Waarschuwingsapparaat / 20221, Niveaubewaking 20240,Niwotronic / 20010

Vergelijkbare documenten
Dompelpomp KTP 300. Voor schoonwater en afvalwater

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruikershandleiding

KESSEL-opvoerinstallatie Minilift voor afvalwater vrij van faecaliën voor boven- of ondergrondse installatie

KESSEL schakelkast Aqatronic S voor KESSEL-regenwaterpompinstallaties Aqabull en Aqadive

Codeslot DCS Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

AR280P Clockradio handleiding

Alarmsirene. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

Bestnr Digitale temperatuurregelaar ENDA ET1311

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR

KESSEL-dompelpomp KTP 500 met verticale en horizontale aansluitmogelijkheid Best. Nr , 28810, 28850

Tegelkachel Pompensturing. Montage en bediening

Beknopte handleiding alarmeringssysteem voor olieafscheiders type WGA 01

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR

elero VarioTec Gebruiksaanwijzing Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed!

CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Thermis WireFree io temperatuur sensor

Power Monitor Pro. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Technische Handleiding Versie 08/06. CompTrol Signal 3. Signaalkabel

Installatie instructies

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België

HANDLEIDING MOTOR CONNECTOR SET. Gebruikershandleiding voor in hoogte verstelbare bureau s cm

elero Lumo Gebruiksaanwijzing De handleiding goed bewaren!

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

GfS Push Bar Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Opbouw GfS Push Bar Alarm...p. 3. Installatie GfS Push Bar Alarm...p. 4

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

AEX-701 SIGNAALVERSTERKER

Wij danken u hartelijk voor de aankoop van uw LivingLight Color Player 4 en/of Color Player 4 receiver.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Afdekking Standaard met timerfunctie Art. nr. : ST.. Bedieningshandleiding

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR

elero MemoTec Gebruiksaanwijzing De gebruiksaanwijzing goed bewaren!

Energiekosten-meetapparaat energy control 230

Bedieningshandleiding DALI Power Potentiometer

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Olympia EKM (vertaling Zonnepanelen123 als service voor gebruikers)

Afbeelding: 24V-uitvoering, 433MHz

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

h Aanwijzing! NL; BENL Bedienings- en installatiehandleiding VRT 50 Kamer(klok)thermostaat Bedieningshandleiding Aanwijzingen bij de documentatie

Doepke. Dupline. Handcodeerapparaat DHK 1. Bedieningshandleiding /01/10/E

Technische documentatie

Tijdschakelklok. Bestnr.: (groen) (oranje) (transparant) (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

KESSEL schakelkast Aqatronic K Voor KESSEL regenwaterpompinstallatie Aqabull en Aqadive

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 APCR-2300 STEKKERBLOK SCHAKELAAR

Documentatie. RM-BV 4 Micro. Filterregeling

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR. 2x 3x

Tuincontactdoos met piket

Halogeen lampenset. Bestnr.: wit chroom titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-300 STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Universele Werklamp GT-AL-02

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

Adapters en verloopmoeren van metaal

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls

Systeem 2000 Touch-opzetstuk. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België

URN 1. Gebruiksaanwijzing Stroomomvormer URN 1

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

Documentatie RM-BV 12. Filterregeling

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

Control 701, 702, 703

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

Friedland Draadloze libra zender + 200m ontvanger/bel

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

Wij danken u hartelijk voor de aankoop van uw LivingLight Color Player 2 en Color Player receiver.

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

Kanaalrookdetectoren, SR-K-.. Omschrijving

1 Veiligheidsinstructies

VOLTCRAFT Universele laptop Netvoeding SPS2406

Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led

Handleiding tijdklok 230V~

ACM-LV24 MINI 12-24V LED DIMMER

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 APA2-2300R AFSTANDSBEDIENING EN STEKKERDOOS SCHAKELAARS

Draadloze openingsmelder

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

Binnenontvanger verlichting RTS - opbouw. Installatiehandleiding

Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen. 1.1 Aftekenen montage gaten

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement OmzetterWindmeter. Bedieningshandleiding

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 ACD-1000 STEKKERDOOS SCHAKELAAR

TAFELMODEL KOOKPLAAT ROND

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 ALED-003 DRAADLOZE LED SPOT

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

Elektrische muurbeugel

Transcriptie:

HANDLEIDING VOOR INBOUW, BEDIENING EN ONDERHOUD Waarschuwingsapparaat 20220 / 20221, Niveaubewaking 20240,Niwotronic 20100 / 20010 Productvoordelen Tegen spatwater beschermd volgens IP54 Te combineren met alle KESSEL dompelpompen Inzetbaar bij geleidende en niet geleidende vloeistoffen Zeer eenvoudige montage (incl. montageset) Installatie Ingebruikname Plaatsing Naam / Handtekening Datum Plaats Stempel van het vakbedrijf Wijzigingsstand: 07/2000-HG Nummer: 010-698 (Technische wijzigingen voorbehouden)

Inhoudsopgave 1. Veiligheidsaanwijzingen... Pagina 3 2. Algemeen... Pagina 4 3. Montage / elektrische aansluiting 3.1 Montage van het schakelapparaat... Pagina 5 3.2 Montage van de sondes... Pagina 5 3.3 Installatie / kabelaansluiting... Pagina 6 3.4 Externe signaalgever... Pagina 7 3.5 Potentiaalvrij contact... Pagina 7 3.6 Inkorten van de besturingskabels... Pagina 7 4. Waarschuwingsapparaat 4.1 Aansluitingenschema... Pagina 8 4.2 Inbedrijfstelling... Pagina 9 4.3 Bedrijf... Pagina 9 5. Niveaubewaking 5.1 Aansluitingenschema... Pagina 11 5.2 Inbedrijfstelling... Pagina 12 5.3 Bedrijf... Pagina 12 6. Niwotronic 6.1 Aansluitingenschema... Pagina 14 6.2 Inbedrijfstelling... Pagina 15 6.3 Bedrijf... Pagina 15 7. Storingsopsporing / oplossingen... Pagina 16 8. Technische gegevens... Pagina 17 9. Configuratie (alleen bij niveau en Niwotronic)... Pagina 19 10. Inspectie en onderhoud... Pagina 21 11. Garantie... Pagina 21 12. Overdrachtsrapport... Pagina 22 2

1. Veiligheidsaanwijzingen Het personeel voor montage, bediening, onderhoud en reparatie moet beschikken over de voor deze werkzaamheden vereiste kwalificaties. Verantwoordelijkheden, bevoegdheden en toezicht op het personeel moeten door de leiding exact te worden geregeld. De bedrijfsveiligheid en betrouwbaarheid van de geleverde installatie is alleen gegarandeerd bij gebruik voor het beoogde gebruiksdoel. De grenswaarden in de technische gegevens mogen in geen geval worden overschreden. Deze installatie bevat elektrische spanning en bestuurt mechanische installatiecomponenten. Worden de instructies voor de installatie en bediening niet opgevolgd, dan kan dat aanzienlijke materiële schades, lichamelijke letsels en zelfs dodelijke ongevallen tot gevolg hebben. Bij montage, bediening, onderhoud en reparatie van de installatie dient men de voorschriften voor de preventie van ongevallen, de toepasselijke DIN en VDE normen en de richtlijnen en voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf in acht te nemen. De installatie is een component van een grotere installatie. Houd daarom ook rekening met de gebruiksaanwijzingen voor de totale installatie en van de individuele componenten. Bij montage, onderhoud, inspectie en reparatie van een van de componenten moet de gehele installatie buiten bedrijf worden gesteld en tegen opnieuw inschakelen worden beveiligd. De installatie mag niet in explosiegevaarlijke omgevingen worden ingezet. Het schakelapparaat staat onder spanning en mag niet worden geopend. Alleen elektromonteurs mogen werkzaamheden aan de elektrische installatiedelen uitvoeren. Het begrip elektromonteur is gedefinieerd in VDE 0105. Men dient zeker te stellen dat de elektrische kabels en alle andere elektrische installatiecomponenten in een smetteloze toestand verkeren. Bij beschadiging mag de installatie in geen geval in bedrijf worden gesteld of zij moet buiten bedrijf worden gesteld. Ombouw of wijzigingen van de installatie mogen alleen in overleg met de producent worden uitgevoerd. Gebruik van originele onderdelen en van door de producent toegelaten accessoires bevordert de veiligheid. Bij gebruik van andere onderdelen kan de garantie van het product en de aansprakelijkheid van de producent voor eventuele gevolgen komen te vervallen. 3

2. Algemeen Geachte klant, het verheugt ons dat u voor een product van KESSEL heeft gekozen. De volledige installatie heeft vóór verzending vanaf de fabriek een strenge kwaliteitscontrole ondergaan. Desondanks dient u meteen te controleren of de installatie compleet en onbeschadigd bij u afgeleverd is. Neem in geval van een transportschade de aanwijzingen in het hoofdstuk "Garantie" van deze handleiding in acht. De installatie- en bedieningshandleiding bevat belangrijke aanwijzingen die bij montage, bediening, onderhoud en reparatie moeten worden opgevolgd. Vóór alle werkzaamheden aan de installatie moeten het bedienend personeel en de bevoegde monteurs deze installatie- en bedieningsaanwijzingen zorgvuldig hebben gelezen en opgevolgd. Toepassingen van de schakelapparaten: Waarschuwingsapparaat: Het schakelapparaat bewaakt overstromingen en beschadigingen aan pijpleidingen, machines, kelderafvoeren of keerkleppen. Het is geschikt voor alle geleidende vloeistoffen zoals rioolwater, fecaliënhoudend afvalwater, melk, logen etc. Niveaubewaking: Het schakelapparaat bewaakt het vloeistofpeil: Bijv. om tanks opnieuw te vullen met vers water. Bijv. om kelderafvoeren met een stankafsluiter opnieuw te vullen. Niwotronic: Het schakelapparaat dient als overloopbeveiliging, als niveaubewaking, als pompbesturing voor het vullen en legen van tanks en voor de weergave van alarmtableaus. De schakelpunten voor het vloeistofpeil zijn naar keuze vast ingesteld of vrij instelbaar. 4

3. Montage / Elektrische aansluiting 3.1 Montage schakelapparaat De veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 1 moeten worden opgevolgd! De schakelapparaten worden op een geschikte plek bijv. op ooghoogte tegen de muur gemonteerd. Verwijder daartoe de cilinderschroeven M4 x 28, trek het deksel licht naar boven en klap het open. Bevestig de schakelkast zoals afgebeeld met de 4 houtschroeven M3,5 x 30 aan de muur. De houtschroeven, plastic pluggen en een boorsjabloon worden meegeleverd. a Scharnier (2x) b Kunststof pluggen ( 5x25mm (4x) c Halfronde houtschroeven M3,5x30 (4x) d Dekselschroeven (4x) Schematische weergave van het schakelapparaat zonder elektrische componenten. 3.2 Montage van de sondes (Afb. b en c) De sonde kan door verlijming of met pluggen&schroeven op de gewenste positie worden aangebracht. Vastplakken Voor 20 220 / 20 221, 20 240, 20 100 (afb. b): Breng het dubbelzijdige plakband (5) aan op de gladde zijde van de plaat (6). Maak de plaat en de houder (7) met de schroef aan elkaar vast. Druk de gehele bevestiging op een schone ondergrond aan en klik de sonde (11) in de houder. Voor 20 010 (afb. c): Breng de profielrail (12) met dubbelzijdig plakband (13) aan op de gewenste plek (schone ondergrond). Schuif de afstandhouders (14) in en maak de sondehouder (15) daaraan vast met de schroeven (16). Klik de sonde (17) in de houder. 5

3. Montage / Elektrische aansluiting Schroefbevestiging Voor 20 220 / 20 221, 20 240, 20 100 (afb. b): Druk de pluggen (10) in het boorgat (Ø 5 mm). Schroef de plaat (6) en de houder (7) vast met de schroef (9). Druk de sonde (11) in de houder. Voor 20 010 (afb. c): Schuif de afstandhouders (14) in de profielrail (12). Breng de profielrail met de pluggen (18) en schroeven (19) op de gewenste plek aan. Bevestig de sondehouders (15) met de schroeven aan de afstandhouders. Klik de sonde (17) in de houder. Afb. b) voor 20 220 / 20 221 20 240 20 100 3.3 Installatie / kabelaansluiting Afb. c) voor 20 010 De bedradingen en kabels moeten volgens het elektrische schema (zie paragraaf 9) worden aangesloten. Daartoe moet eerst de afdichting van de kabeldoorvoeren (met schroefdraad) met een schroevendraaier worden verwijderd (afb. a), waarna de kabel erdoorheen wordt gestoken (afb. b) en wordt vastgezet in de klemmen (afb. c). Aansluitend kan de moer handmatig op de schroefdraad van de kabeldoorvoer worden gedraaid. Bij de aansluiting van het potentiaalvrije contact dient men de technische gegevens in acht te nemen. De afdichtingen van de doorvoeren die niet worden gebruikt (d.w.z. waarlangs geen kabel wordt aangesloten) mogen niet worden verwijderd. Zij fungeren als afdichting van de behuizing. BELANGRIJK: Alle aan het elektrische schakelapparaat aangesloten kabels moeten na afronding van de installatie met geschikte middelen (bijv. kabelbinders) zo worden vastgezet dat zij in geval van één enkel probleem dus bij het losraken van één bevestiging geen risico opleveren. 6

3. Montage / Elektrische aansluiting De sondekabel moet gescheiden van de net- en motorkabels worden aangelegd om storende invloeden te vermijden. 3.4 Externe signaalgever De externe signaalgever (bestelnummer 20161 en 20162) die het alarmsignaal doorgeeft naar andere ruimtes kan bij behoefte worden aangesloten. 3.5 Potentiaalvrij contact Optioneel kan een additionele printplaat met een potentiaalvrij contact (bestelnummer 80072) worden aangesloten, bijv. voor de aansluiting van het schakelapparaat aan de centrale besturingssystemen van het gebouw. Daartoe wordt de extra printplaat in de besturingsprintplaat geplugd en met de 4 meegeleverde schroeven in de behuizing vastgezet (zie afb. 7). Het maximale schakelvermogen mag daarbij niet worden overschreden (zie hoofdstuk 8 "Technische gegevens"). Waarschuwingsapparaat 20220 / 20221 Niveaubewaking 20240 Afb. 7 Niwotronic 20100 / 20010 3.6 Inkorten van de besturingskabels Bij behoefte kunnen de besturingskabels worden ingekort. Wij raden u aan, om dan alleen nog de punten van de aderuiteinden te vertinnen. Bij gebruik van draadeindhulzen dient men in gedachten te houden dat de aansluitklemmen geschikt zijn voor een max. doorsnede van 2,5 mm². Deze doorsnede mag niet worden overschreden. 7

4. Waarschuwingsapparaat 1) Behuizing schakelapparaat 2) Cilinderschroef M4x28 (4x) 3) Aansluitkabel netvoeding 4) Beknopte bedieningshandleiding 5) Groene LED Net 6) Rode LED Alarm 7) Oranje LED Niveau 8) Toets Alarm 9) Aansluiting potentiaalvrij contact (optie) 10) Aansluiting geleidbaarheidsonde of optische sonde 11) Aansluiting externe signaalgever 12) Geleidbaarheidsonde 4.1 Aansluitingenschema waarschuwingsapparaat Net 230V, 50 Hz Potentiaalvrij schakelcontact Geleidbaarheidsonde Optische sonde Signaalgever 8

4. Waarschuwingsapparaat 4.2 Inbedrijfstelling Neem de veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 1 in acht. Zijn alle elektrische en mechanische componenten en ook de batterijen correct aangesloten dan kan de inbedrijfstelling plaatsvinden. Steek de stekker in het geaarde stopcontact. De LED's beginnend afwisselend van boven naar beneden te branden. Het schakelapparaat meldt zich met een akoestisch signaal. Wanneer er zich tijdens de initialisatie geen fout voordoet, bevindt het schakelapparaat zich in de normale bedrijfsmodus. De groene LED "Net" brandt. Is de initialisatie niet gelukt, dan wordt een errormelding weergegeven. De installatie is niet gereed voor gebruik. Alle polen van het schakelapparaat moeten van de netvoeding worden gescheiden en de storing moet worden opgeheven (zie tabel "Weergave van de waarschuwingen en storingen"). 4.3 Bedrijf Waarschuwingsapparaat type 20220 Waarschuwingsapparaat type 20221 Sonde Ader nr. 1 2 Alarm Optische sonde voor niet geleidende vloeistoffen. Het Alarm -niveau wordt overschreden. Er is een akoestisch signaal te horen. De rode LED Alarm brandt. De oranje LED Niveau brandt. Het Alarm -niveau wordt weer onderschreden. Het akoestische signaal wordt beëindigd. De rode LED Alarm knippert als herinnering dat het Alarm -niveau zij het slechts voor korte duur overschreden is. De oranje LED Niveau gaat uit. Handbediening Wanneer de installatie in de normale bedrijfsmodus is, kan door indrukken van de toets "Alarm" de werking van het akoestische en optische alarm worden gecontroleerd. 9

4. Waarschuwingsapparaat Beschrijving van de indicaties en bedieningselementen Indicatie-elementen LED Kleur Functie "Net" Groen Voeding in orde "Alarm" Rood Alarmniveau overschreden "Niveau" Oranje Alarmniveau overschreden Bedieningselementen Toets "Alarm" Uitschakeling van het akoestische alarm, bevestigen van waarschuwingen en errors, controle van de werking van het optische en akoestische alarm. Weergave van de waarschuwing: Netspanning aanwezig Optische sonde/ Relais van het geleidingssonde Alarmniveau overschreden Optische sonde/ geleidingssonde Alarmniveau overschreden Weergave van errors/storingen Storing Relais van het potentiaal vrije contact LED Net Batterij ontbreekt of is defect De netspanning is uitgevallen. Bij optische sonde Sondekabel is niet / verkeerd aangesloten, kapot of maakt kortsluiting. aangetrokken aangetrokken aangetrokken LED LED LED Akoestisch Extern potentiaalvrije contact "Net" "Alarm" "Niveau" alarm alarm aangetrokken aan aan aan aan aan Netuitval/ batterijvoeding Relais van het LED LED LED Akoestisch Extern potentiaalvrije contact "Net" "Alarm" "Niveau" alarm alarm aangetrokken knippert knippert knippert aan aan LED "Alarm" LED "Niveau" akoestisch alarm extern alarm Oplossing knippert uit uit aan aan Schakelapparaat aan alle polen van het net scheiden. Batterij aansluiten of vervangen. knippert uit uit aan aan Spanning inschakelen. Zeke-ring controleren. knippert afwisselend knippert afwisselend uit aan, akoestisch alarm niet uitschakelb aar aan Schakelapparaat geheel van het net scheiden, aansluiting controleren, sondekabel controleren 10

5. Niveaubewaking 1) Behuizing schakelapparaat 2) Cilinderschroef M4x28 (4x) 3) Aansluitkabel netvoeding 4) Beknopte bedieningshandleiding 5) groene LED Net 6) Rode LED Alarm 7) Oranje LED Niveau 8) Oranje LED Pomp 9) Toets Alarm 10) Toets Pomp 11) Aansluiting pomp / ventiel 12) Aansluiting geleidbaarheidsonde 13) Aansluiting potentiaalvrij contact 14) Aansluiting externe signaalgever 15) Geleidbaarheidsonde 5.1 Aansluitingenschema niveaubewaking Schaltgerät Füllstandsüberwachung Potentialfreier Kontakt Typenschild ZE Signalgeber Leitwertsonde Netz Anschluss Pumpe ZLT Anschluss für potentialferien Schaltkontakt Schakelapparaat niveaubewaking Potentiaalvrij contact Typeplaat Signaalgever (optie) Geleidbaarheidsonde Netaansluiting Pomp Aansluiting voor potentiaalvrij schakelcontact centrale besturing 11

5. Niveaubewaking 5.2 Inbedrijfstelling Neem de veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 1 in acht. Zijn alle elektrische en mechanische componenten correct aangesloten dan kan de inbedrijfstelling plaatsvinden. Steek de stekker in het geaarde stopcontact. De LED's beginnen van boven naar beneden afwisselend te branden. Het schakelapparaat meldt zich met een akoestisch signaal. De groene LED begint te branden. Het schakelapparaat bevindt zich in de normale bedrijfsmodus en werkt met de fabrieksinstellingen (zie tabel fabrieksinstellingen). 5.3 Bedrijf Füllstandsüberwachung Typ 20240 Niveaubewaking type 20240 aus uit ein aan Ader Nr. Ader nr. Het vloeistofniveau is overschreden. De vertragingstijd voor de inschakeling wordt gestart. De oranje LED Niveau brandt. De pomp / het ventiel wordt ingeschakeld. De oranje LED "Pomp" brandt. Het vloeistofniveau is overschreden. De oranje LED Niveau gaat uit. De pomp / het ventiel wordt uitgeschakeld. De oranje LED Pomp gaat uit. De vertragingstijd voor de inschakeling moet voorkomen dat golfslag of spatten de pomp / het ventiel onnodig vaak inschakelt. Handbediening Wanneer de installatie in de normale bedrijfsmodus is, kan door indrukken van de toets "Pomp" de motor / het ventiel handmatig worden ingeschakeld. De motor loopt minstens 2 seconden en max. 10 seconden. Nogmaals indrukken van de toets "Pomp" schakelt de pomp voortijdig uit. Wordt het gewenste niveau overschreden, dan wordt voortijdig uitgeschakeld. Wanneer de pomp loopt, knippert de oranje LED Pomp. 12

5. Niveaubewaking Indicatie-elementen LED Kleur Functie "Net" Groen Voeding in orde "Alarm" Rood Wachttijd overschreden "Niveau" Oranje Minimumniveau onderschreden "Pomp" Oranje Pompuitgang geactiveerd Bedieningselementen Toets "Alarm" Uitschakeling van het akoestische alarm, bevestigen van waarschuwingen en errors, controle van de werking van het optische en akoestische alarm. "Pomp" Handbediening pomp, Selecteren en opslaan van nieuwe instellingen Netspanning aanwezig Weergave grenslooptijd overschreden Alarmniveau overschreden Uitgangsrelais niet geïnverteerd Relais van het potentiaalvrij e contact LED "Net" LED "Alarm" LED "Niveau" LED "Pomp" Akoestisch alarm aan weggevallen aan knippert aan aan aan aan uit aangetrokke n uit uit uit uit uit uit Extern akoestisch alarm 13

6. Niwotronic 1) Behuizing schakelapparaat 2) Cilinderschroef M4x28 (4x) 3) Aansluitkabel netvoeding 4) Beknopte bedieningshandleiding 5) Groene LED Net 6) Rode LED Alarm 7) Oranje LED Niveau 8) Oranje LED Pomp 9) Toets Alarm 10) Toets Pomp 11) Aansluiting pomp / ventiel 12) Aansluiting geleidbaarheidsonde(s) 13) Aansluiting potentiaalvrij contact 14) Aansluiting externe signaalgever 15) Geleidbaarheidsonde(s) 6.1 Aansluitingenschema Niwotronic Schaltgerät Niwotronic Potentialfreier Kontakt Typenschild ZE Signalgeber Leitwertsonde ZLT Anschluss für potentialfreien Schaltkontakt Netz Anschluss Netz Pumpe Schakelapparaat Niwotronic Potentiaalvrij contact Typeplaat Signaalgever (optie) Geleidbaarheidsonde Aansluiting voor potentiaalvrij schakelcontact centrale besturing Netaansluiting Net Pomp 14

6. Niwotronic 6.2 Inbedrijfstelling Neem de veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 1 in acht. Zijn alle elektrische en mechanische componenten correct aangesloten dan kan de inbedrijfstelling plaatsvinden. Steek de stekker in het geaarde stopcontact. De LED's beginnen van boven naar beneden afwisselend te branden. Het schakelapparaat meldt zich met een akoestisch signaal. De groene LED begint te branden. Het schakelapparaat bevindt zich in de normale bedrijfsmodus en werkt met de fabrieksinstellingen (zie tabel fabrieksinstellingen). 6.3 Bedrijf Het bovenste schakelniveau is overschreden. De vertragingstijd voor de inschakeling wordt gestart. De oranje LED Niveau brandt. De pomp / het ventiel wordt ingeschakeld. De oranje LED "Pomp" brandt. Het onderste schakelniveau is overschreden. De oranje LED Niveau gaat uit. De pomp / het ventiel wordt uitgeschakeld. De oranje LED Pomp gaat uit. De vertragingstijd voor de inschakeling moet voorkomen dat golfslag of spatten de pomp / het ventiel onnodig vaak inschakelt. Handbediening Wanneer de installatie in de normale bedrijfsmodus is, kan door indrukken van de toets "Pomp" de motor / het ventiel handmatig worden ingeschakeld. De motor loopt minstens 2 seconden en max. 10 seconden. Nogmaals indrukken van de toets "Pomp" schakelt de pomp voortijdig uit. Wanneer het onderste schakelniveau onderschreden is, wordt voortijdig uitgeschakeld. Wanneer de pomp loopt, knippert de oranje LED Pomp. Niwotronic Type 20100 Niwotronic Typ 20010 Ader nr. 1 2 3 4 Ader nr. 1 2 Alarm Alarm Sonde met Alarm Sonde met alarm Schakelniveau 110 mm Schakelniveau instelbaar Aan aan Uit uit 15

6. Niwotronic Beschrijving van de indicaties en bedieningselementen Indicatieelementen LED Kleur Functie "Net" Groen Voeding in orde "Alarm" Rood Alarmniveau overschreden Wachttijd overschreden "Niveau" Oranje Bovenste schakelniveau overschreden "Pomp" Oranje Pompuitgang geactiveerd Bedieningselementen Toets "Alarm" Uitschakeling van het akoestische alarm, bevestigen van waarschuwingen, selecteren en wijzigen van instellingen. "Pomp" Handbediening pomp, Selecteren en opslaan van nieuwe instellingen Weergave van de niveaubewaking: Netspanning aanwezig Weergave alarmniveau overschreden Weergave wachttijd overschreden Geen netspanning aanwezig Uitgangsrelais niet geïnverteerd Relais van het potentiaalvrije contact LED "Net" LED "Alarm" LED "Niveau" LED "Pomp" Akoestisch alarm aan Aangetrokken aan aan aan aan aan aan aan weggevallen aan knippert aan aan aan aan uit aangetrokken uit uit uit uit uit uit 7. Storingsopsporing / Oplossingen Neem de veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 1 in acht. Extern akoestisch alarm 7.1 Waarschuwingen en oplossingen Resetten van het akoestisch alarm: De alarmtoon kan door een korte druk op de alarmtoets worden uitgeschakeld. De optische melding blijft echter actief. Reset van de waarschuwing: De voorwaarden voor de reset van de waarschuwing luiden: Het akoestisch alarm is uitgeschakeld. De pomp / het ventiel staan uit. Alleen de groene LED brandt. Door lang op de toets "Alarm" te drukken wordt de waarschuwing ge-reset. Het apparaat staat vervolgens in de normale bedrijfsmodus. De waarschuwing "Alarmniveau overschreden" zegt dat het alarmniveau (ook kortdurend) werd overschreden. De waarschuwing "Wachttijd" zegt dat het schakelniveau na deze tijd nog niet bereikt was. De waarschuwing "alarmniveau" heeft een hogere prioriteit dan de waarschuwing "wachttijd". Controleer: de werking van de pomp / het ventiel de sonde op onderbreking, kortsluiting, aansluiting in het schakelapparaat het verloop van het pompen en verhoog de vertragingstijd. 16

8. Technische gegevens van de schakelapparaten Algemene technische gegevens Waarschuwingsapparaat Niveaubewaking Niwotronic Schakelapparaat Behuizingsafmetingen (L x B x H) 180 x 200 x 70 mm 180 x 200 x 70 mm 180 x 200 x 70 mm Gewicht schakelapparaat 800 g 800 g 800 g Omgevingsfactoren Toegelaten temperatuurbereik 0 tot 40 C 0 tot 40 C 0 tot 40 C Toegelaten luchtvochtigheid 10 tot 80% niet condenserend 10 tot 80% niet condenserend 10 tot 80% niet condenserend maximale bedrijfshoogte 2000 m boven N 2000 m boven NN 2000 m boven NN Energieverbruik van de elektronica ca. 5 VA ca. 5 VA (zonder motor / ventiel) ca. 5 VA (zonder motor / ventiel) Beschermingsklasse II I I Beschermingsklasse IP54 bij gesloten behuizingdeksel met ingelegde pakking IP54 bij gesloten behuizingdeksel met ingelegde IP54 bij gesloten behuizingdeksel met ingelegde Elektrische aansluitingen, geschikt voor alle koperen aders pakking pakking 0,08-2,5 mm 0,08-2,5 mm 0,08-2,5 mm Kabelmanteldoorsnede 5-9 mm 5-9 mm 5-9 mm Voeding Bedrijfsspanning 230 V AC 1~ 50 Hz ± 10% L / N Netaansluiting Noodzakelijke zekering Waarschuwingsapparaat Niveaubewaking Niwotronic 230 V AC 1~ 50 Hz ± 10% L / N / PE PE Platte Europese stekker met 1,2m kabel aan het schakelapparaat max. 10 A (plaatsing aan de installatiezijde), hoofdschakelaar voor alle polen in toevoerleiding. Elleboogstekker met 1,6m kabel aan het schakelapparaat max. 10 A (plaatsing aan de installatiezijde), hoofdschakelaar voor alle polen in toevoerleiding. 230 V AC 1~ 50 Hz ± 10% L / N / Elleboogstekker met 1.6m kabel aan het schakelapparaat max. max. 10 A (plaatsing aan de installatiezijde), hoofdschakelaar voor alle polen in toevoerleiding. 17

8. Technische gegevens van de schakelapparaten Ingangen Schakelapparaat Waarschuwingsapparaat Niveaubewaking Niwotronic Niveauingangen a) 2-vingerige geleidbaarheidsonde met conductiviteitsbereik 5-1000 µs / cm (bij 3m kabellengte) of b) Optische sonde met onbeperkt geleidingsvermogen 3-vingerige geleidbaarheidsonde met conductiviteitsbereik 5-1000 µs / cm (bij 3m kabellengte) Uitgangen a) 1 x 4-vingerige geleidbaarheidsonde of a) 2 x 2-vingerige geleidbaarheidsonde Conductiviteitsbereik telkens 5-1000 µs / cm (bij 3m kabellengte) Schakelapparaat Waarschuwingsapparaat Niveaubewaking Niwotronic Relais / schakeluitgang Optie: Potentiaalvrij contact Optie: Signaalgever Wisselaar: middelste contact, sluiter; opener max. 42 VAC / 0,5 A met zekering in het apparaat met interne veiligheidsschakeling tegen inductieve belasting Aansluitmogelijkheid voor een externe signaalgever De beschikbare netspanning wordt ingeschakeld maximaal schakelvermogen is 1 kw bij cosw = 1 Wisselaar: middelste contact, sluiter; opener max. 42 VAC / 0,5 A met zekering in het apparaat met interne veiligheidsschakeling tegen inductieve belasting Aansluitmogelijkheid voor een externe signaalgever De beschikbare netspanning wordt ingeschakeld maximaal schakelvermogen is 1 kw bij cosw = 1 Wisselaar: middelste contact, sluiter; opener max. 42 VAC / 0,5 A met zekering in het apparaat met interne veiligheidsschakeling tegen inductieve belasting Aansluitmogelijkheid voor een externe signaalgever 18

9. Configuratie Fabrieksinstellingen bij niveaubewaking en Niwotronic 1. instelling 2. instelling Trede 1 2 3 4 5 6 7 Eenheid Fabrieksinstelling Gevoeligheid bij meting geleidendheid Inverteren schakeluitgang Ten hoogte 5 10 50 100 200 500 1000, minimaal S/cm 100 S/cm / / / / / geen Niet geïnverteerd Niet geïnverteerd Geïnverteerd 3. Vertraging 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 Sec. 1,5 sec. instelling inschakeling 4. instelling Looptijdbegrenzing motor 5 10 20 30 40 50 60 Min. 10 min. Opmerkingen: Inverteren betekent: Zet "aan" om in "uit" en zet "uit" om in "aan". Na uitval van de netspanning blijven de door u veranderde instellingen behouden. Controle van de instellingen bij de niveaubewaking en Niwotronic Voorwaardes voor de controleerbaarheid van de instellingen zijn: De waarschuwing moet eerst gewist zijn. De pomp is uitgeschakeld, d.w.z. alleen de groene LED "net" brandt. In de normale bedrijfsmodus kunnen met de toetsen "Alarm" en "Pomp" de 4 instellingen worden gecontroleerd. De ingestelde treden 1 t/m 7 van elke instelling worden weergegeven door het knipperen van een of twee onder elkaar geplaatste LED's. De instellingen worden door brandende LED's aangegeven: Uw persoonl ijke instelling Brandende LED's (grijs gemarkeerd) 1. instelling 2. instelling 3. instelling 4. instelling Net Net Net Net Alarm Alarm Alarm Alarm Niveau Niveau Niveau Niveau Pomp Pomp Pomp Pomp Om naar de 1 e tot en met 4 e instelling te gaan: Druk de toetsen "Alarm" en "Pomp" tegelijkertijd in. Er is een akoestisch signaal te horen. De LED "Net" (1 e instelling) begint te branden. Laat de toetsen "Alarm" en "Pomp" tegelijkertijd los. Het akoestische signaal wordt beëindigd. De trede van de 1 e instelling wordt door één of twee knipperende LED's weergegeven. Herhaal deze procedure zo vaak als nodig voor de 2 e tot en met 4 e instelling. Om de instellingen weer te verlaten: Druk de toets "Pomp" zolang in, tot het akoestische signaal te horen is. Het apparaat bevindt zich in de normale bedrijfsmodus. Wordt de toets "Pomp" 20 seconden lang niet ingedrukt, dan gaat het apparaat automatisch over in de normale bedrijfsmodus. Daarbij is eveneens een akoestisch signaal te horen. De ingevoerde wijzigingen zijn niet opgeslagen. 19

9. Configuratie Wijziging van de instellingen bij de niveaubewaking en Niwotronic Met de toets "Alarm" kunnen de treden in de instellingen worden gewijzigd. De treden 1 tot en met 7 worden via de knipperende LED's weergegeven: Trede 1 2 3 4 5 6 7 Brandende LED's Net Net Net Net Net Net Net (grijze achtergrond) Alarm Alarm Alarm Alarm Alarm Alarm Alarm Niveau Niveau Niveau Niveau Niveau Niveau Niveau Pomp Pomp Pomp Pomp Pomp Pomp Pomp Verandering van de treden in de instellingen: Druk de toetsen "Alarm" en "Pomp" tegelijkertijd in. Er is een akoestisch signaal te horen. De groene LED begint te branden. Laat de toetsen "Alarm" en "Pomp" tegelijkertijd los. Het akoestische signaal wordt beëindigd. De trede van de 1 e instelling wordt door één of twee knipperende LED's weergegeven. Wijzig met de toets "Alarm" deze trede. De nieuwe trede wordt door één of twee knipperende LED's weergegeven. Druk de toets "Pomp" net zolang in, tot het akoestische signaal te horen is. De nieuwe trede is in het geheugen opgeslagen. Het apparaat bevindt zich in de normale bedrijfsmodus. Herhaal deze procedure zo vaak als nodig voor de 2 e tot en met 4 e instelling. Wordt de toets "Pomp" 20 seconden lang niet ingedrukt, dan gaat het apparaat automatisch over in de normale bedrijfsmodus zonder iets op te slaan. Daarbij is eveneens een akoestisch signaal te horen. Na uitval van de netspanning blijven de door u veranderde instellingen behouden. Houd rekening met het volgende: a) De gevoeligheid van de meting van de geleidendheid moet bij de eerste inbedrijfstelling worden ingesteld, omdat de elektrische geleidendheid van water plaatselijk sterk varieert. Wanneer de geleidbaarheidsonde geen vloeistof herkent, moet de gevoeligheid worden verhoogd in de richting van 5 µs /cm tot vloeistof wordt herkend. b) De gevoeligheid van de meting van de geleidendheid geldt bij een sondekabellengte van 3 meter. Bij een andere lengte moet de gevoeligheid overeenkomstig worden ingesteld: bij toenemende lengte verhogen in de richting van 5 µs / cm bij afnemende lengte verlagen in de richting van 1000 µs / cm De maximale sondekabellengte bedraagt 5 meter. c) Bij toenemende vervuiling van de sonde kan de gevoeligheid worden afgesteld. d) Wanneer een geleidbaarheidsonde aangesloten is, kan het schakelapparaat geen onderscheid maken tussen (misleid worden door) een kortsluiting aan de klemmen en een gemeten zeer hoge geleidendheid. een onderbreking / verkeerde aansluiting van de sondekabel en het feit dat er geen waarde voor geleidendheid gemeten is. 20

10. Inspectie en onderhoud Neem de veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 1 in acht. Voor de reiniging moet het schakelapparaat volledig (alle polen) van het net worden gescheiden en de batterij moet eventueel worden losgekoppeld om deze te ontzien. Reparaties mogen alleen door de producent worden verricht. Het schakelapparaat vereist geen onderhoud. De aansluitleidingen dienen op beschadigingen te worden onderzocht. Zijn er beschadigingen vastgesteld, dan moet de installatie buiten bedrijf worden gesteld. De sonde(s) moet(en) daartoe met regelmatige tussenpozen worden gereinigd. Daartoe dient u met een zachte doek en water een reiniging uit te voeren. van de metalen sondevingers en van de behuizing van de geleidbaarheidsonde (evt.) van de kunststof onderdelen van de optische sonde. Niet schuren of krassen. Dit kan de goede werking nadelig beïnvloeden. 11. Garantie 1. Indien een levering of een dienst problemen vertoont, zal KESSEL volgens u keuze het probleem verhelpen door een bijkomende levering of door de levering van een toestel zonder schade. Indien de bijkomende levering twee maal ontoereikend is om het probleem op te lossen of indien het probleem niet opgelost kan worden, heeft de klant / de opdrachtgever het recht zich aan het contract te onttrekken of zijn betaling overeenkomstig te vertragen. Het vaststellen van duidelijke schade moet meteen gebeuren, bij niet meteen zichtbare schade moet dit meteen na het ontdekken van de schade schriftelijk gemeld worden. Voor bijkomend herstel of bijkomende leveringen staat KESSEL in dezelfde mate borg als voor het oorspronkelijke voorwerp van het contract. Voor nieuwe leveringen begint de garantietermijn opnieuw te lopen, maar dit enkel voor de omvang van de nieuwe levering. Voor pas herstelde voorwerpen biedt KESSEL een garantie. De garantietermijn bedraagt 24 maanden vanaf de levering aan onze partner. 377.378 van het Duitse Handelswetboek zijn verder van toepassing. 2. KESSEL wil met nadruk stellen dat slijtage geen tekortkoming van het product is. Hetzelfde geldt voor fouten die optreden door foutief onderhoud. Stand 01.01.2002 21

Typeaanduiding * KESSEL-bestelnummer * Productiedatum * (* volgens typeplaat / factuur) Objectaanduiding / exploitant installatie Adres / telefoon / telefax Planner Adres / telefoon / telefax Uitvoerend installatiebedrijf Adres / telefoon / telefax Bevoegde persoon voor de afname-inspectie Adres / telefoon / telefax Overdragende persoon Overige opmerkingen 12. Overdrachtsrapport De hier beschreven inbedrijfstelling en instructiesessie werd uitgevoerd in het bijzijn van de exploitant van de installatie en de bevoegde inspecteur Plaatsnaam, datum Handtekening inspecteur Handtekening installatie-exploitant EU- CONFORMITEITSVERKLARING Apparaat / type: KESSEL schakelapparaten Waarschuwingsapparaat, Niveaubewaking, Niwotronic Hiermee wordt bevestigd dat het bovenstaand beschreven product voldoet aan de wezenlijke veiligheidseisen die in de richtlijn van de Europese Commissie ter harmonisering van de wettelijke voorschriften van de lidstaten over de elektromagnetische compatibiliteit (89/336/EG) en in de richtlijn van de Europese Commissie ter harmonisering van de wettelijke voorschriften van de lidstaten over elektrische bedrijfsmiddelen voor gebruik binnen bepaalde spanningslimieten (72/23/EG) vastgelegd zijn. Ter beoordeling van de producten met het oog op de elektromagnetisch compatibiliteit werden de volgende normen gebruikt: EN 50081-1:1992 EN 50082-1:1992 Ter beoordeling van de producten met het oog op de elektrische veiligheid werden de volgende normen gebruikt: DIN EN 60335-1:1995-10 DIN EN 60730-1:1996-01 De verklaring wordt als gevolmachtigde voor de producent Kessel GmbH, Bahnhofstraße 31, 85101 Lenting Lenting, 01.09.1999 22

Alles voor het afvoeren van water Terugstuwbeveiliging, Inspectiestuk Afvoerput uit kunststof en gietijzer Minerale olie afsluiter Opvoerinstallaties, pompstations, schakel- en alarmunits Regenwaterinstallaties Vetafscheider Olie/Benzine- en Coalescentieafscheider Schachtsystemen Aanleg van installaties, individuele concepten