UITTREKSEL Gemeenteraad

Vergelijkbare documenten
Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de vestigingen.

Reglement: algemene gemeentelijke heffing voor bedrijven

Belasting woon- en bedrijfsruimten Artikel 1: Voor de periode met ingang van 01/01/2013 en eindigend op 31/12/2018 wordt ten behoeve van de

Reglement. Gemeentebelasting op de vestiging van nietcommerciële. Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 oktober 2015

Voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de vestigingen.

Algemene Belasting op Bedrijfsvestigingen

dienst financiën: Gemeentebelastingen - Algemene gemeentebelasting juridisch kader

Artikel 1 Voor de aanslagjaren 2009 t.e.m wordt ten behoeve van de gemeente Zelzate een belasting op bedrijfsvestigingen geheven.

GEMEENTERAAD

13. Algemene gemeentebelasting op economische bedrijvigheden (2013): goedkeuring.

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

Belastingverordeningen 2014

Belasting op de voor het publiek toegankelijke ruimten van commerciële vestigingen in het centrum van Kortrijk (2016/2020)

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad Zitting van 16 december 2015

GEMEENTEBELASTING OP DE NATUURLIJKE EN RECHTSPERSONEN DIE EEN ECONOMISCHE ACTIVITEIT UITOEFENEN OP HET GRONDGEBIED VAN DE GEMEENTE - GOEDKEURING

ALGEMENE GEMEENTELIJKE BEDRIJFSBELASTING

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

Belasting op de natuurlijke en rechtspersonen die een economische activiteit uitoefenen op het grondgebied van de gemeente Aanslagjaar 2017

Algemene gemeentebelasting voor de aanslagjaren

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT

Algemene Provinciebelasting 2018

BELASTINGREGLEMENT OP DE BEDRIJFSVESTIGINGEN

Belastingreglement op de bedrijfsvestigingen

Belasting op onbebouwde percelen

Belastingverordeningen 2012

Belasting op vaste reclameinrichtingen. aanplakborden voor publieksdoeleinden

Provincieraadsbesluit

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad

Provincieraadsbesluit

BELASTINGREGLEMENT OP DE OPSLAGPLAATSEN

Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de inname van de openbare weg door:

Provincieraadsbesluit

Belasting op de natuurlijke en rechtspersonen die een economische activiteit uitoefenen op het grondgebied van de gemeente Aanslagjaar 2014

Belastingreglement van 1 juli 2014 ter inning van de Algemene Gemeentelijke Belasting

Aangifte aanslagjaar 2016 (toestand van t/m )

11. BELASTING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN IN WOONGEBIED EN OP ONBEBOUWDE KAVELS (ACTIVERINGSHEFFING)

PROVINCIEBELASTINGEN 2019

Belasting op de economische bedrijvigheid.

ALGEMENE GEMEENTELIJKE BEDRIJFSBELASTING

Gemeentebelasting op de natuurlijke en rechtspersonen die een economische activiteit uitoefenen op het grondgebied van de gemeente Aanslagjaar 2015

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT

Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014

DEEL 1: BELASTING OP DE HORECAGELEGENHEDEN

dienst financiën: Gemeentelijk belastingsreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde percelen en kavels ( )

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

PROVINCIEBELASTINGEN 2017

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE TWEEDE VERBLIJVEN

Provinciebelastingen 2016

Provinciebelastingen 2016

BELASTINGREGLEMENT OP FILM- EN EROTISCHE VOORSTELLINGEN

BELASTING OP LEEGSTAND EN VERWAARLOZING VAN BEDRIJFSRUIMTEN

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE DE INNAME VAN OPENBAAR DOMEIN

Voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de inname van de openbare weg door:

BELASTINGREGLEMENT OP VASTE EN MOBIELE RECLAME, RECLAMESTANDS EN STEIGERDOEKRECLAME

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit

GEMEENTEBELASTINGEN. INGEKOHIERDE BELASTING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN IN WOONGEBIED OF ONBEBOUWDE KAVELS OF ONBEBOUWDE GRONDEN IN INDUSTRIEGEBIED.

DEEL 1: BELASTING OP DE HORECAGELEGENHEDEN

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD OPENBARE ZITTING VAN 22 NOVEMBER 2018

AANGIFTEFORMULIER. Verspreiding niet-geadresseerde reclamedrukwerk of gelijkgestelde producten.

2. Kavel: het in een verkavelingsvergunning van een niet vervallen verkaveling afgebakende perceel.

DE RAAD: - Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen;

dienst financiën R E G L E M E N T

Taksreglement betreffende het gebruik van een woonplaats door een bewoner die niet in de bevolkingsregisters is ingeschreven.

BELASTINGREGLEMENT OP VASTE EN MOBIELE RECLAME, RECLAMESTANDS EN STEIGERDOEKRECLAME

ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN EN KAVELS EN BELASTING OP BRAAKLIGGENDE INDUSTRIEGRONDEN

Belastingsreglement op het indienen of melden van omgevingsvergunningen en andere ruimtelijke attesten of vergunningen

Verwaarloosde woningen en gebouwen registratie en belasting ( )

Voorstel van de heer Wim Aernoudt, N-VA-provincieraadslid, betreffende het vrijstellen van provinciale bedrijfsbelasting voor de landbouwsector.

MODELVERORDENING GEMEENTELIJKE ACTIVERINGSHEFFING

De raad. Gelet op het gemeentedecreet;

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 19 december 2016 Wonen - Woondienst _GR_00151 Reglement belasting op tweede verblijven - Ter beslissing

GEMEENTE ANDERLECHT BELASTING OP DE TOERISTISCHE LOGIES. Artikel 1. Definities. In de zin van het huidig reglement, verstaat men onder :

Financiën - Goedkeuren van het reglement vermindering op de algemene gemeentebelasting voor gezinnen

BELASTINGREGLEMENT OP DE ONBEBOUWDE KAVELS IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING

Uittreksel uit de notulen van de Gemeenteraad van de stad Kortrijk Zitting van 18/11/2013 Type behandeling: openbaar

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK

12. Belasting op verschillende categorieën van horeca- en aanverwante bedrijven (2013): goedkeuring.

2. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

GEMEENTE ANDERLECHT BELASTINGREGLEMENT OP DE OPENBARE EN PRIVATE PUBLICITAIRE INRICHTINGEN

Belasting op leegstaande gebouwen en woningen voor de periode

Algemene Gemeentelijke Heffing Bedrijven 2017

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT GEMEENTE GEETBETS

Provincieraadsbesluit

BELASTINGREGLEMENT OP DE ONBEBOUWDE KAVELS IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING

Als oppervlakte geldt de oppervlakte die is vastgelegd in de kadastrale legger.

Goedkeuring reglement heffing op leegstand van woningen en gebouwen voor het aanslagjaar 2017

34. Algemene gemeentebelasting op economische bedrijvigheden : goedkeuring.

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT GEMEENTE GEETBETS

Ontwerpbesluit Zitting van 18 december 2017 ONDERSTEUNING

Gelet op artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet ;

Gelet op artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet ;

BELASTINGREGLEMENT OP DE VERSPREIDING VAN NIET GEADRESSEERDE DRUKWERKEN

DE GEMEENTERAAD, BESLUIT:

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 22/02/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/011

Transcriptie:

UITTREKSEL Gemeenteraad datum zitti ng 26/11/2009 Openbare zitting aanwezig Staf Willemsens, Burgemeester-voorzitter Kamiel Michielsen, Joos De Meyer, Isabelle Druyts, Sus Wouters, Bart Craane, Schepenen Josephine Van den Bossche, Voorzitter OCMW en schepen, neemt deel aan de gemeenteraad met raadgevende stem Gust Adriaensen, Freddy Smans, Jan Eyckens, Tom Jacobs, Hans Woestenborghs, Filip Daneels, Peter Helsen, Marc Veulemans, Marc Smans, Niels Van Laer, Annie De Houwer, Niko Mollen, Roel Dolhain, Jan Van Dijck, Peter Van Roey, Ria De Haeck, Stefan Poortmans, Natalie Wygers, Freddy Torremans Raadsleden Lydie Kenis, Secretaris Belasting op bedrijfsruimten De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis De gemeenteraad van Beerse heeft in zitting van 24 april 2008 beslist toe te treden tot het lokaal pact met de Vlaamse regering en heeft het engagement aangegaan om de belasting op tewerkgesteld personeel af te schaffen vanaf het aanslagjaar 2009. Feiten en context De gemeente heft nog een belasting op drijfkracht. Het is de bedoeling om ook deze belasting af te schaffen met ingang van 1 januari 2011 en een redelijke spreiding van de belastingdruk over de bedrijven tot stand te brengen. Een redelijke spreiding van de belasting over de bedrijven kan tot stand worden gebracht door als algemene grondslag te opteren voor de beschikbare bedrijfsruimten en door in de tariefzetting rekening te houden met de specificiteit van de land- en tuinbouw. Over het voorstel van deze belasting zijn er overlegmomenten geweest met Unizo, WIB en de landbouw; Juridische grond De bepalingen van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen. Schepen K. Michielsen geeft toelichting en verwijst naar de verschillende hypothesen gevoegd in bijlage. Raadslid H. Woestenborghs merkt op dat hypothese 4 wordt voorgesteld en niet hypothese 1 zoals de schepen vermeldde, hij verwijst hierbij naar de 0,1 euro per m² voor bedrijven. Raadslid H. Woestenborghs moet vaststellen dat dit een fikse verhoging is. Schepen K. Michielsen bevestigt dat dit een meeropbrengst is, maar doet hierbij wel opmerken dat er nu bedrijven zijn die geen aangifte hebben gedaan van drijfkracht en/of tewerkgesteld personeel, indien deze dit wel hadden gedaan zouden de huidige ontvangsten normaal hoger liggen. Raadslid H. Woestenborghs vindt dat dit in deze tijd van economische crisis toch een serieuze verhoging is. De burgemeester-voorzitter deelt mee een overleg gehad te hebben met Unizo en er inderdaad opgemerkt werd dat bepaalde zelfstandigen niet op de hoogte waren van de belasting op het tewerkgesteld personeel en deze dus nooit betaald hebben. Raadslid F. Smans meent dat de Werkgroep Industrie Beerse wel voorstander zal geweest zijn van hypothese 1. U i t t r e k s e l G e m e e n t e r a a d p a g i n a 1 v a n 5

De burgemeester-voorzitter zegt dat alle opties zijn voorgelegd aan de WIB en inderdaad gekozen werd voor het goedkoopste belastingtarief. Raadslid F. Smans zegt dat de bedrijven liever een rechtvaardigde belasting betalen, dit is volgens hem nu niet het geval. Er is een verschil tussen beschikbare bedrijfsruimten en nuttige bedrijfsruimten. Zowel provincie als gemeente hanteren nu dezelfde grondslag, dit zorgt wel voor een bepaalde scheeftrekking tussen bedrijven. Het kan wel zijn dat bedrijven klacht zullen indienen. Schepen K. Michielsen wijst er op dat de bedrijven nu toch minder belastingen op outillering moeten betalen ingevolge een beslissing van de hogere overheid. Volgens raadslid F. Smans is men echter bezig om deze opnieuw te actualiseren. Raadslid H. Woestenborghs merkt op dat een bedrijf als Janssen Pharmaceutica nu 10% minder moet betalen en de kleine zelfstandigen die vroeger niets betaalden nu wel 75 euro moeten ophoesten. Raadslid R. Dolhain vraagt of deze belasting wel strookt met het Lokaal Pact. Raadslid K. Michielsen zegt dat het Lokaal Pact dit toelaat, deze belasting gaat trouwens in vanaf 2011. Raadslid R. Dolhain zegt dat het Lokaal Pact door de Vlaamse regering niet verlengd wordt omdat Vlaanderen geen overschot meer heeft op de begroting, onder meer door financiële transfers naar de andere gewesten. Moest het Lokaal Pact in voege blijven, zou de gemeente deze belasting niet moeten invoeren. Het zijn nu opnieuw de werkende mensen die weer gaan belast worden, dit zijn pestbelastingen. Het resultaat van de stemming is als volgt: - 13 stemmen voor: S. Willemsens, K. Michielsen, J. De Meyer, I. Druyts, S. Wouters, B. Craane, J. Eyckens, P. Helsen, M. Veulemans, M. Smans, P. Van Roey, R. De Haeck en N. Wygers; - 11 stemmen tegen: G. Adriaensen, F. Smans, T. Jacobs, H. Woestenborghs, F. Daneels, N. Van Laer, A. De Houwer, R. Dolhain, J. Van Dijck, S. Poortmans en F. Torremans. Besluit: Artikel 1 Met ingang van 1 januari 2011 en voor een termijn eindigend op 31 december 2013 wordt door de gemeente Beerse een belasting geheven op de beschikbare bedrijfsruimten. Artikel 2 De belasting wordt gevorderd van: 1 elke natuurlijke persoon die in hoofd-of bijberoep een zelfstandige beroepswerkzaamheid uitoefent of die één of meerdere daden heeft gesteld die de uitoefening van een zelfstandige beroepswerkzaamheid toelaten, kunnen toelaten of doen vermoeden (onder meer elke handelaar, elke zelfstandige diensten- of zorgenverstrekker, elke beoefenaar van een vrij beroep, elke nijverheidsondernemer, elke uitbater van een agrarisch bedrijf) en die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente Beerse één of meerdere vestigingen heeft, gebruikt voor de uitoefening van de zelfstandige beroepswerkzaamheid of voorbehoudt tot het gebruik voor de uitoefening van een zelfstandige beroepswerkzaamheid; De natuurlijke persoon die uit hoofde van zijn zelfstandige beroepswerkzaamheid uitsluitend optreedt als werkend vennoot of als bestuurder in een vennootschap wordt niet als belastingplichtig beschouwd in de zin van artikel 2, 1 van dit reglement. 2 elke rechtspersoon naar Belgisch of buitenlands recht onderworpen aan de vennootschapsbelasting, inclusief de rechtspersoon die in vereffening is gesteld en die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente Beerse één of meerdere vestigingen heeft, door voornoemde rechtspersoon gebruikt of tot zijn gebruik voorbehouden; 3 elke rechtspersoon naar Belgisch of buitenlands recht die een winstoogmerk heeft, maar niet onderworpen is aan de vennootschapsbelasting, inclusief de rechtspersoon die in vereffening is gesteld en die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente Beerse één of meerdere vestigingen heeft, door voornoemde rechtspersoon gebruikt of tot zijn gebruik voorbehouden. De rechtspersonen bedoeld in de artikelen 180, 181 en 182 van het Wetboek der Inkomstenbelastingen 1992 en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen worden niet als belastingplichtig beschouwd in de zin van artikel 2, 2 en 3 van dit reglement. U i t t r e k s e l G e m e e n t e r a a d p a g i n a 2 v a n 5

Artikel 3 Elke belastingschuldige is de belasting verschuldigd per afzonderlijke vestiging hoe ook genoemd, die door hem/haar wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden en op het grondgebied van de gemeente Beerse is gelegen. Indien een onderneming zich uitstrekt op het grondgebied van verscheidene gemeenten dan treft de belasting enkel het gedeelte gelegen op het grondgebied van de gemeente Beerse. Een belastbare vestiging is elke oppervlakte die voor beroeps- of bedrijfsdoeleinden is bestemd of in het kader van beroeps- of bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt, tot gebruik is voorbehouden of bijdraagt tot de realisatie/uitvoering van de beroeps- of bedrijfsdoeleinden. Onder een oppervlakte wordt het volgende verstaan: elk (gedeelte van een) onroerend goed, elke lokaliteit of ruimte onder gelijk welke vorm en die individueel of collectief worden gebruikt of kunnen gebruikt worden, met inbegrip van de plaats of het adres waarop een maatschappelijke of administratieve zetel gevestigd is. Aan elkaar grenzende oppervlakten worden als één vestiging beschouwd, op voorwaarde dat deze oppervlakten niet van elkaar gescheiden zijn door een openbare weg of een openbare waterloop. Twee of meer oppervlakten met elkaar verbonden door het bestaan van een wegvergunning, worden beschouwd als één enkele vestiging. Elke belastingschuldige, vermeld in artikel 2 wordt geacht over een belastbare vestiging te beschikken, waarvoor minstens de minimumbelasting verschuldigd is. Een belastingschuldige van wie de beroeps- of bedrijfsdoeleinden uitsluitend een ambulant karakter hebben, heeft een belastbare vestiging op het adres van zijn/haar in de gemeente Beerse gelegen verblijfplaats (waar in het kader van de beroeps- of bedrijfsdoeleinden de opslag van goederen of materiaal, de voorbereiding, de planning, de organisatie, de administratieve ondersteuning of het beheer in de ruimste zin gebeuren of kunnen plaatsvinden). Artikel 4 De belasting wordt vastgesteld rekening houdend met de totale belastbare gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte van het goed waarop de vestiging zich bevindt. Onder gebruik moet elke vorm van gebruik worden verstaan, met inbegrip van onder meer het gebruik als (toegangs)weg, parking, plantsoen, grasstrook, groenzone, vijver, sportterrein, laad-, los- of stortplaats, opslag- of overslagruimte, bufferzone, weiland, conciërgewoning. Om belastbaar te zijn, volstaat het dat een oppervlakte eventueel (nog) kan worden gebruikt, ook al wordt deze oppervlakte op 1 januari van het aanslagjaar niet effectief gebruikt (bv. braakliggende of woeste gronden, improductieve oppervlakte, oppervlakte zonder economisch rendabel gebruik). Een oppervlakte is, voor de toepassing van de algemene gemeentebelasting, de som van de grondoppervlakten bestemd of ingenomen voor bedrijfs- of beroepsdoeleinden in open lucht en de vloeroppervlakte bestemd of ingenomen voor bedrijfs- of beroepsdoeleinden in gebouwen. Deze laatste oppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren, garages, berg- en opslagplaatsen, waar deze zich ook bevinden, maar met uitsluiting van het gedeelte dat uitsluitend als woongelegenheid van de bedrijfsleider of beoefenaar van het vrij beroep wordt gebruikt. Artikel 5 1. Elke belastingplichtige moet per afzonderlijke vestiging aangifte doen op een aangifteformulier dat het gemeentebestuur van Beerse ter beschikking stelt. De correct ingevulde, gedag- en gehandtekende aangiften moeten uiterlijk op 30 april van het aanslagjaar toekomen bij het gemeentebestuur van Beerse, Bisschopslaan 56, 2340 Beerse. 2. Een belastingplichtige is vanaf het aanslagjaar 2012, voor een vestiging vrijgesteld van de in par. 1 voorgeschreven aangifteplicht op voorwaarde dat hij/zij voor het vorige aanslagjaar voor deze vestiging werd aangeslagen op basis van een aangifte. Een belastingplichtige kan niettemin worden verplicht voor een dergelijke vestiging - waarvan sprake is in het eerste lid - een aangifteformulier in te dienen, indien hem/haar dat uitdrukkelijk wordt gevraagd door het gemeentebestuur van Beerse. 3. Voor de vestiging waarvoor overeenkomstig par. 2, eerste lid, een vrijstelling van de aangifteplicht geldt, wordt aan de belastingschuldige een aangifteformulier met een voorgedrukt voorstel van aangifte ter beschikking gesteld, dat de gegevens vermeldt waarover het gemeentebestuur van Beerse, beschikt, onder meer inzake de ligging van de vestiging en de oppervlakte. U i t t r e k s e l G e m e e n t e r a a d p a g i n a 3 v a n 5

4. Enkel indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige het aangifteformulier terugzenden overeenkomstig de procedure, vermeld in par. 1, met duidelijke en volledige vermelding van de correcte gegevens en verbeteringen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij de aangifte tijdig indiende. 5. Het voorstel van aangifte, dat zo nodig wordt verbeterd of vervolledigd binnen de in par. 1 vermelde termijn, heeft dezelfde waarde als een tijdig ingediende aangifte. 6. Voor elke vestiging waarvoor een belastingplichtige, vermeld in par. 1, geen aangifteformulier heeft ontvangen is hij/zij verplicht, uiterlijk op 30 april van het aanslagjaar, aan de in par. 1 vermelde dienst de voor aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen, eventueel op het formulier dat daartoe op verzoek zal worden toegezonden. 7. Tevens moet de belastingplichtige, vermeld onder art. 2, binnen de maand uit eigen beweging aangifte doen, vergezeld van de nodige bewijsstukken, bij de in par.1 vermelde dienst van: > elke nieuwe of bijkomende vestiging in de gemeente Beerse; > elke wijziging van de beschikbare oppervlakte, in principe dus elke verwerving of vervreemding van onroerend goed, elk begin of einde van huur, pacht, en elke andere wijze waardoor de beschikbare oppervlakte op het grondgebied van de gemeente Beerse wijzigt; > elke verandering in de uitbating; > de definitieve stopzetting van bedrijf, handelszaak of zelfstandige beroepsactiviteit in de gemeente Beerse. Artikel 6 Het bedrag van de verschuldigde belasting wordt als volgt bepaald: 0-500m² 500-1.000m² 1.000-5.000m² 5.000-10.000m² 10.000-20.000m² 20.000-100.000m² 100.000m² en meer 75 euro 500 euro 750 euro 1.000 euro 2.500 euro 5.000 euro 7.500 euro te vermeerderen met 0,1 euro per m² voor de schijf van oppervlakte boven de 100.000m² Artikel 7 In afwijking van het bepaalde in artikel 6 gelden voor de agrarische bedrijven volgende heffingen: a) Landbouwbedrijven Vestiging met een oppervlakte tot 10 ha Vestiging met een oppervlakte van meer dan 10 ha 70 euro 140 euro b) Tuinbouwbedrijven Vestiging met een oppervlakte tot 10.000m² Vestiging met een oppervlakte van meer dan 10.000m² 140 euro 250 euro Artikel 8 Voor de toepassing van artikel 7 wordt het volgende verstaan onder: > agrarisch bedrijf: een bedrijf waarvan de werkzaamheden uitsluitend bestaan uit landbouw en/of tuinbouw; > landbouw- en/of tuinbouwoppervlakte: oppervlakte voor landbouw en/of tuinbouw. Artikel 9 De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastingplicht en de belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar. Het feit dat in de loop van het aanslagjaar een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige beëindigt, een vennootschap ophoudt te bestaan, de U i t t r e k s e l G e m e e n t e r a a d p a g i n a 4 v a n 5

belastbare oppervlakte vermindert en/of een belastbare vestiging wordt gesloten of verlaten, geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering. Indien bewezen wordt dat een natuurlijke persoon zijn/haar mogelijkheid tot uitoefening van een zelfstandige beroepswerkzaamheid uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief beëindigde of indien bewezen wordt dat een vennootschap uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief ophield te bestaan, gaat de hoedanigheid van belastingplichtige verloren. Bij een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden of bij een inactiviteit of zolang de vereffening van een vennootschap niet is afgesloten, blijft de hoedanigheid van belastingplichtige verder bestaan. Artikel 10 De vestiging en invordering van bovenvermelde belasting, evenals de regeling van de geschillen terzake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het gelijknamige decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging als volgt worden toegepast en afzonderlijk in het kohier en op het aanslagbiljet worden vermeld: > 1e overtreding: 10% verhoging; > 2e overtreding: 40% verhoging; > 3e overtreding: 70% verhoging; > 4e overtreding: 100% verhoging; > 5e en volgende overtredingen: 200% verhoging. Deze verhogingen worden per vestiging toegepast, ongeacht of het om één of meer overtredingen per aanslagjaar gaat, en met dien verstande dat tijdige en correcte aangiften gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingschuldige volledig herstelt, waardoor de aanslag bij de eerstvolgende overtreding met slechts 10% wordt verhoogd. Artikel 11 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag of een belastingverhoging een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen die handelt als administratieve overheid. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Het college van burgemeester en schepenen stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding naar de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger en naar de financieel beheerder. Het college van burgemeester en schepenen doet binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het bezwaarschrift, uitspraak op basis van een met redenen omklede beslissing. Die termijn van zes maanden wordt met drie maanden verlengd als de betwiste aanslag ambtshalve werd gevestigd. Aldus gedaan in zitting op datum als voren. voor eensluidend uittreksel, Secretaris Lydie Kenis Burgemeester-voorzitter Staf Willemsens Voor kennisgeving en gevolg toegezonden aan: U i t t r e k s e l G e m e e n t e r a a d p a g i n a 5 v a n 5