Schiervelde te Roeselare (gem. Roeselare) Programma van Maatregelen T. Deville en S. Houbrechts ArcheoPro Rapporten 243
1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave... 1 2. Programma van maatregelen voor vrijgave... 2 2.1. Administratieve gegevens... 2 2.2. Volledigheid van het vooronderzoek... 4 2.3. Aanwezigheid van een archeologische site... 5 2.4. Waardering van een archeologische site... 5 2.5. Impactbepaling... 5 2.6. Bepaling van maatregelen... 5 1
2. Programma van maatregelen voor vrijgave 2.1. Administratieve gegevens Projectcode 2016G64 Nummer wettelijk depot Niet van toepassing Naam en erkenningsnummer erkend archeoloog ArcheoPro Vlaanderen (OE/ERK/Archeoloog/2016/0107), Bedrijfsstraat 10, 3500 HASSELT Provincie West-Vlaanderen Gemeente Roeselare Deelgemeente / Plaats Diksmuidesteenweg Toponiem Schiervelde Bounding Box X: 60981,59 Y: 183295,05 X: 60826,72 Y: 183213,37 Kadastrale gegevens Gemeente: Roeselare Afdeling: 4 Sectie: D Nrs.: 325E, 323G Kaartblad / Kadasterkaart 2
Topografische kaart 3
2.2. Volledigheid van het vooronderzoek Op basis van het bureauonderzoek en het landschappelijk booronderzoek werd geoordeeld dat alle wenselijke onderzoeken uitgevoerd werden voor het plangebied. Het plangebied is gunstig gelegen, binnen een drainageklasse.b. aan de oever van de Mandel. Met uitzondering van de parking, het grondgebruik van heden ten dage, is het plangebied voordien nooit bebouwd geweest. Er is in het verleden wel een milieukundig booronderzoek uitgevoerd, maar de resultaten hiervan waren niet eenduidig. Wel zouden ze een verstoring kunnen indiceren. Op basis van het bureauonderzoek werd een hoge trefkans opgesteld voor vuursteenvindplaatsen van jager-verzamelaars. Voor landbouwers werd een middelhoge trefkans opgesteld voor nederzettingsresten vanaf het neolithicum tot en met de volle middeleeuwen en sporen van begraving vanaf de bronstijd tot en met de volle middeleeuwen. Nederzettingsresten vanaf de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd krijgen een middelhoge trefkans toegekend. Voor resten uit de nieuwste tijd geldt een lage trefkans. Op basis van deze trefkans werd in eerste instantie een landschappelijk booronderzoek geadviseerd. Daarbij werden 10 boringen voorzien, gekozen op doelbewuste locaties om vast te stellen of de toekomstige verstoring archeologisch relevante niveaus aansnijdt. Op basis van deze resultaten kan dan geoordeeld worden of verder onderzoek noodzakelijk is. Het landschappelijk booronderzoek werd uitgevoerd op 27 en 28 september 2016. Op basis van het landschappelijk booronderzoek kwam naar voren dat bij de aanleg van de parking de ondergrond verstoord werd tot een gemiddelde van 1 m met lokaal diepere verstoringen tot 1.4m. In vier boringen werden resten van de oorspronkelijke bodemopbouw aangetroffen. Het betreft de B-horizont. In boring 6 bleek zelfs nog een restant van de bouwvoor aanwezig te zijn. Wanneer de resultaten van het booronderzoek worden vergeleken met de toekomstige ontwikkeling dan blijkt dat, met uitzondering van boring 2, de toekomstige verstoring niet tot reikt tot in het relevante archeologische niveau. Doordat de zone zo lokaal is waar nog archeologische zouden kunnen voorkomen zijn we van mening dat de kenniswinst die een dergelijk onderzoek met zich mee zou brengen absoluut niet opweegt tegen de kosten die hier tegenover staan. Een vervolgonderzoek word bijgevolg niet noodzakelijk geacht. Bijgevolg kan gesteld worden dat het onderzoek volledig is. 4
2.3. Aanwezigheid van een archeologische site Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek en landschappelijk booronderzoek wordt een archeologische site hoogst onwaarschijnlijk geacht binnen de grenzen van het plangebied. 2.4. Waardering van een archeologische site Doordat er geen archeologische vindplaatsen verwacht worden kan er bijgevolg geen waardering worden opgesteld. 2.5. Impactbepaling Wanneer de toekomstige ontwikkeling wordt bekeken vanuit de resultaten van het landschappelijk booronderzoek dan blijkt dat enkel ter plaatse van boring 2 een impact zal plaats grijpen binnen een archeologisch relevant niveau. Of binnen dit niveau resten voorkomen is niet vastgesteld, maar op basis van een kosten-baten analyse wordt een verder onderzoek niet noodzakelijk geacht. 2.6. Bepaling van maatregelen Op basis van het bureauonderzoek en de resultaten van het landschappelijk booronderzoek kwam naar voren dat er binnen vier boringen archeologisch relevante niveaus aanwezig zijn. Wanneer bij deze boringen word gekeken op welk niveau ze voorkomen, dan blijkt dat ze in drie gevallen dieper liggen dan de toekomstige ontwikkeling. Enkel in boring 2 zal het archeologisch relevante niveau geroerd worden. Doordat het een zeer beperkte oppervlakte betreft weegt de kenniswinst die deze zone zou kunnen opleveren niet op tegen de kosten voor verdere onderzoeken. Om deze reden wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd. Het staat uiteraard vrij om de intergemeentelijk archeoloog of de lokale heemkundige vereniging te betrekken tijdens de graafwerkzaamheden. 5