Regeling nationale EZ-subsidies

Vergelijkbare documenten
(Tekst geldend op: ) Titel Seed capital technostarters. Artikel Begripsomschrijvingen. 1. In deze titel wordt verstaan onder:

Titel Seed capital technostarters Algemene bepalingen. Artikel Begripsomschrijvingen. 1. In deze titel wordt verstaan onder:

Bijlage , behorende bij artikel van de Regeling nationale EZ-subsidies

Bijlage , behorende bij artikel van de Regeling nationale EZ-subsidies

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijlage behorende bij artikel van de Regeling nationale EZ-subsidies

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

HOOFDSTUK 4. SEED CAPITAL TECHNOSTARTERS Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen Staatscourant nr , 31 december 2009

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

(Regeling seed capital technostarters)

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018

Algemene Subsidieregeling 2008

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

Algemene subsidieverordening 2014

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

Algemene Subsidieverordening. Datum :

Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Overheidsregelingen. bij zakelijke kredietverlening. Borgstellingskrediet. De Europese Investeringsbank (EIB)

Gelet op het artikel 90, tweede en derde lid van de Wet raadgevend referendum;

Aanvraagformulier Seed business angel fonds 2017

Subsidieverordening Hollands Kroon

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING KOLLUMERLAND C.A.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016, BWV ;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Algemene subsidieverordening Gelderland 1998

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Algemene subsidieverordening Ede 2017

Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 2017

Kaderverordening subsidies provincie Groningen Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

JAARREKENING 2012 ROM-D CAPITAL BV

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

Algemene subsidieverordening Texel 2016

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

3.Offerte: de door LABEL ME gedane offerte voor het leveren van Diensten.

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

Koorbegeleiding. Hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 Laagdrempelige culturele activiteiten, onderdeel Koorbegeleiding

Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

BIJLAGE 5, BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL B

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

VERORDENING BUSSENLENINGEN 2017

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1

besluiten: vast te stellen de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering regio en topsectoren R&D samenwerking Noord-Nederland 2019 als volgt:

OPTIECONTRACT.. B.V en de heer.

GEMEENTEBLAD. Nr Algemene subsidieverordening Ede 2017

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

Culturele activiteit voor ouderen

REGELING PROJECTSUBSIDIES AMATEURKUNST

Provinciaal blad. Haarlem, 23 juni Provinciale Staten van Noord-Holland. Provinciale Staten van Noord-Holland; H.C.J.L. Borghouts, voorzitter.

EBG heeft het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) ingeschakeld als uitvoerder van deze regeling.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling Europese EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt-

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2005 met de daarbij behorende toelichting

A. ALGEMENE BEPALINGEN

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 15 november 2016, kenmerk SBH/ ;

Subsidieregeling impulsgelden cultuur Noord-Brabant

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op de artikelen 4, 6 en 32 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

Nota Borgtocht/ verstrekken geldleningen Hoogheemraadschap van Delfland

Gedeputeerde staten van Drenthe, Fryslân en Groningen. gelet op de ASV SNN 2016;

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998

gemeente Eindhoven Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/12

PROVINCIAAL BLAD. Rectificatie Twaalfde wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag, gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014,

Internationale contacten

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2010/85

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

SUBSIDIEREGELING INNOVATIEVE ENERGIEPROJECTEN BESTAANDE BOUW WONINGCORPORATIES 2012

Algemene subsidieverordening gemeente Westerveld 2018

Subsidieverordening Duurzaamheidslening hernieuwbare energie (zonnelening)

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

PROVINCIAAL BLAD. Subsidieregeling Human Resource mkb Drenthe

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling nationale EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

-OVEREENKOMST - Inzake achtergestelde geldlening

ONDERDEEL VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID RAYMAKERSKAYSER B.V. GEVESTIGD TE WEESP

1 CONCEPT 25 september 2013 LENINGEN- EN PARTICIPATIEREGLEMENT

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL 2017

Transcriptie:

Regeling nationale EZ-subsidies Titel 3.10. Seed capital technostarters Artikel 3.10.1. Begripsomschrijvingen 1. In deze titel wordt verstaan onder: achtergestelde vordering: vordering van een startersfonds ten laste van een technostartersvennootschap; a. die het startersfonds heeft verkregen door aan de technostartersvennootschap geld ter leen te verstrekken, b. waarop de debiteur krachtens een daartoe strekkende bepaling in de akte van geldlening in geval van ontbinding, een akkoord na verlening van surseance van betaling of een akkoord in faillissement van de debiteur, eerst verplicht is rente en aflossing te betalen nadat alle andere op dat moment bestaande schulden van de debiteur zijn voldaan, met uitzondering van de schulden die voortvloeien uit leningen waaraan een bepaling van gelijke aard als voornoemde bepaling is verbonden, c. terwijl ingevolge de vorenbedoelde akte van geldlening de crediteur afstand heeft gedaan van alle rechten tot verrekening van de rente en aflossing; beheerskosten: alle kosten die een startersfonds maakt voor het verkrijgen, behouden en beëindigen van participaties, met inbegrip van de kosten van begeleiding van technostartersvennootschappen, uitgezonderd de verkrijgingprijs van de participaties; creatieve technostarter: technostarter die actief is in de creatieve zakelijke dienstverlening, media, entertainment, of kunsten; eerste commerciële verkoop: eerste verkoop door een onderneming op een productof dienstenmarkt; fondsplan: plan van een startersfonds tot uitvoering van een met elkaar samenhangend geheel van activiteiten die bestaan uit het verkrijgen, beheren en beëindigen van participaties en het begeleiden van de desbetreffende technostartersvennootschappen; informal investor: een particulier die voor eigen rekening en risico participeert en investeert in ondernemingen; inkomsten: alle op geld waardeerbare voordelen die een startersfonds heeft verkregen uit een participatie, waaronder dividend, rente, aflossingen, opties, de prijs waartegen de participatie is vervreemd, de prijs waartegen de participatie door de technostartersvennootschap is ingekocht of terugbetaald en de liquidatie-uitkering; investeringsbudget: financiële middelen die een startersfonds beschikbaar heeft of zal hebben en die bestemd zijn om de verkrijgingprijs van participaties te voldoen; investeringsperiode: periode gedurende welke een startersfonds activiteiten verricht ter verkrijging van participaties; participatie: risicodragend kapitaal in de vorm van:

a. aandelen in het kapitaal van een technostartersvennootschap die het startersfonds rechtstreeks van de technostartersvennootschap heeft verkregen tegen volstorting van die aandelen in geld, of door omzetting van een achtergestelde vordering of b. aandelen in het kapitaal van een technostartersvennootschap als bedoeld onder a in combinatie met een achtergestelde vordering; referentierente: referentierentevoet, bedoeld in de Mededeling van de Commissie over de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PbEG 1997, C273), zoals laatstelijk vastgesteld voor Nederland, en vermeerderd met 4 procent; startersfonds: vennootschap: a. in de vorm van een kapitaalvennootschap of een vennootschap met een afgescheiden vermogen, ingericht naar het recht van één van de andere lidstaten van de Europese Unie; b. die blijkens de akte waarbij haar statuten zijn vastgesteld of blijkens de overeenkomst waarbij zij is aangegaan uitsluitend tot doel heeft het verstrekken van risicodragend kapitaal aan technostartersvennootschappen teneinde winst te behalen; en c. waarin ten minste drie aandeelhouders of hoofdelijk aansprakelijke vennoten deelnemen respectievelijk samenwerken zonder dat twee of drie van hen tot dezelfde groep behoren en zonder dat één van hen een meerderheidsbelang in het fonds heeft; technostarter: rechtspersoon die een onderneming drijft die: a. minder dan zeven jaar na haar eerste commerciële verkoop actief is op een product- of dienstenmarkt, b. ten tijde van de eerste verstrekking van risicodragend kapitaal op grond van deze titel voldoet aan de definitie van middelgrote, kleine of micro-ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-onderneming en (PbEU 2003, L124); en c. hetzij voor eigen rekening en risico producten, processen of diensten niet zijnde adviezen verkoopt en levert, die zijn gebaseerd op een nieuwe technische vinding of een nieuwe toepassing van bestaande technologie, d. hetzij deel uitmaakt van één van de creatieve sectoren en voor eigen rekening en risico producten, processen of diensten niet zijnde adviezen verkoopt en levert, die zijn gebaseerd op een nieuwe creatieve vinding of op een nieuwe toepassing van een bestaande creatieve vinding; technostartersvennootschap: een technostarter die: a. een onderneming drijft in de vorm van een kapitaalvennootschap, en b. zijn primaire bedrijfsactiviteiten in Nederland uitvoert, behoudens voor zover de onderneming behoort tot de economische sectoren van landbouw, visserij, aquacultuur of scheepsbouw of tot de EGKS-sectoren; verkrijgingprijs van een participatie: bedrag in geld waarvoor het startersfonds de participatie heeft verkregen. 2. Voor de toepassing van deze titel wordt als financier aangewezen een startersfonds.

Artikel 3.10.2. Subsidieaanvraag 1. De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een startersfonds voor het uitvoeren van een fondsplan. 2. De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een startersfonds voor het uitvoeren van een fondsplan voor een creatieve technostarter. 3. De subsidie wordt verleend in de vorm van een geldlening. 4. De beschikking tot verlening van een subsidie kan worden verleend onder voorwaarden die zijn gericht op het wegnemen of beperken van risico s die aan de subsidieverstrekking, bedoeld in het eerste en tweede lid, verbonden kunnen zijn. Artikel 3.10.3. Subsidievoorwaarden 1. In de overeenkomst van geldlening wordt bepaald dat: a. de financier een deel van de inkomsten uit participaties overboekt aan de minister; b. de financier geen andere activiteiten verricht dan de uitvoering van het fondsplan. 2. In de overeenkomst van geldlening kunnen bepalingen worden opgenomen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. Artikel 3.10.4. Subsidievoorwaarde De geldlening die op grond van de overeenkomst van geldlening ten hoogste kan worden geleend, bedraagt 50 procent van het investeringsbudget. Artikel 3.10.5. Omvang borgstelling en maximum subsidiebedrag Het maximum subsidiebedrag bedraagt 6.000.000 per subsidieontvanger. Artikel 3.10.6. Adviescommissie 1. Er is een Adviescommissie seed capital technostarters die tot taak heeft de minister op zijn verzoek te adviseren omtrent de afwijzingsgronden, bedoeld in de artikelen 22 en 24 van het besluit en in artikel 3.10.7, en de rangschikkingscriteria, bedoeld in artikel 3.10.8. 2. De commissie bestaat uit ten minste vier en ten hoogste negen leden. 3. De voorzitter en de andere leden worden door de minister voor een termijn van ten hoogste drie jaar benoemd. Artikel 3.10.7. Afwijzingsgronden 1. De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:

a. onvoldoende aannemelijk is dat de financier gedurende de investeringsperiode daadwerkelijk zal beschikken over de middelen die de financier aan het investeringsbudget bijdraagt; b. onvoldoende vertrouwen bestaat dat de betrokkenen de capaciteiten hebben voor het verkrijgen van participaties en voor het beheer van de financier op een wijze zoals bij participatiefondsen gebruikelijk is; c. een fondsplan niet is gebaseerd op de uitgangspunten dat: 1. een financier participaties verkrijgt gedurende een investeringsperiode van ten hoogste zes jaar, en deze uiterlijk zes jaar na afloop van de investeringsperiode vervreemdt; 2. de totale verkrijgingprijs van de participaties die gedurende de investeringsperiode in één technostartersvennootschap worden verkregen, ten minste 100.000 en ten hoogste 3.500.000 bedraagt; 3. de gemiddelde totale verkrijgingprijs van de participaties die een financier gedurende de investeringsperiode per technostartersvennootschap verkrijgt, over alle technostartersvennootschappen genomen ten hoogste 1.200.000 bedraagt; 4. de middelen die door een financier over een periode van twaalf maanden aan een technostartersvennootschap worden verstrekt ten hoogste 2.000.000 bedragen; 5. de beheerskosten jaarlijks ten hoogste 5 procent bedragen van het investeringsbudget; 6. de fondsbeheerder voor zijn werkzaamheden een beloning verkrijgt die afhankelijk is van zijn individuele prestatie; 7. de relatieve omvang van achtergestelde vorderingen zodanig wordt beperkt dat ten hoogste 50 procent van het totaal van de verkrijgingsprijzen van de participaties betrekking heeft op achtergestelde vorderingen; 8. voor achtergestelde vorderingen een rente wordt bedongen die ten minste gelijk is aan de referentierente; 9. de participaties verkregen worden in technostartersvennootschappen waarvan de rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven ten minste redelijk zijn; 10.bij de beslissing van de financier inzake de verkrijging van een participatie rekening wordt gehouden met het ondernemingsplan van de desbetreffende technostartersvennootschap; 11.de participaties verkregen worden in technostartersvennootschappen waarin niet eerder een participatie is verkregen door een investeringsfonds, niet zijnde een financier, behoudens indien de eerdere participatie is verkregen door een informal investor of door een investeringsfonds dat uitsluitend het verstrekken van risicodragend kapitaal aan technostartersvennootschappen tot doel heeft en dat naar het oordeel van de minister niet in staat is nieuwe participaties in de technostartersvennootschap te verkrijgen; d. het fondsplan onvoldoende is onderbouwd; e. onvoldoende vertrouwen bestaat dat het fondsplan naar behoren wordt uitgevoerd; f. indien de belangen van de Staat kunnen worden geschaad. 2. Artikel 23, eerste lid, onderdeel c, van het besluit is niet van toepassing.

Artikel 3.10.8. Rangschikkingscriteria 1. De minister rangschikt de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist, hoger naarmate: a. de aanvrager meer kan steunen op relevante ervaring en deskundigheid; b. het fondsplan meer bijdraagt aan de opbouw van succesvolle ondernemingen door technostartersvennootschappen; c. het fondsplan doelmatiger is ingericht. 2. Voor de rangschikking wegen de in het eerste lid vermelde criteria even zwaar. Artikel 3.10.9. Termijn voor sluiten overeenkomst In afwijking van artikel 30, eerste lid, van het besluit bedraagt de termijn waarbinnen een overeenkomst tot stand moet zijn gekomen twee weken. Artikel 3.10.10. Vergoeding 1. De vergoeding, bedoeld in artikel 33, tweede lid, van het besluit, verschilt al naar gelang de inkomsten door de financier worden ontvangen in één van de volgende perioden: a. periode A: vanaf het tot stand komen van deze overeenkomst van geldlening tot het tijdstip waarop het totaal van de door de financier uit de participaties verkregen inkomsten na aftrek van het totaal van de aan de Staat overgeboekte bedragen gelijk is aan de eigen bijdrage voor de verkregen participaties; b. periode B: vanaf het onder a bedoelde tijdstip tot het tijdstip dat het totaal van de aan de Staat overgeboekte bedragen gelijk is aan het totaal op grond van de overeenkomst van lening opgenomen bedrag; c. periode C: vanaf het tijdstip dat het totaal van de aan de Staat overgeboekte bedragen gelijk is aan het totaal op grond van de overeenkomst van lening opgenomen bedrag. 2. De vergoeding, bedoeld in artikel 33, tweede lid, van het besluit, bedraagt: a. in periode A: 20 procent van de inkomsten; b. in periode B: 50 procent van de inkomsten; c. in periode C: 20 procent van de inkomsten. De percentages, bedoeld in de onderdelen a, b en c, worden naar rato verlaagd, indien de geldlening minder dan de helft van het investeringsbudget uitmaakt. 3. De minister kan de hoogte van de vergoeding, bedoeld in het tweede lid, per periode A, B en C, afwijkend vaststellen, indien de financier in strijd heeft gehandeld met hetgeen in deze regeling of in de overeenkomst tot geldlening, bedoeld in artikel 3.10.3, is bepaald.

Artikel 3.10.11. Modelovereenkomst Het model voor een overeenkomst is opgenomen in bijlage 3.10.1. Artikel 3.10.12. Informatieverplichtingen 1. Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3.10.2, eerste en tweede lid, bevat ten minste de gegevens, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening. 2. Onverminderd het eerste lid bevat een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3.10.2, eerste en tweede lid, ten minste: a. gegevens over de aanvrager, waaronder de naam van de organisatie, het KvK-nummer, het post- en bezoekadres en het rekeningnummer; b. gegevens over de contactpersoon bij de aanvrager, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres; c. de gegevens over het plan, waaronder de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, de start- en einddatum, de totale kosten en de omvang van de gevraagde subsidie; d. een businessplan, een projectplan en een financieel plan; e. de meest recente jaarrekening en openingsbalans. Artikel 3.10.13 De subsidie, bedoeld in artikel 3.10.2, bevat staatssteun en wordt gerechtvaardigd door artikel 21 van de algemene groepsvrijstellingsverordening. Artikel 3.10.13a. Overgangsrecht 1. Voor een startersfonds waaraan op grond van artikel 4.3 van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen een subsidie is verstrekt voor het tijdstip van de inwerkingtreding van de regeling van de Minister van Economische Zaken van 9 juli 2014 tot wijziging van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen in verband met actualisatie van de subsidiemodule Seed capital technostarters (Stcrt. 2014, 19382) en waarvoor de overeenkomst van geldlening, bedoeld in artikel 4.5 van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen, nog geldig is, blijft die regeling van toepassing, zoals die gold voor dat tijdstip. 2. Op verzoek van een startersfonds als bedoeld in het eerste lid kan de overeenkomst van geldlening worden aangepast overeenkomstig het model opgenomen in bijlage 3.10.1, indien de aanpassing heeft plaatsgevonden binnen vier maanden na het in het eerste lid bedoelde tijdstip. 3. Het tweede lid is niet van toepassing met betrekking tot het bepaalde in bijlage 3.10.1, artikel 5, eerste lid, onderdeel c.

4. Voor een startersfonds waaraan op grond van artikel 2, eerste lid, van de Regeling seed capital technostarters, zoals die gold voor 1 januari 2009, een subsidie is verstrekt en waarvoor de overeenkomst tot geldlening, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van die regeling nog geldig is, kan de overeenkomst tot geldlening op verzoek van het startersfonds worden aangepast overeenkomstig het model opgenomen in bijlage 3.10.1, indien de aanpassing heeft plaatsgevonden binnen vier maanden na de inwerkingtreding van de regeling van de Minister van Economische Zaken van 4 september 2014, tot wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies in verband met het opnemen van een overgangsbepaling in titel 3.10 (Stcrt. 2014, 25439). 5. Het vierde lid is niet van toepassing met betrekking tot het bepaalde in bijlage 3.10.1, artikel 5, eerste lid, onderdeel c. Artikel 3.10.14. Vervaltermijn Deze titel en bijlage 3.10.1 vervallen met ingang van 1 juli 2017, met dien verstande dat deze van toepassing blijven op subsidies die voor die datum zijn verleend.