Inspectierapport BSO De Blokhut (BSO) Van Swietenlaan 1 9728NX GRONINGEN Registratienummer 922368077 Toezichthouder: GGD Groningen In opdracht van gemeente: GRONINGEN Datum inspectie: 19-11-2014 Type onderzoek: Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 26-11-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 s en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...6 Veiligheid en gezondheid...7 Inspectie-items...8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Beschouwing BSO De Blokhut is ingedeeld in drie kleuren die de leeftijdsgroepen van de kinderen aangeven. De jongste groep (4-5 jaar) heeft de kleur oranje. Dan volgt rood voor de 6-8 jarigen en de oudste kinderen krijgen meer zelfstandigheid in het paarse blok. Oranje heeft de beschikking over een natuur lokaal en een lawaai kasteel waar de kinderen hun energie kwijt kunnen. Rood heeft onder andere een atelier (hier kunnen alle kinderen gebruik van maken) en een muzieklokaal. Paars heeft een eigen ruimte dat voorheen een zwembad was. De startblokken zijn nog zichtbaar in deze ruimte. Buiten hebben kinderen veel ruimte om te spelen. Inspectiegeschiedenis Tijdens het inspectiebezoek werden er tekortkomingen geconstateerd in: - Domein 7: klachtenjaarverslag oudercommissie De hoor- en wederhoor heeft geleid tot wijzigingen in het rapport. Houder geeft aan dat stagiaires niet eerder beginnen met hun werkzaamheden, totdat er een Verklaring omtrent Gedrag is overlegd. Bevindingen tijdens deze inspectie Kinderen kunnen met verschillende activiteiten meedoen. Ze kunnen zich inschrijven op het grote schoolbord. De activiteiten worden gekozen aan de hand van de verschillende knap gebieden volgens de theorie van meervoudige intelligentie. Er is veel positieve interactie tussen beroepskrachten en kinderen. Kinderen die extra aandacht nodig hebben krijgen deze. Beroepskrachten stimuleren alle kinderen om mee te doen met de groep. Er wordt voldaan aan alle getoetste voorwaarden van de Wet Kinderopvang. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11
s en bevindingen Pedagogisch klimaat De pedagogische praktijk is geobserveerd met behulp van het veldinstrument observatie kindercentrum. Pedagogische praktijk Pedagogisch beleidsplan Er wordt gewerkt volgens het beleid. De meervoudige intelligenties komen aan bod in het ruime aanbod van activiteiten. Tijdens de inspectie werd er een bewegingsactiviteit aangeboden op de oranje groep. Emotionele veiligheid Beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen toe. Op het moment dat een kind moet overgeven wordt dit kind ondersteund en gaat een andere beroepskracht het gesprek met de kinderen die erbij waren aan. Er worden allerlei spuug verhalen verteld. De moeder van het zieke kind wordt gebeld om haar op de hoogte te stellen. Kinderen hebben vaste beroepskrachten en leeftijdsgenootjes om zich heen. Alle beroepskrachten werken op maandag, dinsdag en donderdag. Activiteiten worden in samenspraak met de kinderen bedacht. De oudste kinderen zitten in de kinderraad waar ze nieuwe activiteiten bedenken. Beroepskrachten ondersteunen de kinderen. Ten tijde van de inspectie was er een podium in de ruimte gemaakt omdat de kinderen bezig zijn met optredens. Conclusie De emotionele veiligheid van de kinderen wordt gewaarborgd. Persoonlijke competentie Er worden verschillende activiteiten aangeboden op de verschillende knap gebieden volgens de theorie van de meervoudige intelligentie. Er is goede interactie tussen beroepskrachten en de kinderen. Ze hebben veel gesprekken met de kinderen. Conclusie Kinderen krijgen mogelijkheden om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. Sociale competentie Op de oranje groep hebben ze een parcour gemaakt voor de kinderen. Beroepskrachten stimuleren de kinderen om op elkaar te wachten en om de beurt er door te gaan. Kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. Ze worden gestimuleerd om mee te doen met de groep. Conclusie Kinderen krijgen mogelijkheden om sociaal competenter te raken. Normen en waarden Regels en afspraken zijn duidelijk voor de kinderen. Kinderen weten waar ze mogen komen. Door middel van kleuren is aangegeven welke groep waar mag spelen. Naast de deur van de groep hangen foto's van kinderen en beroepskrachten die bij deze groep horen. Conclusie Normen en waarden worden overgedragen. 4 van 11
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mailcontact met houder.) Interview anderen (Gesprekken met beroepskrachten.) s Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 5 van 11
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn zowel de pedagogisch medewerkers als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Van alle personen werkzaam bij BSO De Blokhut is een geldige verklaring omtrent het gedrag ingezien. Opvang in groepen Kinderen hebben allemaal een basisgroep waarmee ze gezamenlijk eten. Daarna mogen ze kiezen aan welke activiteiten ze mee willen doen. Er wordt voldaan aan de voorwaarden omtrent opvang in groepen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mailcontact met houder.) Interview anderen (Gesprekken met beroepskrachten.) s Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 11
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein is gekeken naar de Meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de Meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de Meldcode. Meldcode kindermishandeling De meldcode is in de teamvergadering besproken. Beroepskrachten hebben deze per mail toegestuurd gekregen. De zorgcoördinator werkt in hetzelfde gebouw en hier is goed contact mee. Er wordt voldaan aan de voorwaarden omtrent het gebruik van de meldcode. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Gesprekken met beroepskrachten.) s Meldcode kindermishandeling 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO De Blokhut Aantal kindplaatsen : 180 Gegevens houder Naam houder : BSO De Blokhut B.V. Adres houder : Van Swietenlaan 1 Postcode en plaats : 9728NX GRONINGEN Website : www.bsodeblokhut.nl KvK nummer : 02094408 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Groningen Adres : Postbus 584 Postcode en plaats : 9700AN GRONINGEN Telefoonnummer : 050-3674325 Onderzoek uitgevoerd door : S. Vening Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : GRONINGEN Adres : Postbus 7081 Postcode en plaats : 9701JB GRONINGEN Planning Datum inspectie : 19-11-2014 Opstellen concept inspectierapport : 21-11-2014 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 26-11-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 28-11-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 28-11-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 19-12-2014 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11