De kleur is wit, we vieren de instelling van de Maaltijd van de Heer. Om te weten welk Paasfeest Jezus vierde met zijn vrienden, horen we over de instelling van het Pesachfeest uit Exodus: opmaat tot opstanding en bevrijding uit slavernij door de sterke hand van de Heer. Uit het evangelie naar Johannes blijkt de manier waarop verzoening ten diepste plaatsvindt: Jezus neemt vrijwillig de gestalte van een dienstknecht aan en stelt zich voor zijn naasten beschikbaar door hun voeten te wassen. De voetwassing herinnert ons ook aan het water van de doop, waardoor we rein geworden zijn, beschikbaar voor Gods mensendienst. Een gegeven dat de aarde rond is laten we zien in een cirkel van wilgentenen. Misschien mogen we het deze avond ook wel zien als een tafel van samen. Twaalf open handen verbeeld door het groene blad zijn in afwachting van wat komen gaat omdat hun tafelheer zich buiten de kring begeeft, zijn handen vult met water van de reiniging en nodigt voor de zuivering Verlangen doet bewegen om te delen het graan geoogst de vrucht geperst. Visioen van vrede. - GEROEPEN OM TE VIEREN - Orgelspel Zingen: Psalm 91a:1, 2 en 3. Gemeente gaat staan, Groet V: De Heer zij met u allen. G: Zijn vrede zij met u. Bemoediging V: Onze hulp is in de Naam van de Eeuwige, G: die hemel en aarde gemaakt heeft, V: die trouw blijft tot in eeuwigheid, G: die het werk van zijn handen niet loslaat. Drempelgebed V: Wees ons genadig, God, wees ons nabij. Laat ons niet ontbreken op het feest dat U ons hebt bereid. G: Verzamel ons bij de uittocht van Jezus Messias en bekleed ons met het witte licht en de liefde van uw Zoon. Amen. De gemeente gaat zitten Kyriegebed Na elke gebedsintensie zingen we: Heer ontferm U. 3x Glorialied: Zingt van de Vader.
- DE SCHRIFTEN GELEZEN EN GEZONGEN - Gebed bij de opening van de Schriften Woorden bij de liturgische schikking Lezen: Exodus 12:1-11 Zingen: Vannacht zal het wonder gebeuren. Lezen: Joh.13:1-6. Cantory: Water van de reiniging. - DE MAALTIJD VAN DE HEER - Brood, wijn en druivensap worden binnengebracht. Lezen: Lucas 14:14-23 Zingen: Lied 386:1,2 en 3 Gebeden. Inzameling van de gaven Bereiden van de Tafel Nodiging V: De Heer zal bij u zijn. G: De Heer zal u bewaren. V: Verheft uw harten. G: Wij zijn met ons hart bij de Heer. V: Brengen wij dank aan de Heer, onze God. G: Hij is onze dankbaarheid waardig. Tafelgebed. Cantorij: Die naar menselijke gewoonte Die naar menselijke gewoonte Die naar menselijke gewoonte met een eigen naam genoemd werd toen hij in een ver verleden werd geboren, ver van hier die genoemd werd: Jesjoe, Jezus zoon van Jozef, zoon van David zoon van Jesse, zoon van Juda zoon van Jacob, zoon van Abram zoon van Adam, zoon van mensen die ook Zoon van God genoemd wordt, heiland, visioen van vrede, licht der wereld, weg ten leven, levend brood en ware wijnstok die, geliefd en onbegrepen, werd bewaard in taal en teken als een eeuwenoud geheim
als een wachtwoord doorgegeven als een vreemd vertrouwd verhaal die een naam in mijn geheugen die de stem van mijn geweten die mijn waarheid is geworden: hem gedenk ik hier en noem ik, als een dode die niet dood is, als een levende geliefde die gekozen heeft te leven voor de armsten van de armen help man, reisgenoot en broeder van de allerminste mensen die, ten dage dat hij rondging door de dorpen van zijn landstreek, mensen aantrok en bezielde, hen verzoende met elkaar die niet steil en ongenaakbaar, niet hooghartig, als een heerser, maar in knechtsgestalte leefde die zijn leven voor zijn vrienden prijsgaf, door een vriend verraden, die, getergd tot op het kruis, voor zijn vijand heeft gebeden, die, van God en mens verlaten, is gestorven als een slaaf vg. op de avond van zijn lijden heeft hij brood genomen, het gebroken en rondgedeeld met de woorden : dit is mijn lichaam voor u; hij nam ook de beker, deelde hem rond en zei dit is de beker van het nieuwe, altijddurende verbond, dit is mijn bloed dat voor u en voor velen vergoten wordt; die gezegd heeft: doe dit om mij te gedenken. die gestrooid is in de akker als het kleinste van de zaden, die daar wacht een lange winter in de stilte van de dood, die als graan geoogst zal worden die als brood gedeeld wil worden om in mensen mens te worden die, verborgen in zijn God, onze vrede is geworden, onze ziel tot rust gekomen, die ons groet van uit zijn verte die ons aankijkt van dichtbij als een kind, een vriend, een ander hem gedenk ik hier, hem noem ik en beveel hem bij je aan als je levende geliefde als de mens die naast je is. Vredegroet Vg: De vrede van Christus zij met u allen. Gem. Zijn vrede zij met u. Vg: Christus biedt ons zijn vrede aan. Zo zijn wij met God en met elkaar verbonden. Gem: Dat wij de vrede van Christus doorgeven aan elkaar.
Nodiging: De gemeente komt naar voren om de Maaltijd te vieren. Onder het delen van brood, wijn en druivensap zingen we afgewisseld door orgelspel: Brood- hier gedeeld Dankgebed - VERLATENHEID - Tijdens orgelspel wordt het antependium weggehaald en de tafel leeggeruimd Zingen: Lied 556: 1 en 5. Lezen: Lucas 22: 39-42. De cantorij zingt: Waarom, wanneer, uit welke luchtlaag. Waarom, wanneer, uit welke luchtlaag, uit hoe diep luchtledig werden wij zo onbestaanbaar onontkoombaar ik en jij kant en overkant, woord weerwoord tij en tegentij. Dag van vandaag: vervreemd hereigend zoekgeraakt hervonden wie zijn wij? Liefde ternauwernood te leven, ik en jij - Liefde is geen woord voor dit nu hier verterend vuur. Maar ooit, God weet uit welke aardlaag, uit hoe diep versteende moederschoot, zal Hij ons roepen en wij zullen nieuw en bloot staan in morgenlicht onstuitbaar vrij zo licht als Hij. Waarom, wanneer, uit welke luchtlaag, uit hoe diep luchtledig werden wij zo onbestaanbaar onontkoombaar ik en Gij kant en overkant, woord weerwoord tij en tegentij.
Dag van vandaag: vervreemd hereigend zoekgeraakt hervonden wie zijn wij? Leven ternauwernood te harden, ik en Gij. Leven is uw woord voor dit nu hier verterend vuur. Maar ooit, Gij weet uit welke aardlaag, uit hoe diep versteende moederschoot, zult Gij mij roepen ik zal blakend nieuw en bloot naast U staan in licht onstuitbaar vrij zo nieuw als Gij. We verlaten de kerk in stilte