Product Data Product Data Sheet HEMPEL'S GALVOSIL * HEMPEL'S ZINC DUST 97170 OMSCHRIJVING TOEPASSING TEMPERATUUR BELASTING VERKRIJGBAARHEID Fysische gegevens Uiterlijk Kleuren Kleur Nummers Volume vast Theoretisch rendement Vlampunt Soortelijk gewicht Handdroog Volledig verhard VOS Houdbaarheid Mengverhouding Applicatie methode Verdunner Verwerkingstijd Spuitopening Spuitdruk Reiniging gereedschap HEMPEL'S GALVOSIL is een twee-componenten zelf-verhardende anorganisch zinksilicaat op basis van een oplosmiddel, uitstekend bestand tegen weersinvloeden en slijtage. Het product is uitstekend bestand tegen chemicaliën met een ph-waarde tussen 6 en 9. Voor temperatuur belastings bereik, zie onderstaand. Applicatie met een airless-spuit is mogelijk. Biedt kathodische bescherming voor lokale mechanische beschadigingen. 1. Als algemeen toepasbare, heavy-duty, roestwerende primer. 2. Als enkelvoudige, volledige coating voor de langdurige bescherming van staal blootgesteld aan gematigd tot sterk corrosieve omgevingen en aan slijtage. 3. Als inwendige tank-coating overeenkomstig de CARGO PROTECTION GUIDE. Droge condities: v Resistent tegen permanente temperatuur belasting tot aan 500 C Resistent tegen kortstondige piek temperaturen tot aan 500 C, terwijl de v v permanente gebruikstemperatuur beneden 400 C is. In het geval van wisselende gebruiks condities met regelmatige periodes van lage en hoge temperaturen, dient de temperatuur beneden de 400 C te worden gehouden.. In het geval van gebruikstemperaturen boven 400 C, is het een voordeel om een toplaag HEMPEL S SILICONE ALUMINIUM 56910 aan te brengen. Vochtige condities: Zie opmerkingen op de achterzijde. In overleg. Opmerkingen Mat metaalgrijs 19840 64 ± 1 % 12,8 m²/liter - 50 micron 14 C 2,65 kg/liter (ca) 30 min. bij 20 C (RV 65-75%) (ca) 3 dgn (Zie OPMERKINGEN op de achterzijde) 535 g/liter 1 jaar na productiedatum (bij 25 C). De houdbaarheid is afhankelijk van de temperatuur waarbij de verf wordt opgeslagen. Bij temperaturen boven 25 C is het product minder lang houdbaar. Niet opslaan boven 40 C. De houdbaarheid is overschreden indien de vloeistof gegelleerd is of als het gemixte product gelvorming vertoont voor applicatie. De vermelde fysische gegevens zijn theoretische waarden overeenkomstig de goedgekeurde formules van de HEMPEL Groep. Ze zijn onderhevig aan de gebruikelijke fabricage-toleranties en waar vermeld, zijnde de standaardafwijking overeenkomst ISO 3534-1. Zie ook de Toelichting in het HEMPEL-boek. GALVOSIL LIQUID 15709 : ZINC DUST 97170 3,1 gew.delen : 6,9 gew.delen (Mengverhouding in volume zie opmerkingen op de achterzijde) Airless-spuit Luchtspuit Kwast (bijwerken) 08700 (30%) 08700 (50%) 08700 (10%) 8 uur (bij 20 C).019" -.023" 100 bar (Gegevens voor airless spuiten zijn indicatief en aan aanpassingen onderhevig). THINNER 08700 Uitgave: augustus 2003 Hempel (The Netherlands) B.V. Tel: +31 (0) 10 4454000 James Wattweg 2 Fax. +31 (0) 10 4600883 3133KK Vlaardingen Pagina 1/3
Product Data Sheet Geadviseerde laagdikte Overschildertijd nat : 75 droog: 50 Min: Max: geen micron micron Zie OPMERKINGEN op de achterzijde Zie OPMERKINGEN op de achterzijde Zie OPMERKINGEN op de achterzijde VOORBEHANDE- LING OPPERVLAK APPLICATIE CONDITIES VOLGENDE LAAG OPMERKINGEN Gebruiks temperaturen: Tank coating: Laagdikte: Gebruik bij hoge temperaturen: Mengverhouding: Verdunning: Overschildertijden: Verwijder olie en vet etc. met een geschikte ontvetter. Verwijder zout en andere verontreinigingen door middel van (hoge druk) zoet water wassen. Gritstralen tot minimaal Sa 2½, met een oppervlakteprofiel overeenkomend met Rugotest No. 3, BN10a, Keane-Tator Comparator, min. 3.0 G/S, of ISO Comparator rough MEDIUM (G). In geval van nieuw staal dat blootgesteld wordt aan niet meer dan een medium agressieve (industriële) omgeving en waar geen buitengewone eisen aan de levensduur worden gesteld is een oppervlakte voorbehandeling van SSPC-SP6 voldoende. Zie bijgaande INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK, en - indien van toepassing - de bijbehorende VERFSPECIFICATIE voor ladingtanks. Het oppervlak moet volledig schoon en droog zijn met een temperatuur boven het dauwpunt om condensvorming te voorkomen. Bij een temperatuur tussen -10 C en 40 C. Voor het verharden is een relatieve vochtigheid van minimaal 65%, noodzakelijk. Zie bijgaande INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK. Als een tank coating: geen. Anders volgens specificatie. Let op: Indien gebruikt als roestwerende beschermlaag onder isolatie van apparatuur dat wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, is het van groot belang dat GEEN vocht kan penetreren gedurende afkoelings periodes. Dit teneinde het risico van wet corrosion te voorkomen zodra de temperatuur weer omhoog gaat. Natte belastingstemperatuur, niet zout water: Maximum 60 C. Natte belastingstemperatuur, andere vloeistoffen: Raadpleeg de bijbeho- rende CARGO PROTECTION GUIDE. Warm zout water wassen en (lage druk) stoom reinigen dient nooit uitgevoerd te worden op verflagen die nog geen maand in gebruik zijn. Neem contact op met HEMPEL voor aanvaardbare temperaturen. Als GALVOSIL wordt overgeschilderd met een heavy-duty systeem, is de geadviseerde droge laagdikte 50 micron (nat 75 micron). Raadpleeg de bijgaande INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK, voordat met overschilderen wordt begonnen. Voor een langdurige bescherming zonder toplaag wordt normaal gesproken een droge laagdikte van 75 micron (nat 100-125 micron) geadviseerd. In tanks wordt een droge laagdikte van 100 micron (nat 150 micron) geadviseerd, maar mag het product worden toegepast in een droge laag van 125 micron (nat 200 micron). Om barsten te voorkomen is het belangrijk om de droge laagdikte te beperken tot 40-50 micron, speciaal wanneer de belastingstemperatur sterk kan fluctueren (temperatuur schokken). Wanneer een gedeelte van de inhoud wordt gemengd in een blik dan moet de volgende mengverhouding in volume aangehouden worden: Meet 7.4 delen van de LIQUID 15709, dan de ZINC DUST 97170 toevoegen tot een totaal van 10.0 delen in volume. Voor applicatie bij hoge temperaturen is een speciale verdunner beschikbaar. Minimum overschildertijd bij 20 C, RV 65-75%, overschilderen met: HEMPADUR (systeem/high build) HEMPADUR (25 micron) 3 dagen, volledig verhard (zie ) 24 uur Pagina 2/3
Product Data Sheet HEMPEL'S GALVOSIL OPMERKINGEN Overschildertijd: De overschildertijd is sterk afhankelijk van zowel de temperatuur als de vochtigheid. Afwijkingen van de standaardcondities kunnen de overschildertijd langer of korter maken. Zie bijgaande INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK. De overschildertijd van 24 uur voor 25 micron HEMPADUR geldt alleen indien de volgende laag langer dan 1 week na applicatie wordt aangebracht (20 C - 75% RV). In andere gevallen is de minimum overschildertijd hetzelfde als bij systeem/ high-build. Uitharden, lading tanks: Voordat tanks in gebruik worden genomen, moet de laag volledig zijn uitgehard. Aangeraden wordt de tanks 2-3 keer met zoet water onder lage druk schoon te spuiten bij omgevingstemperatuur. Laat de tanks nat tussen de spoelbeurten. Zie ook bijgaande INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK. Goedkeuringen/certificaten: Goedgekeurd door Scientific & Technical Services overeenkomstig de vereisten voor licht vochtige vetten en olie volgens FDA. Goedgekeurd door Lloyds Register of Shipping als een coating voor corrosie beheersing. Voldoet aan de vereisten zoals vastgelegd door ASTM A-490 klasse B voor Slip-Co-efficient en Creep resistentie. Sommige certificaten zijn uitgegeven onder het oude product nummer 1570. Let op: HEMPEL'S GALVOSIL is alleen voor professioneel gebruik. VEILIGHEID UITGAVE Voorzichtigheid is geboden. Houd u aan alle veiligheidsvoorschriften op de etiketten op verpakkingen en verfblikken, raadpleeg de Material Safety Data Sheet (s) en houdt u aan alle plaatselijke en landelijke veiligheids- voorschriften. Vermijd inademen van mogelijke dampen of verfnevel, vermijd aanraking met ogen en huid, niet inslikken. Neem voorzorgsmaatregelen tegen brand of explosies en ter bescherming van het milieu. Alleen toepassen in goed geventileerde ruimtes. augustus 2003-19840C0026 Met dit Kenmerkenblad vervallen alle voorgaande. Zie voor definities en strekking de toelichting bij toepasselijke Kenmerkenbladen. De gegevens, specificaties, aanwijzingen en aanbevelingen in dit kenmerkenblad vormen een weerslag van testresultaten en ervaringen die werden verkregen, respectievelijk opgedaan onder gecontroleerde of speciaal gecreëerde omstandigheden. Dat deze gegevens onder de feitelijke omstandigheden van de gewenste toepassing juist volledig en toepasselijk zijn, wordt niet gegarandeerd. Het is uitsluitend aan de koper en/of gebruiker om dat te bepalen. Op alle leveringen van producten en alle verleende technische ondersteuning zijn HEMPEL's ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR VERKOOP, LEVERING EN DIENSTVERLENING van toepassing, tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders overeengekomen. Behoudens het gestelde in voornoemde ALGEMENE VOORWAARDEN aanvaarden de fabrikant en verkoper geen enkele aansprakelijkheid, en ziet de koper en/of gebruiker af van het instellen van eisen met betrekking tot enige vorm van aansprakelijkheid, met inbegrip van maar niet beperkt tot nalatigheid, voor de behaalde resultaten, verwondingen, directe schade of gevolgschade of verliezen ten gevolge van het gebruik van de producten zoals hierboven, op de achterzijde of anderszins wordt aanbevolen. Kenmerkenbladen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd en vervallen automatisch vijf jaar na datum van uitgifte. Uitgegeven door HEMPEL COATINGS (NEDERLAND) B.V. * Dit is een handelsmerk van de gezamenlijke Hempel Group. Pagina 3/3
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK Zie voor een beschrijving van het product het bijbehorende kenmerkenblad. INHOUD STAAL HEMPEL'S GALVOSIL* Deze "" bevatten een nadere toelichting op de voorbehandeling van het oppervlak, het applicatie-materiaal en de applicatie van HEMPEL'S GALVOSIL. In deze "Instructies" vindt u algemeen geldende regels die zo nodig kunnen worden aangevuld met meer gedetailleerde beschrijvingen, bij voorbeeld voor grote nieuwbouw/nieuwe constructies of uitgebreide herstel- werkzaamheden. Voor een optimale prestatie, b.v. voor lading tanks, wordt het volgende aanbevolen: De lassen mogen geen gaatjes bevatten en moeten van de hoogste kwaliteit zijn, zodat ze door de verf beschermd kunnen worden. Dit houdt in volledig gevulde, gladde lasnaden met een enigszins golvend oppervlak. Alle lasnaden moeten volledig zijn en ononderbroken en mogen geen scheurtjes en barstjes vertonen omdat hierdoor de verflaag wordt onder broken. Alle lasspetters dienen te worden verwijderd. Alle scherpe randen moeten worden verwijderd of zodanig worden afgerond dat de gespecificeerde laagdikte op alle vlakken kan worden opgebouwd. De straal van de afronding moet ongeveer 1-2 mm. zijn. Alle lamineering dient verwijderd te worden. Het staal moet eerste kwaliteit staal zijn. Het mag niet meer roest vertonen dan overeenkomstig graad B van ISO 8501-1:1988. VOORBEHANDE- LING OPPERVLAK Let op: Poreuze oppervlakken, zoals bepaalde soorten gietijzer, kunnen met zinksilicaat niet goed worden beschermd. Het beschermen van sterk gecorrodeerd staal kan met zinksilicaat ook moeilijk zijn. Alle werkzaamheden aan het staal (met inbegrip van lassen, snijbranden en slijpen) moeten zijn afgerond, voordat met de voorbehandeling van het oppervlak wordt begonnen. Voor met gritstralen wordt begonnen, moeten olie, vet en andere verontreinigingen worden verwijderd met een geschikt reinigingsmiddel, waarna het staal moet worden schoongespoten met zoet water onder hoge druk. Alkali-afzetting op nieuwe lasnaden en van persproeven bij tanks overgebleven zeepresten moeten worden verwijderd met zoet water en door middel van schrobben met harde borstels. Controle op de afwezigheid van verontreinigingen volgens hiervoor geldende instructies. Bij reparatie werkzaamheden, kan het nodig zijn het oppervlak globaal te stralen om alle vastzittende losse materialen te verwijderen voordat met ontvetten/wassen wordt begonnen. Oud staal: Zelfs nadat een tank zeer zorgvuldig is gereinigd, zitten er in b.v. pittings vaak nog verontreinigingen in de vorm van oude lading en in water oplosbare zouten. Daarom kan het nodig zijn het oppervlak meermalen te reinigen met een reinigingsmiddel plus gritstralen: Pagina 1/11
Wanneer het oppervlak voor de eerste keer is gestraald, wordt er zeer zorgvuldig gereinigd d.m.v. vacuumzuigen om te zien of er "afscheiding van lading" optreedt. Bovendien wordt er gecontroleerd op in water oplosbare zouten. Hiervoor wordt verwezen naar de daarvoor geldende instructies. Men dient vooral gepitte delen zeer zorgvuldig te beoordelen, vraag naar de hiervoor geldende richtlijnen. Gritstralen tot min. Sa 2½, ISO 8501-1:1988. Om optimaal bestand te zijn tegen het volledige scala aan chemicaliën zoals vermeld in de van toepassing zijnde CARGO PROTECTION GUIDE, moet het staal worden gestraald overeenkomstig ISO 8501-1:1988 tot bijna wit metaal Sa 2½ - Sa 3. In de praktijk komt dit neer op wit metaal Sa 3 op het moment van stralen, maar mag de reinheidsgraad op het moment van de verfapplicatie iets lager zijn. Het resulterende oppervlakteprofiel moet overeenkomen met Rugotest no. 3, min. BN 10a, Keane-Tator Surface Comparator, G/S min. 3.0 of ISO/DIS 8503/1 rough MEDIUM (G). In geval van nieuw staal dat blootgesteld wordt aan niet meer dan medium agressieve (industriële) omgeving en waar geen buitengewone eisen aan de levensduur worden gesteld is een oppervlakte voorbehandeling van SSPC-SP6 voldoende. Let op: Bij een lager oppervlakteprofiel dan hierboven aangegeven vermindert de hechting en zal er eerder scheurvorming optreden. Gebruik staalgrit, aluminiumsilicaat of een vergelijkbaar scherpkantig straalmiddel van goede kwaliteit, vrij van oneigenlijke materialen, zachte deeltjes en dergelijke. Controleer of het straalmiddel geen oneigenlijke stoffen bevat volgens de hiervoor geldende richtlijnen. Staalgrit met een korrelafmeting van 0,2-1,2 mm. of aluminiumsilicaat van 0,4-1,8 mm. geeft gewoonlijk het gewenste oppervlakteprofiel wanneer de luchtdruk gemeten bij de spuitopening 6-7 bar is. De perslucht moet droog en schoon zijn. De compressor moet zijn uitgerust met geschikte olie- en waterafscheiders. Na het gritstralen dienen grit resten en stof verwijderd te worden d.m.v. vacuumzuigen. Grit deeltjes die niet zijn verwijderd door het stofzuigen dienen te worden verwijderd d.m.v. borstelen met schone borstels, gevolgd door stofzuigen. Er moet nadrukkelijk op gewezen worden dat het belangrijk is om bij het stralen systematisch te werk te gaan. Slecht gestraalde stukken bedekt met stof zijn zeer moeilijk te lokaliseren tijdens de inspectie na het stralen die na de globale reiniging wordt uitgevoerd. Pagina 2/11
Oude tank-coatings: Moeten volledig worden verwijderd. Als er putroest op het oppervlak aanwezig is, moeten de hierboven beschreven richtlijnen voor "Oud staal" worden gevolgd. Oppervlakken met een shopprimer: Als het noodzakelijk is een shopprimer aan te brengen, mag alleen een pure zinksilicaat-shopprimer, zoals HEMPEL'S SHOPPRIMER ZS 15890 worden gebruikt, bij voorkeur in een rood achtige kleur. Voordat wordt overgeschilderd met GALVOSIL 1570, moet de onbeschadigde laag shopprimer licht worden aangestraald om de specifieke ruwheid te verkrijgen. Uniform aanstralen waardoor minimaal 70% van de shopprimer wordt verwijderd is vereist. Daarna het oppervlak zuigen om vuil en zinkzouten te verwijderen en een goede hechting te waarborgen. Lassen, roestplekken en brandplekken en alle delen met een ander soort shopprimer dan pure zinksilicaten moeten volledig worden gestraald zoals hierboven beschreven. APPLICATIE APPARATUUR: GALVOSIL 1570 kan worden aangebracht met behulp van conventionele spuitapparatuur (type drukketel), airless-spuitapparatuur of de kwast. Conventionele spuitapparatuur: standaard industriële spuitapparatuur met mechanische roermachine en drukregelaars, luchtfilters en wateraf scheiders. Luchtslang: 10 mm. inwendige diameter Materiaalslang: 13 mm. inwendige diameter Slangen moeten zo kort mogelijk zijn, bij voorkeur niet langer dan 10 meter. Druk in ketel: 2,5-5 bar Vernevelingsdruk: 1,5-2,5 bar Spuitopening: 1,8-2,2 mm (Gegevens voor spuiten zijn indicatief en aan aanpassingen onderhevig.) Verdunner, indien nodig: max. 50% HEMPEL S THINNER 0870 Tijdens het spuiten moet de drukketel vanwege het gewicht van het materiaal even hoog als of hoger dan het spuitpistool worden geplaatst. In plaats van een drukketel kan een zuigerpomp (bijv. 10:1) worden gebruikt, waarbij langere slangen kunnen worden gebruikt en het spuit pistool hoger dan de pomp kan worden gehouden. Tijdens het spuiten van onderzijdes, dient het spuitpistool tussendoor schoongemaakt te worden met THINNER 0870 om verstopping van de spuitopening te voorkomen. Pagina 3/11
Bij conventionele spuitapplicatie kunnen de ketel- en vernevelingsdruk als volgt worden gecontroleerd: 1. Sluit de perslucht af. 2. Stel de druik in de ketel zo, dat het materiaal ongeveer 60 cm. horizontaal uit het spuitpistool komt, voordat het naar de grond valt. 3. Zet de vernevelingsdruk aan op de laagst mogelijke druk. Airless-spuitapparatuur: Bij voorkeur een grote, langzaam werkende pomp, bijv. 30:1 met een capaciteit van 8-12 liter/minuut. De binnenfilter moet 60 mesh zijn. Pakkingen: Teflon Spuitopening:.019 -.023 Spuithoek: 40 to 70 Spuitdruk: 100-150 bar (Gegevens voor airless-spuiten zijn indicatief en aan aanpassingen onderhevig.) VERDUNNEN Verdunnen, indien nodig: max. 30% HEMPEL'S THINNER 08700. De benodigde hoeveelheid verdunner is afhankelijk van de feitelijke werkomstandigheden: temperatuur, vochtigheidsgraad, wind/ventilatie, spuitmethode, spuit apparatuur. In het geval van een hoog verdunningspercentage en/of lange tussenpozen tijdens applicatie, moet de gemixte verf continue worden rond gepompt om verstopping van de spuit slangen te voorkomen. De verflaag moet er net na applicatie nat en glad uit zien. Naast een juiste spuittechniek is het ook belangrijk de hoeveelheid verdunner die wordt toegevoegd, zo te kiezen, dat een optimale laagvorming wordt gewaarborgd. REINIGEN GEREEDSCHAP Te weinig verdunning geeft een droge nevellaag, te veel verdunning veroorzaakt zakkers en verkleving van de zink deeltjes in het blik of in de spuit slangen. De gehele apparatuur na gebruik zorgvuldig reinigen met HEMPEL'S THINNER 08700. Bovendien voor conventionele spuitapparatuur: Bij korte onderbrekingen voorkomen dat zich zink rond de naald afzet door het spuitpistool in HEMPEL'S THINNER 08700 te plaatsen, terwijl er een beetje lucht door het spuitpistool wordt geblazen. Bij langere onderbrekingen het spuitpistool reinigen met HEMPEL'S THINNER 08700. Pagina 4/11
MENGEN VERWERKINGS- TIJD TEMPERATUUR VERF APPLICATIE- PROCEDURE ALGEMEEN a. De verpakkingen uitsluitend direct voor gebruik openen. Om ervoor te zorgen dat de mengverhouding correct is, moet voor elke aangemaakte hoeveelheid de volledige inhoud van de twee verpakkingen worden gebruikt. Resten in de verpakkingen kunnen niet op een later tijdstip worden gebruikt. Bescherm de ZINC DUST voor het mengen tegen vocht. b. Schud of roer de GALVOSIL 15709 LIQUID zeer grondig voor het mengen. c. Laat de ZINC DUST langzaam in de LIQUID (vloeistof) lopen onder voortdurend mechanisch roeren. Niet andersom mengen. Blijf roeren tot het mengsel vrij van klontjes is. d. Giet het mengsel door een zeef, 60-80 mesh (250-160 DIN Norm. 4188). 8 uur bij 20 C. In een warm klimaat is het belangrijk dat de blikken LIQUID (vloeistof) uit de zon worden gehouden en dat de temperatuur van de vloeistof onder 30 C wordt gehouden om te voorkomen dat er te veel droge nevel ontstaat. Het mengsel voortdurend roeren, totdat de aangemaakte hoeveelheid volledig is verbruikt. Het spuitpistool moet op een afstand van 30-50 cm. van het oppervlak worden gehouden. Houd het spuitpistool onder een rechte hoek ten opzichte van het oppervlak en maak gelijkmatige evenwijdige bewegingen, ongeveer 50% overlappend. Naast een juiste spuittechniek is het ook belangrijk de hoeveelheid verdunner die wordt toegevoegd, zo te kiezen, dat een optimale laagvorming wordt gewaarborgd. Net na de applicatie moet de coating nat en glad zijn. Het is belangrijk om droge nevel te voorkomen. Kies voor complexe constructies een kleine spuitopening en spuithoek. Voor niet complexe oppervlakken mag een grotere spuitopening en spuithoek worden gebruikt. De dikte van de natte laag moet direct na applicatie worden gemeten. Gezien de snelle droging geeft deze meting echter slechts een ruwe indicatie. Pagina 5/11
APPLICATIE PROCEDURE, TANKCOATING : 15.700 Wanneer toegepast als tankcoating, wordt HEMPEL'S GALVOSIL doorgaans gespecificeerd in een laagdikte van 1 x 100 micron, minimaal 80 micron, maximaal 150 micron. Om een correcte filmvorming te verkrijgen, binnen deze grenzen, wordt het aangeraden om twee lagen "nat-in-bijna-droog" aan te brengen. Breng één laag aan en breng de tweede laag aan binnen 15-30 minuten voordat de eerste laag grijs is geworden maar nog steeds donker is. Wanneer deze procedure wordt gevolgd, dient HEMPEL'S GALVOSIL met ongeveer 15% te worden verdund om te hoge laagdikte te voorkomen. Gebruik een platte kwast (ca. 2,5 cm breed) om de verflaag op lassen in hoeken "uit te vlakken" als de laag te dik is. Tijdens Tank coating, dient ten alle tijden droge spuitnevel vermeden te worden, dit is een typisch kenmerk van een slechte filmvorming. Slechte filmformatie van een één-laag tankcoating systeem zoals HEMPEL'S GALVOSIL kan resulteren in een onmiddellijk falen van het systeem. Locaties met droge spuitnevel dienen glad gemaakt te worden door middel van schrappen met een spatel (afgeronde hoeken) of door middel van licht schuren of door het reinigen met een spons ( 3M, Scotch-brite type). Na het verwijderen van de ontstane stof, wordt op de glad gemaakte locaties een dunne laag HEMPEL'S GALVOSIL aangebracht, waaraan 20-25% verdunning is toegevoegd. Opmerking: Indien de werkomstandigheden dit vereisen, mogen er tussen de eerste en de tweede laag enkele uren verstrijken mits de relatieve vochtigheid constant laag is, maar wij raden aan de applicatie zo snel mogelijk en op dezelfde werkdag af te ronden. Pagina 6/11
VOORZETLAGEN MICROKLIMAAT Op plekken die moeilijk te bereiken zijn met behulp van de spuit, moet met de kwast direct voor- of na het spuiten een voorzetlaag worden aangebracht. De feitelijke klimatologische omstandigheden van het oppervlak tijdens de applicatie: Voor het oppervlak geldt een minimum temperatuur van -10 C. De maximum temperatuur van het oppervlak moet bij voorkeur onder ca. 40 C liggen. Het oppervlak mag een hogere temperatuur hebben op voor waarde dat droge nevel wordt voorkomen door (extra te verdunnen en) een juiste spuitapplicatie. In extreme omstandigheden kan het ook nodig zijn de droge laagdikte te verminderen. In een warm klimaat is het raadzaam de applicatie 's nachts uit te voeren. De temperatuur van het staal moet boven het dauwpunt liggen. Als vuistregel geldt dat een staaltemperatuur van 3 C boven het dauwpunt als veilig kan worden beschouwd. Bij een temperatuur van 0 C en lager moet men bedacht zijn op mogelijke ijsvorming op het oppervlak, daar dit een goede hechting belemmert. Gebruik een RV-meter om de relatieve vochtigheid te meten. In gesloten ruimtes, tijdens het aanbrengen en drogen, voldoende frisse lucht toevoeren om het verdampen van oplosmiddelen te bevorderen. Alle oppervlakken moeten worden geventileerd. Zorg er echter voor dat ventilatoren niet direct op de net aangebrachte verf blazen. DROGING EN VERHARDING, VENTILATIE Juiste filmvorming is afhankelijk van goede ventilatie tijdens droging. Een goede richtlijn voor tank coating is te ventileren tot een gecalculeerde waarde van 10% LEL tijdens applicatie en tot de verf droog is. Eén liter onverdunde GALVOSIL stoot in totaal 160 liter aan oplosmiddel-damp uit voordat deze volledig droog is. De LEL waarde is 0,5%. Om aan de algemene veiligheid eis van 10% LEL te voldoen, is de theoretische ventilatie eis 320m³ per liter verf. Omdat oplosmiddeldampen zwaarder zijn dan lucht, vereist een doelmatige ventilatie in het laagste deel van de tank te worden uitgevoerd d.m.v. geforceerde ventilatie met een afzuiging onder uit de tank. Gedurende de periode tot aan volledige uitharding, is een aantal ventilaties per uur nodig. Voorkom vakken met stilstaande lucht. Neem contact op met HEMPEL voor verder advies. Actuele veiligheids voorschriften kunnen sterkere ventilatie voorschrijven. Pagina 7/11
Geadviseerd wordt de relatieve vochtigheid tijdens het aanbrengen en drogen laag te houden. Daarna de relatieve vochtigheid op een natuurlijke manier laten stijgen, d.w.z. luchtdrogingsapparatuur uitschakelen en normale ventilatie toepassen. Het is echter raadzaam de luchtdroginsapparatuur aan te laten staan totdat de droge laagdikte is gecontroleerd en - zo nodig - gecorrigeerd door een extra verfapplicatie. VERHARDINGS- TIJD De verhardingstijd is afhankelijk van de temperatuur (van het staal) en de relatieve vochtigheid. Bij 20 C en een relatieve vochtigheid van 65-75% bedraagt de verhardingstijd ca. 3 dagen. Bij lagere temperaturen en een lagere RV neemt de verhardingstijd sterk toe. Neem contact op met Hempel voor nadere instructies. De RV moet minimaal 65% - en de minimum temperatuur -10 C - tijdens de verhardingstijd. Het bespuiten van de tanks kan het verhardingsproces bespoedigen, maar men dient de toestand bijna volledig verhard af te wachten, indien mogelijk - zie onderstaand. Na 1-2 uur bij 20 C en een relatieve vochtigheid van 75% is de coating bestand tegen lichte regenbuien. Het verhardingsproces kan gunstig worden beïnvloed door 4 uur na de applicatie het oppervlak met water te bespuiten en voortdurend nat te houden tot de coating volledig is verhard. Als zout water wordt gebruikt, het oppervlak afspoelen met zoet water indien het moet worden overgeschilderd. Verhardingstoestand kan worden gecontroleerd door over de coating te wrijven met een lap gedrenkt in HEMPEL'S THINNER 08700. Als dit niet van invloed is op de coating, is deze bijna volledig verhard en kan worden overgeschilderd (indien gebruikt als tank coating kan deze toestand van verharding worden beschreven als bijna volledig verhard. Volledig verharden voor het innemen van lading: Voor de tanks in gebruik worden genomen, moet de verf volledig zijn uitgehard. Dit wordt bereikt door de tank 2-3 keer schoon te spuiten/te wassen met (zoet) water onder lage druk nadat de hierboven beschreven toestand bijna volledig verhard is bereikt. Indien gebruik wordt gemaakt van het reinigingssysteem van de tank, wordt uitgegaan van de normale reinigingsduur van een ½ uur met een halve tot een hele dag tussen de procedures. Laat de tanks tussen de procedures nat blijven. Pagina 8/11
Of de coating volledig is verhard, kan worden gecontroleerd door over de coating te wrijven met methyl ethyl keton. De coating is dan volledig bestand overeenkomstig de CARGO PROTECTION GUIDE, maar zo lang poreuze plekken nog niet zijn gevuld met zinkzouten, zal een deel van de lading worden geabsorbeerd, zodat het reinigen van tanks mogelijk moeilijker wordt. Of de coating bijna volledig verhard is, kan ook worden gecontroleerd door met een mes of een munt over de coating te schrapen. Wanneer de coating bijna volledig is verhard, mag er alleen een aaneengesloten glimmende plek ontstaan, waarbij een beetje zinkstof loskomt. De zinkstof mag echter niet ongelijkmatig loslaten. GEADVISEERDE LAAGDIKTE De toestand volledig verhard zal worden bereikt nadat de coating enige tijd aan weersinvloeden is blootgesteld. Voor langdurige bescherming, met een toplaag: 50 micron droog; 75 micron nat (onverdund). Voor langdurige bescherming, zonder toplaag: 75-100 micron droog; 125-150 micron nat (onverdund). In tanks: 100 micron droog; 150 micron nat (onverdund), mag worden voorgeschreven. Voor een tank-coating specificatie moet de laagdikte voldoen aan de 80-20 regel, maar op verstijvingselementen, steunen en vergelijkbare moeilijk bereikbare delen de 70-30 regel, d.w.z. van 80% (respectieve lijk 70%) van het totaal aantal uitgevoerde metingen van de droge laagdikte moet de waarde gelijk zijn aan of hoger zijn dan de gespecificeerde droge laagdikte (100 micron) en gemeten waarden die lager zijn dan de gespecificeerde droge laagdikte, mogen in geen enkel geval lager zijn dan 80% (respectievelijk 70%) van 100 micron. Excessieve droge laagdikten, d.w.z. dikker dan ca. 150 micron, moeten worden vermeden vanwege het risico op scheurvorming en afbladderen. (Merk op dat volgens de algemeen aanvaarde regels voor het uitvoeren van metingen onder "een meting" wordt verstaan: het gemiddelde van drie gemeten waarden van punten die dicht bij elkaar liggen.) Let op: Men moet extra aandacht besteden aan lasnaden, randen, hoeken, ribben etc. om ervoor te zorgen dat hier de juiste laagdikte wordt bereikt. Pagina 9/11
EXTRA LAAG (met zichzelf) Te weinig laagdikte kan worden goedgemaakt door een extra laag GALVOSIL 1570 aan te brengen. Voorbehandeling volgens procedure - indien nodig - en verdunning van de verf volgens pagina 6 applicatie procedure tank coating UITSTRIJK- RENDEMENT De maximale overschildertijd voor een extra laag is 7 dagen mits de RV onder de 60% is, absoluut maximum 65%, de gehele tijd tot aan overschilderen en het oppervlak niet is blootgesteld aan Theoretisch (op een glad oppervlak): dld, micron m²/liter 50 12,8 75 8,5 100 6,4 weersomstandigheden of ander vervuiling. OVERSCHILDER- TIJD APPLICATIE PROCEDURE TOPLAAG In de praktijk (verliesfactor 1,8): dld, micron m²/liter 50 7,1 75 4,7 100 3,6 GALVOSIL 1570 moet volledig zijn verhard voordat het wordt overgeschilderd met een volledig verfsysteem. Door GALVOSIL 1570 over te schilderen met een sealer in een laag van slechts 25 micron, kan de overschildertijd worden teruggebracht tot bijv. 24 uur bij 20 C en RV 65%-75%, mits de volgende lagen zijn aangebracht nadat GALVOSIL 1570 volledig is verhard.. Zink silicaat coatings die niet aan weersinvloeden zijn blootgesteld, zijn poreus en er kan blaasvorming optreden in de volgende laag/lagen. Eén manier om het risico op blaasvorming tegen te gaan, is een nevellaag van de toplaag aan te brengen, de lucht te laten ontsnappen en vervolgens de rest van de toplaag aan te brengen. Sommige Hempel producten verminderen het risico op blaasvorming sterk wanneer ze rechtstreeks op de zink silicaat worden aangebracht. Zie verf specificatie. Voor toplagen worden geavanceerde systemen geadviseerd, b.v. HEMPADUR kwaliteiten. Pagina 10/11
REINIGEN OPPERVLAK Op welke manier het oppervlak moet worden gereinigd voor een toplaag wordt aangebracht, is afhankelijk van de toestand van het oppervlak: 1. Onbeschadigd zinksilicaat met weinig "witte roest" (zinkzouten). a. Verwijder olie, vet, vuil etc. door reinigen met een reinigingsmiddel. b. Verwijder "witte roest" door het oppervlak te reinigen met zoet water onder hoge druk (200-350 bar). Houd hierbij de spuitopening op 15-20 cm. van het oppervlak. Als het oppervlak slechts weinig witte roest vertoont, overeenkomend met 1-2 maanden blootstelling in een zwak corrosieve omgeving, kan het voldoende en praktischer zijn om het oppervlak schoon te spuiten met zoet water en het te schrobben met harde (nylon) borstels. Controleer of de coating helemaal droog is voordat met over schilderen wordt begonnen. 2. Zinksilicaat met extreem veel "witte roest" dat niet verwijderd kan worden met de hierboven beschreven methode. a. Verwijder olie, vet, vuil etc. door reinigen met een reinigingsmiddel. b. Licht aanstralen om "witte roest" te verwijderen en daarna oppervlak zuigen om gritresten en stof te verwijderen. c. De zinklaag herstellen met een GALVOSIL-kwaliteit of zink epoxy (HEMPADUR ZINC). VEILIGHEID UITGAVE 3. Beschadigde vlakken, brandplekken en lasspetters etc. a. Verwijder olie, vet, vuil etc. door reinigen met een reinigings middel. b. Verwijder lasspetters. c. Gritstralen tot min. Sa 2½. Daarna gritresten en stof zorgvuldig verwijderen door het oppervlak te zuigen. d. De zinklaag herstellen met een GALVOSIL-kwaliteit of zink epoxy (HEMPADUR ZINC). Voorzichtigheid is geboden. Houd u aan alle veiligheidsvoorschriften op de etiketten op verpakkingen en verfblikken, raadpleeg de Material Safety Data Sheet (s) en houdt u aan alle plaatselijke en landelijke veiligheidsvoorschriften. Vermijd inademen van mogelijke dampen of verfnevel, vermijd aanraking met ogen en huid, niet inslikken. Neem contact op met een dokter in het geval van inslikken of ander direct contact met de verf. Neem voorzorgsmaatregelen tegen brand of explosies en ter bescherming van het milieu. Alleen toepassen in goed geventileerde ruimtes. Zorg voor een adequate geforceerde ventilatie wanneer de verf wordt aangebracht in gesloten ruimtes of stilstaande lucht. September 2001-19840C0026 - scheepvaart & industrie Met dit Kenmerkenblad vervallen alle voorgaande. Zie voor definities en strekking de toelichting bij toepasselijke Kenmerkenbladen. De gegevens, specificaties, aanwijzingen en aanbevelingen in dit kenmerkenblad vormen een weerslag van testresultaten en ervaringen die werden verkregen, respectievelijk opgedaan onder gecontroleerde of speciaal gecreëerde omstandigheden. Dat deze gegevens onder de feitelijke omstandigheden van de gewenste toepassing juist volledig en toepasselijk zijn, wordt niet gegarandeerd. Het is uitsluitend aan de koper en/of gebruiker om dat te bepalen. Op alle leveringen van producten en alle verleende technische ondersteuning zijn HEMPEL's ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR VERKOOP, LEVERING EN DIENSTVERLENING van toepassing, tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders overeengekomen. Behoudens het gestelde in voornoemde ALGEMENE VOORWAARDEN aanvaarden de fabrikant en verkoper geen enkele aansprakelijkheid, en ziet de koper en/of gebruiker af van het instellen van eisen met betrekking tot enige vorm van aansprakelijkheid, met inbegrip van maar niet beperkt tot nalatigheid, voor de behaalde resultaten, verwondingen, directe schade of gevolgschade of verliezen ten gevolge van het gebruik van de producten zoals hierboven, op de achterzijde of anderszins wordt aanbevolen. Kenmerkenbladen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd en vervallen automatisch vijf jaar na datum van uitgifte. Uitgegeven door HEMPEL COATINGS (NEDERLAND) B.V. * Dit is een handelsmerk van de gezamenlijke Hempel Group. Pagina 11/11