KONINKLIJKE NEDERLANDSE LAWN TENNIS BOND

Vergelijkbare documenten
TENNISSPELREGELS IN EEN NOTENDOP

Een en ander wordt nog benadrukt door de in 1993 opgenomen aanvulling op de tennisspelregels

Het speelveld moet een rechthoek zijn, 23,77 m (78 voet) lang en 8,23 m (27 voet) breed.

OFFICIELE SPELREGELS TENNIS:

SportSpelregels. E.e.a. wordt nog benadrukt door de in 1993 opgenomen aanvulling op de tennisspelregels (zie blz. 37).

Dynamic Tennis Bond Nederland

Tennisspelregels 2015

TENNISSPELREGELS. (Laatste maal aangepast door de Internationale Tennis Federatie in juli 2000)

Dynamictennis Bond Nederland. Spelregels dynamictennis

2. Duur van het experiment. Het experiment loopt van 1 augustus 2005 tot 1 juni 2006.

Tennisspelregels 2016

Tennis Vlaanderen SPELREGELS VOOR SCHEIDSRECHTERS. Rules of Tennis

TENNISSPELREGELS IN EEN NOTENDOP

1. Het spel. 2. De puntentelling

Regel 1: puntentelling De puntentelling bij padel is hetzelfde als bij tennis en verloopt in game, set en match.

TENNISSPELREGELS. Voor officials. Tennis Vlaanderen 2017

Tennis Vlaanderen TENNISSPELREGELS. Aanpassen van diagrootte (PP 2016): Aanpassen van diagrootte (PP 2007): Voor officials BEELD

DYNAMICTENNIS BOND NEDERLAND (DTBN)

TENNISSPELREGELS 2013

KONINKLIJKE NEDERLANDSE LAWN TENNIS BOND

BETER INZICHT IN DE TENNISREGELS

TENNISSPELREGELS 2006

Badminton spelregels

Tennisspelregels Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond

Tennisspelregels Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond

Tennisspelregels 2004

SpecialOlympics.be. Reglement Special Olympics Belgium. Tennis. Februari Belgium

DEEL 5 Wedstrijdformulier

Verkorte versie van de regels voor squash

Reglement. Jeugd Clubkampioenschappen Enkelspel All Out 2017

Invullen wedstrijdformulier

Scheidsrechter volleybal.

AANGEPAST BADMINTON BEKNOPTE SPELREGELS

TENNIS SECTIE A OFFICIËLE ONDERDELEN SECTIE B WEDSTRIJDREGELS

BEKNOPTE SPELREGELS.

Werkstuk LO Sport: Badminton

NATIONAAL WEDSTRIJDFORMULIER

TENNISSPELREGELS 2014

Internationale spelregels Padel

de tennis reglementen kwis

WAT HEB JE NODIG ALS JE WIL BEGINNEN MET BADMINTON?

Reglement Rood Oranje competitie (mini- en driekwart) KNLTB District Zuid

Spelregels Versie Publicatiedatum

Reglement Special Olympics Belgium. Tennis. Mei Belgium

HOOFDSTUK 1: HET TERREIN 2 HOOFDSTUK 2: DE SHUTTLE 2 HOOFDSTUK 3: HET NET 2 HOOFDSTUK 4: DE SPELERS 2 HOOFDSTUK 5: DE LOTING 2 HOOFDSTUK 6: DE MATCH 3

Inhoud instructie invullen wedstrijdformulier

Leidraad invulling nationaal wedstrijdformulier

Aanpassing spelregels Juni 2012

3) Voor de wedstrijd vullen de trainer of ploegverantwoordelijke van elke team de

Reglement Eredivisie Heren 2016

Reglement Special Olympics Belgium. Badminton. November Belgium

Wedstrijdregels Buitentoernooi Switch 87

Tennis Vlaanderen Tennisspelregels 13/03/2014

Wijzigingen Spelregels

Handleiding invullen grote wedstrijdformulier

Special Olympics Tennis Reglement versie SOI Juni

INFOSESSIE VOOR SCHEIDSRECHTERS

+ Rally Point telling systeem: Update:

Playing Protocol Eredivisie-Topdivisie

E = eerste scheidsrechter T = tweede scheidsrechter

Publicatie Playing Protocol Topdivisie en lager

SCOREKAART. Hoe een scorekaart invullen? Tennis Vlaanderen Januari 2019

OFFICIALS DAY. 28 maart 2015 BNP Paribas Fortis, Meir, Antwerpen

Je begint het spel badminton met de tos. De scheidsrechter gooit de shuttle in het midden van het veld de lucht in.

Protocol Handen Schudden - Eredivisie september 2017

Scheidsrechter bij Recvol en Nevobo

Publicatie Playing Protocol Eredivisie

Meer spelplezier door wijziging (spel)regels!

Verantwoordelijkheden en Procedures van Arbitragefunctionarissen 2017

DE RODE DRAAD Uitleg Brabantse Voorjaars Jeugd Competitie

Veranderingen spelregels Topdivisie, divisies en klassen. Spelregels. Ondertitel

Dynamic Tennis Bond Nederland

Volleybal spelregels. Aangepaste spelregels voor Bechterew oefengroepen

VIJFTIG+OCHTEND MATCHPLAY. April 2017

CIOS Arnhem Sporting Events SPELREGELS. Sportdag Sportaccentscholen

De route naar de Glazen Kooi

DE GEDRAGSCODE. Gedragsovertredingen Tijdsovertredingen - Fairplay. Tennis Vlaanderen Januari 2019

B.21. SPELREGELS VAN BADMINTON

INTRODUCTIE SPELREGELS RECREANTEN(GEMERT) Erik Wieleman Voorjaar 2013

Handleiding voor Tafelofficials

INFOSESSIE VOOR SCHEIDSRECHTERS HOE EEN SCOREKAART INVULLEN?

DE RODE DRAAD (Uitleg Minicompetitie)

TENNISSPELREGELS HET SPEELVELD. Voorwoord. Inhoud. Reglementen 2018 Tennisspelregels

Aanpassingen aanvullende instructies werkgroep spelregels veldvoetbal juli 2012

Regels World Tour rood

d. Het speelvlak omvat ook de randen aan de bovenkant van de tafel, maar niet de zijkanten van het tafelblad onder die randen.

Wij rekenen op bereidwilligheid en de sportieve medewerking van alles spelers en supporters van de deelnemende ploegen.

Wie zorgt voor wat? Voor de wedstrijd moet er van alles gebeuren. Wie zorgt voor wat?

Spelregels Baseball5. #playeverywhere. Versie 1 januari 2019 Nederlandse vertaling van de officiële WBSC-spelregels.

Spelregels squash enkelspel

De spelers en speelsters van beide ploegen en de scheidsrechter dienen een minuut voor het aanvangstijdstip van de wedstrijd opgesteld te staan.

Reglement - Ultimate Frisbee

ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND

Dames Jeugd Challenge

Wij rekenen op bereidwilligheid en de sportieve medewerking van alles spelers en supporters van de deelnemende ploegen.

HANDBOEK MEERKAMPEN Deel 1 HB-besluit NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND

Onder schooltijd: groep 5-6

ALGEMENE NEDERLANDSE SJOELBOND

SPELREGELS Kadijk Beachvolleybal Start Systeem (KBSS) Versie 1.0

RvW 4.3 Bestuursbesluit jeugdkorfbal

Transcriptie:

KONINKLIJKE NEDERLANDSE LAWN TENNIS BOND LEIDRAAD SCHEIDSRECHTERSOPLEIDING Eenvoudige weergave van en toelichting op de tennisspelregels, reglementen en procedures, mede aan de hand van tekeningen en illustraties. Uitgave 2002, tiende druk Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de KNLTB

Oktober 2002 Pagina 2 van 104

Voorwoord bij de tiende druk In de nieuwe druk van dit boekje zijn alle recente wijzigingen in regelgeving en procedures verwerkt. De uitgave van dit boekje is gericht op de opleiding van verenigingsen districtsscheidsrechters, maar is ook voor andere arbitragefunctionarissen een gemakkelijk te hanteren vraagbaak. Deze uitgave staat onder auspiciën van de CSO, met dankzegging aan allen die met suggesties en opmerkingen het hunne hebben bijgedragen. Blijf ons ook in de toekomst van commentaar voorzien. Daar kunnen onze uitgaven alleen maar beter van worden. Oktober 2002 De Commissie Scheidsrechtersopleidingen Oktober 2002 Pagina 3 van 104

Oktober 2002 Pagina 4 van 104

INHOUDSOPGAVE pagina VOORWOORD BIJ DE TIENDE DRUK............................ 3 1. HET SPEELVELD (REGEL 1)................................ 7 2. DE VASTE HINDERNISSEN (REGEL 2)....................... 10 3. DE BAL (REGELS 3, 13 GEVAL 2 EN 32)...................... 15 4. HET RACKET (REGEL 4).................................. 18 5. LOTING (REGEL 6)....................................... 19 6. DE SERVICE, VOETFOUT, LET, SERVICELET, SERVEREN VAN DE VERKEERDE KANT VAN DE SPEELHELFT, VOLGORDE VAN SERVEREN/ONTVANGEN VERWISSELD BIJ ENKEL-, DUBBEL-EN TIE-BREAKSPEL, EN ONJUIST WISSELEN VAN SPEELHELFT. (REGELS 7 T/M 16, 27 GEVAL 3, 37 EN 38).................... 20 7. DE BAL IN HET SPEL (REGELS 17, 18, 19, 20, 22, 23 EN 24)...... 29 8. HINDEREN (REGELS 21: DOOR TEGENSTANDER EN 25: VAN BUITENAF).... 35 9. TELLING, TERMEN, TELBLAD, AANKONDIGEN VAN DE WEDSTRIJD EN AFROEPEN VAN DE STAND (REGELS 26 EN 27).. 37 10. TOEPASSING VAN DE TIE-BREAK (REGEL 27 EN GEVAL 1 EN 2).. 47 11. TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN OFFICIALS (REGEL 29)....... 49 12. DE ONDERBREKINGSREGELS (REGEL 30 A T/M H)............. 57 13. COACHEN (REGEL 31).................................... 67 14. HET DUBBELSPEL (REGELS 33 T/M 40)...................... 71 15. SPELREGELS ROLSTOELTENNIS........................... 74 16. HET STRAFPUNTENSYSTEEM (SPS)........................ 79 17. RECLAME OP TENNISKLEDING, RACKET EN UITRUSTING....... 85 18. ADMINISTRATIEVE OVERTREDINGEN....................... 89 19. TUCHTRECHTSPRAAK................................... 91 20. ORGANISATIE VAN DE TENNISARBITRAGE................... 95 21. HERKOMST VAN HET TENNISSPEL......................... 99 Oktober 2002 Pagina 5 van 104

Oktober 2002 Pagina 6 van 104

1. HET SPEELVELD (regel 1) Maten Het speelveld heeft een lengte van 23,77 m. en een breedte van 8,23 m. bij het enkelspel en van 10,97 m. bij het dubbelspel. Met het speelveld wordt bedoeld het gehele speeloppervlak aan beide zijden van het net dat begrensd wordt door de achterlijnen en de zijlijnen, met inbegrip van deze lijnen. Oktober 2002 Pagina 7 van 104

De breedte van de lijnen moet minimaal 2,5 cm. zijn en mag maximaal 5 cm. bedragen. De middenservicelijn moet 5 cm. breed zijn. De achterlijn mag een breedte hebben van 2,5 tot 10 cm. In de praktijk zijn alle lijnen meestal even breed, namelijk 5 cm. De hoogte van de enkelspelpaaltjes moet 107 cm. zijn. De hoogte van de netpalen bedraagt minimaal 107 cm. en maximaal 109 cm. Deze maten mogen interessant zijn voor de groundsman, maar niet voor de speler en scheidsrechter. Het ligt echter voor de hand dat de benamingen van de verschillende lijnen van het speelveld dienen te worden gekend. Ook is het zaak, als de wedstrijd een enkelspel betreft, dat de enkelspelpaaltjes worden geplaatst en wel op een afstand van 91,4 cm. van de buitenkant van de zijlijnen van het enkelspelveld en bij voorkeur aan weerszijden van het net, en dat de hoogte van het net wordt gesteld op 91,4 cm., in het midden van het net gemeten. Oktober 2002 Pagina 8 van 104

Kleur De netband en nettrekband moeten wit van kleur zijn. Op de netband, nettrekband en enkelspelpaaltjes zijn geen reclameboodschappen toegestaan. De netpalen vallen niet onder dit verbod. Reclame op het net is toegestaan op dat deel van het net dat zich binnen 91.4 cm van elke netpaal bevindt en op een zodanige manier is vervaardigd dat het mogelijk is door het net te kijken. Op deze reclame mag geen wit of geel voorkomen. Indien er reclame of enig ander materiaal achter het speelveld wordt aangebracht mag daarop geen witte of gele kleur voorkomen. Een lichte kleur mag slechts worden gebruikt indien deze het zicht van de spelers niet bemoeilijkt. Indien er reclame is aangebracht op de lijnrechtersstoel, die achter het speelveld staat, mag daarop geen witte of gele kleur voorkomen. - DE ONDERDELEN VAN DE NETCONSTRUCTIE Oktober 2002 Pagina 9 van 104

Vaste Hindernissen 2. DE VASTE HINDERNISSEN (regel 2) De vaste hindernissen zijn in 3 categorieën te onderscheiden: A. Alles wat op en om de baan staat: - rasterwerk - hekken - tribunes - scheidsrechtersstoel - lijnrechtersstoelen - bomen - in het enkelspel: het stuk net buiten het enkelspelpaaltje B. Personen die zich op de baan mogen bevinden, zoals: - scheidsrechter (in scheidsrechtersstoel) - toezichthouders - lijnrechters (op of vlak naast lijnrechtersstoel of staanplaats) - ballenkinderen (bij netpaal of achterkant baan) - coaches (op stoel naast scheidsrechtersstoel) - wedstrijdleider, competitieleider, competitiegedelegeerde (incidenteel) - fotografen en cameramensen (op de hen toegewezen plaatsen) - toeschouwers (op de tribune) C. De netconstructie: - net, netband - netpalen - enkelspelpaaltjes - netkabel - nettrekband - pipe-support In het algemeen kan van vaste hindernissen worden gezegd dat tijdens een rally: categorie A en B mogen worden beroerd door de speler en niet door de bal, en omgekeerd: categorie C mag worden beroerd door de bal en niet door de speler. Oktober 2002 Pagina 10 van 104

Nadere uitleg: Categorie A en B: - Indien een speler tijdens het spel deze vast hindernis raakt, gaat het spel gewoon door; - Indien een speler de bal tegen deze vaste hindernis slaat, verliest hij het punt. Let op: Een rondlopende ballenjongen is geen vaste hindernis. Wordt hij door een bal geraakt wanneer hij zich niet op zijn plaats bevindt, dan moet het punt worden overgespeeld wegens hinder. Categorie C: - Indien een speler (of zijn racket, of zijn kleding) tijdens het spel de netconstructie aanraakt, verliest hij het punt. Let op: hij mag bij een enkelspel wel dat deel van de netconstructie raken dat zich buiten de enkelspelpaaltjes bevindt. - Indien de bal de netconstructie raakt, en vervolgens in de juiste speelhelft stuit, dan zijn er de volgende mogelijkheden: Deel van netconstructie Geraakt door de bal Beslissing Net en netband tussen beide enkelspelpaaltjes bij een enkelspel, c.q. tussen de dubbelspelpalen bij een dubbelspel tijdens spel bij een juiste service spel gaat door servicelet Enkelspelpaaltjes Deel van de netconstructie dat zich buiten de enkelspel-paaltjes bevindt Netpalen tijdens enkelspel bij de service tijdens enkelspel tijdens dubbelspel bij de service (enkelspel) tijdens dubbelspel bij de service spel gaat door fout Uit spel gaat door fout spel gaat door fout Oktober 2002 Pagina 11 van 104

Netpalen Let op: de netpalen (en in het enkelspel de enkelspelpaaltjes) mogen tijdens een rally dus worden geraakt door de bal, maar niet bij een service! Soms wordt er tussen de netpalen, onder het net, een pipesupport geplaatst. Deze maakt deel uit van de netconstructie. Als een speler de pipe-support aanraakt terwijl de bal in het spel is, verliest hij het punt. Oktober 2002 Pagina 12 van 104

Als de bal de pipe-support raakt, wordt dit beschouwd als het raken van de grond en hoeft de bal dus niet uit het spel te zijn. Als op de netpalen telborden zijn gemonteerd, worden deze beschouwd als een vaste hindernis; zowel bij de service als tijdens de rally. Oktober 2002 Pagina 13 van 104

AANTEKENINGEN: Oktober 2002 Pagina 14 van 104

3. DE BAL (regels 3, 13 geval 2 en 32) Ballen De bij de officiële competitie- en toernooiwedstrijden te gebruiken ballen dienen aan bepaalde eisen te voldoen, welke vervat zijn in spelregel 3 en in de richtlijnen voor het verrichten van kwaliteitscontroles. Deze richtlijnen zijn als Aanhangsel in de Tennisspelregels van de KNLTB opgenomen. Ingevolge artikel II-09 van het Wedstrijd- en Toernooireglement publiceert de KNLTB ieder jaar de door haar goedgekeurde balfabrikaten en -soorten. De kleur van deze ballen moet wit of geel zijn. Ook in het Competitiereglement komen we een voorschrift tegen omtrent het gebruik van de ballen, namelijk in artikel III- 04 staat: Op één competitiedag mag per competitiewedstrijd slechts worden gespeeld met ballen van één bepaald handelsmerk en soort en van één kleur. Hoe lang een bal aan de in regel 3 gestelde eisen voldoet wordt in de praktijk van wedstrijden in feite overgelaten aan het oordeel van de officials. Maar voor officiële wedstrijden schrijft artikel II-09 van het Wedstrijd- en Toernooireglement voor dat er tenminste drie nieuwe ballen per drie partijen beschikbaar moeten worden gesteld, terwijl het reglement Nationale Ranglijsttoernooien en de regeling voor de hoofdklasse van de landscompetitie tenminste drie nieuwe ballen per partij voorschrijven. Verder is in spelregel 13, geval 2 een regeling gegeven omtrent een defecte bal. Als tijdens een slagenwisseling de bal lek wordt geslagen moet een let worden gespeeld. In de praktijk van officiële wedstrijden is deze regeling verder uitgebreid in die zin dat een kapotte bal (er hangt een stukje van de balbekleding los) ook recht geeft op een let. Een zachte bal (naar het oordeel van de scheidsrechter) wordt wel vervangen, maar het punt wordt niet overgespeeld. Voor het vervangen van een defecte (of zoekgeraakte) bal is de volgende regeling van toepassing. Indien er twee of minder spellen met de ballen zijn gespeeld, wordt een nieuwe bal in het spel gebracht. Oktober 2002 Pagina 15 van 104

Daarbij geldt het inspelen voor 2 spellen. Zijn er meer dan twee spellen met de ballen gespeeld, dan moet de scheidsrechter een gelijkwaardige gebruikte bal van dezelfde kwaliteit en soort als de resterende ballen in het spel brengen. Ballenwissel Bij belangrijke wedstrijden is het gebruikelijk dat na een vooraf bepaald aantal spellen de ballen worden gewisseld. Na enige tijd zullen de ballen namelijk aan kwaliteit inboeten door verlies van veerkracht, soepelheid en aantasting van het vezeloppervlak. Het voordeel van het serveren met de nieuwe ballen krijgen de spelers bij toerbeurt. Derhalve wordt er van ballen gewisseld na een oneven aantal gespeelde spellen. In de eredivisiecompetitie vindt de ballenwisseling voor de eerste maal plaats na 11 spellen en vervolgens telkens na 13 spellen. Het inspelen wordt voor 2 spellen gerekend. Indien in een wedstrijd de ballen worden gewisseld, geschiedt dit niet op de stand 6-6 (tie-break). Het tie-breakspel telt voor het wisselen van de ballen voor een normaal spel. Als de ballen op de stand 6-6 zouden moeten worden gewisseld, dan wordt dat uitgesteld tot na het eerste spel van een eventueel nog te spelen volgende set. In regel 32 van de Tennisspelregels is geregeld hoe te handelen indien het wisselen van de ballen niet op het juiste moment heeft plaatsgevonden; bijvoorbeeld: ballen wisselen 11/13, dat wil dus zeggen dat de eerste keer de ballen na 11 spellen worden gewisseld en de tweede maal na 24 spellen; als het wisselen van de ballen na 24 spellen wordt vergeten, dan moet dat worden gedaan na 26 spellen en vervolgens weer na 13, dus na 39 spellen. Bij hervatting na een onderbroken wedstrijd waarin ballenwissels plaatsvinden, dient er in principe ingespeeld te worden met andere, gelijkwaardige, gebruikte ballen van hetzelfde handelsmerk. Mochten er echter geen gelijkwaardige ballen voor het Oktober 2002 Pagina 16 van 104

inspelen beschikbaar zijn, dan dient er te worden ingespeeld met dezelfde ballen als waarmee de wedstrijd was begonnen. In dat geval zal de wisseling van de ballen 2 spellen eerder plaatsvinden dan aanvankelijk was bepaald. Oktober 2002 Pagina 17 van 104

4. HET RACKET (regel 4) Onderstaande illustratie geeft aan wat toegestaan is bij het racket. Let daarbij op het eventueel aanbrengen van één of meerdere trillingsdempers. Deze moeten buiten het patroon van gekruiste snaren worden geplaatst. Spelregel 4, geval 4, geeft aan dat er mag worden doorgespeeld indien er een snaar is gebroken. In het profcircuit bij de mannen dient in zo n geval het racket te worden vervangen. Oktober 2002 Pagina 18 van 104

5. LOTING (regel 6) Muntstuk De toss of loting gebeurt door het opgooien van een muntstuk: het zgn. kruis of munt gooien, waarbij één van de spelers vooraf een kant van die munt heeft gekozen. De winnaar van de toss heeft de volgende keuzemogelijkheden: a. hij kiest serveren of ontvangen; de verliezer mag dan de speelhelft kiezen. b. hij kiest de speelhelft; de verliezer mag dan kiezen of hij begint met serveren of met ontvangen. c. hij laat de verliezer eerst kiezen. Let wel: als A de keuze aan B geeft, dan mag B deze keuze niet meer aan A teruggeven. Voorts hebben de spelers recht op een nieuwe keuze indien de wedstrijd wordt uitgesteld of opgeschort voordat deze is begonnen. De uitslag van de loting blijft dan wel geldig, maar met betrekking tot de service en de speelhelft mag opnieuw worden gekozen. Oktober 2002 Pagina 19 van 104

6. DE SERVICE, VOETFOUT, LET, SERVICELET, SERVEREN VAN DE VERKEERDE KANT VAN DE SPEELHELFT, VOLGORDE VAN SERVEREN/ONTVANGEN VERWISSELD BIJ ENKEL-, DUBBEL-EN TIE-BREAKSPEL, EN ONJUIST WISSELEN VAN SPEELHELFT. (regels 7 t/m 16, 27 geval 3, 37 en 38) a. De service Tijdens de uitvoering van de service, d.i. van het moment dat de serveerder de bal opgooit dan wel het racket naar achteren beweegt, moet de serveerder achter de achterlijn en binnen de denkbeeldige verlengingen van de binnenzijde van het middenmerk en de buitenzijde van de (geldende) zijlijn staan (zie hieronder). Oktober 2002 Pagina 20 van 104

b. Foutieve service Een service is fout wanneer: - de bal buiten het servicevak is geslagen - de serveerder voetfout maakt - hij de bal opgooit, slaat en mist - de bal een vaste hindernis raakt, behalve de bal die het net, de netband of nettrekband raakt (zie hoofdstuk 2). - de serveerder de bal laat stuiten en dan slaat c. Voetfout Van voetfout is sprake als de serveerder gedurende de uitvoering van de service: - loopt; een kleine verschuiving van de voeten is toegestaan, maar een aanloopje nemen mag niet - met één of beide voeten op of over de achterlijn staat, alsmede op of over de denkbeeldige verlenging van het middenmerk, dan wel over de denkbeeldige verlenging van de (geldende) zijlijn staat. Het springen tijdens het serveren, alsmede het zwaaien met een been over de lijn is toegestaan, mits de voet niet de grond binnen het speelveld raakt, (incl. achterlijn of verlenging middenmerk, en evenmin het gebied buiten het verlengde van de betreffende zijlijn), voordat het racket de bal raakt. De voetfout wordt pas afgeroepen, nadat het racket de bal heeft geraakt, aangezien niet voor voetfout kan worden gestraft voordat de service is voltooid. (zie spelregel 10, geval 1). Evenals bij andere overtredingen van de spelregels wordt bij het maken van een voetfout niet eerst gewaarschuwd. Oktober 2002 Pagina 21 van 104

d. Let en servicelet We dienen goed onderscheid te maken tussen een let en een servicelet. Een let is het overspelen van het gehele punt. Een servicelet is het overspelen van alleen de betreffende service. Deze wordt gegeven in verband met iets dat tijdens de service is gebeurd en wel in de volgende gevallen: 1. Als de geserveerde bal het net raakt en vervolgens in het goede servicevak terechtkomt. 2. Als de geserveerde bal via het net of de netband de tegenstander raakt. 3. Als de ontvanger nog niet klaar staat terwijl er wordt geserveerd. Let wel: de serveerder mag niet serveren als de ontvanger nog niet gereed is om te ontvangen. De ontvanger mag een geserveerde bal echter niet terugslaan als hij nog niet klaar is. Doet hij dit wel dan mag hij daarna niet meer een let vragen, omdat hij niet gereed was de service te ontvangen. In alle andere gevallen wordt het punt overgespeeld. Dat betekent dus dat de serveerder een eerste en zonodig Oktober 2002 Pagina 22 van 104

tweede service mag slaan. Dit houdt in dat bij hinder van buitenaf tijdens de uitvoering van de (1e of 2e) service (bijv. een bal die de baan inrolt) de speler recht heeft op een let. Het punt wordt opnieuw begonnen met een 1e service. Bij de service mag de ontvanger in principe staan waar hij wil, als hij maar aan zijn kant van het net blijft. Tijdens het spel mag hij voorbij het net komen, maar hij mag niet de speelhelft van zijn tegenstander betreden (zie hieronder). e. Serveren van de verkeerde kant van de speelhelft en volgorde serveren/ontvangen verwisseld bij enkel-, dubbel- en tie-breakspel Bij het enkelspel zijn twee situaties te onderscheiden: 1. Serveren van de verkeerde kant van de speelhelft (regel 9): - zodra dit wordt bemerkt moet de vergissing onmiddellijk worden hersteld, terwijl de gescoorde punten geldig blijven; 1 een aan de gang zijnde slagenwisseling dient te worden onderbroken als één van bovengenoemde vergissingen wordt bemerkt, m.a.w. eerst het punt laten afspelen en daarna de vergissing herstellen. Oktober 2002 Pagina 23 van 104

- indien dit wordt bemerkt, nadat één foutieve service is geslagen, blijft deze service geldig. 2. Volgorde serveren verwisseld (regel 15): - zodra dit wordt ontdekt moet de vergissing onmiddellijk1 worden hersteld, d.w.z. de speler die had moeten serveren gaat serveren, terwijl de gescoorde punten geldig blijven; - indien de vergissing wordt ontdekt nadat één foutieve service is geslagen, wordt deze service niet geteld; - indien de vergissing wordt ontdekt nadat het spel is beëindigd, moet in gewijzigde volgorde worden doorgegaan. Bij het dubbelspel zijn vier situaties te onderscheiden: 1. Serveren van de verkeerde kant van de speelhelft (conform regel 9) (zie bij enkelspel onder 1). 2. Volgorde serveren verwisseld (conform regel 15) (zie bij enkelspel onder 2.) 3. De dubbelspelpartners serveren in onjuiste volgorde (onderling verwisseld) (regel 37): - zodra dit wordt bemerkt dient de vergissing onmiddellijk1 te worden hersteld, terwijl de gescoorde punten geldig blijven; - indien de vergissing wordt ontdekt nadat één foutieve service is geslagen, blijft deze service geldig; - indien de vergissing wordt ontdekt na beëindiging van het spel, dient in gewijzigde volgorde te worden doorgegaan. 4. De dubbelspelpartners ontvangen in onjuiste volgorde (onderling verwisseld) (regel 38): - als de vergissing wordt ontdekt gedurende een spel, dient dit spel te worden uitgespeeld in die gewijzigde volgorde, maar de spelers dienen de oorspronkelijke opstelling weer in te nemen in het eerstvolgende spel dat zij weer ontvangers zijn. Dit is ook het geval als de vergissing wordt ontdekt na beëindiging van het spel. Oktober 2002 Pagina 24 van 104

Bij het tie-breakspel zijn drie situaties te onderscheiden: 1. In enkel- of dubbelspel serveren van de verkeerde kant van de speelhelft (zie bij enkelspel onder 1) (conform regel 9). 2. In enkel- of dubbelspel de volgorde van serveren verwisseld (regel 27, geval 3): - indien de speler zijn servicebeurt heeft voltooid (éénmaal als het betreft het allereerste punt in het tiebreakspel en daarna tweemaal), moet de volgorde van serveren gewijzigd blijven; - indien de fout wordt ontdekt voordat een speler zijn servicebeurt heeft voltooid, moet de volgorde van serveren onmiddellijk worden hersteld en tellen alle punten die reeds zijn gespeeld. 3. In een dubbelspel de volgorde van ontvangen verwisseld (conform regel 38): - het tie-breakspel in gewijzigde volgorde uitspelen. f. Op een onjuiste stand van speelhelft wisselen (regel 16) Indien op een even stand in de set per abuis wordt gewisseld van speelhelft, dan wel op een oneven stand in de set niet wordt gewisseld, dient onmiddellijk 1 nadat dit is ontdekt teruggewisseld c.q. alsnog gewisseld te worden van speelhelft. De gescoorde punten blijven geldig. Bijvoorbeeld: op de stand 2-2 hebben de spelers van speelhelft gewisseld. De stand is inmiddels 15-0 geworden als de scheidsrechter de fout bemerkt. De spelers dienen dan weer te wisselen van speelhelft en door te gaan op de stand 15-0. Op de stand 3-2 moet uiteraard weer worden gewisseld. Oktober 2002 Pagina 25 van 104

AANTEKENINGEN Oktober 2002 Pagina 26 van 104

AANTEKENINGEN Oktober 2002 Pagina 27 van 104

Oktober 2002 Pagina 28 van 104

7. DE BAL IN HET SPEL (regels 17, 18, 19, 20, 22, 23 en 24) Vanaf het moment dat de service is geslagen (de bal heeft het racket verlaten), is de bal in het spel. De bal blijft in het spel tot dat één van de spelers er niet in slaagt de bal op de juiste manier terug te slaan in de speelhelft van zijn tegenstander. Dan is het punt beslist en is de bal uit het spel, met andere woorden er is dan sprake van verlies van een punt. Puntverlies Er is sprake van verlies van een punt wanneer: (pag. 28) 1. de tweede service ook fout is geslagen. 2. de bal in een slagenwisseling niet over het net komt. 3. de bal een vaste hindernis raakt (zie hoofdstuk 2, de categorieën A en B), alsmede bij het enkelspel: het net tussen enkelspelpaaltje en netpaal, alsook de netpaal zelf. 4. de speler het racket naar de bal werpt en deze raakt. 5. de bal een speler raakt of zijn kleding. 6. een speler zijn tegenstander(s) opzettelijk hindert. 7. de bal tweemaal (of vaker) stuit alvorens deze wordt teruggeslagen of helemaal niet wordt geslagen; bij rolstoeltennis is het toegestaan de bal tweemaal te laten stuiten alvorens deze terug te slaan. 8. de speler met zijn voet of met zijn racket of onderdeel (bijv. trillingsdemper) of zijn kleding de speelhelft van zijn tegenstander raakt, als de bal nog in het spel is. 9. de speler of zijn racket of onderdeel (bijv. trillingsdemper) of zijn kleding het net raakt, als de bal in het spel is, met dien verstande, dat bij een enkelspel het netgedeelte tussen een enkelspelpaaltje en dichtstbijzijnde netpaal, alsmede deze netpaal, wèl mag worden aangeraakt. 10. de bal de grond raakt buiten het speelveld (zie ook pag. 32). 11. de speler de bal speelt voordat deze over het net is. 12. de bal in de mazen van het net blijft hangen. Oktober 2002 Pagina 29 van 104

13. de bal, bij het dubbelspel, door de opening van het net gaat (zie pag. 31). 14. de bal met opzet tweemaal wordt geraakt of geslagen. 15. een speler de pipe-support aanraakt terwijl de bal in het spel is. Uitzonderingen, waarbij dus geen puntverlies, zijn: - de bal raakt het net, tussen de enkelspelpaaltjes bij het enkelspel en tussen de netpalen bij het dubbelspel, doch komt toch in de speelhelft van de tegenstander. - de bal heeft veel tegeneffect en komt na de speelhelft van de tegenstander geraakt te hebben (eventueel met behulp van de wind) weer terug. De andere speler mag dan over het net reiken en de bal slaan. - het racket komt over het net, nadat de speler de bal aan zijn kant van het net heeft geraakt. LET OP: in de uitzwaai van de slag mag men dus met het racket over het net komen. Overigens mag men tijdens het spel wel met het racket over het net komen, mits men het net niet raakt, de bal niet speelt boven de speelhelft van de tegenstander, en geen hinder veroorzaakt. - de bal komt, buiten de netpaal om geslagen, in de goede speelhelft. Deze behoeft niet hoger dan het net gespeeld te worden. Oktober 2002 Pagina 30 van 104

- het kan voorkomen dat het net niet goed aansluit aan de netpaal. Er is dan een opening ontstaan. Gaat de bal hierdoor bij een enkelspel dan is de bal goed, mits de bal de grond in de juiste speelhelft raakt. Wordt er een dubbelspel gespeeld, dan is de slag fout. Bij het dubbelspel behoort dit stuk van het net erbij; bij het enkelspel niet. - in een dubbelspel komt de bal via de netpaal in de goede speelhelft. Als het een terugslag betreft is het goed, bij een service is het fout. In een enkelspel geldt dit voor het enkelspelpaaltje. - indien de gespeelde bal een andere bal die in het speelveld ligt raakt, doch nog wordt teruggeslagen. - het raken van de medespeler bij een service (in het dubbelspel dus) is aan te merken als een foutieve service. Als de geserveerde bal de ontvanger of diens medespeler raakt (zonder eerst het net geraakt te hebben) is het een punt voor de serveerder. Oktober 2002 Pagina 31 van 104

Oktober 2002 Pagina 32 van 104

AANTEKENINGEN Oktober 2002 Pagina 33 van 104

Schematische samenvatting HINDEREN door tegenstander opzettelijk puntverlies onopzettelijk let van buitenaf let terugslag mogelijk let correctie van terugslagmogelijkheid uit naar in twijfelachtig let gecorrigeerde afroep terugslag onmogelijk punt toekennen lijn-, scheidsrechter (winnende slag, ace) correctie van punt toekennen in naar uit beslist direct over toekennen of afwijzen van het protest protesterend terugslaan scheidsrechter van de bal stopt onmiddellijk beslist zo mogelijk na inspectie van de balafdruk over het spel toekennen of afwijzen van het protest bal uit broekzak/ eerste keer let op grond van onopzettelijk hinderen vallende pet elke volgende keer puntverlies op grond van opzettelijk hinderen Oktober 2002 Pagina 34 van 104

8. HINDEREN (regels 21: door tegenstander en 25: van buitenaf) Een speler kan op de tennisbaan door meerdere oorzaken in de uitvoering van zijn spel worden gehinderd (zie schematische samenvatting op pag. 34). Zo kan hinder optreden door: 1. zijn tegenstander. Indien deze dit opzettelijk doet, bijv. een luide kreet slaken, kennelijk met de bedoeling de andere speler uit zijn concentratie te halen, verliest hij het punt. Als de door de tegenstander veroorzaakte hinder, naar het oordeel van de scheidsrechter, niet als opzettelijk is aan te merken, zal hij een let laten spelen (bijv. een speler valt en zijn tegenstander wordt hierdoor zodanig afgeleid dat hij de bal niet goed terug speelt); 2. oorzaken van buitenaf. Het is mogelijk dat een speler wordt gehinderd door iets buiten zijn toedoen (bijv. er rolt een bal hinderlijk over de baan). Het punt dient dan te worden overgespeeld. Zoals reeds in hoofdstuk 2 is opgemerkt valt hieronder niet het worden gehinderd door een vaste hindernis (ballenjongen, lijnrechter); 3. een gecorrigeerde afroep van een lijnrechter of scheidsrechter. De volgende mogelijkheden doen zich daarbij voor: - de bal van speler A wordt in beoordeeld door de lijnrechter, maar uit gegeven door de scheidsrechter, of na balmerkinspectie alsnog uit gegeven door de scheidsrechter: het punt wordt aan speler B gegeven; - de bal van A wordt uit gegeven door de lijnrechter, maar in beoordeeld door de scheidsrechter, dan zijn er twee mogelijkheden: * scorende bal of ace: punt voor A * speler B slaat de bal terug of kon de bal terugslaan, maar deed dit niet door de afroep van de lijnrechter: de scheidsrechter moet nu een let laten spelen; Oktober 2002 Pagina 35 van 104

4. het luid protesterend ( uit ) terugslaan van de bal. De scheidsrechter doet er in dit geval verstandig aan het spel onmiddellijk te stoppen. Hij loopt immers het risico dat de tegenstander stelt dat hij gehinderd werd door de uitroep van die speler en daarom een let, dan wel het punt opeist wegens opzettelijke hinder (zie ook hoofdstuk 11); 5. het verliezen van een pet of het laten vallen van een bal (uit hand of broekzak). Indien een speler tijdens een slagenwisseling zijn pet verliest of een bal uit zijn broekzak laat vallen, onderbreekt de scheidsrechter het spel, geeft een let wegens onopzettelijk hinderen en zegt tegen de speler dat hij bij iedere volgende keer dat iets dergelijks gebeurt het punt verliest wegens opzettelijk hinderen. In dit verband dient nog te worden opgemerkt dat voor de onder 1 en 2 genoemde vormen van hinder vereist is dat de hinder optreedt gedurende de voorbereiding of uitvoering van de slag. De scheidsrechter bepaalt of er sprake is van hinder. Een speler kan geen let eisen omdat hij meent dat zijn tegenstander werd gehinderd. Ook als er een kledingstuk over het net hangt kan een speler geen aanspraak maken op een let als hij daardoor in de uitvoering van zijn slag werd gehinderd. De scheidsrechter moet wel zorgen dat het kledingstuk wordt verwijderd, maar het punt blijft geldig. Ook in het geval dat de partner van de serveerder zich zo opstelt dat de ontvanger van de service de geserveerde bal moeilijk kan zien, kan er nooit sprake zijn van hinder. Zowel hij als de ontvanger mogen immers staan waar zij willen aan hun kant van het net. Oktober 2002 Pagina 36 van 104

9. TELLING, TERMEN, TELBLAD, AANKONDIGEN VAN DE WEDSTRIJD EN AFROEPEN VAN DE STAND (regels 26 en 27) De KNLTB heeft officieel de telling met Nederlandse termen aanvaard en deze bindend voorgeschreven voor alle wedstrijden tussen uitsluitend Nederlandse spelers, waaronder begrepen spelers die de Nederlandse tennisnationaliteit hebben verkregen. Telling De telling van de punten in een spel geschiedt, zoals in spelregel 26 staat, als volgt: nul - vijftien - dertig - veertig - spel. Daarbij kunnen allerlei combinaties voorkomen, zoals nulvijftien, vijftien gelijk, dertig-vijftien, veertig-vijftien, veertigdertig, gelijk, voordeel Krajicek, gelijk, voordeel Siemerink, gelijk, voordeel Siemerink, spel Siemerink. De volgende termen verdienen hierbij een nadere toelichting: Gelijk Deze term moet worden gebruikt wanneer beide spelers (paren) drie punten of meer in een spel hebben gemaakt. Voordeel Het eerste punt na gelijk. Vervolgens het 9e/11e etc. punt. Hierbij wordt in persoonlijke wedstrijden de naam van de betrokken speler (serveerder c.q. ontvanger) genoemd, in clubwedstrijden (bijv. competitie) de naam van de betreffende vereniging en in landenwedstrijden de naam van het desbetreffende land. De telling in een set is vervat in regel 27: de speler die het eerst zes spellen wint, wint de set, vooropgesteld dat hij wint met twee spellen verschil. Is dit niet het geval dan moet worden doorgespeeld tot dat verschil wel is bereikt. Het telsysteem van de tie-break (= doorbreken van een Oktober 2002 Pagina 37 van 104

gelijke stand) mag in de plaats komen van het telsysteem met twee spellen verschil mits vooraf is aangekondigd dat de tiebreak in werking treedt op de stand 6-6 in alle sets dan wel m.u.v. de laatste set (In Nederland wordt bij alle evenementen de tie-break toegepast in iedere set bij de stand 6-6). De tie-break wordt als volgt geteld: 1-0, 1-1, 2-1, 3-1 enz. De speler die het eerst zeven punten scoort, wint het tiebreakspel, vooropgesteld dat hij wint met twee punten verschil. Is dit niet het geval, dan moet worden doorgespeeld tot dat verschil wel is bereikt. Het Beslissend Punt Systeem In sommige wedstrijden wordt het Beslissend Punt Systeem (No-Ad system) toegepast. Hierbij wordt telkens wanneer de stand 40 40 in een spel wordt bereikt, nog maar 1 punt gespeeld om het betreffende spel te beslissen. De ontvanger beslist van welke kant wordt geserveerd. Op de stand 40 40 kondigt de scheidsrechter aan: Gelijk, beslissend punt, keuze ontvanger. Alternatieve telmethoden (Bijlage II Tennisspelregels) In Bijlage II wordt omschreven welke methoden mogen worden gebruikt om partijen te bekorten: 1. Korte sets De eerste speler die/het eerste team dat vier spellen wint, wint de Set, vooropgesteld dat er een marge is van twee spellen of meer t.o.v. de tegenstander(s). Indien de stand vier gelijk wordt bereikt moet een tie-break spel worden gespeeld. 2. Beslissende wedtrijd tie-break (7 punten) Wanneer in een wedstrijd de stand één set gelijk is, of twee sets gelijk in een wedstrijd om drie gewonnen sets, wordt er een tie-break spel gespeeld om de wedstrijd te beslissen. Dit tie-break spel vervangt de beslissende laatste set. De speler die het eerst zeven punt wint, wint deze wedstrijd tiebreak én de wedstrijd, vooropgesteld dat hij met een verschil van twee punten leidt. Oktober 2002 Pagina 38 van 104

3. Beslissende wedstrijd tie-break (10 punten) Wanneer in een wedstrijd de stand één set gelijk is, of twee sets gelijk in een wedstrijd om drie gewonnen sets, wordt er een tie-break spel gespeeld om de wedstrijd te beslissen. Dit tie-break spel vervangt de beslissende laatste set. De speler die het eerst tien punten wint, wint deze wedstrijd tiebreak én de wedstrijd, vooropgesteld dat hij met een verschil van twee punten leidt. Termen Voorts zijn de volgende NEDERLANDSE termen voorgeschreven: Fout - voor een eerste of tweede geserveerde bal die buiten het servicevak terecht komt (roep geen fout als de bal in het net wordt geserveerd; roep ook geen dubbelfout na een foutieve tweede service); - voor een misgeslagen service; - indien een speler of iets wat hij draagt de grond op de speelhelft van de tegenstander raakt, terwijl de bal in het spel is; - wanneer een bal met opzet tweemaal wordt geraakt of geslagen; - wanneer een bal wordt gevolleerd voordat deze over het net is gekomen. Voetfout Voor een overtreding van de serviceregels (regel 7 en 8) met betrekking tot de positie en beweging van de voeten, gedurende de uitvoering van de service. Uit Voor een (niet geserveerde) bal, die buiten het speelveld terechtkomt of een vaste hindernis of voorwerp buiten het speelveld raakt. Oktober 2002 Pagina 39 van 104

Net Voor een geserveerde bal die het net (netband, nettrekband) raakt, erover heen gaat en daarna wel of niet in de speelhelft van de tegenstander komt. Netfout Wanneer een speler, of iets wat hij draagt of vasthoudt, het net raakt terwijl de bal in het spel is (onder net ook te verstaan netband, nettrekband, netkabel, pipe-support, enkelspelpaaltje of netpaal). Door het net Wanneer een bal door de mazen van het net wordt geslagen. Let - voor een geserveerde bal die het net (netband, nettrekband) raakt en toch in het goede servicevak terechtkomt of via het net de tegenstander raakt; - voor elk punt dat niet telt en dus moet worden overgespeeld. Let eerste service Voor het overspelen van de eerste service of het punt. Let tweede service Voor het overspelen van de tweede service. Tweemaal Voor een bal, die pas wordt teruggespeeld nadat hij tweemaal heeft gestuit. Geraakt - als een bal in het spel een tegenstander raakt, of iets wat hij draagt of vasthoudt; - als een bal in het spel de partner raakt van de speler die de bal sloeg. Oktober 2002 Pagina 40 van 104

Wacht Om de voortzetting van de wedstrijd even te stoppen wegens bijv. hinderlijke of gevaarlijke voorvallen. Hinderen Wanneer een speler een handeling verricht die zijn tegenstander bij het uitvoeren van een slag of service hindert (regel 21). Correctie Aankondiging dat er een verkeerde beslissing is genomen c.q. een verkeerde stand is afgeroepen (daarna dient de goede beslissing (stand) te worden afgeroepen) Oktober 2002 Pagina 41 van 104

Invullen van het telblad NB Op de telbladen zijn naast de weergave van het puntenverloop d.m.v. diagonale streepjes nog de volgende bijzondere aanduidingen aangegeven: A in het bovenvakje is een ace. Puntje in het bovenvakje is een 1e service-fout. D in het ondervakje is een dubbele fout. Cirkeltje om het betreffende punt is een set- of wedstrijdpunt. Als een speler een Gedragsovertreding of Tijdsovertreding begaat wordt er een G of T in zijn vakje ingevuld. Als dat resulteert in punt- of spelverlies wordt dit aangegeven d.m.v. een X voor de speler die dit punt of spel wint. Horizontale streep om een love-game ( spel op nul ) aan te geven. Oktober 2002 Pagina 42 van 104

Uit het op pag. 42 weergegeven voorbeeld van het invullen van een telblad blijkt dat in deze laatste set X het eerst gaat serveren vanaf de rechterkant van het speelveld, gezien vanuit de scheidsrechtersstoel. Zie kolom: serv. Nadat W-Z een punt hebben gescoord (0-15), scoren X-Y twee punten achter elkaar (30-15). Zie in de horizontale puntenkolom: één diagonaal streepje in het onderste en twee diagonale streepjes in de bovenste vakjes. Daarna scoren W-Z weer een punt (30 gelijk - zie diagonale streepje in het daaronder liggende rijtje). Hierbij moet telkens een hokje verder worden gegaan, dus nooit twee streepjes onder elkaar plaatsen. Vervolgens wordt om de beurt een punt gescoord (gelijk). Zie de streepjes in het boven- en ondervakje. En tenslotte scoren X-Y twee punten achter elkaar, die daarmee het spel winnen. Dit wordt ingevuld in de kolom spellen. Hierna moeten de spelers van speelhelft wisselen (oneven stand), zodat W rechts van de scheidsrechtersstoel gaat serveren. Zie de kolom: serv. Daar in het voorbeeld X en Y deze laatste set winnen met 7-6, wordt achter de namen van de spelers (onder aan het telblad) 7-6 ingevuld. Na het beëindigen van de wedstrijd wordt de score op de voorkant van het telblad ingevuld en parafeert de scheidsrechter het telblad. Voorts noteert de scheidsrechter de tijdstippen van aanvang en beëindiging van de wedstrijd alsmede van een eventuele vroegtijdige beëindiging van de partij en van een onderbreking. Naast de gebruikelijke diagonale streepjes worden enkele bijzondere aanduidingen op het telblad gebruikt. Zie pag. 42. Bij het invullen van de tie-break wordt het verloop aangegeven in cijfers en dus niet met verticale streepjes. De horizontale dikke strepen op het telblad, na zes gescoorde punten, zijn bedoeld om aan te geven dat de spelers van speelhelft moeten wisselen. Het aankondigen van de wedstrijd Direct nadat de scheidsrechter op de scheidsrechtersstoel heeft plaatsgenomen en de spelers zijn gaan inspelen kondigt Oktober 2002 Pagina 43 van 104

de scheidsrechter aan: 5 minuten inspeeltijd (zie hoofdstuk 12, regel 30f). Na het verstrijken van 3, 4 en 5 minuten kondigt hij resp. aan: Nog 2 minuten/ nog 1 minuut/tijd (eventueel: wilt u zich gereed maken om te spelen ). Het is gebruikelijk dat de scheidsrechter na de aankondiging nog 1 minuut de spelers aan het publiek voorstelt, alsmede informatie verstrekt over de loting en de wedstrijd. Bijvoorbeeld: U gaat zo dadelijk kijken naar de finale herenenkelspel van de Nationale Kampioenschappen 1992; rechts van mij Richard Krajicek, links Jan Siemerink. Krajicek heeft de loting gewonnen en verkoos om te serveren. De wedstrijd wordt gespeeld om 3 gewonnen sets met een tiebreak in alle sets op de stand 6-6. Om bij hetzelfde voorbeeld te blijven: zodra Krajicek klaar staat om te gaan serveren kondigt de scheidsrechter aan: eerste set, Krajicek gaat serveren, spelen; in het volgende spel: Siemerink gaat serveren. Voorts is het een goed gebruik dat aan het begin van de volgende sets alleen de naam van de speler die het eerst gaat serveren wordt afgekondigd. Afroepen stand Het afroepen van de stand in de set gaat als volgt: Spel Krajicek, eerste spel. (nooit: Krajicek leidt met 1-0!) Spel Siemerink, één gelijk, eerste set. Spel Krajicek, Siemerink leidt 4-3 eerste set. Spel en eerste set Siemerink, 6-4. Spel Krajicek, eerste spel tweede set, Siemerink leidt één set tegen nul. Spel Siemerink, Krajicek leidt 3-2 tweede set, Siemerink leidt één set tegen nul. (De stand van de sets wordt alleen na afloop van een oneven spelstand afgeroepen, dus bij het wisselen van speelhelft). Spel en tweede set Krajicek, 6-3, één set gelijk. Spel Krajicek, eerste spel derde set, één set gelijk. Spel en derde set Krajicek 7-5, Krajicek leidt twee sets tegen één. Oktober 2002 Pagina 44 van 104

Spel Siemerink, Siemerink leidt 2-0 vierde set. Spel en vierde set Siemerink, 6-2, twee sets gelijk. Spel Krajicek, eerste spel, laatste set. Spel Siemerink, Krajicek leidt 3-2 laatste set. Spel, set en wedstrijd Krajicek, Krajicek wint met drie sets tegen twee, 4-6, 6-3, 7-5, 2-6, 6-4. Afroepen stand Het afroepen van de stand in een tie-breakspel gaat als in tiebreak volgt: Wanneer de stand bijvoorbeeld 6-6 in de eerste set is geworden, kondigt de scheidsrechter aan: Spel Krajicek, zes gelijk eerste set, tie-break, Siemerink gaat serveren. Vervolgens wordt na elk punt de stand afgeroepen gezien vanuit degene die leidt, dus ongeacht wie er serveert of gaat serveren: bijvoorbeeld 1-0 Krajicek, 2-0 Krajicek, 2-1 Krajicek, 2 gelijk, 3-2 Siemerink, 4-2 Siemerink, wisselen (alleen afroepen als de spelers geen aanstalten maken om te wisselen), 4-3 Siemerink, 4 gelijk, 5-4 Krajicek, 6-4 Krajicek, spel en eerste set Krajicek 7-6. Zie voor de uitleg van het tie-break-systeem hoofdstuk 10. Het afroepen van de stand in de tie-break tijdens een dubbelspel gaat in principe op dezelfde wijze, met dien verstande dat de namen van beide spelers die leiden genoemd worden. In een ploegenwedstrijd wordt uiteraard alleen de naam van de ploeg genoemd. Oktober 2002 Pagina 45 van 104

Oktober 2002 Pagina 46 van 104

10. TOEPASSING VAN DE TIE-BREAK (regel 27 en geval 1 en 2) Wanneer de stand 6-6 wordt kondigt de scheidsrechter aan Spel X en Y, zes gelijk, laatste set, tie-break, X gaat serveren. (zie voorbeeld pag. 46) Vervolgens worden de gescoorde punten afgeroepen gezien vanuit degene die leidt, dus los van degene die serveert of gaat serveren. De speler die het eerst 7 punten heeft en daarbij met twee punten verschil leidt, wint het tie-breakspel en daarmee de set. De setstand is dan 7-6 voor de winnaar van de tie-break. De normale servicevolgorde wordt aangehouden. Dus de speler die in het eerste spel van de set serveerde begint ook met serveren in de tie-break. Deze speler (X) serveert voor het 1e punt van de rechterkant van zijn speelhelft. Daarna serveert zijn tegenstander (W) voor het 2e en 3e punt, eerst van de linkerkant van zijn speelhelft en dan van de rechterkant. Vervolgens serveert Y voor het 4e en 5e punt, eerst van de linkerkant van zijn speelhelft en dan van de rechterkant. Speler Z serveert dan voor het 6e punt van de linkerkant van zijn speelhelft. Na zes punten totaal wordt er van speelhelft gewisseld. Speler Z serveert nu voor het 7e punt van de rechterkant van zijn speelhelft. Vervolgens is speler X weer aan de beurt om te serveren voor het 8e en 9e punt: eerst van links, dan van rechts enz. Wanneer na 12 punten/18 punten, dus een veelvoud van 6, nog steeds geen verschil van twee punten is bereikt, moet weer van speelhelft worden gewisseld. Na afloop van het tie-breakspel moet opnieuw van speelhelft worden gewisseld. De speler (in dubbelspel: het paar) die aan de beurt was om als eerste te serveren in de afgespeelde set en dus ook in de tie-break, wordt ontvanger in het 1e spel van de volgende set. Oktober 2002 Pagina 47 van 104

Het zou voor kunnen komen dat op de stand zes gelijk de tiebreak wordt gespeeld, hoewel vóór de wedstrijd was bepaald dat een set met twee spellen verschil zou worden gespeeld. Volgens regel 27 geval 1 moet de fout onmiddellijk worden hersteld, mits de vergissing wordt ontdekt voordat de bal in het spel is gebracht voor het tweede punt. Het eerste punt blijft geldig, als bijv. 15-0. Doch als de vergissing wordt ontdekt nadat de bal in het spel is gebracht voor het tweede punt, moet het spel worden voortgezet als een tie-breakspel. Ook kan het voorkomen dat bij zes gelijk verder wordt gespeeld als in een set met twee spellen verschil, hoewel vóór de wedstrijd was bepaald dat op die stand een tie-break zou worden gespeeld. Volgens regel 27 geval 2 moet de fout onmiddellijk worden hersteld, mits de vergissing wordt ontdekt voordat de bal voor het tweede punt in het spel is gebracht. Het eerste punt blijft geldig, als bijv. 1-0 voor A. Doch als de vergissing wordt ontdekt nadat de bal in het spel is gebracht voor het tweede punt, moet het spel worden voortgezet tot twee spellen verschil. Indien de stand in de set vervolgens 8-8 of een hoger even aantal bereikt: 10-10, 12-12 enz. moet alsnog een tie-break op die stand worden gespeeld. Oktober 2002 Pagina 48 van 104

11. TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN OFFICIALS (regel 29) Een wedstrijdorganisator (vereniging of wedstrijdcomité), die een tennistoernooi gaat organiseren dient een wedstrijdleiding te benoemen, welke met de regeling van het toernooi is belast, met daarin een wedstrijdleider en eventueel een plaatsvervangend wedstrijdleider. De taken en bevoegdheden van de wedstrijdleiding zijn omschreven in de artikelen III-24 t/m III-26 van het Wedstrijden Toernooireglement en die van de wedstrijdleider in de artikelen III-27 t/m III-39 van dat reglement. wedstrijdleider Tot de bevoegdheden van de wedstrijdleider behoort het nemen van beslissingen: - inzake de toepassing en uitleg van de spelregels en procedures, reglementen en het strafpuntensysteem, als de scheidsrechter of de spelers daarom verzoeken; - ter zake van een door hem geconstateerde onjuiste toepassing en uitleg van de spelregels en procedures, reglementen en het strafpuntensysteem. Voorts ziet hij er op toe dat de spelers schone en algemeen geaccepteerde tenniskleding dragen (geen sweatshirts, overhemden, Bermuda-shorts, gymnastiek- of voetbalbroeken). Van de overige bevoegdheden van de wedstrijdleider ingevolge genoemd reglement worden genoemd: - bij regen, duisternis, onbespeelbare baan onderbreekt de wedstrijdleider de wedstrijd, zo mogelijk op een even stand van spellen; * de onderbreking kan plaatsvinden of op voordracht van de scheidsrechter of op verzoek van de spelers; * de scheidsrechter mag de wedstrijd wel op eigen gezag onderbreken als het betreft: reparatie van de baan, van de netconstructie, overlast van het publiek e.d.; * na de onderbreking dient doorgegaan te worden met een 1e service op de bereikte stand (is immers hinder van buitenaf ; derhalve dient ingevolge regel 25 een let te worden gespeeld); Oktober 2002 Pagina 49 van 104

- bij eenstemmigheid van de wedstrijdleider en de spelers kan na een onderbreking: * een wedstrijd worden overgespeeld; * een laatste set worden overgespeeld; * een laatste spel worden overgespeeld. - bij geen eenstemmigheid is regel 29 van toepassing: doorgaan op de afgebroken stand. Deze regel eist niet dat de beslissing direct na de onderbreking genomen wordt en dan onaantastbaar is. Bij de hervatting van de wedstrijd kan een nieuwe beslissing worden genomen. Bij toernooien kan vooraf in het toernooireglement worden vastgesteld dat afwijking van regel 29 door een eenstemmig besluit niet is toegestaan. Voor competitiepartijen is in artikel III-14 van het Competitiereglement imperatief voorgeschreven dat na de onderbreking de partij dient te worden voortgezet op de afgebroken stand. Verder behoren tot zijn taken: - de planning van de partijen en de aanvangstijdstippen met inachtneming van de rechten van de spelers op de rusttijdenregeling; - het aanwijzen van de banen waarop wordt gespeeld; - de uitgifte van de ballen en de regeling over het wisselen van de ballen; - het ontzeggen van het recht van deelneming aan de wedstrijd indien een speler te laat is; - het ontnemen van het recht om verder te spelen indien de speler zich niet gedraagt overeenkomstig de reglementen. In dit geval moet de wedstrijdleider de wedstrijdcommissie inschakelen, die terzake beslissingsbevoegd is; - het aanwijzen van scheidsrechters, indien geen hoofdscheidsrechter is aangesteld; - het verplaatsen en vervangen van resp. lijnrechters en scheidsrechters, tenzij deze taken aan een hoofdscheidsrechter zijn toegewezen. Oktober 2002 Pagina 50 van 104

hoofdscheids. Als een hoofdscheidsrechter is aangesteld, wijst deze de scheidsrechters en lijnrechters aan en neemt de bevoegdheden, vermeld in de artikelen III-36 en III-38 lid 1 sub a, b, c en d van het Wedstrijd- en Toernooireglement, van de wedstrijdleider over. toezichthouder Als er een toezichthouder optreedt, neemt hij de bevoegdheden, vermeld in artikel III-56 van evengenoemd reglement, van de wedstrijdleider over. Die regeling komt er op neer, dat een speler die zich onbehoorlijk gedraagt dan wel op andere wijze het welslagen van de wedstrijd belemmert, door hem aan de wedstrijdcommissie zal worden voorgedragen om uitgesloten te worden van verder spelen. Voorts beslist de toezichthouder over de toepassing van de spelregels en procedures, reglementen en het strafpuntensysteem op de aan hem toegewezen banen. In de Instructie voor Toezichthouders zijn de taken en bevoegdheden nader uitgewerkt. scheidsrechter Bij wedstrijden waarbij een scheidsrechter optreedt, zijn diens beslissingen over feitelijke waarnemingen (de bal in of uit ) onherroepelijk. Ten aanzien van beslissingen van de scheidsrechter inzake de toepassing en uitleg van de spelregels en de gedragsregels, kan de speler zich beroepen op de wedstrijdleider c.q. hoofdscheidsrechter, wiens beslissing onherroepelijk is. De belangrijkste taken van de scheidsrechters en de lijnrechters worden hieronder besproken. Van de scheidsrechter zal worden verwacht dat hij met technisch en tactisch inzicht en met bescheidenheid borg staat voor een goede afweging van de op het spel staande belangen van spelers, publiek en organisator van het evenement. Zijn optreden dient objectief en onpartijdig te zijn, terwijl hij zich nimmer dient te laten beïnvloeden door bemoeienissen van spelers en publiek. Oktober 2002 Pagina 51 van 104

De scheidsrechter zorgt dat hij vóór de spelers op de baan is. Hij wacht, staande bij het net, op de komst van de spelers en verschaft hen tijdens de pre-match meeting de benodigde relevante informatie. Deze informatie kan, afhankelijk van het niveau, van evenement tot evenement verschillen. De informatie betreft: het aantal te spelen sets, alternatieve scoringssystemen (beslissend punt systeem, beslissende wedstrijd tie-break, etc.), het aantal ballen waarmee gespeeld wordt, ballenwissels, lijnrechters en ballenkinderen. lijnrechter(s) In wedstrijden waarin lijnrechters optreden zijn hun beslissingen over feitelijke waarnemingen in beginsel onaantastbaar. Daarbij geeft geval 5 van regel 29 de lijnrechter de mogelijkheid zijn afroep te corrigeren, zelfs nadat de scheidsrechter de stand heeft afgeroepen, mits de lijnrechter dit onmiddellijk doet. Als echter naar het oordeel van de scheidsrechter, de lijnrechter een duidelijke fout maakt, heeft hij het recht de beslissing van de lijnrechter te wijzigen. Als de lijnrechter niet in staat is een beslissing te geven, moet hij dit onmiddellijk door een handgebaar (handen naast de ogen) kenbaar maken. De scheidsrechter dient in dat geval de beslissing over in of uit te nemen. Is hij daartoe niet in staat dan moet hij een let laten spelen. Voor de hand ligt de vraag wanneer de scheidsrechter een beslissing van een lijnrechter moet wijzigen (overrulen). Vooropgesteld moet worden dat de scheidsrechter er van overtuigd moet zijn dat de afroep van de lijnrechter boven alle redelijke twijfel fout was. Voorts kunnen de volgende voorbeelden verduidelijken wanneer de scheidsrechter moet overrulen en wanneer niet: - als een bal door de lijnrechter in wordt beoordeeld: * terwijl de scheidsrechter duidelijk ruimte ziet tussen bal en lijn: overrulen; * terwijl de bal nog nèt niet de uiterste buitenkant van de lijn raakt: niet overrulen; - als een bal door de lijnrechter uit wordt gegeven: * terwijl de bal boven op de lijn wordt geslagen: Wèl overrulen. Oktober 2002 Pagina 52 van 104