Berkhorst. Mogelijkheid: Otto Jacobsz is een zoon van Jacob Reijers, zie gesch. en geneal. Wolfswinkel

Vergelijkbare documenten
3. Aart Hendriksen van Maarn, ged. Doorn , tr. Doorn Maria/Marrigje Claassen van Maarn Negen kinderen gedoopt te Doorn.

2. Geertje Cornelissen, tr. Jacob Claesz, ov. voor 1671 In 1669 wordt Jacob Claesz beleend na dode van zijn schoonvader Cornelis Jansz met het erf t

SELDER ENGELAAR - ENGELEN

9. Willem Jacobsz Schoonderbeek, ged. Hoogland (RK) , get. Wijmpje Everts

Samengesteld door Henk van Woudenberg september 2008

Woudenberg , ov. Woudenberg , zn. van Evert Willemsz van Ede en Woutertje Wouters van Ginkel 3. Cornelia Hak, geb./ged.

Alpen, van. Eerder is over deze familie gepubliceerd door ds. Evert van Alphen Az in Gens Nostra, jg. 19, 1964, blz. 1 11, 33 39,

Hogeweg. Voorgeslacht zie Genealogie t Willaar

5. Maaijgje Cornelissen Hardeman, ged. Veenendaal , begr. Veenendaal Hermen Cornelisz Hardeman, ged. Veenendaal , w

5. Teeuwis Cornelissen, ged. Renswoude In 1728 testeert Teeuwis Cornelisse van den Grooten Dashorst, won. Scherpenzeel, op Gerrit van

Cornelis Gerritsen Berg en zijn vrouw Hendrikje Jansen Zuidwind, won. Hamersveld lenen

In 1874 verkoopt Gerrit van Leersum, wolfabrikant te Scherpenzeel hout op de Haar (Not. Scherpenzeel nr. 157; ).

SELDER ENGELAAR - ENGELEN

9. Willem Veenvliet, geb./ged. Scherpenzeel 10/ , volgt IIIb

Zwanenburg (2) Deze familie wordt beschreven in: W. Bos, De geschiedenis van Moorst, Leusden 2001, blz

Uit dit huw.: 1. Gerritje Jans van Hurksveld, geb. onder Essen , ged. Garderen , ov. Barneveld , tr.

Ebbenhorst (HGA; Leenhof Gelre 27, fol. 22; ). In 1625 lijftochten Jan Cornelisz Ebbenhorst x Neeltgen Egbers, momber: Goessen van Ommeren,

2. Maria Gerrits, geb. in 't bakhuis bij de Swarte Steegh, ged. Hamersveld (RK) , get. moeder van de vader 3. Cornelis Gerritsz, volgt IIIa

In 1858 veilen de erfgenamen van Reijer Kuijpers: 1. een stuk bouwland, genaamd het Hooge Land langs de laan van Beekvliet te Woudenberg, sectie C

Samengesteld door: Henk van Woudenberg, juli 2010

Gijsbert Brantsen x Marijtjen Otten, wonende op Huijgenbosch, doen afstand van de bovenstaande

Samengesteld door Henk van Woudenberg april 2009

Van de Haar (1) Met dank aan Herman Postema voor de aanvullingen.

Uit dit huw.: 1. Hendrina Willemijna Mater, ged. Amersfoort Willemijntje Mater, ged. Amersfoort Luitje/Lutje Mater, ged.

Jansen, tr. (2) Barneveld Jan Lubbert Cozijnsen, wed. Elisabeth Aartsen, geb. Barneveld 1814, dagloner, zn. van Wilhelmus Cozijnsen en

IIa Gerrit Jansz, den olden, molenaar, ov. voor 1656, tr. Maria van Esvelt, dr. van Reijer van Esvelt en Elbertgen Wijnen

Bos(ch) (1) Met dank voor de verbeteringen van Herman Postema.

In 1724 wordt Oth Hendriksen van Davelaar na dode van zijn vader beleend met twee kampen land in Klein Lambalgen (Huis Amerongen 1186, f. 23;

De families die de achternaam (Van) Davelaar gaan dragen komen bijna allemaal aantoonbaar van één van deze boerderijen.

5. Teunis Cornelissen Nimmerrust, innocent, ov. voor 1700

Kramer (1)

Ten noordoosten van Scherpenzeel liggen de boerderijen Groot en Klein Heintjeskamp.

1. Aart Aartsz Uit het 2 e huw.: 2. Reijer Jansz Hooijer, van Wekerom, tr. (1) Lunteren Stijntje Breunissen van de Kieft, onder Lunteren, t

Er kan een relatie bestaan tussen de bovenstaande en de onderstaande familie bestaan.

De achternaam De Koning komt rond 1740 in zwang. Nakomelingen van Willem Willemsz van de Haar/van Ubbeschoten noemen zich De Koning.

Woudenberg , zn. van Cornelis Rijksen van Egdom en Stijntje/Christina Willems Geijtenbeek 7. Cornelis Meerbeek, geb. Woudenberg

4. Johan (Joop) Stuivenberg, geb. Woudenberg , ged. Geref Kerk Scherpenzeel , tr. Zuilen Henderika Gerritsen, geb.

NT00064_2489. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64)

VI Gerrit Vermeer, geb. op de Wachteldonk, ged. Renswoude , bijenhouder, dagwerker, begr. Renswoude , tr. Renswoude (otr.

Barneveld , dr. van Dirk van Westendorp en Jannetje van Eldijk

De Bree. Publicatie: Pieter Blink; Genealogie De Bree/Van Linschoten, Groningen, 1995.

Deze familie komt waarschijnlijk van de boerderij Pothoven, Lunterseweg 40, een rijksmonument in Ede.

Uit het 1 e huw.: 1. Johannes Cornelissen Bloemendal, ged. Hamersveld (RK) , get. grootmoeder, jong ov. 2. Johanna/Jantje Cornelissen

Eerder verschenen in: H.M. van Woudenberg; Voskuilen, een buurtschap onder Woudenberg en Leusden. Genealogieën, genealogie 23.

stellen aan als voogd over hun nu nog minderjarige nicht en tot executeur van hun nalatenschap:

Elbert Hendricksz Schep, ov. 1637, tr. (1) Scherpenzeel Weijmtgen Everts Aertsendr, van Emmickhuijsen (Renswoude), tr.

5. Aaltje van Ede, geb./ged. Woudenberg 18-10/ , ov. Amersfoort , tr. Amersfoort Andries Arler, ged.

De onderstaande genealogie is eerder verschenen: De Woudenbergse Knopperts, door W.H.M. Nieuwenhuis. Veluwse Geslachten 1996, nr. 2, blz

2. Jan Gerritsen van Ravenhorst, ged. Woudenberg , get. Arrisje Arissen 3. Teuntje Hendriksen van Ravenhorst, ged. Amerongen ,

Vier families die iets met de boerderijen Groot en Klein Schaik te maken hebben.

In 1874 geeft Roelofje van Boveneind x Matthijs Dolron, volmacht voor zichzelf en als voogd van Cornelis, Gerrit, Jan en Martinus de Bruin, allen te

Met dank aan Bert Heikamp voor de opmerkingen en de aanvullingen.

Woudenberg , dr. van Evert Kleinveld en Jannetje Kleinveld Uit dit huw.: 1. Jan van Lunteren, geb. Woudenberg

gaat na zijn dood in 1671 over op zijn zusters. In 1680 gaat het bij maaggescheid over op zwager Jan Theunisz (Leenhof 110, fol. 2vo; Bel.

Lidm. Scherpenzeel : Jan van Setten. Lidm. Scherpenzeel Jansje Koudijs met attestatie van Utrecht Lidm. reg.

In 1775 wordt Hanna van Beckberge, wed. Gijzbert van Soezt beleend met een derde deel van Gelazhorst (Glashorst)met huis, hof, bergen en schuren,

Van de Glint/Glinthorst. Glinthorst


Van de Grift (1) Met dank aan Herman Postema

Johan Vonk/van t Boveneind, geb./ged. Scherpenzeel 01/ (erkend bij huw.)

1. Dirkje Jans Tolboom, ged. Hoogland (RK) , get. Maria Wulferts, otr. Hoogland (gerecht) en tr. Hoogland (RK) Jan

3. Jantje van Bruggen, geb./ged. Barneveld 26-09/ , ov. Barneveld , tr. Barneveld Dirk van den Broek, geb. Barneveld 180

andere kant. Allen erfgenamen van Marichgen Willems, in leven getrouwd met Bart Brantsz. Anthonis Willems, in leven gewoond hebbend op Kolfschoten

De eerste generaties komen uit een publicatie in Veluwse Geslachten, gepubliceerd door: R. Klaasen uit Veenendaal en E.

genaamd de Groote Rosmoolen of ook wel Groot Rossenberch, op Hamersveld, onder Leusden. Gedeeltelijk gelegen van de Hamersveldseweg tot aan de

De eerste zeven generaties zijn uitgezocht door Anton Vlaanderen uit Lochem.

Van de Pol (1) Jacob Jansz

Ebbenhorst (1) I. Henrick van Ebbenhorst, geb. ca. 1415, tr. NN Uit dit huw.: 1. Gerrit van Ebbenhorst, volgt II

Morren Jacoba Morren Jannigje Morren Jetje Mozes Geertruida Rosalie Mozes Julius Joël 27 07

Van Linden/Lienden (1)

IIb Ottien Gijsbertsen, ov , tr. Scherpenzeel Theunis Arrissen, ov , zn. van Arris Theunissen, op Immickhuijsen

7. Cornelis Ariensz Floor, ged. Woudenberg , jong ov. 8. Cornelis Ariensz Floor, ged. Woudenberg , get. Willemijntje Arends

Lidm. reg. Woudenberg 1805: Hendrijn de Bree hv Erris Rol. Erris Roll, voor zichzelf en namens Matthijs van Geijtenbeek, weigraven van Woudenberg,

1. doodgeb. kind, ov. Woudenberg Jan van Voorthuizen, geb. Woudenberg , landbouwer, ov. Renswoude , tr.

Schouten. II Egbert Schuiten van Delden, schoenmaker, tr. NN Uit dit huw.: 1. Hermen Schuiten/Schouten, volgt III

broer en zuster. (Recht. Arch. Scherpenzeel 7, f. 268; ).

IV Cornelis Jansen, ploegenmaker, ov. voor 1680, tr. Aeltgen Everts, ov. ca In 1653 wordt Cornelis Jansz aan de Holevoet genoemd als betaler van

Wit, de (1) I Thijmen Teunisz Cramer, otr. Utrecht Aagje Hendriks van Cooth, wed. Jan van Zutphen Bij ondertrouw staat geschreven: De bruid

Capittel van St. Jan in Wijk bij Duurstede. Met registratie van de procuratie voor Not. Willem van Dam in Utrecht op , UT175a002, nr. 33.

1. Maatje van den Berkhof, geb. Renswoude , ov. Renswoude , tr. Renswoude Hannis Vink, geb. Renswoude ,

Met dank aan Jaap Drost voor de oudste twee generaties en de aanvullingen.

Amersfoort , ov. Leusden , zn. van Hendrik Lagemaat en Maria van de Glind 5. Lammert Donkersteeg, geb. Leusbroek, ged. Woudenberg

Gerardus BESSELING Anna, Mactiae CRAMER (KRAEMETS) Joannis CRAMER (CREMER) Mariae HOEVEN Hendrick BESSELING Annitje BESSELING

De onderstaande twee families hebben zo op het oog niets met elkaar te maken.

Donkelaar (1) Met dank aan L.J. van Loon voor de aanvullingen.

Dorpsgerecht Bunnik en Vechten,

1. Lambert Jansz van Ginkel, ged. Woudenberg , get. Aeltje Claassen, tr. Woudenberg Evertje Hendriks, ged.

Nadere Toegang op inv. nr 45

5. Hendrik van der Wiel, geb. Woudenberg , ov. Woudenberg , ongehuwd 6. Willem van der Wiel, geb. Woudenberg , ov.

Kraaijenoord/De Lucht (1)

Scherpenzeelse (fragment)genealogieën

In 1823 verkoopt Woutertje Haan, wed. Teunis Aalbertsen Voskuijlen, landbouwster, won. Hamersveld voor f 320,= ha. wei- en hooiland in de

Van Romen - Scheerder

In 1770 vindt er boedelscheiding plaats tussen de kinderen. Arien, Elbert en Aagje Teunissen, won.

Een Eemnesser familie Ruijter die in Blaricum terechtkwam

Stadsgerecht Rhenen, (66)

De nakomelingen van Gerrit Besselse

Mogelijke voorvader: Henrick Evertsen Voor 1686 Henrick Evertsen bruiker van Groot Zandbrink (Oudschildgeld Snorrenhoef 213).

Gerechtsbestuur Amerongen, Ginkel en Elst,

Transcriptie:

Berkhorst In 1609 wonen Otto Jacobsz en Ietgen Jansdr op Berkhorst, een boerderij ten oosten van het dorp Scherpenzeel. Sindsdien wordt het generaties lang vererfd, vaak via vrouwelijke lijn bij gebrek aan zoons. Uiteindelijk erft Gijsbert Wouters van Berkhorst in 1752 de boerderij. Hij verkoopt het dezelfde dag nog aan Gerrit Hendriksen van Davelaar. Daarmee verdwijnt de boerderij uit de familie. De nieuwe eigenaar gaat er niet wonen. Berkhorst komt leeg te staan, raakt in verval en zal verdwijnen. Mogelijkheid: Otto Jacobsz is een zoon van Jacob Reijers, zie gesch. en geneal. Wolfswinkel I Otto Jacobsz, geb. ca. 1655, ov. voor 1618, tr. Ietgen Jansdr In 1609 lijftochten Otto Jacobsz x Ietgen Jansdr elkaar met de helft van Berckhorst. Na hun dood zullen de kinderen het hele Berckhorst, waarvan zij eigenaar zijn, in gelijke delen erven, met dien verstande dat de oudste f 75,= extra zal krijgen (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol.101vo; 14-03-1609). In 1603 en 1611 wordt Otto Jacobsz, op Berckhorst genoemd als leenman (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 88; 04-06-1603. fol.108vo,110; 18-08-1611). In 1608, 1609, 1610 en 1617 wordt Otto Jacobsz genoemd als leenman (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 101; 22-12-1608. fol. 103; 14-03-1609. fol. 106; 04-06-1610. fol. 129; 04-05-1617). In 1633 eisen de bewoners van Birckhorst van Grijetgen Henricks, wed. Gerrit Gijsbersz van Schaijck, de kerkbank aan de noordzijde van de preekstoel (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 49; 04-06-1633). In 1636 eist Jan Egbers namens zijn broer Gijsbert Egbers betaling van f 4-10 loon van Jorden Thonisz, borg: Cornelis Jansz, ooit verdiend in presentie van zal. Jorden Otten (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 47vo-48vo; 21-03-1636. Verklaring Itgen, op Berckhorst over haar zoon zal. Jorden Thonisz (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 42,43vo; 25-01-1636, fol. 45vo,46vo 22-02-1636). 1. Jacob Ottensz Berckhorst, tr. Geertgen Thonis In 1616 wordt Jacob Ottensz als oudste zoon mede namens zijn broers en zusters beleend na dode van zijn vader Otto Jacobs met Berckhorst. Moeder Idtgen Jansdr behoudt haar lijftocht uit de helft van Berckhorst volgens leenbrief van 14-03-1609. Het goed is belast met een jaarlijkse uitgang van een schepel rogge voor "onser lieve Vrouwen op dat nieuwe Altaer" in de kerk van Scherpenzeel, te betalen op St. Marten in de winter (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol.127vo; 22-12-1616). In 1625 wordt Jacob Ottensz Berckhorst genoemd als leenman bij belening van Ruwinkel (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 154; 07-04-1625). In 1625 eist Jacob Otten voldoening van een akkoord over ongelden van Brant Gijsbertsz vanwege zijn vader Gijsbert Brantsz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 12,13,14; 13-12-1624, 24-01/07-02-1625). In 1641 eisen Jan Gerrets en Sijmon Berntsen betaling van f 15,= van Elbert Jansz wegens een belofte die Elbert Jansz heeft gedaan bij de boedelscheiding van oer vrouwen moeder zal. Geertgen Thonis x Jacob Otten (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 126; 22-11-1641). In 1646 eist Jacob (Jacobsz), op Oordeel namens Cornelisgen Jacobs, jd, betaling van f 6,= loon van Elbert Jansz namens zijn zwager Jacob Otten, borg Mor Morren en Jacob Gerretsz (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 239,239vo,240vo en nr. 1 fol. 108; 21-12-1646. fol. 242,244vo; 01-02-1647).In 1649 eist Elbert Thonisz betaling van f 13-15 van Jacob Otten, borgen: Mor Morren, Hendrick den Orbaer en Elbert Jansz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 114vo; 12-11-1649). 1. dochter, tr. Jan Gerritsz, kleermaker, snijder In 1676 wordt Sander Arrissen namens zijn zuster Maeijtien Arissen, wed. op de Haer door Jan Gerritsen, kleermaker en Sijmon Baerntsen aangeklaagd wegens betaling van novalie tiend van een kamp land (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 07-08-1676 tot 21-05-1677). In 1677 sluiten Jan Gerritsen, kleermaker en Sijmon Baerntsen, pachters van de novale tiend een akkoord met Maeijtien Arissen, wed. Brant Gijsbertsz over het inzaaien van een half morgen novalis of nieuw land bij de boerderij De Haar (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 20-08-1677).

1. Aeltje Jans, ged. Scherpenzeel 16-12-1660 2. dochter, tr. Simon Berentsz, ov. Scherpenzeel 06-02-1690. Simon tr. (2) Gosentien Teunissen Lidm. reg. Scherpenzeel 1657: Simon Barents en Gosentien Tuenissen. Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Simon Berentsen. In 1676 wordt Sander Arrissen namens zijn zuster Maeijtien Arissen, wed. op de Haer door Jan Gerritsen, kleermaker en Sijmon Baerntsen aangeklaagd wegens betaling van novalie tiend van een kamp land (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 07-08-1676 tot 21-05-1677). 1. Lambert Simonsz In 1663 schenkt Lambert, de zoon van Simon Barentsen f 2-10 voor een kroonluchter voor de kerk (Archief Grote Kerk 1; 22-01-1663). 2.? Willem Simonsz, ged. Scherpenzeel 25-07-1658 2. Marritje Otten, tr. Elbert Jansz den Ouden In 1646 eist Jacob (Jacobsz), op Oordeel namens Cornelisgen Jacobs, jd, betaling van f 6,= loon van Elbert Jansz namens zijn zwager Jacob Otten, borg Mor Morren en Jacob Gerretsz, (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 239,239vo,240vo en nr. 1 fol. 108; 21-12-1646. fol. 242,244vo; 01-02-1647). Elbert Jansz den Ouden x Marritie Otte, won. Vaerden verklaart voor de schepenen van Zaren t.v.v. Huijbert Jaspers van Schadijck, notaris, dat de moeder van Melchior van Wolfswinckel, schout van Scherpenzeel, genaamd Jannitie, een zuster was van de moeder van Gerritje Jans, wed. Rijck Aelbertsz. Dit weten ze omdat ze heel lang in Scherpenzeel hebben gewoond. Hof van Gelderland 5674. Civiele procesdossiers nr. 5, 1 e pak nr. H; Schaik; 25-08-1659. 1. Otto Elbertsz, ged. Scherpenzeel 26-12-1640 3. Cornelis Ottensz, volgt IIa 4. Merritgen Otten van Berckhorst, volgt IIb IIa Cornelis Ottensz, won. Birckhorst, otr. Renswoude 07-02-1641 Geurtgen Faesen Evertsedr, won. Selder In 1628 wordt Cornelis Ottensz mede namens zijn broers en zusters beleend na dode van zijn broer Jacob Ottensz met Berckhorst. Moeder Idtgen Jansdr behoudt haar lijftocht uit de helft van Berckhorst volgens leenbrief van 14-03-1609. Uitgang als boven (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol.169; 14-03-1628). In 1639 eist Thonis Jordensz namens zijn schoonmoeder iets van Cornelis Otten, op Birckhorst (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 92-93; 21-10-1639, fol. 94; 11-11-1639, fol. 95vo,96vo; 09-12-1639). In 1646 eist Hendrick Colffschoten iets van Cornelis Otten, op Birckhorst (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 241; 21-12-1646). In 1644 lijftochten Cornelis Otten x Goertgen Faesz, op Berckhorst elkaar. Zij hebben geen kinderen. Volgens hun huwelijkse voorwaarden van 24-01-1641 zal haar kindsdeel van een goed dat Goertgen nog van haar moeder zal erven na haar dood, hier niet bij inbegrepen zijn (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 219; 16-04-1644). In 1650 lijftochten Cornelis Otten x Goertgen Faesz, op Berckhorst elkaar. Goertgen met Berckhorst en Cornelis met de goederen die Goertgen zal erven van haar moeder. Mocht Cornelis zonder nakomelingen overlijden, dan krijgt Goertgen Berckhorst (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 232vo; 15-09-1650). In 1661 maken Cornelis Otten x Geurtgen Faesen hun testament. Zij lijftochten elkaar volgens huwelijkse voorwaarden van 24-01-1641 met Berckhorst door hen bewoond, ten dele door Cornelis in het huwelijk gebracht en ten dele tijdens het huwelijk gekocht van het geld dat Geurtgen inbracht. De langstlevende moet staat van inventaris maken; mag zonder toestemming enige eiken omhakken; mag het erf niet nodeloos splitsen. Na hun dood krijgen de armen van Scherpenzeel van de diaconie de rente van 200gl. (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol.26; 23-02-1661). In 1669, 1670 en 1671 wordt Cornelis Otten, op Berckhorst genoemd als leenman (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 39; 20-05-1669. fol. 44,45; 06-11-1669. fol. 47; 1670. fol. 49; 10-07-1671). IIb Merritgen Otten van Berckhorst, ov. na 1689, tr. voor 1649 Gijsbert Brantsen van Engelaer. Gijsbert Brantsz van Huijgenbosch, tr. (2) Scherpenzeel 01-10-1692 Geertje Cornelissen, wed.

Teunis Goossens en eerder van Lubbert Wolbertsen. Geertje Cornelissen, tr. (4) Maartensdijk 02-04-1699 (att. van Scherpenzeel) Jacob Jansz Stam, wed. Stijntje Hendricksen van Clarenbeeck In 1649 eist Gijsbert Brantsen betaling van schulden van Evert Faesz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 113vo; 09-07-1649). In 1649 laten Gijsbert Brantsen van Engelaer x Merritgen Otten van Berckhorst een testament op de langstlevende maken (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 129vo; 02-09-1649). In 1675 wordt Gijesbert Brantsen namens zijn vrouw Maeritgen Otten beleend na dode van haar broer Cornelijs Otten Berchoerst met Berchoerst (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol.247; 11-03-1675). In 1689 wordt Gijsbert Brantsz, wonende op Huijgenbosch, beleend door opdracht van Cornelis Sanders van Wolffswinckel, geassisteerd door zijn moeder, zijn broer Johannis en zijn zuster Christina, beleend met het alinge goed Huijgenbosch (Leenboek Huis Scherpenzeel 143 fol.5; 08-06-1689). In 1689 bepaalt Gijsbert Brants, wonende op Huijgenbosch dat na zijn dood zijn kleindochter Aeltjen, de dochter Lambert Wouters van Butselaer x Gijsbertjen Gijsbertsen het erf Huigenbosch mag kopen voor f 1800,=. Mocht Aeltje voor haar grootvader overlijden, dan komt haar jongste zus Lijsbet in aanmerking (Leenboek Huis Scherpenzeel 143 fol.7; 08-06-1689). In 1689 doen Gijsbert Brantsen x Marijtjen Otten, wonende op Huijgenbosch afstand van de bovenstaande bepaling van 08-06-1689. Nu zal de erfenis in gelijke delen over de erfgenamen verdeeld worden (Leenboek Huis Scherpenzeel 143 fol. 9; 24-09-1689). 1. IJtje Gijsbertsen, volgt III 2. Gijsbertjen Gijsbertsen, op Huijgenbosch, tr. Scherpenzeel 18-03-1674 Lambert Wouters, wed. Aeltje Adriaensen, op Butselaer onder Barneveld. Lambert Wouters, op Butselaer, tr. (3) Barneveld 06-11-1687 Annetje Aalberts, wed. Hendrik Aartsz, op Horst 1. Aeltje Lamberts, op Butselaer, tr. Barneveld 02-07-1693 Peel Gijsbertsz, op de Tweel, zn. van Gijsbert Wulfertsz 2. Lijsbet Lamberts van Butselaer III IJtje Gijsbertsen van Huijgenbosch tr. Scherpenzeel 24-09-1676 Faas Evertsz van Engelaar, won. Berkhorst, ged. Schepenzeel 09-03-1645, zn. van Evert Faessen In 1687 wordt Faes Evertsen, op Berckhorst, aangesteld als schepen. Genoemd als schepen 30-07-1688 (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 19-09-1687). In 1690 worden Faes Evertsen en Peter Rijcksen aangesteld als buur- en setmeesters (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 28-07-1690). In 1699 wordt Faes Everts van Engelaer x Itjen Gijsberts van Huijgenbosch beleend na dode van zijn schoonvader Gijsbert Brants van Huijgenbosch met Huigenbosch (Leenboek Huis Scherpenzeel 143 fol.31; 07-02-1699). In 1699 wordt Cornelis Willems van Wagensvelt beleend door opdracht van Faes Everts van Engelaer met Huigenbosch (Leenboek Huis Scherpenzeel 143 fol.32; 07-02-1699). In 1703 wordt Faes Everts van Berckhorst en in 1704 wordt Faes Everts, op Berckhorst genoemd als leenman (Leenboek Huis Scherpenzeel 143 fol.51vo; 25-04-1703. fol. 53; 26-07-1704). 1. Geurtje/Geertje Faassen, ged. Scherpenzeel 07-10-1677, op Berckhorst, volgt IV IV Geurtje/Geertje Faassen, ged. Scherpenzeel 07-10-1677, tr. Scherpenzeel 17/28-11-1700 Wouter Teunissen, ged. Scherpenzeel 02-05-1675, op Gootswilligen, ov. voor 1752, zn. van Teunis Evertsz en Arrisje Willems Lidm. Scherpenzeel 04-04-1706: Wouter Teeunissen en Geeurtje Faessen, op Berckhorst. Lidm. lijst Scherpenzeel 1715: Wouter Teunissen en Geurtje Faasen, op Berkhorst. Lidm. Scherpenzeel 1740: Geurtje Fassen, op de Berckhorst, met attestatie vertrokken (voor 1756). In 1715 wordt Wouter Teunissen, wonende op Berckhorst namens zijn vrouw Geurtjen Fasen, dochter van zal. Faes Everts x Fijtjen Gijsberts, in leven wonende op Berckhorst beleend door opdracht van haar moeder met Berckhorst; belast met een uitgang van een schepel rogge aan de kerk van Scherpenzeel,

jaarlijks te betalen op St. Marten "ter gedagtenisse van onse st. lieve vrouwe altaer" (Leenboek Huis Scherpenzeel 143 fol. 99vo; 07-10-1715). 1. Arisje Woutersen, ged. Scherpenzeel 28-08-1701, op Berckhorst, tr. Scherpenzeel 24-10-1728 Derk Hendriksen, won. Barneveld 2. Evert Woutersen van Berkhorst, ged. Scherpenzeel 21-03-1704, op Berckhorst, volgt Va 3. Gijsbert Woutersen, ged. Scherpenzeel 26-12-1705, op Berckhorst, volgt Vb 4. IJtje Woutersen, ged. Scherpenzeel 19-02-1713, op Berckhorst 5. Teunis Woutersen, ged. Scherpenzeel 11-04-1717, op Berkhorst Va Evert Woutersen van Berkhorst, ged. Scherpenzeel 21-03-1704, op Berckhorst, ov. ca. 1752, tr. Scherpenzeel 25-01-1739 Teuntje Aalberts van Schaik, ged. Scherpenzeel 05-06-1713, dr. van Aelbert Egbertsen (Coudijs) en Rijckje Meeuwssen. Teuntje, won. Berckhorst, tr. (2) Scherpenzeel 07-01-1753 Jan Gijsbertsz, geb. 't Heereveen onder Ede, zn. van Gijsbert Jansz 1. Geurtje Everts van Berkhorst, ged. Scherpenzeel 15-02-1739, op Berkhorst, ov. Doorn 28-08- 1824, tr. Woudenberg 13-02-1763 Willem Willemz van Apeldoorn, ged. Woudenberg 27-05- 1736, zn. van Willem Jansz Apeldoorn en Grietje Meesen 2. Wouter van Berkhorst, ged. Scherpenzeel 15-01-1741, op de Berkhorst, otr. Renswoude 26-12-1794 Maria Sukkel, geb. Veenendaal 3. Aalbert Everts, ged. Scherpenzeel 05-05-1743, op de Berkhorst 4. Evert Evertsz van Berkhorst, ged. Scherpenzeel 14-03-1745, op de Berkhorst, ov. De Bildt 16-02-1828, ongehuwd 5. Faas Everts, ged. Scherpenzeel 01-10-1747, op de Berckhorst 6. Faas Everts, ged. Scherpenzeel 10-11-1748, op de Berkhorst 7. Rickje Everts, ged. Scherpenzeel 28-03-1751, op de Berckhorst Vb Gijsbert Wouters van Berkhorst, ged. Scherpenzeel 26-12-1705, op Berckhorst, tr. Renswoude 12-03-1752 Roelofje Willems Koning, dr. van Willem Willemsz de Koning en Roelofje Jans. Roelofje, otr. (2) Renswoude 22-12-1763 Willem Celissen, geb. Renswoude In 1752 wordt Geijsbert Woutersen beleend na dode van zijn vader Wouter Teunusse met Berckhorst (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 11; 20-12-1752). In 1753 worden Gerret Hendricksen van Daevelaer x Teuntije van Blotenburg beleend door opdracht van Geijsbert Woutersen met Berckhorst; gekocht voor f 1675,=. Zij belenen hun oudste zoon Gerret Gertse van Daevelaer ermee (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 18; 09-04-1753). 1. Gijsbertje Gijsberts van Berkhorst, ged. Renswoude 01-07-1753, op Ubbelschoote, ov. Renswoude 22-03-1813, tr. Renswoude (otr. Renswoude 21-04-1780) Teunis Claassen van Velthuizen, wed. Elsje Cornelissen van Engelenburg, geb. Renswoude 1730, ov. Renswoude 03-01-1817, zn. van Klaas Kempis/Kempes/Velthuizen en Wijntje Teunissen 2. Wouter Gijsbertsz van Berkhorst, ged. Renswoude 22-09-1754, op Ubelschooten, volgt VI 3. Geurtje Gijsberts van Berkhorst, ged. Renswoude 11-07-1756, op Ubelschooten 4. Willem Gijsberts van Berkhorst, ged. Renswoude 30-04-1758, op Ubbelschoten, ov. Utrecht 17-03-1814, ongehuwd 5. Evert Gijsberts van Berkhorst, ged. Renswoude 10-08-1760, op Ubbelschoten VI Wouter Gijsbertsz van Berkhorst, ged. Renswoude 22-09-1754, op Ubelschooten, ov. Renswoude 11-11-1831, tr. Renswoude (otr. Renswoude 26-12-1794) Maria Sukkel, ged.

Veenendaal 27-10-1765, ov. Rhenen 18-02-1842, dr. van Evert Sukkel en Aaltje Aalten Kers Lidm. Renswoude 27-03-1782: Wouter van Berkhorst, met attestatie vertrokken naar Utrecht. Lidm. Renswoude 03-06-1793: Wouter van Berkhorst, met attestatie Antwerpen; attestatie getekend: Utrecht 11-08-1788 en vernieuwd te Antwerpen 06-04-1793. 1. Roelofje van Berkhorst, ged. Renswoude 15-03-1795, tr. Renswoude 16-10-1819 Bartholomeus van Altena, ged. Renswoude 07-02-1794, zn. van Geurt van Altena en Evertje Jansen Koudijs 2. Evert van Berkhorst, ged. Renswoude 06-11-1796, volgt VII 3. Gijsbertje van Berkhorst, ged. Renswoude 23-12-1798, begr. Renswoude 28-10-1801 4. Aaltje van Berkhorst, ged. Renswoude 19-10-1800, begr. Renswoude 21-07-1802 5. doodgeb. kind, begr. Renswoude 09-09-1803 6. doodgeb. kind, begr. Renswoude 28-10-1805 7. Aaltje van Berkhorst, ged. Renswoude 15-02-1807, ov. Rhenen 04-11-1851, tr. (1) Veenendaal 06-02-1836, Albert van Dolderen, geb. Rhenen 1817, ov. Rhenen 21-04-1848, zn. van Willem van Dolderen en Aartje Vonck, tr. (2) Rhenen 16-02-1849 Willem Budding, wed. Susanna Antonia Sandbrink, geb. Rhenen 1775, ov. Rhenen 24-02-1855, zn. van Huibert Budding en Anna Hendrika Budding 8. Gijsbertje van Berkhorst, ged. Renswoude 11-03-1810, ov. Renswoude 07-03-1812 VII Evert van Berkhorst, ged. Renswoude 06-11-1796, logementhouder, ov. Nijkerk 21-02-1851, tr. Renswoude 09-08-1827 Bernhardina Cornelia Adriana Bakker, geb. Tiel 1799, ov. Nijkerk 11-02-1882, dr. van Gerhardus Petrus Bakker en Christina van Sommeren 1. Wouter van Berkhorst, geb. Renswoude 16-08-1827, ov. Renswoude 10-07-1829 2. Maria van Berkhorst, geb. Renswoude 14-09-1828, ov. Renswoude 30-10-1828 3. Gerarda Pieternella van Berkhorst, geb. Renswoude 17-03-1830, ov. Nijkerk 23-09-1882, tr. Nijkerk 21-05-1851 Gerrit van den Hoorn, geb. Nijkerk 1820, ov. Nijkerk 09-07-1880, zn. van Rijmert van den Hoorn en Gerritje Meijnten van Brummelen 4. Maria van Berkhorst, geb. Renswoude 03-10-1831, ov. Nijkerk 01-06-1902, tr. Nijkerk 12-10-1853 Hendrikus Theodorus Wilhelmus Cornelis Bade, geb. Harderwijk 1826, opperstuurman/koopman, ov. Nijkerk 09-03-1862, zn. van Johannes Egbertus Bade en Mariana Marcus 5. Adriana Petronella Berkhorst, geb. Nijkerk 1833, ov. Nijkerk 11-05-1834 6. Wouterus Berkhorst, geb. Nijkerk 1834, voerman/logementhouder, ov. Putten 15-10-1873, tr. Putten 03-10-1857 Huiberta Everdina Holsteijn, geb. Harderwijk 1810, dr. van Huijbert Holsteijn en Evertje Buitenhuis 5. Christiaan Petrus Berkhorst, geb. Nijkerk 1835, logementhouder, ov. Nijkerk 16-03-1883, ongehuwd Samengesteld door Henk van Woudenberg december 2008