EBA-richtsnoeren. inzake een. geavanceerde meetbenadering (GMB) Aanvullingen en wijzigingen (EBA/GL/2012/01)

Vergelijkbare documenten
Richtsnoeren. inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 EBA/GL/2017/13 05/12/2017

EBA-richtsnoeren. inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners EBA/GL/2012/5

EBA-richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4

Aanbevelingen tot wijziging van Aanbevelingen EBA/REC/2015/01

RICHTSNOEREN VOOR TESTS, DOORLICHTINGEN OF EXERCITIES DIE KUNNEN LEIDEN TOT STEUNMAATREGELEN EBA/GL/2014/ september 2014

Definitieve richtsnoeren

inzake kredietwaardigheidsbeoordeling

Richtsnoeren EBA/GL/2018/01 16/01/2018. Bijlage Circulaire NBB_2018_07

JC May Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

EBA-RICHTSNOEREN VOOR DE REEKS SCENARIO'S DIE MOETEN WORDEN GEBRUIKT IN HERSTELPLANNEN

Richtsnoeren. betreffende de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa. 27 juni 2014 EBA/GL/2014/03

RICHTSNOEREN INZAKE DE MINIMUMLIJST VAN DIENSTEN EN FACILITEITEN EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

EBA richtsnoeren inzake achterstallige betalingen en gedwongen verkoop

RICHTSNOEREN BETREFFENDE BEROEPSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING UIT HOOFDE VAN PSD2 EBA/GL/2017/08 12/09/2015. Richtsnoeren

RICHTSNOEREN INZAKE DE MINIMUMLIJST VAN DIENSTEN EN FACILITEITEN EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

Richtsnoeren. inzake het verzamelen van gegevens over grootverdieners EBA/GL/2014/07 16/07/2014

Richtsnoeren. ter specificatie van de voorwaarden voor de financiële steun binnen de groep uit hoofde van artikel 23 van Richtlijn 2014/59/EU

EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

Definitieve richtsnoeren

inzake paspoortmeldingen voor kredietbemiddelaars uit hoofde van de richtlijn inzake woningkredietovereenkomsten

EBA-richtsnoeren voor het toepasselijke notionele discontopercentage voor variabele beloning

Bijlage Circulaire NBB_2017_ juni 2014 EBA/GL/2014/04. Richtsnoeren

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

EBA/GL/2013/ Richtsnoeren

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen

EBA/GL/2014/ december Richtsnoeren

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen

Aanbeveling over de behandeling van entiteiten in het groepsherstelplan

Richtsnoeren inzake de methoden voor de bepaling van de marktaandelen met het oog op rapportage

Richtsnoeren MAR Uitstellen van de openbaarmaking van voorwetenschap

Definitieve richtsnoeren

inzake het beloningsbeleid en de beloningspraktijken in verband met de verkoop en verstrekking van retailbankproducten en -diensten

Richtsnoeren en aanbevelingen

EIOPA-17/651 4 oktober 2017

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

c) overeenkomstig de artikelen 260 tot en met 263 op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen of gemengde financiële holding die

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132,

Richtsnoeren inzake aanvullend vermogen

Richtsnoeren EBA/GL/2018/07. 4 december 2018

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Richtsnoeren inzake ondernemingsspecifieke parameters

Richtsnoeren. inzake producttoezicht- en -governanceregelingen voor retailbanken EBA/GL/2015/18 22/03/2016

Richtsnoeren betreffende de marginmaatregelen ter beperking van procyclische effecten voor centrale tegenpartijen van EMIR

Richtsnoeren en Aanbevelingen

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

Richtsnoeren voor de ondermodule rampenrisico in de ziektekostenverzekeringsbranche

Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s

Richtsnoeren voor het gebruik van de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI)

I. Samenvatting. 1 Redenen voor publicatie

RICHTSNOEREN INZAKE DE BENCHMARKEXERCITIE VOOR BELONINGEN EBA/GL/2014/08 16/07/2014. Richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen

2/6. 1 PB L 158 van , blz PB L 335 van , blz PB L 331 van , blz

Richtsnoeren voor de beoordeling van het eigen risico en de solvabiliteit

(Voor de EER relevante tekst)

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018;

Richtsnoeren inzake de ramingen van LGD die passend zijn voor een economische neergang ("LGD-raming bij economische neergang")

Risicomanagement functie verzekeraars onder Solvency II

Richtsnoeren inzake de minimumcriteria waaraan een bedrijfssaneringsplan moet voldoen

1 Brief met formeel verzoek tot goedkeuring

RICHTSNOEREN INZAKE LIMIETEN VOOR BLOOTSTELLINGEN MET BETREKKING TOT SCHADUWBANKENTITEITEN EBA/GL/2015/20 03/06/2016. Richtsnoeren

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Richtsnoeren Regels en procedures bij wanbetaling van deelnemers van CSD

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

EBA-richtsnoeren inzake Stressed Value At Risk (stressed-var) EBA/GL/2012/2

(Voor de EER relevante tekst) (2014/908/EU)

ECB-OPENBAAR. Aan: de leiding van belangrijke banken. Frankfurt am Main, 28 juli 2017

Praktijkhandreiking 1106 INTERNE ROULATIE BIJ NIET-OOB S Vastgesteld in de bestuursvergadering van 16 december Ingetrokken per dec '14

Risicomanagement functie verzekeraars onder Solvency II

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Praktische handleiding FSMA_2018_07 van 22/05/2018

BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS

Richtsnoeren bij de Verordening marktmisbruik (MAR)

Richtsnoeren inzake de tenuitvoerlegging van de langetermijngarantiemaatregelen

FSMA_2018_04 dd. 24/04/2018

10/01/2012 ESMA/2011/188

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

GUIDELINES ON NATIONAL PROVISIONAL LISTS OF THE MOST REPRESENTATIVE SERVICES EBA/GL/2015/ EBA-richtsnoeren

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Aanvraagformulier voor het gebruik van een interne modellenmethode voor de berekening van de solvabiliteitseisen voor het kredietrisico

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren. betreffende betalingsverplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2014/49/EU inzake de depositogarantiestelsels EBA/GL/2015/

Uniforme brief aan de kredietinstellingen en de beursvennootschappen

AANBEVELINGEN INZAKE DE UITBESTEDING VAN CLOUDDIENSTEN EBA/REC/2017/03 28/03/2018. Aanbevelingen. inzake uitbesteding aan aanbieders van clouddiensten

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN

EIOPACP 13/09 NL. Richtsnoeren voor de prospectieve beoordeling van de eigen risico's (op basis van de ORSAprincipes)

(Voor de EER relevante tekst)

Clausules betreffende de verwerking van persoonsgegevens

(Voor de EER relevante tekst)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Transcriptie:

EBA-richtsnoeren inzake een geavanceerde meetbenadering (GMB) Aanvullingen en wijzigingen (EBA/GL/2012/01) Londen, 6 januari 2012

EBA-richtsnoeren inzake de geavanceerde meetbenadering (GMB) Aanvullingen en wijzigingen (EBA/GL/2012/01) Status van de richtsnoeren 1. Dit document bevat richtsnoeren zoals bedoeld in artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (hierna "de EBA-verordening" genoemd). Op grond van artikel 16, lid 3, van de EBA-verordening moeten de bevoegde autoriteiten en financiële instellingen zich tot het uiterste inspannen om aan de richtsnoeren te voldoen. 2. Richtsnoeren geven uiting aan de visie van EBA op adequate toezichtpraktijken binnen het Europees Systeem van financieel toezicht c.q. op de wijze waarop het recht van de Unie op een bepaald gebied toegepast zou moeten worden. EBA verwacht dan ook (tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven) van alle bevoegde autoriteiten en deelnemers op de financiële markt op wie de richtsnoeren van toepassing zijn, dat zij deze in acht nemen. Bevoegde autoriteiten voor wie de richtsnoeren gelden, dienen hieraan te voldoen door ze in hun toezichtpraktijken te integreren (bijv. door hun juridisch kader en/of hun sturende of regulerende processen aan te passen), ook indien bepaalde richtsnoeren in het document primair voor instellingen zijn bedoeld. Kennisgevingsverplichtingen 3. Bevoegde autoriteiten moeten EBA uiterlijk 6 maart 2012 in kennis stellen van het feit of zij aan de richtsnoeren voldoen of voornemens zijn daaraan te voldoen dan wel van de redenen waarom zij die richtsnoeren niet opvolgen. Kennisgevingen dienen te geschieden door het formulier bedoeld in onderdeel V van dit document op te sturen naar compliance@eba.europa.eu. Kennisgevingen aan EBA worden ingediend door personen die daartoe door hun bevoegde autoriteit geautoriseerd zijn. Let wel dat andere communicatiemethoden om de naleving van de richtsnoeren te bevestigen, zoals het sturen van de kennisgeving naar een ander dan het genoemde e- mailadres of middels een e-mail waaraan niet het voorgeschreven formulier is bijgevoegd, niet als geldige kennisgevingen worden geaccepteerd. 4. De kennisgeving door de bevoegde autoriteiten zoals beschreven in punt 3 wordt overeenkomstig artikel 16 van de EBA-verordening op de website van EBA bekendgemaakt.

In de navolgende tekst worden incidenteel nadere toelichtingen op specifieke aspecten van de richtsnoeren gegeven, hetzij in de vorm van voorbeelden hetzij door de grondgedachte achter een bepaling te verduidelijken. In dergelijke gevallen is die toelichting in een tekstkader weergegeven. Inhoudsopgave Titel I Onderwerp en toepassingsgebied... 5 Onderwerp... 5 Toepassingsgebied en toepassingsniveau... 5 Titel II- Vereisten voor aanvullingen en wijzigingen op een GMB... 5 GMB-wijzigingsbeleid... 5 Categorieën van wijzigingen op het GMB op basis van hun relevantie... 6 Overlegging van het GMB-wijzigingsbeleid... 6 Toezichtprocedures voor aanvullingen en significante wijzigingen... 7 Toezichtprocedures voor grote wijzigingen... 8 Toezichtprocedures voor kleine wijzigingen... 8 Titel III- Slotbepalingen en tenuitvoerlegging... 8 Overgangsbepalingen... 8 Datum van toepassing... 9 Bijlage 1 Criteria voor de classificatie van aanvullingen en significante, grote en kleine wijzigingen... 10 A) Aanvullingen op het GMB-kader... 10 B) Significante wijzigingen op een GMB... 11 C) Grote wijzigingen op een GMB... 11 D) Kleine wijzigingen op een GMB... 12

Titel I Onderwerp en toepassingsgebied Artikel 1 Onderwerp Deze richtsnoeren zijn bedoeld voor een harmonisatie van de methoden en procedures ten behoeve van de interne gang van zaken van instellingen en het toezicht op aanvullingen en wijzigingen op de geavanceerde meetbenaderingen (hierna "GMB" genoemd) die worden gebruikt voor het vaststellen van de wettelijk verplichte kapitaaldekking voor operationele risico's. Artikel 2 Toepassingsgebied en toepassingsniveau De onderhavige richtsnoeren gelden voor bevoegde autoriteiten en instellingen die een GMB gebruiken om de kapitaalvereisten voor operationele risico's te berekenen alsmede, indien een GMB op gecentraliseerde basis wordt gebruikt, op de kredietinstelling of financiële houdstermaatschappij die in de EU als moedermaatschappij fungeert. Titel II- Vereisten voor aanvullingen en wijzigingen op een GMB Artikel 3 GMB-wijzigingsbeleid 1. Een instelling moet op het juiste hiërarchische niveau een intern beleid inzake aanvullingen en wijzigingen op een GMB (hierna "het GMBwijzigingsbeleid" genoemd) goedkeuren en ten uitvoer leggen. Dit houdt ook procedures en verantwoordelijkheden in voor het intern goedkeuren van aanvullingen en wijzigingen op een GMB, waarbij de organisatorische kenmerken en specifieke GMB-eigenschappen in aanmerking worden genomen. 2. In het GMB-wijzigingsbeleid moet de instelling haar beginselen en procedures voor het classificeren en verwerken van geplande aanvullingen en wijzigingen op een GMB documenteren. Dit omvat onder andere adequate criteria voor het classificeren van eventuele wijzigingen evenals de interne processen en verantwoordelijkheden voor het ten uitvoer leggen en documenteren van aanvullingen en wijzigingen op een GMB. 3. De classificatie van geplande aanvullingen en wijzigingen op een GMB vindt plaats aan de hand van de vier categorieën die hierna worden beschreven (zie artikel 4). De basiscriteria voor het classificeren van geplande aanvullingen en wijzigingen op een GMB worden nader uitgewerkt in de bijlage bij deze richtsnoeren. Niettemin mogen instellingen in hun GMB-wijzigingsbeleid uitsluitend de criteria opnemen die van toepassing zijn op hun specifieke GMB en moeten zij, rekening

houdend met de specifieke kenmerken van hun GMB, ook andere criteria ontwikkelen dan de criteria die in genoemde bijlage worden beschreven. 4. Daarnaast voorziet het GMB-wijzigingsbeleid in een interne of externe onafhankelijke evaluatie van geplande aanvullingen of significante wijzigingen. 5. De instelling herbeoordeelt naar aanleiding van eventuele veranderingen binnen haar interne bestuur dan wel het GMB-kader het wijzigingsbeleid en past dit zo nodig aan. 6. Het GMB-wijzigingsbeleid en de toepassing ervan worden periodiek aan een onafhankelijke beoordeling onderworpen. Artikel 4 Categorieën van wijzigingen op het GMB op basis van hun relevantie 1. Op het GMB-wijzigingsbeleid zijn de volgende categorieën aanvullingen en wijzigingen van toepassing: a. aanvullingen; b. significante wijzigingen; c. grote wijzigingen; en d. kleine wijzigingen. 2. Het classificeren van een voorgenomen wijziging is geen geïsoleerde handeling. Er moet rekening worden gehouden met andere wijzigingen die reeds eerder doorgevoerd zijn, met wijzigingen die bedoeld zijn om tegelijkertijd toegepast te worden c.q. met wijzigingen die voor de toekomst gepland zijn. 3. De categorieën en, voor zover van toepassing op elke instelling, de criteria voor classificatie van de verschillende soorten wijzigingen zoals die in lid 1 zijn genoemd, worden in het interne GMB-wijzigingsbeleid geïntegreerd. De instelling voegt in overeenstemming met de kenmerken van het interne bestuur en het GMB-kader van de betreffende instelling aanvullende details aan het GMB-wijzigingsbeleid toe. 4. In gevallen waarin er sprake is van een verschil tussen de classificatie van een wijziging op basis van het feitelijke kwantitatieve effect op het wettelijk aan te houden eigen vermogen en de classificatie van diezelfde wijziging op basis van kwalitatieve criteria, moeten instellingen de wijziging classificeren in de hogere relevante categorie. 5. Ongeacht de criteria die voorzien zijn in het GMB-wijzigingsbeleid van een instelling voor het classificeren van eventuele wijzigingen, hebben de bevoegde autoriteiten het recht om de relevantie van een concrete GMBwijziging te veranderen en daarop de toezichtprocedures op grond van deze richtsnoeren toe te passen. Artikel 5 Overlegging van het GMB-wijzigingsbeleid

1. De instelling of, indien een GMB op een gecentraliseerde basis wordt gebruikt, de kredietinstelling of financiële houdstermaatschappij die in de EU als moedermaatschappij fungeert, dient haar GMB-wijzigingsbeleid en alle daaropvolgende aanpassingen bij de bevoegde autoriteit in. 2. Instellingen die een aanvraag voor het gebruik van een GMB indienen, moeten als onderdeel van de vereiste documentatie ook het GMBwijzigingsbeleid aan de bevoegde autoriteiten overleggen. Artikel 6 Toezichtprocedures voor aanvullingen en significante wijzigingen 1. Voor de tenuitvoerlegging van aanvullingen en significante wijzigingen op de GMB zoals gedefinieerd in overeenstemming met de criteria in de hoofdstukken A en B van de bijlage, is de uitdrukkelijke goedkeuring van de bevoegde autoriteiten vereist. De geldende procedure voor het verkrijgen van de goedkeuring van de toezichthouders is beschreven in de bepalingen van de Richtsnoeren inzake modelcertificering van het CEBT. Deze zullen waar nodig worden toegepast. Toelichting: De Richtsnoeren inzake modelcertificering van het CEBT (Comité van Europese Bankentoezichthouders) die op 4 april 2006 zijn gepubliceerd, zijn toegankelijk op de website van EBA onder "Publications". Voor de beoordeling van modelwijzigingen zijn met name de onderdelen van de Richtsnoeren inzake modelcertificering van bijzonder belang die betrekking hebben op de procedures voor "home-host"-samenwerking, de bijbehorende goedkeuring en de processen na de goedkeuring (deel 2). 2. Een instelling die voornemens is om een GMB aan te vullen of significant te wijzigen, moet daartoe ruim voor de geplande tenuitvoerlegging een aanvraag bij de bevoegde autoriteit indienen. In dat verband wordt de benodigde documentatie overgelegd om te kunnen beoordelen of de aangevulde of gewijzigde GMB nog steeds aan de wettelijke eisen voldoet. Die documentatie bevat minstens de volgende informatie: a. een beschrijving van de aanvulling of de significante wijziging; b. de motivering en doelstelling en de verwachte effecten op het wettelijk verplichte eigen GMB-vermogen; en c. het verslag van de onafhankelijke evaluatie van de geplande aanvulling of significante wijziging. 3. Na ontvangst van de volledige aanvraag beoordeelt de bevoegde autoriteit de voorgestelde aanvulling dan wel de significante wijziging waarbij het van toepassing zijnde goedkeuringsproces in gang wordt gezet. Daarna zal worden besloten of de betreffende instelling toestemming krijgt om het GMB-kader aan te vullen en/of significant te wijzigen. 4. De goedkeuring van een aanvulling of significante wijziging door een instelling kan gebonden zijn aan bepaalde aanvullende voorwaarden (bijv. de voorwaarde dat de instelling het oude en het nieuwe GMB-kader parallel toepast) of kan vergezeld gaan van aanbevelingen ter verbetering van de aangevulde en/of significant gewijzigde onderdelen van de GMB.

De bevoegde autoriteiten moeten hun redenen voor deze voorwaarden en/of aanbevelingen motiveren. Artikel 7 Toezichtprocedures voor grote wijzigingen 1. Een instelling moet de bevoegde autoriteit ruim voor de geplande tenuitvoerlegging in kennis stellen van grote wijzigingen op een GMB (in overeenstemming met hoofdstuk C in de bijlage). De instelling overlegt daartoe de noodzakelijke documentatie, met inbegrip van een beschrijving, de motivering en de doelstelling van de wijziging en de effecten op het wettelijk verplichte eigen GMB-vermogen. 2. De bevoegde autoriteit evalueert de GMB-wijziging en stelt de instelling op de hoogte van eventuele bezwaren. Bezwaren kunnen tevens de vorm aannemen van aanbevolen of verplichte corrigerende acties, adviezen voor een mogelijke verbetering van de nieuwe/gewijzigde onderdelen of andere specifieke verzoeken (bijv. de voorwaarde dat de instelling het oude en het nieuwe GMB-kader parallel toepast) met de bijbehorende motivatie. 3. De instelling mag de wijziging met het oog op de geldende voorschriften uitsluitend toepassen na daartoe goedkeuring van de bevoegde autoriteiten te hebben verkregen. 4. Indien de bevoegde autoriteit de aangevraagde wijziging als een aanvulling of een significante wijziging classificeert, wordt de betreffende instelling daarvan in kennis gesteld en wordt een nieuwe, separate aanvraag- en goedkeuringsprocedure uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 6. Artikel 8 Toezichtprocedures voor kleine wijzigingen 1. Kleine wijzigingen van de GMB moeten ook deel uitmaken van het GMBwijzigingsbeleid en moeten adequaat gedocumenteerd zijn. 2. De bevoegde autoriteiten leggen een GMB-instelling de verplichting op om minimaal op jaarbasis kleine wijzigingen te rapporteren. De desbetreffende wijzigingen kunnen in het kader van andere GMBevaluaties beoordeeld worden en hoeven dus niet specifiek op de evaluatie van dergelijke kleine wijzigingen gericht te zijn. Titel III- Slotbepalingen en tenuitvoerlegging Artikel 9 Overgangsbepalingen Instellingen die uiterlijk 31 december 2011 een GMB-goedkeuring hebben ontvangen dan wel uiterlijk 30 juni 2012 een GMB-aanvraag hebben

ingediend, moeten het bijbehorende GMB-wijzigingsbeleid uiterlijk 30 juni 2012 aan de relevante bevoegde autoriteit overleggen. Artikel 10 Datum van toepassing Bevoegde EU-autoriteiten moeten deze richtsnoeren ten uitvoer leggen door ze uiterlijk op 6 maart 2012 in hun toezichtprocedures te integreren. Daarna zorgen de bevoegde autoriteiten ervoor dat de instellingen de richtsnoeren op effectieve wijze naleven. Binnen hun nationale regelgeving verstrekken de autoriteiten informatie over de wijze waarop de instellingen de aanvullingen en wijzigingen op de GMB aan de bevoegde autoriteiten kenbaar kunnen maken en over de manier waarop die autoriteiten hun besluit aan de betreffende instellingen communiceren.

Bijlage 1 Criteria voor de classificatie van aanvullingen en significante, grote en kleine wijzigingen Deze bijlage bevat een niet-uitputtend overzicht van zaken die als aanvullingen dan wel als significante, grote of kleine wijzigingen ingedeeld worden. Dit overzicht fungeert als leidraad om wijzigingen op basis van hun relevantie te kunnen classificeren. A) Aanvullingen op het GMB-kader 1. Aanvullingen op het meetsysteem zijn: a. een eerste verlaging van het verplichte GMB-dekkingskapitaal door de verwachte verliescompensatie; b. een eerste introductie van technieken om operationele risico's te beperken (bijv. verzekerings- of andere risicooverdrachtsmechanismen); c. een eerste introductie van diversificatievoordelen; en d. een eerste introductie van een toewijzingsmechanisme op groepsniveau. 2. De volgende soorten aanvullingen of wijzigingen op het toepassingsgebied van de GMB worden slechts als aanvullingen op het GMB-kader aangemerkt indien zij van significante invloed zijn op het risicoprofiel van de instelling: Toelichting: Bij het berekenen van de kapitaaldekking met het oog op de operationele risico's moeten instellingen rekening houden met fusies en overnames en met veranderingen in de interne bedrijfsstructuur. Dit kan ook van invloed zijn op het toepassingsgebied van een GMB. Indien dergelijke aanvullingen of wijzigingen slechts een verwaarloosbaar effect op het risicoprofiel hebben, is het instellingen toegestaan om dergelijke wijzigingen zonder een voorafgaand goedkeuringsproces toe te passen en kunnen die wijzigingen ingedeeld worden in de categorie grote en/of kleine wijzigingen. a. aanvullingen op onderdelen van de instelling die nog niet onder de goedkeuring vallen, indien zij geen deel uitmaken van het invoeringsplan dat samen met de aanvraag voor het gebruik van de GMB is ingediend; en b. variaties op een tot dusver toegepast partieel gebruik met betrekking tot afzonderlijke locaties, juridische eenheden of bedrijfsonderdelen, indien zij geen deel uitmaken van het invoeringsplan dat samen met de aanvraag voor het gebruik van de GMB is ingediend.

B) Significante wijzigingen op een GMB Tot de significante wijzigingen op een GMB behoren: a. fundamentele veranderingen in de structuur en de kenmerken van de dataset voor berekeningen (bijv. bij het eerste gebruik van nieuwe externe gegevensbronnen of bij een overstap van geïntegreerde externe gegevensbronnen op andere gegevensbronnen); b. fundamentele veranderingen van het meetsysteem als gevolg van een wijziging van de onderliggende uitgangspunten of methoden (bijv. een overstap van een benadering die overwegend op data is gebaseerd op een model op basis van scenario's en vice versa, veranderingen in de criteria voor het gebruik of de weging van de vier elementen en veranderingen in de veronderstellingen ten aanzien van de distributie/de procedure voor het ramen van parameters), of belangrijke veranderingen in de groepsstructuur (bijv. het afstoten van belangrijke bedrijfsonderdelen, met inbegrip van dochterondernemingen); c. veranderingen in de uitgangspunten van en de bepalende factoren voor het toewijzingsmechanisme; en d. fundamentele veranderingen in de organisatie- en operationele structuur van de beheerfunctie voor operationele risico's, met name indien die veranderingen van invloed zijn op hun onafhankelijkheid (bijv. maatregelen die tot belangenverstrengelingen leiden of die de beschikbaarheid van hulpmiddelen beperken). C) Grote wijzigingen op een GMB Tot de grote wijzigingen op een GMB behoren: a. veranderingen in de interne procedures van de instelling voor het verzamelen van interne verliesdata en veranderingen in het uitvoeren van scenarioanalyses en in het afbakenen van de bedrijfsomgeving en interne controlefactoren; b. veranderingen in het meetsysteem als gevolg van een aanpassing van de uitgangspunten of methoden of door veranderingen in de groepsstructuur (bijv. wijzigingen van de referentiedata en/of de observatieperiode voor het samenstellen van de datareeks voor de berekeningen, wijzigingen van de criteria/technieken voor het vaststellen van de minimis- en/of de body-taildrempels voor de modellen, wijzigingen van het detailniveau van het model, veranderingen in de criteria/technieken voor het vaststellen van de verwachte eerder goedgekeurde verliezen of in de risicobeperkingstechnieken en vastgestelde correlaties); Toelichting: De de minimis-drempel voor modellen geeft het niveau van de verliezen aan waarboven het model aan de data wordt aangepast; de bodytaildrempel geeft aan op welk verliesniveau het body-gebied van het tail-gebied wordt onderscheiden, voor deze gebieden worden doorgaans verschillende methoden gebruikt.

c. een relevante overschakeling op andere IT-systemen voor het GMB-kader of op andere databeheer- of rapportageprocedures; d. veranderingen in de uitgangspunten en methoden die de instelling gebruikt voor het intern valideren en evalueren van het GMBkader; en e. veranderingen die tot een aanzienlijke wijziging in de kapitaaldekking voor operationele risico's leiden. De wijziging wordt berekend aan de hand van een vergelijking tussen het kapitaalpercentage dat uit de toepassing van het feitelijke GMBmodel resulteert en het kapitaalpercentage als gevolg van het voorgestelde model na de veranderingen. Indien de GMB op een gecentraliseerde basis wordt toegepast, hoeft de wijziging uitsluitend op groepsniveau te worden vastgesteld. De bevoegde autoriteiten kunnen een drempel bepalen om te definiëren welk percentage als een aanzienlijke wijziging wordt aangemerkt. D) Kleine wijzigingen op een GMB Alle wijzigingen die niet voldoen aan de criteria zoals gedefinieerd in het GMB-wijzigingsbeleid van de instelling in een van bovenstaande categorieën (A-C) en die ook niet in een van deze drie categorieën ingedeeld kunnen worden wanneer zij in samenhang met andere wijzigingen worden beoordeeld, worden op grond van punt 4.3 van de onderhavige richtsnoeren als kleine wijzigingen op de GMB aangemerkt.