Orientatiecomité 23.05.2013 Comité d Orientation EN 1090 : Uitvoeringsklassen 9 / 12 / 2013 Nazareth 10 / 12 / 2013 Lummen
Uitvoeringsklassen Indeling van de werken in functie van moeilijkheid, risico, 4 klassen : EXC1 tot EXC4 Belangrijk voor het bepalen van de (uitvoerings)technische vereisten van de constructie Op relatief korte termijn wijzigingen in de bepaling van de EXC voor staal, maar impact in de praktijk eerder beperkt : Nu nog onderdeel van EN 1090-2 (bijlage B) Wordt onderdeel van EN 1990 + EN 1993 ( = Eurocodes) Belangrijkste : geen EXC4 meer in de standaardtabellen 2
Uitvoeringsklassen - staal Gebouwtypes Agrarische gebouwen of gewoonlijk niet-bezette gebouwen Eengezinswoningen of gebouwen < 2 niveaus en < 100 m² in totaal Gebouwen waarbij de gevolgen van de instorting middelmatig zijn en welke niet behoren tot de andere categorieën, met een maximale gelijktijdige bezetting < 500 personen Gebouwen waarbij de gevolgen van de instorting belangrijk zijn (school, vergaderzaal, cultureel centrum, handelscentrum), met in totaal < 15 niveaus en een maximale gelijktijdige bezetting < 5000 personen Gebouwen waarbij de gevolgen van de instorting belangrijk zijn (school, vergaderzaal, cultureel centrum, ) > 15 niveaus Gebouwen waarbij de gevolgen van gebreken zeer belangrijk zouden zijn met een maximale gelijktijdige bezetting > 5000 personen (bijv. concertzalen, tribunes) Gebouwen waarin zich gevaarlijke stoffen of producten bevinden Elektriciteitscentrales, ziekenhuizen, kazernes, en andere gebouwen van vitaal belang voor de burgerbescherming EN 1990 (tabel B.1) CC1 CC2 CC2 CC2 CC2 CC3 CC3 CC3 Reliability Class (RC) or Consequences Class (CC) Type of loading Static, quasi-static or seismic DCL a Fatigue b or seismic DCM or DCH a RC3 or CC3 EXC3 c EXC3 c RC2 or CC2 EXC2 EXC3 RC1 or CC1 EXC1 EXC2 a Seismic ductility classes are defined in 1998-1: Low = DCL; Medium = DCM; High = DCH b See EN 1993-1-9 c EXC4 may be specified for structures with extreme consequences of structural failure 3
Uitvoeringsklassen - staal Types van bruggen (of brugelementen) en soortgelijke kunstwerken (voet- en fietsbruggen, viaducten, tunnels enz.) secundaire elementen, volgens de definitie van A1.1(1) voet- en fietsbrug over een waterweg in de andere categorieën niet opgenomen constructie - wegverkeersbrug op een belangrijke reisweg (meer dan 50.000 voertuigen per dag (ADT: gemiddelde dagintensiteit)), waarbij de snelle vervanging problematisch is door de aard van de constructie of door zijn ligging, zoals onder andere overspanning(en) groter dan 30 m bereikbaarheid voor de vervanging gehinderd door de aanwezigheid van een andere infrastructuur - spoorbrug op een belangrijke spoorlijn (hoge snelheidslijn of andere lijn bepaald door de autoriteit bevoegd voor de spoorinfrastructuur (**)) - kanaalbrug (van een bevaarbare waterweg over een hindernis) (**) Zie de website van Infrabel (//www.infrabel.be) EN 1990 (tabel B.1) CC1 CC2 CC2 CC3 Reliability Class (RC) or Consequences Class (CC) Type of loading Static, quasi-static or seismic DCL a Fatigue b or seismic DCM or DCH a RC3 or CC3 EXC3 c EXC3 c RC2 or CC2 EXC2 EXC3 RC1 or CC1 EXC1 EXC2 a Seismic ductility classes are defined in 1998-1: Low = DCL; Medium = DCM; High = DCH b See EN 1993-1-9 c EXC4 may be specified for structures with extreme consequences of structural failure 4
Uitvoeringsklassen - staal Types van industriële constructies (industriële gebouwen en andere constructies zoals silo s, tanken, torens enz.) of van elementen industriële constructie met 1 enkel niveau en < 100 m², secundaire elementen van andere constructies, volgens de definitie van A1.1(1) industriële constructie met "gewoon risico" (werk- of stapelplaats van klasse A of B, volgens de definitie van het Koninklijk Besluit Basisnormen Brandpreventie (***)) industriële constructie met "hoog risico" (klasse C van het KB Basisnormen Brandpreventie (***)) elektriciteitscentrales (kerncentrales of andere), constructies die onder de Seveso-richtlijn vallen (****) EN 1990 (tabel B.1) (*) CC1 CC2 CC3 CC3 (*) Voor de stalen constructies die vallen onder de EN 1993-3-1 torens en masten, de EN 1993-3-2 schoorstenen, de EN 1993-4-1 silo s en de EN 1993-4-2 opslagtanks zijn de gevolgklassen in deze normen en in hun ANB vastgesteld. Voor de andere industriële constructies stellen de EN s geen gevolgklassen vast en is deze tabel dus van toepassing. Het gaat met name om de EN 1992-3 [betonnen] constructies voor keren en opslaan van stoffen, de EN 1993-4-3 [stalen] buisleidingen, de EN 1993-5 [stalen] palen en damwanden en de EN 1993-6 [stalen] kraanbanen. (***) Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, en de Koninklijke Besluiten tot wijziging ervan. (****) Richtlijn 96/82/EG en de wijzigingsrichtlijnen ervan (zoals 2003/105/EG). De Richtlijn werd in België omgezet in een Samenwerkingsakkoord (21 juni 1999, gewijzigd op 1 juni 2006) dat op federaal vlak door een wet is bevestigd (wet van 22 mei 2001, gewijzigd door de wet van 2 maart 2007). Zie website www.seveso.be Reliability Class (RC) or Consequences Class (CC) Type of loading Static, quasi-static or seismic DCL a Fatigue b or seismic DCM or DCH a RC3 or CC3 EXC3 c EXC3 c RC2 or CC2 EXC2 EXC3 RC1 or CC1 EXC1 EXC2 a Seismic ductility classes are defined in 1998-1: Low = DCL; Medium = DCM; High = DCH b See EN 1993-1-9 c EXC4 may be specified for structures with extreme consequences of structural failure 5
Uitvoeringsklassen - aluminium 6
Uitvoeringsklassen Te bepalen door opdrachtgever/ontwerper Default EXC2 7
EN 1090 Bijna voor alle bewerkingen (oplopende) eisen in functie van (oplopende) EXC Zeer veel belang voor : Lassen (lassers en lascoördinatie) van staal Eisen aan traceerbaarheid van basismaterialen bij stalen constructies Niet voor : Oppervlaktebehandeling (van staal)! Materiaalcertificaten (van stalen basisproducten) 8
Bijlage A.3 van EN 1090-2 Lijst van technische aspecten waar er een verschil is tussen de specificaties i.f.v. de uitvoeringsklasse Nummer van het hoofdstuk EN 1090-2 Verkorte omschrijving van de eisen i.f.v. de uitvoeringsklasse 9
EN 1090 : Aspecten m.b.t. oppervlaktebehandeling van staal Orientatiecomité 23.05.2013 Comité d Orientation 9 / 12 / 2013 Nazareth 10 / 12 / 2013 Lummen
Overzicht 1. EN 1090-2 : algemene principes 2. Voorbehandeling van oppervlakken 3. Corrosiebescherming 4. Hoe kaderen in een FPC-systeem 11
EN 1090 ALGEMENE PRINCIPES
EN 1090 Momenteel vaak klemtoon enkel op : Lassen Basismaterialen Maar alle «andere» aspecten zijn ook belangrijk : Voorbewerken (snijden, gaten maken, ) Vormen Samenstellen (Opslag en verhandelen / Montage) Beproeven Oppervlaktebehandeling 13
Corrosiebescherming in EN 1090-2 Bepalingen hoofdzakelijk in Hoofdstuk 10 van EN 1090-2 Bijlage F van EN 1090-2 Concrete specificaties voor voorbewerking Bijna geen concrete specificaties voor corrosiebescherming zelf: Verwijzing naar de specifieke normen voor uitvoering Keuze systeem (in functie omgeving,...) wordt open gelaten voor ontwerper 14
EN 1090 VOORBEHANDELING VAN OPPERVLAKKEN
Oppervlaktevoorbewerking Voor geverfde en metaalgespoten oppervlakken: Reinheidsgraad volgens EN ISO 12944-4 en EN ISO 8501 (Sa 2 ½ - Sa 3) Oppervlakteruwheid volgens EN ISO 8503-1/2 Graad van voorbewerking (P1 - P2 - P3) volgens EN ISO 8501-3 Voor verzinken : EN ISO 8501 EN ISO 1461 Ontvetten, spoelen, beitsen, spoelen, fluxen, drogen 16
Definitie: de verwachte levensduur van een beschermend (verf)systeem voor het eerste grote (schilder)onderhoud geen garantietijd Verf : EN ISO 12944 beschouwt 3 duurzaamheidgebieden: laag: 2 tot 5 jaar middel: 5 tot 15 jaar hoog: > 15 jaar Verzinken : Intro : Duurzaamheidgebieden 17
Water en bodem Atmosferisch C1 Intro : Corrosiebelastingcategorieën Zeer laag Verwarmde gebouwen: kantoren, winkels, scholen, hotels C2 Laag C3 Gematigd C4 Hoog C5-I Zeer hoog - industrie C5-M Zeer hoog - maritiem LM1 LM2 LM3 Landelijke gebieden (atmosfeer met zeer laag vervuilingniveau) Onverwarmde gebouwen met mogelijke condensatie: opslagplaatsen, sporthallen Stedelijke en industriële gebieden met gematigde vervuiling Productiehallen met hoge luchtvochtigheid en enige vervuiling: wasserijen, brouwerijen, voedselverwerkende industrie Industriële gebieden en kustgebieden met gematigd zoutgehalte Chemische fabrieken, zwembaden, havens Industriële gebieden met hoge vochtigheid en agressieve atmosfeer Gebouwen of gebieden met een bijna permanente condensatie of vervuiling Kust en gerelateerde gebieden met hoog zoutgehalte Gebouwen of gebieden met een bijna permanente condensatie of vervuiling Zoet water Vb : Rivier- en kanaalinstallaties Zeewater brak water Vb : Constructies in haven-gebieden: sluisdeuren, dammen, pieren Bodem Vb : Ondergrondse opslag-tanks, stalen pijlers, stalen leidingen 18
EN 1090-2 Voorbewerking van het staaloppervlak (voor verfsystemen) Duurzaamheid Categorie Graad van voorbewerking > 15 jaar (hoog) Van 5 tot 15 jaar (gemiddeld) < 5 jaar (laag) C1/C2 Boven C2 C1 tot C3 Boven C3 C1 tot C4 C5 - Im P1 P2 P1 P2 P1 P2 ISO 8501-3 19
ISO 8501-3 20
ISO 8501-3 21
ISO 8501-3 22
Voorbehandeling - opmerkingen P3 : Komt standaard niet voor Kan echter wel gespecifieerd worden : opletten in lastenboeken! 23
Reinheidsgraad EN ISO 8501 Sa 2½ Sa 3 24
EN 1090 CORROSIEBESCHERMING
Voorschriften EN 1090-2 Bijlage F Prestatiespecificatie Verwachte levensduur (duurzaamheid) Corrosiebelastingcategorie Eventueel met voorkeur voor verf, thermisch spuiten of thermisch verzinken Technische oplossing i.f.v. deze specificaties volgens : EN ISO 12944 EN ISO 14713 / EN ISO 1461 26
Voorbeeld : EN ISO 14713-1 27
EN ISO 12944 deel 1 t.e.m. 8 Verven en vernissen Corrosiebescherming van metaalconstructies door beschermende verfsystemen Deel 1: Algemene informatie (ISO 12944-1:1998) Deel 2: Indeling van de omgevingsomstandigheden (ISO 12944-2:1998) Deel 3: Basisregels voor het ontwerp (ISO 12944-3:1998) Deel 4: Soorten oppervlakken en behandeling van de oppervlakken (ISO 12944-4:1998) Deel 5: Beschermende verfsystemen (ISO 12944-5:2007) Deel 6: Laboratoriumbeproevingen voor de bepaling van de prestatie (ISO 12944-6:1998) Deel 7: Uitvoering van en toezicht op schilderwerk (ISO 12944-7:1998) Deel 8: Ontwikkeling van specificaties voor nieuw werk en onderhoud (ISO 12944-8:1998) 28
Overzichtstabel (VOM Infosteel Zinkinfo) 29
Enkele bijzondere aandachtspunten Wat met poedercoaten? Uitvoering : Verschil in kleurtint per verflaag Voorzetten (stripe-coating) vanaf categorie C3 en duurzaamheid gemiddeld Verbindingen Specifieke eisen voor wrijvingsoppervlakken bij schuifvaste verbindingen Specifieke eisen bij voorgespannen verbindingen 30
Voorbeeld 31
Bijlage F keuring en controle Volgens kwaliteitsplan en uitvoeringsspecificatie Routinecontroles Reinheidsgraad en oppervlakteruwheid (vooraf) Laagdiktemetingen Visuele keuring volgens EN ISO 12944-7 Referentievlakken Volgens EN ISO 12944-7 Verplicht te specificiëren vanaf C3 en LM (tenzij anders gespecificeerd) Verzinken : Standaard : keuring i.f.v. LMAC Op te geven welke onderdelen niet NDO : te specifiëren 32
HOE KADEREN IN EEN FPC-SYSTEEM
CE-markering (ter herinnering) CE-markering voor de stalen constructie-delen die op de markt worden gebracht vanaf 1/7/2014 (conform EN 1090-1) Vereiste voor aanbrengen CE-markering = gecertificeerd FPC-systeem CE-markering door de fabrikant van het stalen constructie-onderdeel staalconstructeur 34
2 gevallen : Concreet voor corrosiebescherming Staalbouwer heeft zelf een unit voor oppervlaktebehandeling/corrosiebescherming Staalbouwer laat voorbehandeling en/of corrosiebescherming uitvoeren bij een derde EN 1090 heeft eigenlijk niet veel rekening gehouden met het bestaan van deze 2 gevallen 35
Concreet voor corrosiebescherming Geval 1 (alles in eigen atelier) : Eenvoudig principe : de staalbouwer neemt in zijn FPC-systeem een deel op over de corrosiebescherming Staalconstructeur levert een CE-markering af inclusief prestaties van de corrosiebescherming 36
Concreet voor corrosiebescherming Geval 2 (werk in onderaanneming) : In theorie : de staalbouwer neemt in zijn FPC-systeem een deel op over de corrosiebescherming door al zijn onderaannemers In de praktijk : Moeilijk voor de staalbouwer om effectief controle te doen bij alle onderaannemers (om het FPC up-to-date te houden) Moeilijk voor onderaannemer : krijgt te maken met eisen uit 100- en FPC s van staalconstructeurs De staalconstructeur levert een CE-markering af inclusief prestaties van de corrosiebescherming 37
Concreet voor corrosiebescherming Moeilijkheden reden om EN 1090 «aan de kant te laten» : zeker niet!! Verbetering bij herziening van EN 1090? Misschien Ten vroegste 2016 in voege Mogelijke oplossing in neutraal (vrijwillig) kwaliteitslabel voor corrosiebeschermings-bedrijven Geen garantie op dit moment, want niet voorzien in EN 1090 Zeker wel hulp ten aanzien van staalconstructeurs 38
39