BURGEMEESTERSCONVENANT OVERWEGENDE dat het Intergouvermentele Panel voor Klimaatverandering (IPCC) heeft bevestigd dat de klimaatverandering een feit is en dat het energiegebruik door de mens daar in aanzienlijke mate debet aan is; OVERWEGENDE dat de EU op 9 maart 2007 het pakket Energie voor een veranderende wereld heeft goedgekeurd en zich unilateraal ertoe heeft verbonden haar CO 2 -uitstoot tussen nu en 2020 met 20% te verminderen door de energie-efficiëntie met 20% te verhogen en het aandeel van duurzame energiebronnen in de totale energiemix tot 20% te laten groeien; OVERWEGENDE dat een van de prioriteiten van het communautaire Actieplan voor energie-efficiëntie - Het potentieel realiseren de oprichting van een "burgemeestersconvenant" is; OVERWEGENDE dat het Europees Comité van de Regio's de noodzaak benadrukt om lokale en regionale krachten te bundelen, aangezien de inzet van verschillende bestuurlagen een effectief middel is om de werkzaamheid van maatregelen die tegen klimaatverandering moeten worden genomen te vergroten en daardoor de betrokkenheid van regio's bij het burgemeestersconvenant bevordert; OVERWEGENDE dat wij bereid zijn gehoor te geven aan de aanbevelingen in het Handvest van Leipzig betreffende Duurzame Europese Steden over het verhogen van de energie-efficiëntie; OVERWEGENDE dat wij ons bewust zijn van het bestaan van de Aalborg-verplichtingen, die de basis vormen van veel lopende inspanningen voor stedelijke duurzaamheid en Lokale Agenda 21- processen; OVERWEGENDE dat wij ons ervan bewust zijn dat de lokale en regionale overheden de verantwoordelijkheid voor het bestrijden van de opwarming van de aarde met de nationale overheden delen en ons daar dan ook actief voor moeten inzetten, ongeacht wat de andere partijen doen; OVERWEGENDE dat steden en verstedelijkte gebieden direct en indirect (via de door de burgers gebruikte producten en diensten) verantwoordelijk zijn voor meer dan de helft van de broeikasgasemissies als gevolg van het gebruik van energie in het kader van menselijke activiteiten; OVERWEGENDE dat de EU de in het vooruitzicht gestelde emissiereductie alleen kan realiseren als ook de lokale stakeholders, burgers en hun organisaties daartoe een bijdrage leveren; OVERWEGENDE dat de lokale en regionale overheden, die de bestuurslaag vertegenwoordigen die het dichtst bij de burgers staat, het voortouw dienen te nemen en het voorbeeld moeten geven; OVERWEGENDE dat veel van de noodzakelijke maatregelen betreffende energiebehoefte en het gebruik van duurzame energiebronnen ter bestrijding van de klimaatverandering onder de bevoegdheden van de lokale overheden vallen of zonder hun politieke steun niet zouden kunnen worden uitgevoerd; OVERWEGENDE dat de EU-lidstaten kunnen profiteren van een decentrale aanpak op lokaal niveau om hun verplichtingen op het vlak van de reductie van broeikasgasemissies na te komen; OVERWEGENDE dat alle Europese lokale en regionale gemeenschappen bijdragen aan het verminderen van broeikasgasemissies door het opzetten van energie-efficiëntieprogramma's, onder meer ook in duurzaam stadsvervoer, en door het stimuleren van duurzame energiebronnen;
WIJ, DE BURGEMEESTERS, VERBINDEN ONS ERTOE OM de lat nog hoger te leggen dan de EU voor 2020 heeft gedaan, door via een Actieplan duurzame energie die betrekking heeft op de relevante beleidsvelden die binnen onze bevoegdheid liggen te realiseren dat de CO 2 -uitstoot op ons grondgebied tussen nu en 2020 met ten minste 20% wordt teruggedrongen; deze verbintenis en het Actieplan zullen volgens onze respectieve procedures worden geratificeerd; een inventaris op te maken voor basisemissies als uitgangspunt voor het Actieplan duurzame energie; het Actieplan duurzame energie voor te leggen, uiterlijk een jaar nadat ieder van ons het burgemeestersconvenant formeel heeft ondertekend; onze organisatie zodanig aan te passen, inclusief het inzetten van voldoende personeel, om de noodzakelijke acties uit te kunnen voeren; de burgers op ons grondgebied actief bij de ontwikkeling van het Actieplan te betrekken en de nodige maatregelen te nemen om de doelstellingen ervan te verwezenlijken; het Actieplan zal in alle vertegenwoordigde gebiedsdelen worden uitgevoerd en zal uiterlijk een jaar na het ondertekenen van het Convenant aan het Convenantsecretariaat worden toegestuurd; een voortgangsrapportage in te dienen, ten minste elk tweede jaar na het voorleggen van het Actieplan om de uitvoering ervan te monitoren en te evalueren; onze ervaringen en kennis met elkaar te delen; energiedagen of stedenconvenantdagen te organiseren, in samenwerking met de Europese Commissie en andere belanghebbenden, om de burgers rechtstreeks te laten profiteren van de voordelen en mogelijkheden die een verstandiger energiegebruik biedt, en de lokale media regelmatig over de uitvoering van het Actieplan te informeren; deel te nemen en bij te dragen aan de jaarlijkse EU-Conferentie van Burgemeesters voor een Energieduurzaam Europa; de boodschap van het Convenant in de geijkte fora onder de aandacht te brengen en andere burgemeesters aan te moedigen zich bij het Convenant aan te sluiten; de beëindiging van ons lidmaatschap van het Convenant te aanvaarden als het secretariaat schriftelijk laat weten dat het Convenant wordt stopgezet omdat: 1) het Actieplan niet uiterlijk een jaar na het formeel ondertekenen van het Convenant werd ingediend; 2) de in het Actieplan aangegeven algemene CO 2 -reductiedoelstelling niet werd gehaald vanwege het niet uitvoeren of onvoldoende uitvoeren van het Actieplan; 3) gedurende twee opeenvolgende jaren geen voortgangsrapportage werd ingediend. WIJ, DE BURGEMEESTERS, SCHAREN ONS ACHTER het besluit van de Europese Commissie om een mechanisme voor technische en promotionele ondersteuning in het leven te roepen en te financieren, inclusief evaluatie- en monitoringinstrumenten, en hulpmiddelen ter bevordering van de uitwisseling van kennis en het verspreiden en herhalen van succesvolle maatregelen, een en ander binnen de grenzen van hun financiële mogelijkheden; de rol van de Europese Commissie om de coördinatie van de EU-Conferentie van Burgemeesters voor een Energieduurzaam Europa op zich te nemen;
de uitgesproken intentie van de Europese Commissie om de uitwisseling van ervaringen tussen de deelnemende gebieden te vergemakkelijken en richtsnoeren met referentievoorbeelden voor mogelijke uitvoering op te stellen; en met bestaande activiteiten en netwerken te combineren die de rol van lokale overheden op het gebied van klimaatbescherming ondersteunen; wij dringen erop aan dat deze referentievoorbeelden als integrerend deel van dit Convenant worden beschouwd en er als bijlage aan worden toegevoegd; het besluit van de Europese Commissie om ten behoeve van de deelnemende steden een speciaal logo te creëren als blijk van erkenning als "energieduurzame Europese stad" en ter vergroting van de zichtbaarheid van de betrokken steden, en om daar via haar communicatieinstrumenten de nodige bekendheid aan te geven; de krachtige ondersteuning van het Comité van Regio's voor het Convenant en de doelstellingen ervan in de vertegenwoordiging van lokale en regionale overheden in de EU; de hulp die die lidstaten, regio's, provincies, mentorsteden, en andere institutionele organisaties die het Convenant steunen aan kleinere gemeenten geven zodat deze de in dit Convenant uiteengezette bepalingen kunnen naleven; WIJ, DE BURGEMEESTERS, VERZOEKEN de Europese Commissie en de nationale overheden om samenwerkingsverbanden en samenhangende ondersteunende constructies op te zetten om de in dit Convenant vertegenwoordigde steden te helpen bij de uitvoering van hun actieplannen. de Europese Commissie en de nationale overheden om de in dit Convenant genoemde activiteiten een prioritaire plaats te geven in hun respectieve steunprogramma's en de steden te informeren over en te betrekken bij de voorbereiding van beleidsmaatregelen en financiële regelingen ten behoeve van het lokale bestuursniveau voor zover die binnen de werkingssfeer van dit Convenant liggen. de Europese Commissie om met de financiële sector te onderhandelen over de invoering van financiële regelingen die de tenuitvoerlegging van de actieplannen moeten vergemakkelijken. de nationale overheden om lokale en regionale overheden bij de voorbereiding en uitvoering van de nationale actieplannen voor energie-efficiëntie en voor duurzame energiebronnen te betrekken. de Europese Commissie en de nationale overheden om de uitvoering van onze actieplannen te steunen die consistent zijn met de beginselen, regels en modaliteiten waar reeds overeenstemming over is bereikt, en die waarover door de partijen in de toekomst op mondiaal niveau overeenstemming kan worden bereikt, in het bijzonder binnen het VN Klimaatverdrag (UNFCCC). De ambitie is onze actieve betrokkenheid bij de CO 2 -emissiereductie tot een mondiale aanpak te laten uitgroeien. WIJ, DE BURGEMEESTERS, DRINGEN EROP AAN DAT DE ANDERE LOKALE EN REGIONALE BESTUREN ZICH BIJ HET BURGEMEESTERSCONVENANT AANSLUITEN EN DAT DE ANDERE BELANGRIJKE BELANGHEBBENDEN HUN BIJDRAGE AAN HET CONVENANT FORMALISEREN.
BIJLAGEN 1. Functies van lokale overheden In diverse activiteitsgebieden van lokale en regionale overheden kunnen maatregelen voor energie-efficiëntie, projecten voor duurzame energie en andere acties die met energie te maken hebben worden ingevoerd. Consument en dienstverlener Lokale overheden zitten vaak in gebouwen die aanzienlijke hoeveelheden energie verbruiken, zoals voor verwarming en licht. Door het invoeren van energiebesparende programma's en maatregelen in openbare gebouwen kan veel zuiniger met energie worden omgegaan. Lokale en regionale overheden leveren ook energie-intensieve diensten zoals openbaar vervoer en straatverlichting waar verbeteringen mogelijk zijn. En zelfs waar de overheidsinstantie deze diensten aan andere leveranciers heeft uitbesteed, kunnen eisen worden gesteld in de aanbesteding en servicecontracten om energieverbruik terug te dringen. Planner, ontwikkelaar en regelgever De meeste lokale en regionale overheden zijn verantwoordelijk voor de ruimtelijke inpassing en de organisatie van het vervoerssysteem. Indien strategische besluiten over stadsontwikkeling zoals het vermijden van suburbanisatie worden genomen, dan kan het energieverbruik voor het vervoer worden verminderd. Lokale en regionale overheden kunnen vaak een rol als regelgever hebben, bijvoorbeeld door het instellen van energieprestatienormen of het bedingen van integratie van duurzame-energieapparatuur in nieuwe gebouwen. Adviseur, stimulator en voorbeeld Lokale en regionale overheden kunnen helpen bij het informeren en motiveren van inwoners, bedrijven en andere plaatselijke partijen hoe ze zuiniger met energie om kunnen springen. Door het ontwikkelen van activiteiten om mensen bewust te maken kan men de gehele gemeenschap voor zich winnen om beleidsmaatregelen voor duurzame energie te steunen. Kinderen zijn voor energiebesparing en duurzame projecten een belangrijke doelgroep: ze zullen alles wat ze in de lessen oppikken, ook buiten de school doorgeven. Het is eveneens belangrijk dat de overheidsinstantie bij de activiteiten voor duurzame energie een voorbeeldfunctie vervult. Producent en leverancier Lokale en regionale overheden kunnen lokale energieproductie en het gebruik van duurzame energiebronnen stimuleren. Stadsverwarming op basis van een bio-wkk is een goed voorbeeld. Lokale en regionale overheden kunnen burgers ook stimuleren om duurzame-energieprojecten uit te voeren door ze financiële steun voor plaatselijke initiatieven te geven. 2. Referentievoorbeelden Met referentievoorbeelden wordt bedoeld: initiatieven en programma's die wereldwijd als voorbeeld van een succesvolle toepassing van ontwikkelingsconcepten op het vlak van duurzaam energiegebruik in een stedelijke context dienen. Deelnemers aan dergelijke initiatieven of programma's verklaren via dit Convenant dat zij bereid zijn om hun ervaring te delen en steden te helpen bij het toepassen indien mogelijk en wenselijk van soortgelijke methoden. Zij verbinden zich ertoe de overdracht van kennis te vergemakkelijken door informatie (incl. richtsnoeren) te verspreiden, deel te nemen aan evenementen van Convenant-steden en, in het algemeen, permanent met het Convenant samen te werken.
Aan het lijstje van referentievoorbeelden kunnen op ieder moment nieuwe initiatieven worden toegevoegd, mits: door deskundigen die door de Commissie zijn aangewezen, over hun potentieel een technische evaluatie wordt gemaakt en als uitstekend wordt beoordeeld ten minste één burgemeester die het Convenant heeft ondertekend, zich erachter schaart ze zich op schrift ertoe verbinden om een werkprogramma van verbreidingsactiviteiten richting alle Convenant-steden op te stellen en binnen het Convenant over de impact van hun activiteiten te rapporteren 3. Ondersteunende organisaties Alle steden binnen Europa kunnen zich bij het Burgemeestersconvenant aansluiten. De steden die vanwege hun grootte niet over het geld beschikken om een inventaris op te maken of een actieplan op te stellen, zouden door overheden ondersteund moeten worden die die gelden wél hebben. Deze ondersteunende organisaties kunnen regio's, streken, provincies, agglomeraties, NUTS III-gebieden, of mentorsteden zijn. De Commissie zal in het Convenant elke ondersteunende organisatie uitdrukkelijk haar erkentelijkheid betuigen. De mate van betrokkenheid in het Convenant, evenals de specifieke condities voor zo'n betrokkenheid, zoals de bevoegdheid tot het nemen van besluiten, zal nauwkeurig in een speciale overeenkomst worden uitgeschreven.