijze biedt de inverter een maximum aan veiligheid, zowel bij de montage als tijdens het bedrijf. De inverter voldoet aan de voorwaarden ter beveiliging van personen en apparaten: a) door een RCMU b) door de netmonitoring RCMU RCMU = Residual Current Monitoring Unit (wissel- en gelijkstroomgevoelige reststroom monitorunit) De inverter is uitgerust met een wissel- en gelijkstroomgevoelige reststroom monitorunit volgens DIN VDE 026--. Deze bewaakt de stroom vanaf de solarmodule tot aan de netaansluiting van de inverter en scheidt de inverter bij een ontoelaatbare stroom van het net. Afhankelijk van het beveiligingssysteem van de installatie of de eisen van het nutsbedrijf kan bovendien een extra stroombeveiliging zijn vereist. In dit geval moet een stroombeveiligingsschakelaar met een uitschakelstroom van minimaal 00 ma worden toegepast. Netmonitoring De inverter houdt bij abnormale nettoestanden (bijvoorbeeld netuitschakeling, onderbreking, enz.) onmiddellijk op met werken en onderbreekt de levering aan het stroomnet. Het bewaken van het net vindt plaats door: - spanningsbewaking - frequentiebewaking - Monitoring van de eilandverhoudingen 9

Waarschuwingen op het apparaat Op de muursteun van de inverter bevinden zich waarschuwingen en veiligheidssymbolen. Deze waarschuwingen en veiligheidssymbolen mogen noch worden verwijderd noch worden overgeschilderd. De waarschuwingen en symbolen waarschuwen tegen verkeerde bediening die kan resulteren in ernstig letsel en ernstige schade aan eigendommen. 0

Waarschuwingen op het apparaat (vervolg) Veiligheidssymbolen: Gevaar van ernstig lichamelijk letsel en zware materiële schade door onjuiste bediening Beschreven functies pas gebruiken nadat de volgende documenten volledig zijn gelezen en begrepen: - deze gebruiksaanwijzing - alle handleidingen van de systeemcomponenten van de fotovoltaïsche installatie, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften Gevaarlijke elektrische spanning Tekst van de waarschuwingen: WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Vóór het openen van het apparaat ervoor zorgen dat de ingangszijde en de uitgangszijde van het apparaat spanningsvrij zijn! Ontlaadtijd van condensatoren afwachten. De ontlaadtijd bedraagt 3 minuten. Gevaarlijke spanning door solarmodules die aan licht worden blootgesteld. Het aansluitgedeelte mag uitsluitend worden geopend door elektromonteurs die hiertoe zijn bevoegd. VOORZICHTIG! Inverters en andere stroomvoerende onderdelen van een fotovoltaïsche installatie kunnen beschadigd raken door onjuiste of onvakkundige installatie. Een onjuiste of onvakkundige installatie kan leiden tot oververhitting van kabels en klemmen, en tot het ontstaan van lichtbogen. Hierdoor kunnen thermische beschadigingen ontstaan, die brand tot gevolg kunnen hebben. Let bij het aansluiten van de wisselstroom- en gelijkstroomkabels op het volgende: - Zet alle aansluitklemmen met het aanhaalmoment vast dat in de gebruiksaanwijzing is aangegeven - Zorg ervoor dat kabels niet worden overbelast - Controleer of de kabels correct zijn gelegd en onbeschadigd zijn - Houd u aan de veiligheidsaanwijzingen, de gebruiksaanwijzing en de ter plaatse geldende regelgeving Geachte Fronius-klant, Via dit informatieblad willen wij u erop attenderen dat het van het grootste belang is dat u zich bij aansluiting, installatie en bediening houdt aan de aanwijzingen van de fabrikant. Voer alle aansluiten installatiewerkzaamheden precies volgens de aanwijzingen en voorschriften uit om risico s tot een minimum te beperken. Het aanhaalmoment van de aansluitklemmen vindt u in de gebruiksaanwijzing van het betreffende apparaat.

Gebruik overeenkomstig de bedoeling Gebruik overeenkomstig de bedoeling De solarinverter Fronius IG-TL is uitsluitend bestemd gelijkstroom van de solarmodules in wisselstroom om te vormen en deze aan het openbare elektriciteitsnet te leveren. Als gebruik niet overeenkomstig de bedoeling geldt: - een ander of afwijkend gebruik dat niet geldt als gebruik overeenkomstig de bedoeling - veranderingen aan de Fronius IG-TL, die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen - het inbouwen van componenten, die niet uitdrukkelijk door Fronius worden aanbevolen of verkocht. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade. Aanspraak op garantie vervalt. Tot gebruik overeenkomstig de bedoeling behoort ook - het naleven van alle aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing - het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Alle door de fabrikant van de solarmodule aanbevolen maatregelen voor een duurzaam behoud van de eigenschappen van de solarmodule opvolgen. Toepassingsgebied De inverter werd uitsluitend voor het gebruik in netgekoppelde fotovoltaïsche installaties ontwikkeld, het van het openbare stroomnet onafhankelijk opwekken van stroom is niet mogelijk. Bepalingen voor de fotovoltaïsche installatie OPMERKING! De inverter is uitsluitend voor de aansluiting en het gebruik met niet geaarde solarmodules van beveiligingsklasse II bestemd. De solarmodules mogen noch op de pluspool noch op de minpool zijn geaard. Het gebruik in combinatie met andere gelijkstroomgeneratoren (bijv. windgeneratoren) is niet toegestaan. Bij het aanleggen van de fotovoltaïsche installatie erop letten, dat alle componenten van de fotovoltaïsche installatie uitsluitend binnen hun toelaatbare werkgebied worden gebruikt. 2

De Fronius IG-TL in het fotovoltaïsche systeem Algemeen De solar-inverter Fronius IG-TL is een uiterst gecompliceerd verbindend element tussen de solarmodules en het openbare stroomnet. Taken De hoofdtaken van de inverter zijn: - Omvorming van gelijkstroom in wisselstroom - Volautomatisch bedrijf - Afleesfunctie en gegevenscommunicatie Omvorming van gelijkstroom in wisselstroom De inverter vormt de door de solarmodules opgewekte gelijkstroom om in wisselstroom. Deze wisselstroom wordt synchroon aan de netspanning in het huisnet of aan het openbare stroomnet geleverd. Volautomatisch bedrijf De inverter werkt volautomatisch. Zodra na zonsopgang genoeg energie voor de solarmodules ter beschikking staat, begint de stuur- en regeleenheid met het bewaken van de netspanning en de netfrequentie. Bij voldoende zoninstraling begint de fotovoltaïsche inverter met de levering aan het net. De inverter werkt altijd zo, dat het maximaal mogelijke vermogen aan de solarmodules wordt ontnomen. Deze werking wordt als Maximum Power Point Tracking (MPPT) aangeduid. Zodra na invallen van de schemering het aanbod van energie voor de levering aan het stroomnet niet meer voldoende is, onderbreekt de inverter de verbinding met het stroomnet volledig en schakelt uit. Alle instellingen en opgeslagen gegevens blijven bewaard. Afleesfunctie en gegevenscommunicatie Het display op de inverter is de interface tussen de inverter en de gebruiker. De vormgeving van de display is op een simpele bediening en een permanente beschikbaarheid van de installatiegegevens afgestemd. 3

Afleesfunctie en gegevenscommunicatie (vervolg) De inverter beschikt over fundamentele functies voor het verzamelen van de minimale en maximale waarden op dag-, jaar- en totaalbasis, de waarden worden op het display weergegeven. Een uitgebreid aanbod aan datacommunicatie-elementen maakt een groot aantal notitie- en visualiseringvarianten mogelijk. Solarmodulestringmonitoring De inverter beschikt over een functie voor het monitoren van ingaande solarmodulestrings, om fouten in het solarmoduleveld te kunnen herkennen. Systeemuitbreidingen De inverter is voor de meest uiteenlopende systeemuitbreidingen voorbereid, zoals bijvoorbeeld: - datalogger voor registratie en beheer van de gegevens van een fotovoltaïsche installatie met een PC, inclusief datalogger en modemverbinding - Diverse grote displays - Actoren (bijvoorbeeld: relais, alarmen) - Fronius Sensor Box (bijvoorbeeld voor temperatuur, instraling, energiemeting, enz.) - Fronius DC Box 60/2 (verzamelbox) Actieve koeling van de inverter De temperatuur- en toerentalgeregelde, met kogellagers uitgeruste ventilator van de inverter zorgt voor: - een optimale koeling van de inverter - een hoger rendement - koelere onderdelen en dus een langere levensduur - zo laag mogelijk energieverbruik en een zo laag mogelijke geruisontwikkeling - Gewichtsbesparing door verkleining van het koellichaamoppervlak De vermogens-derating regelt het vermogen van de inverter tijdelijk zo ver terug, dat de temperatuur de toelaatbare waarde niet overschrijdt. De inverter blijft zo lang mogelijk zonder onderbrekingen klaar voor gebruik. Vermogensderating Mocht ondanks het hoogste toerental van de ventilator het niet mogelijk zijn voldoende warmte af te voeren, dan vindtvanaf een omgevingstemperatuur van 40 C ter bescherming van de inverter een zogenaamde vermogens-derating plaats (bijvoorbeeld bij schakelkasten zonder voldoende warmteafvoer). 4

Installatie en ingebruikneming 5

6

Fronius IG-TL monteren en aansluiten Opbouw van de Fronius IG- TL De inverter bestaat uit de volgende hoofdcomponenten: - Muursteun met aansluitgedeelte - Vermogensmodule met insteekeenheid voor datacommunicatie - Deksel De inverter wordt in gemonteerde toestand geleverd. Hoofdcomponenten van de Fronius IG-TL Overzicht Fronius IG-TL monteren en aansluiten omvat de volgende rubrieken: - Keuze van de montageplaats - Aansluitmogelijkheden en voorgestanste breukplaatsen in de Fronius IG-TL - Muursteun monteren - Fronius IG-TL op het openbare net aansluiten (AC) - Solarmodulestrings op de Fronius IG-TL aansluiten (DC) - Stringzekeringen aanbrengen - Criteria voor de juiste keuze van stringzekeringen - Vermogensmodule aan de muursteun ophangen 7

50 mm Keuze van de montageplaats Keuze van de montageplaats, algemeen Bij de keuze van de montageplaats voor de inverter moet op de volgende criteria worden gelet: Installatie alleen: - op een stevige, verticale muur - op een niet brandbare ondergrond Max. omgevingstemperaturen: -20 C / +55 C Relatieve luchtvochtigheid: 0-95 % Hoogte boven de zeespiegel: tot 2000 m - Aan beide zijden van de inverter mogen zich binnen een bereik van 200 mm rondom de koelluchtsleuven geen andere voorwerpen bevinden. - Houd tussen elke Fronius IG-TL afzonderlijk een zijdelingse afstand van 300 mm aan. 200 mm 300 mm De richting van de luchtstroom binnen de inverter verloopt van links naar rechts (toevoer van koude lucht links, afvoer van warme lucht rechts). Bij het inbouwen van de inverter in een schakelkast of soortgelijke afgesloten ruimte door geforceerde ventilatie voor voldoende warmteafvoer zorgen. De inverter is zowel voor montage binnen als buiten geschikt. 8

Keuze van de montageplaats voor binnenmontage In verband met lichte geruisproductie onder bepaalde bedrijfsomstandigheden de inverter niet in onmiddellijke woonomgevingen monteren. De inverter niet monteren in: - Ruimtes met sterke stofontwikkeling - Ruimtes met sterke stofontwikkeling van geleidende deeltjes (bijvoorbeeld spanen ijzer) - Ruimtes met bijtende dampen, zuren of zouten - Ruimtes met een verhoogd risico op ongevallen door dieren (paarden, runderen, schapen, varkens, enz.) - Stallen en aangrenzende ruimtes - Opslag- en voorraadruimtes voor hooi, stro, haksel, krachtvoer, meststoffen, enz. - Opslag- en verwerkingsruimtes voor fruit, groenten en wijnbouwproducten - Ruimtes voor de verwerking van granen, groenvoer en voerproducten - Kassen Keuze van de montageplaats voor buitenmontage De inverter is op basis van zijn beschermingsklasse IP55 ongevoelig voor spatwater uit alle richtingen en kan ook in vochtige omgevingen worden toegepast. Om de opwarming van de inverter zo gering mogelijk te houden, de inverter niet aan directe zonnestralen blootstellen. Bij voorkeur de inverter op een beschutte plaats monteren, bijvoorbeeld in de omgeving van de solarmodule of onder een dak. 9

Aansluitmogelijkheden en voorgestanste breukplaatsen in de Fronius IG-TL Aansluitmogelijkheden van de Fronius IG- TL () (5) (2) (3) (4) Aansluitmogelijkheden op de muursteun van de Fronius IG-TL Nr. Beschrijving () DC+ aansluitklemmen (2) Trekontlasting (3) DC- aansluitklemmen (4) Metrische draad M32 of M40 (AC aansluiting) (5) AC aansluitklemmen Voorgestanste breukplaatsen in de Fronius IG-TL Bij het aansluitgedeelte zijn meerdere voorgestanste breukplaatsen van verschillende grootte aangebracht. Na het uitbreken dienen de ontstane openingen als ingangen van DC kabels. () (2) (3) (4) Voorgestanste breukplaatsen in de muursteun van de Fronius IG-TL 20

Voorgestanste breukplaatsen in de Fronius IG-TL (vervolg) OPMERKING! Slechts zoveel breukplaatsen uitbreken, als er kabels zijn (bijvoorbeeld voor 3 modulestrings 6 openingen maken) Nr. Beschrijving () 5 ingangen voor DC+ kabels, kabeldiameter min. 4 - max. 9 mm (2) ingang voor DC+ kabel, kabeldiameter min. 4 - max. mm (3) 5 ingangen voor DC- kabels, kabeldiameter min. 4 - max. 9 mm (4) ingang voor DC- kabel, kabeldiameter min. 4 - max. mm 2

Muursteun monteren Keuze van de pluggen en schroeven Belangrijk! Afhankelijk van de ondergrond zijn diverse pluggen en schroeven voor de montage van de muursteunen nodig. Pluggen en schroeven behoren echter niet tot de leveringsomvang van de inverter. De monteur is zelf verantwoordelijk voor het kiezen van passende pluggen en schroeven. De schroefkophoogte van de gebruikte schroeven mag maximaal 6 mm bedragen. Bij gebruik van ringen moet de maximum schroefkophoogte met de dikte van de ring worden verkleind. Aanbevolen schroeven Voor de montage van de inverter raad Fronius aan, schroeven met een doorsnede van minimaal 6 mm te gebruiken. Muursteun en vermogensmodule losmaken De zijkanten van het deksel zijn zo geconstrueerd, dat deze als grepen fungeren. 2 2 2 2 2 2 2 2 2 6x VOORZICHTIG! Een ontoereikende verbinding van de aardedraad kan ernstig lichamelijk letsel en omvangrijke materiële schade veroorzaken. De schroeven van het huis zijn een geschikte verbinding voor de draad voor het aarden van het huis en mogen in geen geval door andere schroeven zonder betrouwbare aardedraad worden vervangen. Montagestand OPMERKING! De inverter is uitsluitend voor de verticale montage op een niet brandbare ondergrond geschikt, bijvoorbeeld tegen de muur, op een zuil, op een metalen steun, enz. 22

Muursteun monteren - montage tegen de muur VOORZICHTIG! Kans op beschadiging van de inverter door vuil of water bij de aansluitklemmen en contacten van het aansluitgedeelte. - Bij het boren erop letten dat de aansluitklemmen en contacten bij het aansluitgedeelte niet vuil of nat worden. - De muursteun zonder vermogensmodule heeft niet de beschermingsklasse van de gehele inverter en mag daarom niet zonder vermogensmodule worden gemonteerd. Muursteun bij het monteren tegen vuil en vocht beschermen. min. 50 mm min. 2 in. 2 2 3 (*) 2 4 3 Belangrijk! De muursteun zo monteren, dat de displaymarkering (*) op de muursteun zich op ooghoogte bevindt. 3 2 3 OPMERKING! Bij de montage van de muursteun tegen de muur erop letten dat de muursteun niet kromtrekt of wordt vervormd. 4 23

Muursteun monteren - montage op een zuil VOORZICHTIG! Kans op beschadiging van de inverter door vuil of water bij de aansluitklemmen en contacten van het aansluitgedeelte. - Bij het boren erop letten dat de aansluitklemmen en contacten bij het aansluitgedeelte niet vuil of nat worden. - De muursteun zonder vermogensmodule heeft niet de beschermingsklasse van de gehele inverter en mag daarom niet zonder vermogensmodule buiten worden gemonteerd. Muursteun bij het monteren tegen vuil en vocht beschermen. min. 50 mm min. 2 in. 2 2 (*) 3 2 Belangrijk! De muursteun zo monteren, dat de displaymarkering (*) op de muursteun zich op ooghoogte bevindt. 3 2 OPMERKING! Bij de montage van de muursteun tegen de muur erop letten dat de muursteun niet kromtrekt of wordt vervormd. 3 24

Fronius IG-TL op het openbare net aansluiten (AC) Netmonitoring Belangrijk! Voor een optimale werking van de netmonitoring moet de weerstand in de toevoerleidingen naar de AC-aansluitklemmen zo gering mogelijk zijn. AC aansluitklemmen AC Verklaring van de tekens: L Fasekabel N Neutrale kabel PE Randaarde / aardaansluiting PE PE N L max. draaddoorsnede per ader: 6 mm² min. draaddoorsnede per ader: in overeenstemming met de afgezekerde waarde aan AC-zijde, maar minstens 2,5 mm² OPMERKING! Op de linker AC-aansluitklem geen draad aansluiten, omdat deze klem intern is overbrugd. OPMERKING! De fase kabel (L), de neutrale kabel (N) en de aardekabel (PE) correct aansluiten! Aansluiten van aluminiumkabels De AC-aansluitklemmen zijn geschikt voor het aansluiten van eendradige ronde en sectorvormige aluminiumkabels. Vanwege de niet-geleidende oxidelaag van aluminium moet u bij het aansluiten van aluminiumkabels rekening houden met de volgende punten: - gereduceerde gemeten stroom voor aluminiumkabels - de hierna vermeldeaansluitvoorwaarden OPMERKING! Bij het interpreteren van kabeldoorsneden rekening houden met de lokale bepalingen. Aansluitvoorwaarden:. Schraap de oxidelaag zorgvuldig van het geïsoleerde uiteinde van de kabel, bijvoorbeeld met een mes. Belangrijk! Gebruik geen borstel, vijl of schuurpapier; hierdoor blijven er aluminiumdeeltjes achter, die op andere kabels terecht kunnen komen. 25

Aansluiten van aluminiumkabels (vervolg) 2. Smeer na het verwijderen van de oxidelaag het uiteinde van de kabel in met neutraal vet, bijvoorbeeld zuur- en alkalivrije vaseline. 3. Sluit het uiteinde van de kabel direct aan op de klem. Herhaal deze procedure als u de kabel loshaalt van de klem en vervolgens weer wilt aansluiten. Kabeldoorsnede van ACkabels Bij standaard metrische M32 schroefverbinding met reduceerstuk: Kabeldiameter 7-5 mm Bij metrische M32 schroefverbinding (reduceerstuk verwijderd): Kabeldiameter - 2 mm (bij een kabeldiameter van mm verkleint de kracht van de trekontlasting van 00 N tot max. 80 N) Bij metrische M40 schroefverbinding (optie): Kabeldiameter 9-28 mm Bij kleinere kabeldiameters zo nodig reductiestukken toepassen. Veiligheid WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Gevaar door netspanning en gelijkspanning van de solarmodules. - Voor alle aansluitwerkzaamheden ervoor zorgen dat AC- en DC-zijde voor de inverter spanningsvrij zijn. - De apparatuur mag uitsluitend door een bevoegde elektrotechnicus op het openbare stroomnet worden aangesloten. VOORZICHTIG! Risico op beschadiging van de inverter door niet volledig aangedraaide aansluitklemmen. Niet volledig aangedraaide aansluitklemmen kunnen thermische schade aan de inverter veroorzaken en uiteindelijk leiden tot brand. Let er bij het aansluiten van de wisselstroom- en gelijkstroomkabels op dat alle aansluitklemmen stevig zijn aangedraaid met het aangegeven aanhaalmoment. 26

Fronius IG-TL op het openbare net aansluiten (AC) 2 Aanhaalmoment: min.,5 Nm max.,7 Nm 6 3x OFF 3 4 5 AC 7 60-80 mm 2 mm 2 Aanhaalmoment: 7,5 Nm OPMERKING! Bij het vastzetten van de wisselstroomkabels met metrische schroefverbinding erop letten dat de aangesloten kabels geen lussen vormen. De inverter kan onder bepaalde omstandigheden dan niet meer worden gesloten. OPMERKING! Controleer of de neutrale kabel van het net geaard is. Bij IT-netten (geïsoleerde netten zonder aarde) is niet mogelijk en kan de inverter niet werken. Aanbeveling voor afzekering aan wisselstroomzijde Inverter Fasen max. vermogen Afzekering Fronius IG-TL 3.0 330 W x C 25 A Fronius IG-TL 3.6 3760 W x C 25 A Fronius IG-TL 4.0 490 W x C 32 A Fronius IG-TL 5.0 5250 W x C 32 A OPMERKING! De inverter is uitgerust met een wissel- en gelijkstroomgevoelige reststroom monitorunit volgens DIN VDE 026- -. Deze bewaakt de stroom vanaf de solarmodule tot aan de netaansluiting van de inverter en scheidt de inverter bij een ontoelaatbare stroom van het net. Wanneer op basis van lokale bepalingen een externe stroombeveiligingsschakelaar is voorgeschreven, moet deze over een berekende capaciteit van minimaal 00 ma beschikken. Bij gebruik van meer dan een inverter moet voor elke aangesloten inverter een stroom van 00 ma worden aangehouden, bijvoorbeeld: bij twee op een stroombeveiligingsschakelaar aangesloten inverters moet een stroombeveiligingsschakelaar met een capaciteit van minimaal 200 ma worden toegepast. 27

Solarmodulestrings op de Fronius IG-TL aansluiten (DC) Algemeen over solarmodules Toepassingsgebied van de Fronius IG-TL OPMERKING! De inverter is uitsluitend voor de aansluiting en het gebruik met niet geaarde solarmodules van beveiligingsklasse II bestemd. De solarmodules mogen noch op de pluspool noch op de minpool zijn geaard. Het gebruik in combinatie met andere gelijkstroomgeneratoren (bijv. windgeneratoren) is niet toegestaan. Houd rekening met de volgende punten voor een juiste keuze van de solarmodules en een zo rendabel mogelijk gebruik van de inverter: - De nullastspanning van de solarmodule wordt bij constante zoninstraling en dalende temperatuur hoger. De nullastspanning mag niet hoger worden dan 850 volt. Een nullastspanning van meer dan 850 volt heeft vernieling van de inverter tot gevolg; alle aanspraak op garantie komt te vervallen. - Temperatuurcoëfficiënten op het gegevensblad van de solarmodule in acht nemen - Exacte waarden voor het dimensioneren van de solarmodule leveren hiervoor geschikte berekeningsprogramma s, zoals bijvoorbeeld de Fronius Solar.configurator (verkrijgbaar via http://www.fronius.com). OPMERKING! Controleer voor het aansluiten van de solarmodule of de spanningswaarde die met de gegevens voor de solarmodule van de fabrikant is berekend met de praktijk overeenstemt. Veiligheidsaanwijzingen en voorschriften van de solarmodulefabrikant met betrekking tot het aarden van de solarmodule in acht nemen. Solarmodules, die een aardverbinding op de plus- of minpool vereisen, kunnen niet in combinatie met de Fronius IG-TL worden gebruikt. Veiligheid WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Gevaar door netspanning en gelijkspanning van de solarmodules. - Voor alle aansluitwerkzaamheden ervoor zorgen dat AC- en DC-zijde voor de inverter spanningsvrij zijn. - De apparatuur mag uitsluitend door een bevoegde elektrotechnicus op het openbare stroomnet en de solarmodule worden aangesloten. 28

Veiligheid (vervolg) VOORZICHTIG! Risico op beschadiging van de inverter door niet volledig aangedraaide aansluitklemmen. Niet volledig aangedraaide aansluitklemmen kunnen thermische schade aan de inverter veroorzaken en uiteindelijk leiden tot brand. Let er bij het aansluiten van de wisselstroom- en gelijkstroomkabels op dat alle aansluitklemmen stevig zijn aangedraaid met het aangegeven aanhaalmoment. VOORZICHTIG! Risico op beschadiging van de inverter door overbelasting. Sluit maximaal 20 A aan op elke afzonderlijke gelijkstroomaansluitklem. DC+ Aansluitklemmen aan DCzijde DC- DC+ en DC- aansluitklemmen op de Fronius IG-TL Aansluiten van aluminiumkabels De aansluitklemmen aan de DC+ en DC- zijde zijn geschikt voor het aansluiten van enkeldraads ronde en sectorvormige aluminium kabels. Vanwege de niet-geleidende oxidelaag van aluminium moet u bij het aansluiten van aluminiumkabels rekening houden met de volgende punten: - gereduceerde gemeten stroom voor aluminiumkabels - de hierna vermelde aansluitvoorwaarden OPMERKING! Bij het interpreteren van kabeldoorsneden rekening houden met de lokale bepalingen. Aansluitvoorwaarden:. Schraap de oxidelaag zorgvuldig van het geïsoleerde uiteinde van de kabel, bijvoorbeeld met een mes. Belangrijk! Gebruik geen borstel, vijl of schuurpapier; hierdoor blijven er aluminiumdeeltjes achter, die op andere kabels terecht kunnen komen. 29

Aansluiten van aluminiumkabels (vervolg) 2. Smeer na het verwijderen van de oxidelaag het uiteinde van de kabel in met neutraal vet, bijvoorbeeld zuur- en alkalivrije vaseline. 3. Sluit het uiteinde van de kabel direct aan op de klem. Herhaal deze procedure als u de kabel loshaalt van de klem en vervolgens weer wilt aansluiten. Kabeldoorsnede van de solarmodulestrings De kabeldoorsnede van de solarmodulestrings mag per kabel maximaal 6 mm² bedragen. De minimum draaddoorsnede bedraagt 2,5 mm². OPMERKING! Om een effectieve trekontlasting van de solarmodulestrings te waarborgen, uitsluitend even grote draaddoorsneden toepassen. Ompoling van de solarmodulestrings De inverter is bij de vermogensmodule standaard voorzien van 6 metalen pennen in zekeringhouders. Door deze metalen pennen kan de inverter absoluut niet worden omgepoold. Een eventuele ompoling van de solarmodulestrings richt geen schade aan de inverter aan. Worden in plaats van metalen pennen stringzekeringen toegepast, dan kan het ompolen van een afzonderlijke solarmodulestring al tot beschadiging van de inverter en daardoor het in brand raken van de inverter leiden. VOORZICHTIG! Gevaar van beschadiging en brandgevaar van de inverter door een omgepoolde solarmodulestring bij toepassing van stringzekeringen. Het ompolen van solarmodulestrings kan tot een ontoelaatbare overbelasting van een stringzekering leiden. Daardoor kan zich een sterke lichtboog vormen, die tot het in brand raken van de inverter kan leiden. Bij het gebruik van stringzekeringen voor het aansluiten van de afzonderlijke solarmodulestrings altijd op de juiste polariteit letten! 30

DC+ DC- Solarmodulestrings op de Fronius IG-TL aansluiten (DC) OPMERKING! Slechts zoveel breukplaatsen uitbreken, als er kabels zijn (bijvoorbeeld voor 3 DC kabels 3 openingen maken). 2 4 3 2 3 4 2 mm 2 3 4 5 6 5 6x 2 Aanhaalmoment: min.,5 Nm max.,7 Nm 6 3

Solarmodulestrings op de Fronius IG-TL aansluiten (DC) (vervolg) 7 2 mm 8 2 3 4 5 6 9 Aanhaalmoment: min.,5 Nm max.,7 Nm 2 6x 0 Aanhaalmoment: min.,5 Nm max.,9 Nm 4 3 2 max. 850 V Belangrijk! Polariteit en spanning van solarmodulestrings controleren: de spanning mag maximaal 850 volt bedragen, het verschil tussen de afzonderlijke solarmodulestrings mag maximaal 0 volt bedragen. OPMERKING! Bij het vastzetten van de wisselstroomkabels met behulp van de trekontlasting erop letten dat de aangesloten kabels geen lussen vormen. De inverter kan onder bepaalde omstandigheden dan niet meer worden gesloten. 32

Stringzekeringen in de Fronius IG-TL aanbrengen Algemeen De in de rubriek Stringzekeringen in de Fronius IG-TL aanbrengen beschreven handelingen moeten alleen dan worden uitgevoerd, wanneer door de fabrikant van de solarmodule stringzekeringen voor de werking vereist zijn. Stringzekeringen kiezen Wanneer door de fabrikant van de solarmodule voor de werking stringzekeringen zijn vereist, stringzekeringen kiezen aan de hand van de gegevens van de fabrikant van de solarmodule of volgens de rubriek Criteria voor de juiste keuze van stringzekeringen : - max. 20 A per zekeringhouder - max. 6 DC- ingangen - max. A per meetkanaal, indien de solarmodulemonitoring wordt geactiveerd en gebruikt - max. 20 A totale ingangsstroom - Afmetingen van de zekeringen: Diameter 0,3 x 35-38 mm Belangrijk! - Neem de veiligheidsvoorschriften m.b.t. de solarmodule in acht - Neem de eisen van de fabrikant van de solarmodule in acht Veiligheid WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Gevaar door netspanning en gelijkspanning van de solarmodules. - De DC hoofdschakelaar dient uitsluitend voor het stroomloos schakelen van de vermogensmodule. Bij uitgeschakelde DC hoofdschakelaar staat het aansluitgebied als eerder onder spanning. - Werkzaamheden in het aansluitgedeelte mogen uitsluitend door elektroinstallateurs met een licentie worden uitgevoerd. - Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen dan worden uitgevoerd, wanneer de vermogensmodule en het aansluitgedeelte van elkaar zijn gescheiden. - Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden in de vermogensmodule van de inverter mogen uitsluitend door Fronius geschoold servicepersoneel worden uitgevoerd. WAARSCHUWING! Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Gevaar door restspanning van condensatoren. Ontlaadtijd van condensatoren afwachten. De ontlaadtijd bedraagt 3 minuten. 33

Stringzekeringen in de Fronius IG- TL aanbrengen Belangrijk! Bij het naderhand aanbrengen van de stringzekeringen de veiligheidsaanwijzingen in acht nemen! VOORZICHTIG! Gevaar van materiële schade door het binnendringen van water door een ontoereikende schroefverbinding. De schroeven van het deksel dragen bij aan de afdichting van de vermogensmodule en mogen in geen geval door andere schroeven worden vervangen. 4x 2 4 4 2 2 3 3 - Het deksel aan de onderzijde van de vermogensmodule voorzichtig omhoog trekken - in de opening grijpen - lintkabel van display-print lostrekken 34

Stringzekeringen in de Fronius IG-TL aanbrengen (vervolg) 3 4 2 3 4 OPMERKING! - Zekeringen uitsluitend met behulp van zekeringkappen en een tang in de betreffende zekeringhouder aanbrengen - Om het naar buiten vallen van de zekering te voorkomen, de zekeringkap alleen met de opening naar boven in de zekeringhouder aanbrengen - De inverter niet zonder zekeringkappen gebruiken 5 6 4x Aanhaalmoment 3 Nm 4 2 2 3 3 - Deksel schuin op de vermogensmodule aanbrengen, zodat aan de onderzijde van de vermogensmodule een opening blijft bestaan - in de opening grijpen - lintkabel van display-print aansluiten Belangrijk! Polariteit van de solarmodulestrings controleren! 35

Criteria voor de juiste keuze van stringzekeringen Algemeen Door de toepassing van stringzekeringen in de inverter worden de solarmodules extra afgezekerd. Doorslaggevend voor het afzekeren van de solarmodule is de maximale kortsluitstroom (I SC ) van de betreffende solarmodule. Criteria voor de juiste keuze van stringzekeringen Bij het afzekeren van de solarmodulestrings moet er per string aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: - I N >,5 x I SC - I N < 2,00 x I SC - U N >/= 850 V DC - Afmetingen van de zekeringen: Diameter 0,3 x 35-38 mm I N I SC U N Nominale stroomwaarde van de zekering Kortsluitstroom bij standaard testvoorwaarden (STC) volgens blad met technische gegevens van de solarmodule Nominale spanningswaarde van de zekering Gevolgen van te lichte zekeringen Bij te lichte zekeringen is de nominale stroomwaarde van de zekering kleiner dan de kortsluitstroom van de solarmodule. Gevolg: De zekering kan bij intensieve lichtomstandigheden doorslaan. Aanbeveling voor de zekeringen OPMERKING! Kies alleen zekeringen die voor een spanning van 850 volt DC geschikt zijn! Voor een onberispelijke betrouwbaarheid alleen de volgende, door Fronius geteste zekeringen gebruiken: - Cooper Bussmann PV-zekeringen Voor materiële schades of andere voorvallen in combinatie met andere zekeringen is Fronius niet aansprakelijk, alle aanspraken op garantie komen te vervallen. 36

Toepassingsvoorbeeld Bijv.: Maximale kortsluitstroom (I SC ) van de solarmodule = 5,75 A Overeenkomstig de criteria voor de juiste keuze van stringzekeringen moet de nominale stroomwaarde van de zekering groter zijn dan het,5- voudige van de kortsluitstroom: 5,75 A x,5 = 8,625 A volgens tabel Zekeringen te kiezen zekering: PV-0A0F met 0,0 A en een nominale spanning van 000 V gelijkstroom. Zekeringen Nominale stroomwaarde Zekering,0 A PV-A0F 2,0 A PV-2A0F 3,0 A PV-3A0F 4,0 A PV-4A0F 5,0 A PV-5A0F Nominale stroomwaarde Zekering 6,0 A PV-6A0F 8,0 A PV-8A0F 0,0 A PV-0A0F 2,0 A PV-2A0F 5,0 A PV-5A0F Tabel Zekeringen : Uittreksel van passende zekeringen, bijvoorbeeld Cooper Bussmann zekeringen 37

Vermogensmodule aan de muursteun ophangen Vermogensmodule aan de muursteun ophangen De zijkanten van het deksel zijn zo geconstrueerd, dat deze als grepen fungeren. VOORZICHTIG! Een ontoereikende verbinding van de aardedraad kan ernstig lichamelijk letsel en omvangrijke materiële schade veroorzaken. De schroeven van het huis zijn een geschikte verbinding voor de draad voor het aarden van het huis en mogen in geen geval door andere schroeven zonder betrouwbare aardedraad worden vervangen. 2 Aanhaalmoment 2 Nm 2 2 6x 38

Datacommunicatie en Solar Net Insteekeenheid voor datacommunicatie De inverter is aan de onderzijde voorzien van een insteekeenheid voor de datacommunicatie. Na het losdraaien van de 2 schroeven kan de insteekeenheid eruit worden getrokken, waardoor de aansluitingen voor de datacommunicatie toegankelijk worden. Belangrijk! Bij het sluiten van de insteekeenheid voor de datacommunicatie erop letten, dat de beide schroeven voor het afdichten van de inverter weer stevig worden aangehaald. Aansluitingen voor de datacommunicatie (3) (4) (5) (6) USB Do not disconnect while LED is flashing. OUT GND 2 V DC () (2) () (7) (8) (9) Insteekeenheid met aansluitingen voor de datacommunicatie Nr. Beschrijving () Schroef voor het bevestigen van de insteekeenheid voor de datacommunicatie (2) Afdichting voor datacommunicatiekabel (3) USB A bus voor het aansluiten van een USB-stick van maximaal l x b x h = 80 x 33 x 20 mm De USB-stick kan als datalogger voor een inverter fungeren. De USB-stick wordt niet met de inverter meegeleverd. (4) Aansluiting Solar Net IN Fronius Solar Net ingang, voor de verbinding met andere DATCOM-componenten (bijv. inverter, sensorkaarten, etc.) (5) LED Data-overdracht knippert bij het registreren van de loggingdata 39

Aansluitingen voor de datacommunicatie (vervolg) Nr. Beschrijving (6) Eindstekker Voor het aansluiten van meerdere DATCOM-componenten moeten op de eerste en laatste DATCOM-componenten op de IN- of OUTaansluiting een eindstekker worden aangebracht. (zie voorbeeld op de volgende bladzijde). De eindstekker wordt niet met de inverter meegeleverd. (7) Opmerking m.b.t. de veiligheid voor het verwijderen van een USBstick (8) Aansluiting Solar Net OUT Fronius Solar Net uitgang, voor de verbinding met andere DATCOM-componenten (bijv. inverter, sensorbox, etc.) (9) 2 V melduitgang (sluitcontact) voor het aansluiten van een fijnaderige kabel met een doorsnede van max.,5 mm² voor het aansturen van in de handel verkrijgbare 2 V meldunits zoals zoemers, controlelampen of installatierelais; 2 V (+ 0 V / - 2 V / 300 ma) Solar Net en gegevensverbinding Voor individueel gebruik van de systeemuitbreidingen is door Fronius het Solar Net ontwikkeld. Het Solar Net is een gegevensnetwerk dat de koppeling van meerdere inverters aan de systeemuitbreidingen mogelijk maakt. Het Solar Net is een bussysteem. Voor de communicatie van een of meerdere inverters met de systeemuitbreidingen is een enkele kabel voldoende. Verschillende systeemuitbreidingen worden door Solar Net automatisch herkend. Om tussen meerdere identieke systeemuitbreidingen te onderscheiden, moet op de systeemuitbreidingen een individueel nummer worden ingesteld. Om iedere inverter eenduidig in het Solar Net te definiëren, de betreffende inverter eveneens een individueel nummer toewijzen. Toewijzen van een individueel nummer volgens de rubriek Het Setup menu Nadere inlichtingen over de afzonderlijke systeemuitbreidingen staan in de overeenkomstige bedieningshandleidingen aangegeven of op internet onder www.fronius.com. 40

Voorbeeld Registratie en archivering van de inverter- en sensorgegevens met behulp van de Fronius Datalogger Box en de Fronius Sensor Box: Fronius IG-TL Fronius IG-TL Fronius IG-TL Datalogger Box 2 3 IN OUT Sensor Box IN OUT IN OUT IN OUT IN OUT C m/s W/m² Eindstekker Data-netwerk met 3 inverters, een Datalogger Box en een Sensor Box De externe communicatie (Solar Net) geschiedt door de inverter via de insteekeenheid voor de datacommunicatie. De insteekeenheid voor de datacommunicatie is voorzien van twee RS 485 interfaces als in- en uitgang. De verbinding komt tot stand via RJ45-stekkers. Datacommunicatiekabel op de inverter aansluiten 2 3 "click" 2 5x 3 2 4 2 3 Belangrijk! Voor het aansluiten van meerdere DATCOM-componenten moet in elke vrije IN- of OUT-aansluiting van de verschillende DAT- COM-componenten een eindstekker zijn aangebracht. 3 2 Belangrijk! Niet benodigde openingen bij de afdichting met de bijpassende plug afsluiten. 3 4

USB-stick als datalogger en voor het actualiseren van de invertersoftware USB-stick als datalogger Een op de USB A bus aangesloten USB-stick kan als datalogger voor een inverter fungeren. De op de USB-stick opgeslagen loggingdata kunnen te allen tijde - via het meegelogde FLD-bestand in Fronius Solar.access worden geïmporteerd. - via het meegelogde CSV-bestand direct in de programma s van andere aanbieders (bijvoorbeeld Microsoft Excel) worden bekeken. Oudere Excel-versies (tot Excel 2007) hebben een regelbeperking van 65536 tekens. Data op de USB-stick Wordt de USB-stick als datalogger gebruikt, dan worden automatisch drie bestanden aangelegd: - Systeembestand *.sys: Het bestand slaat voor de klant niet relevante informatie van de inverter op. Het bestand mag niet afzonderlijk worden gewist. Alleen alle bestanden (sys, fld, csv) samen wissen. - Logfile TLxxx_yy.fld (xxx = IG-nummer, yy = doorlopend nummer met 2 posities): Logfile voor het uitlezen van data in Fronius Solar.access. - Logfile TLxxx_yy.csv (xxx = IG-Nummer, yy = fortlaufende 2-stellige Nummer): Logfile voor het uitlezen van de data in een spreadsheetprogramma (bijvoorbeeld: Microsoft Excel) Opbouw van het CSV-bestand: ID Inverternummer Invertertype (DatCom code) Logginginterval in secondes Gemiddelde waarde van de loggingintervallen extra informatie Energie in Wattseconden m.b.t. de logginginterval 42