1 Preek 337, 30 oktober 2016 Psalm 23 Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Inleiding We vieren vandaag een bijzondere dienst. Een bijzondere dienst, omdat we Piet van de Fliert straks mogen bevestigen tot nieuwe ouderling van onze gemeente. Dat is bijzonder en daar mogen we blij om zijn dat er iemand is die zich om het wel en wee van de gemeente wil bekommeren en zich daarvoor in wil zetten. Reden tot blijdschap dus in deze dienst! Tegelijk voelen we juist bij deze bevestiging ook zorg. Juist bij deze bevestiging, omdat we vandaag wel een nieuwe voorzitter van de kerkenraad bevestigen, maar die kerkenraad blijft verder nogal flink onderbezet. En de vraag is daarmee direct: Hoe zal in een zo n kleine formatie de nieuwe voorzitter kunnen functioneren? We bevestigen Piet wel als nieuwe voorzitter, maar is dat wel genoeg? Nou, daarmee wil ik de pret van deze dag niet drukken, we gaan het er uitgebreid over hebben op de gemeentevergadering binnenkort, maar het is wel een zorg die in deze bevestigingsdienst toch niet buiten beeld kan blijven. We moeten niet denken dat we de zorg nu wel aan Piet en aan de overige kerkenraadsleden kunnen overlaten.
2 Preek 337, 30 oktober 2016 Psalm 23 Relativeren Ik nóem dus de zorg om de vacatures in de kerkenraad, omdat dat ons allemaal een zorg mag zijn, want het stelt ons echt wel voor vragen over hoe dat verder moet, en tegelijk wil ik de zorg ook wel relativeren. Want wanneer gaat het nu eigenlijk goed in de kerk? Is dat als alle vacatures vervuld zijn, of rust het goede van ons gemeente-zijn op andere pijlers? En biedt misschien de situatie waarin we ons nu bevinden - vacatures die niet vanzelfsprekend worden opgevuld - ons de gelegenheid om nog weer eens opnieuw op het spoor te komen van waar echt de rijkdom van ons gemeenteleven ligt. En dat is niet dat we een goed geoliede kerkelijke machine zijn, maar dat is dat we met elkaar en voor elkaar de plek mogen vormen voor de ontmoeting met God. Een ademplek. Een plek om tot rust te komen, om gevoed te worden, om jezelf terug te vinden in het licht van de Heer. Een kerk die van mensen vraagt zichzelf voorbij te hollen, is geen kerk van de Goede Herder. De Heer is mijn herder Het is om die reden dat ik ervoor gekozen heb, om vandaag Psalm 23 centraal te stellen in de dienst. De psalm van de Goede Herder. Wij bevestigen vandaag een nieuwe ouderling, de nieuwe voorzitter, maar we voelen wel aan hoe hij als herder voor de gemeente al direct om het hand zit.
3 Preek 337, 30 oktober 2016 Psalm 23 En daarom alle reden vandaag voor ons allen om boven onszelf uit te kijken naar Wie echt onze Herder is. De Heer is de Herder! Wat mag dat nu voor ons betekenen? Niets tekort Om te beginnen mag dat betekenen dat we onze problemen - of dat nu de kerkenraadsproblemen zijn, of andere, misschien wel persoonlijke problemen - serieus mogen nemen én mogen relativeren. Nadat David de psalm begonnen is met de belijdenis dat de Heer zijn herder is, zegt hij daar achteraan: - En ik zeg het nu even zoals het in onze vertaling staat - Het ontbreekt mij aan niets. Zo vertaald kun je dat heel ruim opvatten, zoals je wel kunt zeggen: Ik heb alles wat mijn hartje begeert. Dan heb je niets meer te wensen. Maar hier in de psalm moet je dat toch de andere kant op doorvertalen: Niet: ik heb alles wat mijn hartje begeert, Maar: Ik kom niets tekort. En met dat laatste neem je de problemen serieus, maar relativeer je ze ook direct. Ook als van alles je ontbreekt, kan het toch nog zo zijn dat je niets tekort komt. Dat ook in je gebrek Gods zorg je niet ontbreekt en dat die zorg voldoende is om voort te gaan op je weg.
4 Preek 337, 30 oktober 2016 Psalm 23 Pleisterplaats Deze psalm neemt ons gebrek serieus en relativeert het door onze ogen niet alleen te laten rusten op wat wij tekort komen, maar daarbovenuit op wat God ons ruim voldoende geeft. En daarin kun je iets heel belangrijks op het spoor komen van wat het betekenen mag dat de Heer onze Herder is. Onze God is een Herder die in ons tekort voor ons uitgaat. Hij verheft óns niet boven onze wildernis uit, maar Híj gaat in onze wildernis ons voor. En Hij tovert ons gebrek niet om tot overvloed, Hij maakt van onze wildernis geen lustoord. Geen God van lustoorden is Hij, maar een God van pleisterplaatsen. Een schuilplaats tegen de storm, een rots in de branding. Bij de zorg van God - en ik denk dat dat een belangrijk leerpunt is uit Psalm 23 - blijft het allebei voelbaar: Zijn zorg die voldoende is - je komt niets tekort - daarvoor wil deze psalm je de ogen openen, maar de psalm wil niet je ogen sluiten voor wat je van jezelf tekort komt. Dubbele openbaring Ik zou dat de dubbele openbaring van deze psalm willen noemen: Je ogen niet gesloten voor je eigen tekort en je ogen ervoor geopend dat je bij God niets tekort komt. En dit is volgens mij een heel belangrijke openbaring, omdat hierin de kracht zit om je leven op een ander spoor te zetten.
5 Preek 337, 30 oktober 2016 Psalm 23 Wie steeds maar er mee bezig blijft om tot de overwinning van een eigen tekort te komen, zal in dat spoor steeds achter de feiten aanlopen en nooit echt tot zichzelf komen. En als je van God verwacht dat Hij je leven wel helemaal naar wens zal maken, - alles wat je hartje begeert - ook dan blijf je in het spoor van je oude leven. Dan wil je God de kartrekker van je eigen gekozen goede leven maken, maar de God die we kennen in Jezus Christus is niet dat type god. Maar de kracht om jezelf op een ander spoor terug te vinden zit nu juist hierin dat je je ogen niet sluit voor je eigen tekort, maar dat je je aan de zorg van God toevertrouwt, waarmee je in je tekort toch niets tekort komt. En dat is een kracht die groter is, dan de kracht van opgeloste problemen. Dit is de kracht namelijk waarin je jezelf mag terugvinden in het licht van wat God doet. Je ziel terug Ik heb het er nu over dat je in het licht van je eigen tekort en Gods toereikende zorg jezelf terug mag vinden. Ik heb daarmee op het oog wat Psalm 23 noemt in de eerste zin van vers 3. Hij geeft mij nieuwe kracht. En ik wil dat graag wat letterlijker vertalen, omdat er dan meer inhoud in meekomt. In de zorg van God bij zijn gebrek zegt de dichter: Mijn ziel keert terug. Dat gaat verder dan dat je weer op krachten bent om weer de schouders er onder te zetten.
6 Preek 337, 30 oktober 2016 Psalm 23 Mijn ziel keert terug, dat is ook dat je weer ziet wat je kwijt was aan jezelf. Dat je weer ziet wie je zijn mag. Het is het moment waarop je uit je eigen gekozen doodlopende sporen mag stappen, om weer op het spoor te komen waar God je toe geroepen heeft. De bestemming van je leven ligt niet in de aanvulling van wat jij denkt dat je tekort komt, maar die bestemming ligt in een leven waarin jij bent waartoe je geroepen bent en daarvoor is Gods zorg meer dan overvloedig Spoor van gerechtigheid God zorgt er niet voor dat wij in het oude spoor verder kunnen, maar Gods zorg voor ons is zo dat het voor ons de weg opent om op een nieuw spoor verder te gaan. En dat nieuwe spoor, dat is het spoor van het vertrouwen: De Heer is mijn herder; ik kom niet tekort. Daar mag ik op vertrouwen en daarom kan ik het loslaten dat wat ik zie dat ik van mezelf tekort kom. Voor het leven waar God me toe roept doet mijn tekort er niet toe. Dat tekort mag er gewoon zijn. Dat hoeft niet aangevuld te worden. Dat hoef ik niet van God te verwachten, en daar hoef ik mezelf niet druk om te maken. Ik kom niet tekort, dus ik kan gewoon gaan op de weg waarop God mij leidt.
7 Preek 337, 30 oktober 2016 Psalm 23 En die weg waarop God ons leidt - veilige wegen, zo lezen we in de vertaling, maar de vertaling mag ook hier wel wat letterlijker - die weg, dat is het spoor van gerechtigheid. Het is het spoor van Gods koninkrijk. Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid en al het andere ontvang je bovendien. Slot Tot zover de uitleg en de overweging van Psalm 23. Eigenlijk alleen maar de eerste drie verzen. Leef met je tekort, en je komt niets tekort, maar je vindt jezelf aan Gods hand op het spoor dat Hij je wijst. Wij bevestigen vandaag Piet van de Fliert als onze nieuwe ouderling, voorzitter van de kerkenraad. En met dat we dat doen, weten we ook van ons gebrek. Een aantal vacatures in de kerkenraad dat het functioneren van de kerkenraad onder druk zet. Maar de Heer is onze Herder. Hij valt niet om van ons tekort.
8 Preek 337, 30 oktober 2016 Psalm 23 Hij weet wat voor ons genoeg is om te zijn wat Hij van ons wil maken. Ook al weten wij misschien niet altijd hoe het verder moet, het spoor van Gods koninkrijk ligt voor ons open. In ons gebrek zijn we er dichterbij dan in onze overvloed. De Heer zij met u Amen