Het college van burgemeester en wethoudets van de gemeente Borger-Odoorn, gelezen het voorstel, nr. 13.12278, van 29 mei 2013 gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013 besluit : in te trekken: het Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013, vastgesteld op 22 januari 2013. vast te stellen: het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013 Wmo
Gemeente Borger-Odoorn Besluit maatschappelijke ondersteuning Inleiding Dit besluit bevat onder andere de bedragen die verstrekt worden bij de toekenning van een voorziening op grond van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013 en de regels ten aanzien van de eigen bijdrage of het eigen aandeel. Begripsomschrijvingen Voorziening in natura Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereilcen, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening. Persoonsgebonden budget Een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura. Financiële tegemoetkoming Een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld voor het te bereilcen resultaat. Forfaitaire financiële tegemoetkoming Een geldbedrag dat losstaat van de werkelijke kosten. Gemaximeerde financiële tegemoeticoming Een geldbedrag dat gebaseerd is op de werkelijke kosten, maar het gestelde maximum bedrag niet te boven gaat. 1
Gemeente Borger-Odoom Besluit maatschappelijke ondersteuning Artikel 1. Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel Lidl. De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb.2006 nr. 450, artilcel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Lid 2. Voor het jaar 2013 zijn deze bedragen en het percentage als volgt: a. Voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artilcel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt 18,60 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan 23.208,- het bedrag van 18,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en 23.208,-. b. Voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artilcel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt 18,60 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan 16.257,- het bedrag van 18,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en 16.257,-. c. Voor de gehuwde personen indien een van beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt 26,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijk bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan 28.733,- het bedrag van 26,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en 28.733,- d. Voor de gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt 26,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijk bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan 22.676,- het bedrag van 26,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en 22.676,-. e. Het bijdrageplichtig inkomen, zoals vermeld onder a. tot en met d., bedraagt het inkomen over het peiljaar, vermeerderd met 8% van de grondslag sparen en beleggen over het peiljaar van de ongehuwde verzekerde dan wel 8% van de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen, bedoeld in artilcel 5.2, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, over het peiljaar van de gehuwde verzekerden. De hoogte van de eigen bijdrage en het eigen aandeel wordt vastgesteld door het Centaal Administratie Kantoor (CAK). Het CAK legt de eigen bijdrage of het eigen aandeel op en int deze. Lid 3. Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning wordt geen eigen bijdrage of eigen aandeel gevraagd aan personen jonger dan 18 jaar. Lid 4. a. Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten: 1. een schoon en leefbaar huis; 2. wonen in een geschikt huis; 3. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; 4. beschikken over schone en draagbare Ideding; 2
Gemeente Borger-Odoom Besluit maatschappelijke ondersteumng 5. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; 6. zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft; 7. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel voor zover het geen collectief vervoer betreft; 8. de mogelijldieid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten voor zover het geen collectief vervoer betreft. b. Per resultaat wordt hieronder aangegeven wat de hoogte is van de eigen bijdrage of het eigen aandeel. De maximale hoogte van de eigen bijdrage of het eigen aandeel is nooit meer dan de werkelijke kosten. Resultaat 1. Een schoon en leefbaar huis; Resultaat 3. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; Resultaat 4. Beschikken over schone en draagbare Ideding; Resultaat 5: Het thuis kunnen zorgen voor Idnderen die tot het gezin behoren. Er is hiervoor een eigen bijdrage verschuldigd volgens artilcel 1, lid 2 van dit besluit gedurende de gehele verstrelddngperiode. Voorbeelden van voorzieningen; hulp bij het schoonmaken van de woning, hulp bij de organisatie van het huishouden; hulp bij het boodschappen doen; tijdelijke hulp bij de zorg voor Idnderen. Resultaat 2. Wonen in een geschikt huis Met iiiachtoeming van artilcel 1, lid 2 van dit besluit is een eigen bijdrage/aandeel verschuldigd voor; onroerende woonvoorzieningen: gedurende 39 perioden van 4 weken; roerende woonvoorzieningen in natura in eigendom: gedurende de afschrijvingstermijn (5 jaar); roerende woonvoorzieningen in natura in bruikleen wanneer het een huurvoorziening betreft: gedurende de gehele verstreklcingperiode; roerende woonvoorzieningen in natura in bruikleen wanneer het een koopvoorziening betreft: gedurende de afschrijvingstermijn (5 jaar); persoonsgebonden budget voor roerende woonvoorzieningen: gedurende de afschrijvingstermijn (5 jaar); (forfaitaire) financiële tegemoeticoming in de kosten van woonvoorzieningen: gedurende 39 perioden van 4 weken. Het gaat hierbij om voorzieningen zoals een woningaanpassing, verhuiskosten, woningsanering of losse woonvoorzieningen. Resultaat 6. Zich verplaatsen in. om en nabij de woning; Resultaat 7. Zich lokaal verplaatsen per ven^oermiddel; Resultaat 8. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten. Met machtneming van artilcel 1, lid 2 van dit besluit is een eigen bijdrage/aandeel verschuldigd: voor vervo ers voorzieningen in natura in eigendom: gedurende de afschrijvingstermijn (5 jaar voor een elektrisch/motorisch hulpmiddel en voor lcinderhulpmiddelen of 7 jaar voor een nietelektrisch/motorisch hulpmiddel;); voor ven^oersvoorzieningen in natura in bruikleen wanneer het een huurvoorziening betreft: gedurende de gehele verstrelddngperiode; voor vervoersvoorzieningen in natura in bruikleen wanneer het een koopvoorziening betreft: gedurende de afschrijvingstermijn (5 jaar voor een elektrisch/motorisch hulpmiddel en lcinderhulpmiddelen of 7 jaar voor een niet-elektrisch/motorisch hulpmiddel); 3
Gemeente Borger-Odoorn Besluit maatschappelijke ondersteumng persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen: gedurende de afschrijvingstermijn (5 jaar voor een elektrisch/motorisch hulpmiddel en lcinderhulpmiddelen of 7 jaar voor een nietelektrisch/motorisch hulpmiddel); financiële (forfaitaire) tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen: gedurende de gehele verstrekkingperiode. Het gaat hierbij om vervoersvoorzieningen zoals een scootmobiel of een vergoeding voor individueel vervoer. Artikel 2. Bedragen hulp bij het huishouden (natura en persoonsgebonden budget) Lid 1. De bedragen voor hulp bij het huishouden in natura bedragen voor de gecontracteerde zorgaanbieders per uur: Zorgaanbieder Huishoudelijke hulp niveau 1 Huishoudelijke hulp niveau 2 Arlero Thuiszorg B.V. 16,66 (21,35 Thuiszorg In Holland B.V. 18,47 21,51 De Nieuwe Zorg Thuis Huishoudelijke Verzorging BV 21,62 22,13 Solace ATC B.V. 20,05 23,23 Zorgkompas B.V. 20,47 23,03 Dokter B.V. 20,83 22,91 Stichting Zorggroep Drenthe 21,87 24,01 Beter Thuis Wonen Thuiszorg B.V. 21,25 23,78 De Zorgzaak B.V. 21,87 24,48 Stichting Zorgverlening DFW 21,80 24,40 Thuiszorg Service Nederland B.V. 21,87 24,48 Stichting Zorggroep Tangenborgh 21,85 24,45 Lid 2 De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedragen: a. voor hulp bij het huishouden door een niet daartoe opgeleid persoon die niet werkzaam is voor een instelling (vergelijkbaar met hulp bij het huishouden niveau 1): 15,75 per uur; b. voor hulp bij het huishouden door een daartoe opgeleid persoon werkzaam voor een instelling (vergelijkbaar met hulp bij het huishouden niveau 2): 20,03 per uur. In bijzondere situaties, dit ter beoordeling aan het college, is afwijldng van de genoemde bedragen mogelijk. De vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget per jaar vindt als volgt plaats: van toepassing zijnd bedrag per uur x aantal toegekende uren per week x 52 weken. Het vrij te besteden bedrag per kalenderjaar, waarover geen verantwoording hoeft te worden afgelegd, bedraagt 1,5% van het persoonsgebonden budget van het desbetreffende kalenderjaar met een maximum van 1.250,-. Het niet-bestede deel van het persoonsgebonden budget kan worden teruggevorderd. 4
Gemeente Borger-Odoom Besluit maatschappelijke ondersteumng De hoogte van het persoonsgebonden budget kan op verzoek van de aanvrager naar beneden worden bijgesteld als aanvrager een lager uurtarief betaalt aan degene die de hulp verleent dan het uurtarief zoals vermeld onder a. of b. Artikel 3. Collectief vervoer en bedragen vervoersvoorzieningen Lid 1. a. Het gereduceerde tarief voor het reizen met het collectief vervoer is bepaald op een instap tarief van 0,86 en een bedrag van. 0,15 per kilometer, waarbij een maximum van 25 kilometers geldt per enkele reis. Vanaf 25 kilometer geldt het commercieel tarief voor de Wmo-pashouder. b. Voor de afgifte van een vervoerspas geldt een eenmalige bijdrage van 27,50. Lid 2. De hoogte van het persoonsgebonden budget als alternatief voor het collectief vervoer is bepaald op 537,- per jaar. Dit bedrag is gebaseerd op de gemiddelde kosten van het collectief vervoer per reiziger over 2012. Lid 3. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van de volgende vervoersvoorzieningen bedraagt: a. voor een bruikleenauto: een bedrag van 380,- per jaar. Dit bedrag is gebaseerd op het belastingvrije bedrag per kilometer van 0,19 en bierbij is er van uitgegaan dat in de leaseprijs alle kosten zijn opgenomen, met uitzondering van de brandstofkosten. b. voor een eigen auto: een bedrag van 620,- per jaar. Dit bedrag is gebaseerd op de kosten per kilometer van 0,31 (prijzengids Nibud). c. voor vervoer door een derde in diens auto: een bedrag van 380,- per jaar. Dit bedrag is gebaseerd op het belastingvrije bedrag per kilometer van 0,19. d. voor individueel taxivervoer: een bedrag van maximaal 4.757,- per jaar. Eenderde deel van dit bedrag is forfaitair en tweederde deel is op declaratiebasis. Wanneer aanspraak gemaakt wordt op het deel op declaratiebasis, moet degene aan wie het budget is toegekend aantonen dat het forfaitaire deel daadwerkelijk is besteed. Het jaarbedrag is gebaseerd op de gemiddelde taxikosten per kilometer. e. voor individueel rolstoeltaxivervoer: een bedrag van maximaal 6.368,- per jaar. Eenderde deel van dit bedrag is forfaitair en tweederde deel is op declaratiebasis. Wanneer aanspraak gemaakt wordt op het deel op declaratiebasis, moet degene aan wie het budget is toegekend aantonen dat het forfaitaire deel daadwerkelijk is besteed. Het jaarbedrag is gebaseerd op de gemiddelde rolstoeltaxikosten per kilometer. f. voor aanpassing van een eigen auto: de tegenwaarde van de door het college goedgekeurde offerte. De genoemde bedragen zijn gebaseerd op een vervoersbehoefte van 2.000 kilometer op jaarbasis. Wanneer de vervoersbehoefte afwijkt of wanneer deels op een andere manier in de vervoersbehoefte wordt voorzien, worden de bedragen naar beneden of naar boven aangepast. Lid 4. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor overige vervoersvoorzieningen wordt bepaald als tegenwaarde van de zaak die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Hierbij kunnen 3 situaties aan de orde zijn: 5
Gemeente Borger-Odoorn Bes/uit maatschappelijke ondersteuning a. Nieuwe voorziening in natura in eigendom: de tegenwaarde wordt gebaseerd op de aanschafprijs, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering. Voor onderhoud en verzekering wordt een bedrag gereserveerd van 5% van de aanschafprijs per jaar gedurende de afschrijvingstermijn. b. Gebruikte voorziening in natura in eigendom: de tegenwaarde wordt gebaseerd op de huidige waarde, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering. Voor onderhoud en verzekering wordt een bedrag gereserveerd van 5% van de aanschafprijs (nieuwwaarde) per jaar gedurende de looptijd. c. Nieuwe of gebruikte voorziening in natura in bruikleen via huur: de tegenwaarde wordt gebaseerd op de afschrijftermijn vermenigvuldigd met de jaarlijkse huurprijs die door de gemeente aan de leverancier wordt betaald. In de huurprijs - en dus ook in het budget zijn de kosten voor onderhoud en verzekering opgenomen. Artikel 4. Bedragen voor woonvoorzieningen en bedrag waarboven primaat van verhuizing wordt gehanteerd Lidl. De forfaitaire financiële tegemoeticoming in de kosten van verhuizing naar een geschikte woning bedraagt 2.529,-. Lid 2. Het bedrag waarboven het primaat van de verhuizing wordt gehanteerd bedraagt 2.529,-, waar van toepassing vermeerderd met aanpassingskosten van een te betrekken woning. Lid 3. De financiële tegemoetkoming voor woningsanering bedraagt: a. voor vloerbedekking (zeil, linoleum, laminaat e.d.) 57,67 per meter (uitgaande van een gemiddelde breedte van een rol vloerbedekking van 4 meter) inclusief egalisatielcosten. De tegemoetkoming moet worden gebruikt voor aanschaf van geschikte vloerbedekking zoals zeil, linoleum en laminaat; b. voor raambedekking: 16,76 per meter (uitgaande van een stofbreedte van 1,40 meter). De tegemoeticoming moet worden gebruikt voor aanschaf van geschikte raambedekking zoals rolgordijnen of gladde gordijnen. Bij het vaststellen van de hoogte van het bedrag voor woningsanering wordt rekening gehouden met de reeds verlopen afschrijvingsperiode en de financiële tegemoetkoming bedraagt: 100% indien het artilcel nieuwer is dan 2 jaar; 75% indien het artilcel 2 of 3 jaar oud is; 50% indien het artilcel 4 of 5 jaar oud is; 25% indien het artilcel 6 of 7 jaar oud is. Indien het artikel 8 jaar of ouder is, wordt geen tegemoeticoming verstrekt. Hetzelfde geldt bij verhuizing, omdat bij verhuizing de woning opnieuw moet worden ingericht en dan rekening kan worden gehouden met de ondervonden Idachten. De tegemoeticoming bedraagt nooit meer dan de werkelijke kosten. Lid 4. a. De maximale financiële tegemoeticoming voor de volgende woningaanpassingen bedraagt inclusief montagekosten inclusief BTW: 6
Gemeente Borger-Odoorn Besluit maatschappelijke ondersteumng Soort aanpassing Te vergoeden bedrag (max.) Wandbeugel 30 cm 37,81 Wandbeugel 40 cm 40,23 Wandbeugel 50 cm 41,44 Opklapbare beugel 50 cm 107,69 Opldapbare beugel 60 cm 110,72 Opldapbare beugel 70 cm 112,53 Opldapbare beugel 80 cm 114,35 Opldapbare beugel 90 cm 116,16 Hulppootset voor beugel 50,98 Statief t.b.v. beugel (vloermontage) 107,39 Wandversteviging t.b.v. beugel (i.v.m. zwakke muur) 48,25 Opldapbaar douchezitje met mgleuning en opldapbare armleggers 315,21 Idem met hulppoot (i.v.m. zwakke muur) 334,57 Douchezitje op statief 620,73 Verplaatsen douchekraan i.v.m. douchezitje 63,83 b. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van overige bouwkundige woningaanpassingen bedraagt de tegenwaarde van de door het college goedgekeurde offerte. c. Bij woningaanpassingen die door of namens de woningverhuurder in een huunvoning worden aangebracht mag de woningverhuurder indien van toepassing een bedrag voor toezicht en begeleiding in rekening brengen ter hoogte van 10% van de totaalsom inclusief BTW tot een maximum van 350,-. Over dit bedrag mag geen BTW in rekening worden gebracht. Lid 5. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor roerende woonvoorzieningen wordt bepaald als tegenwaarde van de zaak die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Hierbij kunnen 3 situaties aan de orde zijn: a. Nieuwe voorziening in natura in eigendom: de tegenwaarde wordt gebaseerd op de aanschafprijs, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering. Voor onderhoud en verzekering wordt een bedrag gereserveerd van 5% van de aanschafprijs per jaar gedurende de afschrijvingstermijn. b. Gebruikte voorziening in natura in eigendom: de tegenwaarde wordt gebaseerd op de huidige waarde, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering. Voor onderhoud en verzekering wordt een bedrag gereserveerd van 5% van de aanschafprijs (nieuwwaarde) per jaar gedurende de looptijd. c. Nieuwe of gebruikte voorziening in natura in bruikleen via huur: de tegenwaarde wordt gebaseerd op de afschrijftermijn vermenigvuldigd met de jaarlijkse huurprijs die door de gemeente aan de leverancier wordt betaald. In de huurprijs en dus ook in het budget zijn de kosten voor onderhoud opgenomen. Lid 6. De maximale financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud bedraagt voor: a. een traplift: 221 b. een woonhuislift: 283,-; c. een deuropener: 160,-. De tegemoetkoming wordt éénmaal per kalenderjaar verstrekt en bedraagt nooit meer dan de werkelijke kosten. 7
Gemeente Borger-Odoorn Besluit maatschappelijke ondersteuning Lid 7. De financiële tegemoetkoming in de kosten van noodzakelijke keuring, onderhoud en reparatie van overige woonvoorzieningen die op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning of voorgaande wetgeving zijn verstrekt, bedraagt de tegenwaarde van de door het college goedgekeurde offerte. Lid 8. De financiële tegemoetkoming in de kosten van huur van tijdelijke woonruimte in verband met de toekenning van een woonvoorziening, waarbij het verlaten van de eigen woonruimte noodzakelijk is, bedraagt: a. de werkelijke kosten met een maximum van 681,- per maand als vergoeding voor de kosten van het tijdelijk betreldcen van zelfstandige woonruimte en het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte; b. de werkelijke kosten met een maximum van 375,- per maand als vergoeding voor de kosten van het tijdelijk betrekken van niet-zelfstandige woonruimte. Lid 9. Indien een woning door aanpassing meer waard is geworden en de woning wordt binnen 10 jaar verkocht, dan moet de persoon (of diens nabestaande) een percentage van de meerwaarde terugbetalen volgens onderstaand schema: in het eerste jaar 100% van de meerwaarde, in het tweede jaar 90% van de meerwaarde, in het derde jaar 80% van de meerwaarde, in het vierde jaar 70% van de meerwaarde, in het vijfde jaar 60% van de meerwaarde, in het zesde jaar 50% van de meerwaarde, in het zevende jaar 40% van de meerwaarde, in het achtste jaar 30% van de meerwaarde, in het negende jaar 20% van de meerwaarde, in het tiende jaar 10% van de meerwaarde, in alle gevallen minus het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen. De meerwaarde moet bij het gereedkomen van de aanpassing worden vastgesteld door een onafhankelijk makelaar en de kosten voor de vaststelling hiervan zijn voor rekening van de eigenaar van de woonruimte. Lid 10. De maximale financiële tegemoeticoming die verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van een woning bedraagt 2.529,-. Artikel 5. Bedrag sportvoorziening De forfaitaire financiële tegemoeticoming in de kosten van het aanschaffen en onderhouden van een sportvoorziening bedraagt 3.000,-. Deze tegemoetkoming wordt in ieder geval niet vaker verstrekt dan eens in de 3 jaar. 8
Gemeente Borger-Odoorn Besluit maatschappelijke ondersteumng Artikel 6. Bedragen rolstoelvootziening Lid 1. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor een rolstoelvoorziening wordt bepaald als tegenwaarde van de zaak die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Hierbij kunnen 3 situaties aan de orde zijn: a. Nieuwe voorziening in natura in eigendom: de tegenwaarde wordt gebaseerd op de aanschafprijs, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering. Voor onderhoud en verzekering wordt een bedrag gereserveerd van 5% van de aanschafprijs per jaar gedurende de afschrijvingstermijn. b. Gebruikte voorziening in natura in eigendom: de tegenwaarde wordt gebaseerd op de huidige waarde, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering. Voor onderhoud en verzekering wordt een bedrag gereserveerd van 5% van de aanschafprijs (nieuwwaarde) per jaar gedurende de looptijd. c. Nieuwe of gebruikte voorziening in natura in bruikleen via huur: de tegenwaarde wordt gebaseerd op de afschrijftermijn vermenigvuldigd met de jaarlijkse huurprijs die door de gemeente aan de leverancier wordt betaald. In de huurprijs - en dus ook in het budget zijn de kosten voor onderhoud en verzekering opgenomen. Artikel 7. Overgangsregeling en afbouwregeling Voor personen die als gevolg van dit besluit te maken krijgen met een wijziging in de versttelddng of een eigen bijdrage/aandeel gaan betalen is een overgangsregeling of afbouwregeling van toepassing. De overgangs- en afbouwregeling zijn opgenomen in bijlage 2 van de Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013. Artilcel 8. Citeertitel en vaststelling a. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger- Odoorn 2013. b. Met dit besluit wordt het Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn, 2013 vastgesteld op 22 januari 2013, ingetrokken. c. Dit besluit is vastgesteld op 4 juni 2013. Burg&jö^öter en wethouders van Borger-Odoorn 9