INFORMATIEBROCHURE WOONKWALITEIT

Vergelijkbare documenten
Vocht en schimmel in uw woning. Hoe pakt u dit aan?

Als je aan een drukke weg woont verlucht je beter niet. Door beddengoed op 60 C te wassen dood je huisstofmijt.

Ventileren en verluchten. Woon gezond, geef lucht aan je huis! Ventileer 24 uur op 24 en verlucht aanvullend Tips voor gezonde binnenlucht

GEEF LUCHT AAN JE HUIS!

Verhuur je een woning die veilig is en voldoet aan minimale kwaliteitsnormen?

Veilig en kwaliteitsvol verhuren. Info voor eigenaars van een huurwoning

COEen stille. moordenaar in huis. Preventie van vergiftiging door koolstofmonoxide

Een stille moordenaar in huis. Preventie van vergiftiging door koolstofmonoxide.

Een stille moordenaar in huis

Vocht en ventilatie. Tips voor een droger huis

BINNEN ROKEN IS NOOIT OKÉ

Begeleidingsboekje vocht bestrijden

18 januari Vormingsavond voor bewoners van DIW. Ban vocht uit je huis. Geef lucht aan je woning

Wijkoverleg Rischot 10 februari 2011 Brandpreventie

Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning!

Woningkwaliteit: aandachtspunten voor verhuurders en eigenaars. Wetteren, 19 februari 2019

Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning!

Ban vocht uit je huis Project woonmeters

Algemeen kader = Vlaamse Wooncode

Vocht, schimmels & gezondheid

Is mijn woning veilig en gezond? Regels en tips voor huurders en verhuurders

voorkomt schade aan uw woning door vocht en schimmel

Gezond wonen. Vocht en schimmel voorkomen. r Handig stappenplan. r Oplossingen in uw woning.

LASTENBOEK

Infomoment Conformiteitsattest

Binnenluchtkwaliteit. Infoavond 18 november Mortsel

Woningkwaliteit: aandachtspunten voor verhuurders en eigenaars. Wetteren, 16 februari 2016

Bewonersinformatie Rosmalen. Aandachtspunten voor uw vernieuwde woning

Ventileren. Op adem komen doe je thuis. Thuis is een huis van Servatius. servatius.nl

VOCHT EN VENTILATIE. Goede ventilatie voorkomt vocht in uw woning

Huurdersinformatie. Goed ventileren, erg belangrijk

Ban vocht uit je huis Project woonmeters

Isolatie plaatsen en de kiertjes niet afdichten? Een jas die niet dicht kan, heeft toch ook geen zin...

Vochtoverlast en ventilatie in de woning

ventileren wonen met karakter

LASTENBOEK

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN NIET-ZELFSTANDIGE WONINGEN VOOR SEIZOENARBEIDERS

VR DOC.1623/4BIS

VR DOC.1623/5BIS

Condensatie op mijn ramen

VR DOC.1623/6BIS

VR DOC.0370/3BIS

Is er iets kapot in uw huis of appartement? Bel naar de technische dienst.

Rapport Huisscan. Blekerijstraat - mei 2015

Dagelijks ventileren. woonwijzer

Infomap. Gezond wonen

D E C E M B E R, J A N U A R I, F E B R U A R I Een uitschrijving is persoonlijk en geldt niet voor de andere leden van het gezin.

WANT IEDEREEN HEEFT VOCHT IN HUIS

Hoe veilig is een woning?

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE WONINGKWALITEIT

Saneren. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Onderhoud en herstellingswerken ten laste van de verhuurder ( Eigen Haard )

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN WONINGEN Deel A: Identificatiegegevens

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN WONINGEN

Wat u kunt doen tegen vocht in uw woning

VOCHT. (1) vocht al dan niet met. (2) schimmelvorming. insijpelend doorslaand opstijgend condensatie bouwvocht occasioneel

Overzicht I. KADER II. NORMEN III. VOORBEELD

Vocht & Ventilatie. Nummer 25

Vereniging van eigenaren

COEen stille. moordenaar in huis PREVENTIE VAN VERGIFTIGING DOOR KOOLSTOFMONOXIDE

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN WONINGEN. Deel A: Identificatiegegevens

Instructie Ventilatie

Rapportage Energiebus. BC Kleine Jan, Huizen

Vocht & Ventilatie _KlusZo_25_Vocht/Ventil :46 Pagina 1. Nummer 25 Art.nr

Ventileren in huis. Handleiding mechanisch ventilatiesysteem

Gezond wonen. Een gezond binnenmilieu De belangrijkste boosdoeners Ventileren en luchten

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN KAMERS. Deel A: Identificatiegegevens

MINIMALE KWALITEITSNORMEN voor de verhuring van een pand aan SVK SOVEKANS

Huis & Erf steekt energie in uw woning. Isolatiemaatregelen

Ventileren. Alles wat u moet weten over ventilatie in uw woning

ADVIEZEN BIJ HUISSTOFMIJTALLERGIE. - Patiëntinformatie -

BEGELEIDINGSBOEKJE BABBELMOMENT (ADHV PRAATPLATEN)

Voorkom schimmel. Ventileren helpt. verhuurt

Zuinig wonen. 10. Doe de VREG-test! Bekijk zeker de website:

Project Papaert II, Sint-Amands Oprichten van 17 woningen.

CONSTRUCTIEVE PLAATSBESCHRIJVING 9 december 2016 plaatsbeschrijving bij aanvang van werken op het adres Plotersgracht 24, 9000 Gent

PRAKTISCHE FICHE / DE VOORBEREIDING Beschikbaar op

BEGELEIDINGSBOEKJE BABBELMOMENT OVER GEZOND WONEN. Praten over gezond wonen met senioren, maatschappelijk kwetsbare groepen of nieuwkomers.

Dossiernummer Adres woning/verdieping: VERPLICHTINGEN INZAKE ELEMENTAIRE VEILIGHEID. Art 2 1 er

Uw ventilatiesysteem: natuurlijke toevoer, mechanische afvoer

Project Papaert II, Sint-Amands Oprichten van 17 woningen.

Project Papaert II, Sint-Amands Oprichten van 17 woningen.

Warmte & ventilatie. Richtlijnen voor een warme en geventileerde woning

Advieswijzer: verwarmen en ventileren

Ventileren in huis. Handleiding warmte-terug-win-installatie

OPMETING BEGRAAFPLAATS - RENOVATIE VAN DE CONCIËRGEWONING - OPDRACHT NR /A//2017.E077.01/BAT.OL-BH

Ventilatie van de woning

Checklist beoordelen woning

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN WONINGEN. Deel A: Identificatiegegevens. pagina 1 van 5

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Huisstofmijtallergie. rkz.nl

Dakwerken (geen isolatie)

Ventilatiewijzer Woningen

BEGELEIDINGSBOEKJE BABBELMOMENT OVER GEZOND WONEN. Praten over gezond wonen met senioren, maatschappelijk kwetsbare groepen of nieuwkomers.

TECHNISCH VERSLAG VAN HET ONDERZOEK VAN DE KWALITEIT VAN KAMERS VOOR SEIZOENARBEIDERS Deel A: Identificatiegegevens

Ventileren... Waarom? 1. 't voorkomt vochtoverlast 2. 't zorgt voor frisse lucht en zuurstof voor u, uw huisdieren, uw planten en uw gasapparaten

Ventileren voor een optimale luchtkwaliteit

2. Buitenschrijnwerk met hoogrendementsbeglazing, deuren en -poorten

Bevraging energiesituatie woning in het kader van het project Energiek Dorp Proven

Veiligheid in huis. Regels voor veiligheid in huis. Hou gevaarlijke producten buiten bereik van kinderen. Veiligheid in de slaapkamer

Over isoleren, besparen en comfort

Transcriptie:

INFORMATIEBROCHURE WOONKWALITEIT

KWALITEIT VAN DE WONING 1. RAMEN EN DEUREN 1.1 Borstwering Lage ramen die opengaan op een verdieping moeten beveiligd worden met een borstwering die minstens 80 cm hoog is. De borstwering moet op een veilige en stevige manier bevestigd zijn. Bij vaste ramen met een borstwering lager dan 80 cm is het nodig om de stevigheid van het geheel te bekijken. Zo is er bijvoorbeeld een verschil tussen een beglazing met veiligheidsglas of met enkel glas. 1.2 Slotvast? Deurbel en brievenbus? Alle ramen en deuren moeten regen- en winddicht zijn. Ze moeten stevig zijn en voorzien van een goede omlijsting. De scharnieren, het sluitwerk en het beslag moeten stevig bevestigd zijn. De aansluiting van ramen en deuren met de wanden en dorpels moet gedicht zijn met aangepast materiaal zoals mortel of siliconen. Elke woning, ook in appartementsgebouwen, moet een aparte brievenbus en deurbel hebben. 1.3 Buitenschrijnwerk? Houten ramen mogen niet aangetast zijn door schimmel of houtrot. Metalen ramen mogen geen roestvorming vertonen. De beglazing mag geen scheuren of barsten vertonen. Bij dubbele beglazing mag er ook geen overmatige condensvorming tussen de glasbladen optreden. 1.4 Voldoende licht en lucht? Elke leef- en slaapkamer en de sanitaire ruimtes moeten verlucht kunnen worden. In elke leef- of slaapkamer moet er voldoende daglicht zijn. De totale glasoppervlakte van de ramen in deze kamers moet minstens gelijk zijn aan één twaalfde van het vloeroppervlak. Dakkoepels en dakramen worden meegerekend. Enkel een dakkoepel of dakraam in de leefruimte is niet voldoende.

2. UITRUSTING EN COMFORT 2.1 Drinkbaar water Elke woning moet voorzien zijn van drinkbaar water. Putwater mag, maar dan moet het putwater regelmatig onderzocht worden. Een geldig attest moet vermelden dat het putwater drinkbaar is. 2.2 WC met spoeling Elke woning heeft een toilet met spoeling binnenin de woning of aanpalend aan de woning. In dit laatste geval moet er een afdak aanwezig zijn. Het toilet moet met een deur volledig kunnen afgesloten worden van de andere ruimtes. 2.3 Kan jij je verwarmen? In de leefruimte moet het mogelijk zijn om veilig en verantwoord een verwarmingstoestel te plaatsen. De aan- en afvoer van de verwarming moet veilig en correct geplaatst zijn. Een verplaatsbaar verwarmingstoestel (zowel elektrisch, op gas, op petroleum of op mazout) geldt slechts als bijverwarming en zorgt voor een groot CO-gevaar. 2.4 Dakisolatie Vanaf 1 januari 2015 moet er dakisolatie aanwezig zijn in de woning. De minimum dikte van de isolatie is afhankelijk van het isolatiemateriaal.

3. UITRUSTING EN COMFORT (BIS) 3.1 Keuken De keuken heeft een gootsteen met warm en koud water en een afdruiprek of een werkblad. De gootsteen is correct aangesloten op de watertoevoer en -afvoer. In de keuken moet er drinkbaar water zijn. Op de waterafvoer moet er een reukafsluiter of sifon geplaatst zijn. De keuken moet minstens 4 m 2 groot zijn en minstens 220 cm hoog. 3.2 Sanitair De badkamer moet binnen in de woning aanwezig zijn. Iedere badkamer heeft minstens een lig-, zit- of stortbad, met aanvoer van warm en koud water. De badkamer moet vorstvrij zijn en verwarmd kunnen worden. 3.3 Warm water De badkamer en de keuken moeten over warm water beschikken. De afvoeren moeten correct geplaatst zijn. Loden leidingen moeten - indien mogelijk - vervangen worden. Waterleidingen van lood zijn slecht voor de gezondheid. Als u water met lood drinkt, komt dat lood in uw lichaam terecht. Elke afvoer heeft een reukafsluiter of sifon. De aan- en afvoerleidingen mogen niet lekken. 3.4 Oppervlakte Het aantal kamers in de woning én de totale oppervlakte van de woning bepalen hoeveel personen op het adres mogen wonen.

VEILIGHEID 4. ELEKTRICITEIT Er is een verschil tussen oude en nieuwe installaties. Een oude installatie is aangelegd vóór 1 oktober 1981 en is na die datum niet uitgebreid. Elektrisch materiaal dat op het moment van de installatie voldeed aan de normen van dat moment en waar geen stroomverliezen optreden of geen niet-geïsoleerde delen onder spanning staan moet niet vervangen worden. 4.1 Gekeurd Elektrische installaties moeten om de 25 jaar gekeurd worden! Er moet ook een schema van de elektrische installatie aanwezig zijn. Alle stopcontacten moeten voorzien zijn van een aangesloten aardingspen (uitgezonderd in oude installaties). 4.2 Onder spanning Aanraakbare delen onder spanning zijn een gevaar voor elektrocutie! Alle onderdelen van de elektrische installatie die onder spanning staan moeten afgeschermd zijn en mogen niet aanraakbaar zijn. De elektrische installatie is geaard (uitgezonderd in oude installaties). 4.3 Elektriciteit in de badkamer Plaats geen elektrische toestellen naast bad of douche! Vochtige ruimten moeten beschermd worden door een afzonderlijke differentieelschakelaar van max 30 ma (uitgezonderd in oude installaties). Stopcontacten en elektrische apparaten moeten minstens 60 cm verwijderd zijn van douche of bad. Bij oude installaties moet de afstand tot douche of bad minstens 100 cm zijn. 4.4 Zekeringen De zekeringenkast moet volledig afgesloten kunnen worden. Er moet een differentieelschakelaar van max 300 ma aanwezig zijn in de verdeelkast, ook bij oude installaties. De badkamer en wasmachine, droogkast en vaatwasser moeten beveiligd zijn door een bijkomende differentieelschakelaar van 30 ma (uitgezonderd in oude installaties).

5. KOOLSTOFMONOXIDE OF CO 5.1 Werking van de kachel Gele vlammen in de gas- of mazoutkachel wijzen op een slechte verbranding en dus CO-gevaar! Blauwe vlammen wijzen op een goede verbranding van de kachel. Beschadigde of ontbrekende ruitjes in het toestel vormen ook een risico op CO-vergiftiging. Roetafzetting op de muur rond gasgeisers wijst op een slechte verbranding en dus CO-gevaar. 5.2 Schoorsteen Een schouw moet stabiel en stevig geplaatst zijn en mag geen scheuren vertonen. De schouw moet droog zijn. Vochtige schouwen verstoren de vlotte afvoer van dampen en verhogen de kans op een slechte verbranding en dus CO-gevaar! Let op het verplichte onderhoud van het stooktoestel en de schouw! (Verwarming op stookolie of vaste brandstof: om het jaar. Verwarming op aardgas: om de 2 jaar). 5.3 Schouwuitmonding Een schouw mag zeker niet nabij een venster uitmonden! De uitmonding van de schouw moet voldoende hoog boven het dak uitsteken zodat er een goede afvoer van de verbrandingsgassen is verzekerd. Een rookafvoer mag nooit uitmonden nabij een raam zodat de verbrandingsgassen niet via het raam deze kamer kunnen binnendringen. Een rookafvoer mag niet gehinderd worden door bomen of hoge gebouwen. 5.4 Ventilatie in de badkamer In elke ruimte waar een toestel met open verbranding (type A en B) geplaatst is, moet voldoende aanvoer van buitenlucht voorzien worden. Plaats een rooster van minstens 150 cm² onderaan de deur van de badkamer of voorzie een brede spleet tussen de deur en de vloer. Gebruik een geiser in de badkamer niet langer dan 10 minuten aan één stuk. (Toestel type A = niet aangesloten op een afvoerkanaal; neemt lucht uit de kamer.) (Toestel type B = open toestel ; aangesloten op afvoerkanaal; neemt lucht uit de kamer.) (Toestel type C = gesloten toestel ; aangesloten op afvoerkanaal; neemt lucht van buiten.)

6. GAS- EN STOOKINSTALLATIES 6.1 Verplaatsbare petroleumkachels Verplaatsbare kachels (zowel elektrisch, op gas, op petroleum of op mazout) zijn gevaarlijk. Het is verboden ze als hoofdverwarming te gebruiken. Gebruik bij voorkeur geen verwarmingstoestel zonder rookafvoer. Zorg voor voldoende verse lucht, liefst via een verluchtingsrooster, als u dergelijke toestellen toch gebruikt. Gebruik deze toestellen nooit langer dan één uur en nooit in de slaapkamer. 6.2 Schouwaansluiting De aansluiting van het toestel naar de schouw mag nooit in dalende lijn geplaatst worden. Deze moet zo kort mogelijk, zo recht mogelijk en luchtdicht zijn. De verbindingen tussen toestel, schouw en het afvoerkanaal moet goed afgedicht zijn. 6.3 Aansluiting op gas De gasinstallatie binnenin is opgebouwd met stalen of koperen buizen of een metalen slang. Alle vaste toestellen moeten ook met dergelijke buizen verbonden zijn met de installatie. Rubberen, soepele slangen mogen alleen gebruikt worden om verplaatsbare, huishoudelijke toestellen aan te sluiten. Op de slang moet het veiligheidslabel AGB-BGV staan. Er moet ook staan wanneer de slang moet vervangen worden. Dat moet om de 10 jaar gebeuren. 6.4 Onderhoud CV Elke cv-ketel op stookolie moet jaarlijks onderhouden worden. Voor een ketel op gas is dit om de 2 jaar. Ketels die werken met vaste brandstoffen moeten ook jaarlijks onderhouden worden. Het onderhoud moet gebeuren door een erkend technicus. Huurders moeten zelf zorgen voor deze onderhoudsbeurt.

7. ROOKMELDER EN CO-MELDER 7.1 Rookmelder Rookmelders redden levens! Rook verstikt en hult een brandende kamer in het duister. Zeker s nachts merken rookmelders rook veel sneller op dan jijzelf. Plaats daarom minstens op elke verdieping een rookmelder. In elke huurwoning is de eigenaar verplicht om een rookmelder te plaatsen. De huurder moet het toestel onderhouden en de batterijen vervangen. 7.2 Correct geplaatst? Hang de rookmelders op de juiste plaats. Controleer regelmatig de goede werking ervan. Rookmelders hang je best niet in hoeken tussen muren en plafonds. Raadpleeg de documentatie om de rookmelder correct te plaatsen. Onderhoud de toestellen en maak je het gewoon om de melders maandelijks te testen. 7.3 Blussen Een branddeken en een blusapparaat voorkomen erger! Hang in de keuken een branddeken op. Je kan er brandende kookpotten of een friteuse mee doven. Neem het deken bij de hoeken vast en wikkel het deels om je handen om ze te beschermen. Een vochtige doek kan ook een branddeken vervangen. 7.4 Een CO-melder in huis? Blijf alert! CO-melders reageren vaak te traag wanneer een kleine ruimte, bijvoorbeeld een badkamer, zich met CO vult. Tegen de tijd dat het alarm afgaat, kan de concentratie van CO zo hoog zijn dat je toch al bewusteloos bent. Om CO-vergiftiging te vermijden kan men zorgen dat de toestellen goed werken en dat er vooral een goede ventilatie aanwezig is.

GEZONDHEID 8. LEEFBAAR? 8.1 Afval Afval hoort niet thuis in huis. Afval trekt ongedierte aan dat ziektes kan overbrengen. 8.2 Huisdieren Huisdieren vragen een gepaste verzorging. Huisdieren vragen een aangepaste omgeving en een goede verzorging. Ze moeten ook op een hygiënische manier hun behoefte kunnen doen. 8.3 Huisstofmijten De uitwerpselen van huisstofmijten kunnen allergieën veroorzaken. Huisstofmijten nestelen zich het liefst in warme, vochtige en donkere plaatsen. Laat in de slaapkamer overdag het licht binnen en leg je bed open. Was beddengoed regelmatig, en indien je allergisch bent wekelijks, op 60. Stofzuig regelmatig de matras. Verlucht dagelijks de slaapkamer en verwarm de kamer niet te veel. Een temperatuur tussen 15 C en 18 C is ideaal. 8.4 Ongedierte Grijp onmiddellijk in als je ongedierte in of rond de woning opmerkt. Als je het probleem niet snel aanpakt, zal je een dure, gespecialiseerde firma moeten aanspreken. Een kakkerlakkenplaag kan je zelf niet de baas. Spreek hiervoor direct een firma aan.

9. VOCHT 9.1 Opstijgend vocht Opstijgend vocht ontstaat doordat de muren grondwater opzuigen. Je merkt het aan vochtig aanvoelende muren, aan nat en loskomend behang tot op een zekere hoogte (maximum 1,20 m), aan een uitslag van witachtige zouten of aan het loskomen van pleisterwerk of plinten. Een mogelijke oplossing is sterk ventileren. Plaats geen meubels vlak tegen de vochtige muren. Een definitieve oplossing is het aanbrengen van een scheidingslaag tussen de grond en de muren of het injecteren van de muren. 9.2 Doorslaand vocht Als muren regenwater doorlaten ontstaat doorslaand vocht. Doorslaand vocht komt voor bij gevels die sterk blootgesteld zijn aan slagregen. Je merkt het op doordat buitenmuren aan de binnenzijde vochtig aanvoelen, aan nat en loskomend behang, aan meerdere vochtplekken op muren, aan de kelder die onder water staat of aan de aanwezigheid van zwammen. De enige oplossing om doorslaand vocht te vermijden is de buitenmuren beschermen tegen slagregen. 9.3 Condenserend vocht Als vocht van binnen aanslaat op ramen, muren of plafonds ontstaat condenserend vocht. Condenserend vocht ontstaat wanneer warme en vochtige lucht in contact komt met een koud oppervlak. Je merkt het op aan schimmels (meestal zwart), aan nat en loskomend behangpapier en aan schade aan het pleisterwerk. Het komt vooral voor in slecht verluchte en/of slecht verwarmde ruimtes. De enige oplossing om condenserend vocht te vermijden is het verhogen van de wandtemperatuur (door isoleren of extra verwarmen) en het verlagen van het vochtgehalte in de lucht (door verluchten en ventileren). 9.4 Elke schimmelvlek is ongezond Je vermijdt schimmel door de kamer dagelijks goed te verluchten. Als er een structureel vochtprobleem is (opstijgend vocht, lekken, doorslaand vocht) moet je dit eerst aanpakken om het schimmelprobleem op te lossen.

Poets schimmel weg met water en detergent. Als de schimmel hardnekkig is en terugkomt, dan kan je na het schoonmaken met detergent naspoelen met water en nadien schoonmaken met bleekwater (1,5 glas in een halve emmer water). Laat daarna goed opdrogen. Doe dit met de ramen open en deuren toe zodat er verse lucht in de kamer komt. 10. VENTILEREN EN VERLUCHTEN 10.1 Ramen zonder klink Verlucht extra wanneer er vocht of chemische stoffen vrijkomen in de lucht: bij koken, poetsen, douchen, strijken, nieuw meubilair, na klussen. Verlucht in de winter niet langer dan 15 minuten aan een stuk. Zo voorkom je condens en schimmelvorming en beperk je het energieverlies. Iedere leefruimte moet apart verlucht (kunnen) worden. 10.2 Een huis heeft verse lucht nodig Kleef ventilatieroosters niet dicht. Een ventilatierooster zorgt voor constante verse lucht en mag dus nooit dicht gemaakt worden. Ventileren is de hele tijd een beetje verse lucht binnen laten en een beetje vuile lucht naar buiten laten gaan. Ventileer bij voorkeur 24/24u. 10.3 Waterdamp, een ramp? De was binnen laten drogen en strijken met stoom geeft vocht in huis. Zorg voor een aangepaste verluchting. Kook met het deksel op de pot om te veel vocht in de woning te vermijden. Tijdens het slapen komt er veel vocht vrij door te ademen en te zweten. Dus ventileer en verlucht ook je slaapkamer goed. 10.4 Als je vaak spuitbussen gebruikt, verhoogt de kans op astma Vermijd het gebruik van sprays en luchtverfrissers. Ze vernevelen het product in kleine druppeltjes die je diep kan inademen en daarom schadelijk zijn. Overdrijf niet met schoonmaakproducten.

Een initiatief van : de samenwerking rond wonen tussen Laarne, Wetteren en Wichelen Ondersteund door :