Publicatieblad van de Europese Unie L 362/21

Vergelijkbare documenten
Publicatieblad van de Europese Unie L 162/13

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

RICHTLIJN 2009/145/EG VAN DE COMMISSIE

Invoer en binnenbrengen van zaaizaad en pootgoed voor land- en tuinbouw

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/20/EU VAN DE COMMISSIE

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

BESCHIKKING VAN DE RAAD

L 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

(PB 125 van , blz. 2309)

Regeling verhandeling teeltmateriaal

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

Metrologische Reglementering

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van (Voor de EER relevante tekst) (SLECHTS DE TEKST IN DE DEENSE TAAL IS AUTHENTIEK)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

RICHTLIJN 2002/57/EG VAN DE RAAD van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen

(Tekst geldend op: ) De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

(Niet-wetgevingshandelingen) BESLUITEN

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

Publicatieblad van de Europese Unie L 135/3

L 73/12 Publicatieblad van de Europese Unie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

(Voor de EER relevante tekst)

OMZENDBRIEF ALV/KWA/11

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Voor de EER relevante tekst) (2011/874/EU)

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst)

L 302/28 Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 170/7

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/715 VAN DE COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie L 326/3

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

1997R0258 NL

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Publicatieblad van de Europese Unie L 295/7

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

Geconsolideerde TEKST

Eisen aan het plantenpaspoort

02002L0054 NL

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen RICHTLIJN 2002/55/EG VAN DE RAAD. van 13 juni betreffende het in de handel brengen van groentezaad

xxxxx/ Plant Passport 1

PUBLIC. Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 8424/09 LIMITE COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86

VERORDENINGEN Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1

Publicatieblad van de Europese Unie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841

2009R0041 NL

Publicatieblad van de Europese Unie L 367/23

Voorstel voor een. VERORDENING (EG) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ]

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

NL I Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 43/ 1

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

RICHTLIJN 2002/57/EG VAN DE RAAD van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23

PUBLIC. Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14149/09 LIMITE ENV 649 ENT 183

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr.../2010 VAN DE COMMISSIE

(PB L 227 van , blz. 1)

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 5 ;

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

6850/08 AL/mg DG C I

Publicatieblad van de Europese Unie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 maart 2003 (OR. en) 7276/03 LIMITE AGRILEG 49 ENV 150

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/717 VAN DE COMMISSIE

L 267/8 Publicatieblad van de Europese Unie RICHTLIJNEN

BIJLAGE BIJ EASA-ADVIES NR. 06/2012. VERORDENING (EU) nr.../.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

PUBLIC. Brussel, 19 juni 2009 (22.06) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 11160/09 LIMITE E V 448 E T 146

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

(Voor de EER relevante tekst)

'l \ Regering. Ministerieel besluit tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement van zaaizaden van landbouw- en groentegewassen

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8694/02 UD 31

(Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie

(Voor de EER relevante tekst)

Transcriptie:

9.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 362/21 BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 1 december 2004 tot vaststelling van uitvoeringsregels volgens welke de lidstaten toestemming kunnen geven voor het in de handel brengen van zaai- of pootgoed van rassen waarvoor de opname in de nationale rassenlijst voor landbouw- of groentegewassen is aangevraagd (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 4493) (Voor de EER relevante tekst) (2004/842/EG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Overwegende hetgeen volgt: Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen ( 1 ), en met name op artikel 4 bis, lid 2, (1) Krachtens de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG kunnen de lidstaten producenten van zaai- of pootgoed van landbouwgewassen toestemming geven voor het in de handel brengen van zaai- of pootgoed van een ras waarvoor de opname in de nationale rassenlijst zoals bedoeld in Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen ( 7 ), is aangevraagd. Gelet op Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen ( 2 ), en met name op artikel 4 bis, lid 2, Gelet op Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad ( 3 ), en met name op artikel 6, lid 2, Gelet op Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad ( 4 ), en met name op artikel 23, lid 2, Gelet op Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen ( 5 ), en met name op artikel 6, lid 2, Gelet op Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen ( 6 ), en met name op artikel 6, lid 2, ( 1 ) PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/55/EG van de Commissie (PB L 114 van 21.4.2004, blz. 18). ( 2 ) PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG (PB L 165 van 3.7.2003, blz. 23). ( 3 ) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG. ( 4 ) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1). ( 5 ) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG. ( 6 ) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG. (2) Krachtens Richtlijn 2002/55/EG kunnen de lidstaten kwekers van groentezaad of hun vertegenwoordigers toestemming geven voor het in de handel brengen van zaad van een ras waarvoor bij ten minste één lidstaat de opname in de nationale rassenlijst zoals bedoeld in die richtlijn is aangevraagd. (3) Om de lidstaten in staat te stellen deze toestemming te geven, moeten uitvoeringsregels voor die richtlijnen worden vastgesteld, met name wat betreft de doeleinden waarvoor en de voorwaarden waaronder deze toestemming mag worden gegeven, de etikettering van het verpakte zaai- of pootgoed en, voor landbouwgewassen, de hoeveelheid zaai- of pootgoed. Als het ras afkomstig is van een genetisch gemodificeerd organisme moet het in de handel brengen van dit organisme overeenkomstig de communautaire voorschriften zijn toegestaan. (4) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: HOOFDSTUK I Algemene bepaling Artikel 1 Onderwerp Deze beschikking dient om vast te stellen volgens welke regels een lidstaat toestemming kan geven voor het in de handel brengen van: ( 7 ) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003.

L 362/22 Publicatieblad van de Europese Unie 9.12.2004 a) zaai- of pootgoed van rassen van landbouwgewassen waarvoor bij die lidstaat de opname in de nationale rassenlijst zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2002/53/EG is aangevraagd, behoudens hoofdstuk II van deze beschikking; b) zaad van groenterassen waarvoor bij ten minste één lidstaat de opname in de nationale rassenlijst zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2002/55/EG is aangevraagd en waarvoor specifieke technische gegevens zijn verstrekt, behoudens hoofdstuk III van deze beschikking. HOOFDSTUK II Landbouwgewassen Artikel 2 Toestemming voor het in de handel brengen 1. Voor landbouwgewassen die onder de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG vallen, kan elke lidstaat daar gevestigde producenten toestemming geven voor het in de handel brengen van zaaiof pootgoed van een ras waarvoor de opname in de nationale rassenlijst voor landbouwgewassen (de nationale rassenlijst ) bij die lidstaat is aangevraagd, behoudens de artikelen 3 tot en met 18 van deze beschikking. 2. De lidstaten zien erop toe dat degenen aan wie overeenkomstig deze beschikking toestemming is gegeven, alle aan die toestemming verbonden voorwaarden en beperkingen naleven. Artikel 4 Doel Er wordt alleen toestemming gegeven voor proeven op landbouwbedrijven om gegevens over de teelt of het gebruik van het ras te verzamelen. Artikel 5 Technische voorwaarden 1. Voor zaad van groenvoedergewassen gelden de voorwaarden in de bijlagen I en II bij Richtlijn 66/401/EEG voor: a) gecertificeerd zaad (alle rassen behalve Pisum sativum en Vicia faba); b) gecertificeerd zaad, tweede generatie (Pisum sativum, Vicia faba). 2. Voor zaaigranen gelden de voorwaarden in de bijlagen I en II bij Richtlijn 66/402/EEG voor: a) gecertificeerd zaad (Phalaris canariensis, behalve hybriden, Secale cereale, Sorghum bicolor, Sorghum sudanense, Zea mays en hybriden van Avena sativa, Hordeum vulgare, Oryza sativa, Triticum aestivum, Triticum durum, Triticum spelta en x Triticosecale, behalve zelfbestuivende rassen); Artikel 3 Aanvragen 1. Om de toestemming kan worden verzocht door degene die een geldige aanvraag tot opname van het ras in de rassenlijst van de lidstaat in kwestie heeft ingediend (hierna de aanvrager genoemd, waaronder ook de officieel gemachtigde vertegenwoordiger van die persoon wordt begrepen). b) gecertificeerd zaad, tweede generatie (Avena sativa, Hordeum vulgare, Oryza sativa, Triticum aestivum, Triticum durum, Triticum spelta en zelfbestuivende rassen van x Triticosecale, telkens behalve hybriden). 3. Voor bietenzaad gelden de voorwaarden in bijlage I bij Richtlijn 2002/54/EG voor gecertificeerd zaad. 2. De aanvrager verstrekt: a) informatie over de geplande proeven; b) de namen van de lidstaten waarin deze proeven moeten worden uitgevoerd; c) een beschrijving van het ras; 4. Voor pootaardappelen gelden de voorwaarden in de bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/56/EG voor gecertificeerd pootgoed. 5. Voor zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen gelden de voorwaarden in de bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/57/EG voor: a) gecertificeerd zaad (alle soorten behalve Linum usitatissimum); d) informatie over de instandhouding van het ras. b) gecertificeerd zaad, tweede en derde generatie (Linum usitatissimum).

9.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 362/23 Artikel 6 Onderzoek 1. De naleving van de in artikel 5 bedoelde voorwaarden wordt gecontroleerd aan de hand van: a) een officieel onderzoek (voor pootaardappelen); b) een officieel of onder officieel toezicht staand onderzoek (in de andere gevallen). 2. Voor de controle op de naleving van de voorwaarden wat de rasechtheid en raszuiverheid betreft, wordt uitgegaan van de door de aanvrager verstrekte rasbeschrijving of, waar van toepassing, de voorlopige rasbeschrijving op basis van de resultaten van het officiële onderzoek naar de onderscheidbaarheid, bestendigheid en homogeniteit van het ras zoals bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/53/EG. 3. Het onderzoek wordt uitgevoerd volgens gangbare internationale methoden, voorzover die bestaan. 4. Voor het onderzoek worden officieel, onder officieel toezicht of (voor pootaardappelen) officieel volgens daartoe geëigende methoden monsters genomen. c) voor alle andere gewassen: 0,1 %. Als de hoeveelheid echter niet volstaat om 10 ha te bezaaien in elke lidstaat waarvoor het zaai- of pootgoed bestemd is, kan de voor 10 ha nodige hoeveelheid worden toegestaan. Artikel 8 Verpakking en verzegeling Zaai- of pootgoed wordt alleen in de handel gebracht in gesloten, verzegelde verpakkingen of containers. Deze verpakkingen of containers worden officieel of onder officieel toezicht zo verzegeld dat ze niet kunnen worden geopend zonder het zegel te beschadigen of op het in artikel 9 bedoelde officiële etiket of de verpakking sporen achter te laten. De verzegeling omvat ten minste ofwel het officiële etiket, ofwel een officieel zegel. Pootaardappelen worden verpakt in een nieuwe verpakking of schone container. Artikel 9 Etikettering 1. Het verpakte zaai- of pootgoed draagt een officieel etiket in een officiële taal van de Gemeenschap. 5. Deze monsters worden genomen van homogene partijen. 2. Het in lid 1 bedoelde etiket vermeldt: 6. Het maximumgewicht per partij en het minimumgewicht per monster zijn bepaald in: a) de instantie en de lidstaat die het certificaat hebben afgegeven (of de afgekorte namen daarvan); a) bijlage III bij Richtlijn 66/401/EEG (voedergewassen); b) het partijnummer; b) bijlage III bij Richtlijn 66/402/EEG (graangewassen); c) de maand en het jaar van de verzegeling van de verpakking; c) bijlage II bij Richtlijn 2002/54/EG (bieten); d) de soort; d) bijlage III bij Richtlijn 2002/57/EG (oliehoudende planten en vezelgewassen). Artikel 7 Hoeveelheid De hoeveelheid waarvoor per ras toestemming wordt gegeven, bedraagt ten hoogste het volgende percentage van het zaai- of pootgoed van dezelfde soort die jaarlijks wordt gebruikt in de lidstaten waarvoor het bestemd is: e) de rasbenaming waaronder het zaai- of pootgoed in de handel wordt gebracht (referentie van de kweker, voorgestelde benaming of goedgekeurde benaming) en in voorkomend geval het officiële nummer van de aanvraag tot opname van het ras in de rassenlijst; f) de tekst nog niet in de officiële lijst opgenomen ras ; g) de vermelding alleen voor proeven ; a) voor durumtarwe: 0,05 %; h) waar van toepassing de tekst genetisch gemodificeerd ras ; b) voor voedererwten, veldbonen, haver, gerst en tarwe: 0,3 %; i) de maat (alleen voor pootaardappelen);

L 362/24 Publicatieblad van de Europese Unie 9.12.2004 j) het opgegeven netto- of brutogewicht of het opgegeven aantal zuivere zaden of, waar van toepassing, kluwens; k) wanneer het gewicht vermeld is en pesticidenkorrels, omhullingen of andere vaste toevoegingsmiddelen worden gebruikt, de aard daarvan en het gewichtsaandeel (bij benadering) van de zuivere zaden of kluwens. Artikel 14 Vrijwaring Ook als overeenkomstig artikel 2 toestemming is verleend, kan een lidstaat het gebruik van het ras op zijn hele grondgebied of een deel daarvan verbieden of passende voorwaarden vaststellen voor de teelt van het ras en, in het onder c) beschreven geval, voor het gebruik van de producten uit die teelt: 3. Het in lid 1 bedoelde etiket is oranje. a) als vaststaat dat de teelt van het ras de gezondheid van andere geteelde rassen of soorten kan schaden, of Artikel 10 Chemische behandeling Elke chemische behandeling wordt vermeld op het officiële etiket zoals bedoeld in artikel 9, op een etiket van de leverancier en op de verpakking, of erin, of op de container. Artikel 11 Duur Onverminderd de artikelen 13 en 14 is een overeenkomstig deze beschikking gegeven toestemming ten hoogste één jaar geldig en kan ze overeenkomstig artikel 12 worden verlengd. Artikel 12 Verlenging 1. Onverminderd de artikelen 13 en 14 kan de in artikel 2 bedoelde toestemming telkens met maximaal één jaar worden verlengd. 2. Bij de aanvraag worden de volgende documenten gevoegd: a) een verwijzing naar de oorspronkelijke toestemming; b) als uit officiële veldproeven in deze lidstaat blijkt dat het ras nergens op zijn grondgebied de resultaten oplevert die worden verkregen met een vergelijkbaar ras dat op zijn grondgebied is toegelaten, of als algemeen bekend is dat het ras wegens zijn aard of rijpheidsklasse nergens op zijn grondgebied voor de teelt geschikt is, of c) als er goede redenen zijn om aan te nemen dat het ras een gevaar voor de menselijke gezondheid of het milieu inhoudt. Artikel 15 Verplichte rapportering 1. De lidstaat die toestemming heeft gegeven, kan verlangen van degene die de toestemming heeft gekregen dat hij verslag uitbrengt over: a) de proeven op landbouwbedrijven om gegevens over de teelt of het gebruik van het ras te verzamelen; b) de hoeveelheid zaai- of pootgoed die in de handel is gebracht in de periode waarvoor de toestemming geldig was en de lidstaat waarvoor het bestemd was. b) alle beschikbare aanvullende informatie over de beschrijving, de instandhouding en/of de teelt of het gebruik van het ras volgens de oorspronkelijke toestemming; 2. De in lid 1, onder b), bedoelde gegevens worden vertrouwelijk behandeld. c) gegevens waaruit blijkt dat de beoordeling voor de opname van het ras in de rassenlijst nog loopt; voorzover de lidstaat nog geen toegang heeft tot deze gegevens. Artikel 13 Artikel 16 Controle op de instandhouding De lidstaat die toestemming geeft, kan de instandhouding van het ras controleren. Einde van de geldigheid De toestemming vervalt zodra de aanvraag tot opname in de nationale rassenlijst wordt ingetrokken of geweigerd of het ras in de rassenlijst wordt opgenomen. Als het ras in stand wordt gehouden in een andere lidstaat dan de lidstaat die toestemming geeft, verlenen de lidstaten elkaar administratieve bijstand voor de controles.

9.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 362/25 Een lidstaat kan instandhouding in een derde land accepteren mits overeenkomstig artikel 22, lid 1, onder b), van Richtlijn 2002/53/EG is bepaald dat de daar verrichte controles op de instandhouding dezelfde waarborgen bieden als door de lidstaten verrichte controles. 2. De lidstaten zien erop toe dat degenen aan wie overeenkomstig deze beschikking toestemming is gegeven, alle aan die toestemming verbonden voorwaarden en beperkingen naleven. Artikel 21 Artikel 17 Kennisgeving De lidstaten stellen elkaar en de Commissie in kennis van: Aanvragen 1. Om de toestemming kan worden verzocht door degene die een geldige aanvraag tot opname van de rassen in kwestie in de rassenlijst van ten minste één lidstaat heeft ingediend (hierna de aanvrager genoemd, waaronder ook de officieel gemachtigde vertegenwoordiger van die persoon wordt begrepen). a) elke toestemmingsaanvraag, zodra die wordt ontvangen, en elke weigering van een aanvraag, en 2. De aanvrager verstrekt: a) een beschrijving van het ras; b) de verlening, verlenging of intrekking van een toestemming. b) informatie over de instandhouding van het ras. Artikel 18 Uitwisseling van informatie De lidstaten bevorderen via de bestaande elektronische systemen de uitwisseling van informatie over de aanvragen tot opname van een ras in de nationale rassenlijst en de toestemmingen voor zaai- of pootgoed van nog niet opgenomen rassen. Artikel 22 Doel Er wordt alleen toestemming gegeven om via de teelt praktische kennis te verzamelen. Artikel 23 Artikel 19 Bekendmaking van een rassenlijst De Commissie kan op basis van de informatie van de lidstaten een lijst bekendmaken van rassen waarvoor toestemming is gegeven. Technische voorwaarden Voor groentezaad gelden de voorwaarden in bijlage II bij Richtlijn 2002/55/EG. Artikel 24 Onderzoek HOOFDSTUK III Groentegewassen Artikel 20 Toestemming voor het in de handel brengen 1. Voor groentegewassen die onder Richtlijn 2002/55/EG vallen, kan elke lidstaat daar gevestigde kwekers toestemming geven voor het in de handel brengen van zaad van een ras waarvoor in ten minste één lidstaat de opname in de nationale rassenlijst voor groentegewassen (de nationale rassenlijst ) is aangevraagd en waarvoor aan deze lidstaten specifieke technische gegevens zijn verstrekt, behoudens de artikelen 21 tot en met 37 van deze beschikking. 1. Groentezaad wordt onderworpen aan een steekproefsgewijze officiële controle achteraf op rasechtheid en raszuiverheid op basis van de door de aanvrager verstrekte beschrijving van het ras of, indien beschikbaar, de voorlopige beschrijving op basis van de resultaten van het officiële onderzoek van de onderscheidbaarheid, bestendigheid en homogeniteit van het ras zoals bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/55/EG. 2. De monsters worden genomen van homogene partijen. 3. Het maximumgewicht per partij en het minimumgewicht per monster zijn bepaald in bijlage III bij Richtlijn 2002/55/EG.

L 362/26 Publicatieblad van de Europese Unie 9.12.2004 Artikel 25 Genetisch gemodificeerde rassen Voor genetisch gemodificeerde rassen wordt alleen toestemming gegeven als alle passende maatregelen zijn genomen om negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. Het genetisch gemodificeerde materiaal moet zijn toegelaten overeenkomstig Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) of overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003. Artikel 26 Leveranciers Degene die het etiket of de gedrukte of gestempelde vermelding op de verpakking aanbrengt: a) stelt de lidstaat in kennis van de begin- en einddatum van zijn werkzaamheden; b) bewaart de gegevens over elke partij zaad en houdt deze ten minste drie jaar ter beschikking van de lidstaten; c) de soort; d) de rasbenaming waaronder het zaad in de handel wordt gebracht (referentie van de kweker, voorgestelde benaming of goedgekeurde benaming) en in voorkomend geval het officiële nummer van de aanvraag tot opname van het ras in de rassenlijst; e) de tekst nog niet in de officiële lijst opgenomen ras ; f) waar van toepassing de tekst genetisch gemodificeerd ras ; g) het opgegeven netto- of brutogewicht of het opgegeven aantal zuivere zaden of, waar van toepassing, kluwens; h) wanneer het gewicht vermeld is en pesticidenkorrels, omhullingen of andere vaste toevoegingsmiddelen worden gebruikt, de aard daarvan en het gewichtsaandeel (bij benadering) van de zuivere zaden of kluwens. c) neemt monsters van elke voor de handel bestemde partij en houdt deze ten minste twee jaar ter beschikking van de lidstaten. De activiteiten onder b) en c) kunnen steekproefsgewijs officieel worden gecontroleerd. Artikel 27 Verpakking en verzegeling Groentezaad wordt alleen in de handel gebracht in gesloten, verzegelde verpakkingen. Deze worden zo verzegeld dat ze niet kunnen worden geopend zonder het zegel te beschadigen of op het in artikel 28 bedoelde officiële etiket of de verpakking sporen achter te laten. 3. Het in lid 1 bedoelde etiket is oranje. Artikel 29 Chemische behandeling Elke chemische behandeling wordt vermeld op het etiket zoals bedoeld in artikel 28, en op of in de verpakking. Artikel 30 Duur Onverminderd de artikelen 32 en 33 is een overeenkomstig deze beschikking gegeven toestemming ten hoogste één jaar geldig en kan ze overeenkomstig artikel 31 worden verlengd. Artikel 28 Etikettering 1. Het verpakte zaad draagt een etiket van de leverancier of een gedrukte of gestempelde tekst in een officiële taal van de Gemeenschap. 2. Het in lid 1 bedoelde etiket vermeldt: a) het partijnummer; b) de maand en het jaar van de verzegeling; ( 1 ) PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1830/2003 (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 24). Artikel 31 Verlenging 1. Onverminderd de artikelen 32 en 33 kan de in artikel 20 bedoelde toestemming maximaal tweemaal met telkens ten hoogste één jaar worden verlengd. 2. Bij de aanvraag worden de volgende documenten gevoegd: a) een verwijzing naar de oorspronkelijke toestemming; b) alle aanvullende informatie over de beschrijving, de instandhouding en/of de kennis die is opgedaan bij de teelt van het ras volgens de oorspronkelijke toestemming;

9.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 362/27 c) gegevens waaruit blijkt dat de beoordeling voor de opname in de rassenlijst nog loopt, voorzover de lidstaat nog geen toegang heeft tot deze gegevens. Artikel 32 Einde van de geldigheid De toestemming vervalt zodra de aanvraag tot opname in de nationale rassenlijst wordt ingetrokken of geweigerd of het ras in de rassenlijst wordt opgenomen. Artikel 33 Vrijwaring Ook als overeenkomstig artikel 20 toestemming is gegeven, kan een lidstaat worden gemachtigd het gebruik van het ras op zijn hele grondgebied of een deel daarvan te verbieden of passende voorwaarden vast te stellen voor de teelt van het ras en, in het onder b) beschreven geval, voor het gebruik van de producten uit die teelt: a) als vaststaat dat de teelt van het ras de gezondheid van andere geteelde rassen of soorten kan schaden, of b) als er goede redenen zijn om aan te nemen dat het ras een gevaar voor de menselijke gezondheid of het milieu inhoudt. Artikel 34 Verplichte rapportering 1. De lidstaat die toestemming heeft gegeven, kan verlangen van degene die de toestemming heeft gekregen dat hij verslag uitbrengt over: a) de via de teelt verkregen praktische kennis; b) de hoeveelheid zaad die in de handel is gebracht in de periode waarvoor de toestemming geldig was en de lidstaat waarvoor het bestemd was. 2. De in lid 1, onder b), bedoelde gegevens worden vertrouwelijk behandeld. Artikel 35 Controle op de instandhouding De lidstaat die toestemming geeft, kan de instandhouding van het ras controleren. Als het ras in stand wordt gehouden in een andere lidstaat dan de lidstaat die toestemming geeft, verlenen de lidstaten elkaar administratieve bijstand voor de controles. Een lidstaat kan instandhouding in een derde land accepteren mits overeenkomstig artikel 37, lid 1, onder b), van Richtlijn 2002/55/EG is bepaald dat de daar verrichte controles op de instandhouding dezelfde waarborgen bieden als door de lidstaten verrichte controles. Artikel 36 Kennisgeving De lidstaten stellen elkaar en de Commissie in kennis van: a) elke toestemmingsaanvraag, zodra die wordt ontvangen, en elke weigering van een aanvraag, en b) de verlening, verlenging of intrekking van een toestemming. Artikel 37 Uitwisseling van informatie De lidstaten bevorderen via de bestaande elektronische systemen de uitwisseling van informatie over de aanvragen tot opname van een ras in de nationale rassenlijst en de toestemmingen voor zaad van nog niet opgenomen rassen. Artikel 38 Bekendmaking van een rassenlijst De Commissie kan op basis van de informatie van de lidstaten een lijst bekendmaken van rassen waarvoor toestemming is gegeven. HOOFDSTUK IV Artikel 39 Adressaten Deze beschikking is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, 1 december 2004. Voor de Commissie Markos KYPRIANOU Lid van de Commissie