Hoofdstuk 19 Sportdeelname

Vergelijkbare documenten
Tabel 25.1b Percentage Leidenaren dat meer dan 12 x per jaar aan sport doet, in % van alle Leidenaren

Stadsenquête Leiden 2007

Stadsenquête Leiden 2005

Stadsenquête Leiden 2009

Sportparticipatie 2012 Tabellenboek

Sportdeelname volwassenen 2012

Vraag 1. Wat is uw geslacht? man vrouw. Vraag 2. Wat is uw leeftijd? Vraag 4. Wat is uw lengte? Afronden op hele cijfers

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten.

Gemeente Tholen. Tabellenboek

Gemeente Middelburg. Tabellenboek

Gemeente Veere. Tabellenboek

Gemeente Goes. Tabellenboek

Gemeente Hulst. Tabellenboek

Gemeente Borsele. Tabellenboek

Gemeente Sluis. Tabellenboek

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

Onderzoek Sportgedrag

Sportparticipatie 2008 Tabellenboek

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003

Gemeente Schouwen- Duiveland. Tabellenboek

Sportdeelname Onderzoek 2014

Gemeente Vlissingen. Tabellenboek

Rapportage gouden voornemens 2016

Onderzoek Sportparticipatie 2006

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18. Meting 13 Januari In opdracht van NOC*NSF

Onderwerp: Deelname vragenlijstonderzoek Fit & Gezond in Overijssel

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar

Leusdenpanel Vijfde peiling: Sport

Aanpassen sportcodes in vragenlijst RSO Remko van den Dool (Mulier Instituut) Kirsten Visser (SCP)

SPORTPARTICIPATIE (2014)

TABELLENBOEK JEUGDSPORTMONITOR 2016

A3. In welk postcodegebied woont u?... A4. Bent u in Nederland geboren of in een ander land? Nederland In een ander land, namelijk:...

SPORTPARTICIPATIE (2013)

Sportparticipatie in Aalsmeer Resultaten nulmeting 2008

NOC*NSF Sportdeelname Index

SPORTDEELNAME MAANDMEETING. Meting 9 September In opdracht van NOC*NSF

NOC*NSF Sportdeelname Index

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers

De sporter SPORTFOCUS 20161

NOC*NSF Sportdeelname Index

Burgerpanel Zeewolde. Resultaten peiling 7: sportbeleving

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index

Burgerijenquête Sporten en gebruik gemeentelijke sportaccommodaties

INFOKAART OUDEREN EN LICHAAMSBEWEGING

NOC*NSF Sportdeelname Index

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten

Goede voornemens 2019

Onderzoek sportdeelname 2010 HAGENAARS EN SPORT

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

Sportparticipatie 2008

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

Sport' Omnibus Haarlem Gemeente Haarlem, afdeling Onderzoek en Statistiek

Rapport. Hagenaars en sport. Onderzoek sportdeelname 2014

Onderzoek Sportdeelname Gemeente Almere 2010

[Geef tekst op] Sportmonitor Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers. Onderzoek, Informatie en Statistiek

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index

Resultaten BOS-onderzoek nulmeting Gemeente Eijsden 9-12 jarigen

NOC*NSF Sportdeelname Index

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

NOC*NSF Sportdeelname Index

Dordt sport! Inhoud TABELLENBOEK. 2. Sportverenigingen 3. Vrijwilligerswerk 4. Sportevenementen kijken 5. Kinderen 4 t/m 12 jaar

Onderzoek Sportdeelname Gemeente Almere 2006

NOC*NSF Sportdeelname Index

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Rapportage Ben Bizzie Monitor Basisschool Den Doelhof Meijel. augustus 2018

Kerngegevens sportdeelname

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Jaaroverzicht Sportdeelname

NOC*NSF Sportdeelname Index

Sport Sport Recreatie. Amsterdam in cijfers 2014

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

Onderzoeksverslag Behoeftepeiling Sportwijk Nijla n

Jaaroverzicht Sportdeelname

Sportparticipatie Volwassenen

Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers. In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Robert Selten. Jessica Greven.

PARTNERS IN SPORT NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ZILVEREN KRUIS SPORT INDEX T/M 18. Meting 27 Maart In opdracht van NOC*NSF

Beweegrichtlijnen 2017

Sportparticipatie Venlo. Stadspeiling 2011

Grafiek 8.1a Bezoek aan verschillende bedrijventerreinen in Leiden, in procenten van alle Leidenaren 35% 14% 13% 12%

BIJLAGEN. Rapportage sport Annet Tiessen-Raaphorst (red.)

Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden

Feiten en cijfers beweegnormen

Gemeente Breda. Sporten en bewegen in Breda. Onderzoek en Informatie. Resultaten Omnibusenquête 2014

Kijkje in de portefeuille van de penningmeester Sven Bakker Janine van Kalmthout

PARTNERS IN SPORT NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ZILVEREN KRUIS SPORT INDEX T/M 18. Meting 26 Februari In opdracht van NOC*NSF

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

5. Maandvraag December 2013 a. Sportieve voornemens

Onderzoeksrapport. Gemeente Brummen. Gezondheid. Juni 2017 Referentie: Gemeente Brummen. Onderzoeksrapport inwonerspanel Brummen Spreekt

Elektronische dienstverlening

Rapportage Sportonderzoeken Gemeente Beverwijk Juli 2015 INT

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

Lijst Topsport- en Internationale wedstrijdsportdisciplines Vastgesteld door de Algemene Vergadering op 9 mei 2016

Transcriptie:

Hoofdstuk 19 Sportdeelname Samenvatting Driekwart van de Leidenaren zegt in de afgelopen 12 maanden te hebben gesport. Ruim vier op de tien Leidenaren geven aan minimaal wekelijks te sporten. Het landelijke standaardmodel (RSO) definieert het percentage sporters als iedereen die jaarlijks 12x of vaker sport: dit is in Leiden 66% van alle Leidenaren. De mensen die niet sporten geven hiervoor met name als reden dat ze hiervoor geen tijd hebben (jongeren van 18 tot 25 jaar) of dit vanwege hun gezondheid of leeftijd (ouderen) niet meer te kunnen. Hoger opgeleiden en 25 tot 35-jarigen doen relatief meer aan sport. Percentage Leidenaren dat meer dan 12 x per jaar aan sport doet Totaal 66% Geslacht: Man 70% Leeftijd: Vrouw 62% 18-24 jaar 68% 25-34 jaar 73% Opleiding: 35-49 jaar 71% Lager 38% 50-64 jaar 68% Middelbaar 67% 65+ jaar 38% Hoger 76% De meest beoefende sporten zijn fitness/cardio en kracht, op enige afstand gevolgd door hardlopen, wielrennen/fietsen, zwemmen, wandelen en tennis. Op hoofdlijnen is het beeld vergelijkbaar met voorgaande jaren. Een derde van de beoefende sporten vindt plaats in verenigingsverband, bijna de helft ongeorganiseerd (alleen of met vrienden) en een kwart op een andere wijze (o.a. commercieel). Meest beoefende sporten (in procenten van alle Leidenaren) 1. Fitness/ cardio/ kracht 28% 2. Hardlopen/ joggen/ trimmen 19% 3. Wielrennen/ MTB/ toerfietsen 13% 4. Zwemsport 12% 5. Wandelsport 9% 6. Tennis 8% 7. Schaatsen 5% 8. Veldvoetbal 5% 9. Aerobics/ steps 5% 10. Skiën/ langlaufen/ snowboarden 4% 11. Squash 4% 12. Danssport 4% Leidenaren beoordelen de sportmogelijkheden in Leiden voor henzelf gemiddeld met een 7,4. De mensen die verbetertips hebben, noemen met name het verbeteren van de kwaliteit en het onderhoud van de sportvoorzieningen, het betaalbaar houden van sporten, meer bekendheid over sportmogelijkheden en meer sportmogelijkheden in het algemeen. Circa de helft van de Leidenaren of iemand in hun huishouden maakt gebruik van een sportvoorziening in Leiden. Zij beoordelen de bereikbaarheid van deze voorziening met een 7,5 het beste. De cijfers voor netheid (7,0) en sfeer (6,8) liggen iets lager. Het totaalcijfer voor de bezochte accommodaties bedraagt 7,1 en ligt iets lager dan in 2009 (7,2). 1

Als gekeken wordt naar de afzonderlijke accommodaties dan scoort de wielerbaan Swift met een 7,5 het hoogst, gevolgd door de atletiekbaan Leidse Hout (7,4) en de turnhal/sportzaal Broekplein (7,4). Het zwembad Vijf Meibad krijgt met een 6,7 het laagste cijfer. Dit hangt volgens de Leidenaren vooral samen met de sfeer en uitstraling van dit zwembad (5,8). Voor een goede gezondheid is het belangrijk om voldoende te bewegen. De norm voor Nederlanders van 18 jaar en ouder is dat zij op minimaal 5 dagen in de week minstens 30 minuten matig intensief actief zijn (Norm gezond bewegen) of dat zij minimaal op 3 dagen in de week minstens 20 minuten zwaar intensief actief zijn (Fitnorm). Dit heet de Combinatienorm. Evenals in 2009 voldoet twee derde van de Leidenaren aan deze norm. Jongeren van 18 tot 25 jaar (74%) voldoen het vaakst aan de Combinatienorm. Daarnaast voldoen ze zowel vaker aan de Norm gezond bewegen (65% tegenover 53% gemiddeld) als aan de Fitnorm (56% tegenover 38% gemiddeld), 65-plussers (57%) voldoen het minst vaak aan de Combinatienorm. De helft van de 65-plussers voldoet wel aan de Norm gezond bewegen, maar slechts een kwart (26%) voldoet aan de Fitnorm. Verder valt op dat vooral vrouwen minder vaak aan de Fitnorm voldoen. Vragenlijst De volgende vragen gaan over sporten. Hierbij gaat het om activiteiten die u in de afgelopen 12 maanden heeft verricht volgens gebruiken en regels uit de sportwereld. U moet denken aan bijvoorbeeld badminton, fitness, toerfietsen en schaken, maar niet aan yoga, tuinieren, puzzelen of fietsen naar de bakker. Sporten die u tijdens de vakanties heeft beoefend tellen wel mee; sporten tijdens lessen lichamelijke opvoeding op school niet. ST1. Heeft u in de afgelopen 12 maanden sporten beoefend, en zo ja welke? (meer antwoorden mogelijk) Aerobics/steps Atletiek Badminton Basketbal Biljart / poolen / snooker Bowling Bridge Dammen Danssport Darts Duiksport Fitness / cardio / kracht Golf Gymnastiek / turnen Handbal Hardlopen Hockey Honkbal / softbal Jeu de boules Judo Kano Klimsport / bergwandelen Korfbal Beoefend Midgetgolf Motorsport Paardensport Roeien Schaatsen Schaken Schietsport Skeeleren/skaten Skiën / langlaufen / snowboarden Squash Tafeltennis Tennis Vecht- en verdedigingssport Veldvoetbal Volleybal Wandelsport Waterpolo Wielrennen / mountainbike / toerfietsen Zaalvoetbal Zeilen / surfen Zwemsport (excl. waterpolo) Andere sport, namelijk: Geen enkele sport Beoefend Als u de afgelopen 12 maanden geen sport heeft beoefend kunt u door naar vraag ST2, anders door naar vraag ST3. 2

ST2. Wat is de belangrijkste reden dat u niet aan sport doet? (slechts één antwoord invullen!) Lidmaatschap te duur Geen interesse Heb niemand om mee te sporten Te lui Te ver weg Geen tijd Gezondheidsredenen of te oud Actief in andere beweging, bijv. in de tuin of yoga Zwangerschap Anders, namelijk NAAR VRAAG ST6 ST3. Hoeveel keer heeft u in totaal in de afgelopen 12 maanden gesport? Keer ST4. Als u uit de hiervoor staande tabel (ST1) maximaal drie sporten kiest die u het meest beoefent, kunt u dan per sport aangeven: a. Hoe vaak u deze heeft beoefend in de afgelopen 12 maanden. b. Of u deze in verenigingsverband of ongeorganiseerd beoefent. Noteer als eerste het nummer van de sport die u het meest beoefent uit de lijst bij vraag ST1. Genoemde sporten (nummer!) Aantal keer beoefend in afgelopen 12 maanden Ongeorganiseerd of binnen een vereniging? 1. Nummer keer 2. Nummer keer 3. Nummer keer Ongeorganiseerd Vereniging Anders georganiseerd Commercieel Ongeorganiseerd Vereniging Anders georganiseerd Commercieel Ongeorganiseerd Vereniging Anders georganiseerd Commercieel ST5. Kunt u de sportmogelijkheden in Leiden voor uzelf beoordelen met een rapportcijfer? ST6. Heeft u een verbetertip voor de sportmogelijkheden in Leiden? ST7. Maakt u zelf of iemand in uw huishouden gebruik van een sportvoorziening in Leiden, bijvoorbeeld een sportveld of hal of een zwembad? Ja Nee NAAR VRAAG ST12 ST8. Kunt u een rapportcijfer geven voor de hoeveelheid sportvoorzieningen en -gebouwen in Leiden? 3

ST9. Kunt u een rapportcijfer geven voor de kwaliteit van de sportvoorzieningen en -gebouwen in Leiden? ST10. Kunt u van de onderstaande sportvoorzieningen aangeven welke u het afgelopen jaar wel eens heeft bezocht? En kunt u vervolgens de bezochte voorzieningen op vier aspecten met een rapportcijfer beoordelen? Vijf Meihal 3 Octoberhal Sporthal De Zijl Turnhal / sportzaal Broekplein Atletiekbaan Leidse Hout Wielerbaan Swift Zwembad De Zijl Zwembad De Vliet Zwembad Vijf Mei bad Bezocht Bereikbaarheid Sfeer / uitstraling locatie Netheid / schoonheid Totaalcijfer ST11. Heeft u tips voor verbetermogelijkheden voor bovengenoemde of andere sportvoorzieningen? (graag indien mogelijk noemen om welk sportveld of welke sporthal het gaat) De volgende twee vragen gaan over lichaamsbeweging. Dit betekent niet alleen sportbeoefening, maar ook wandelen of fietsen, tuinieren en andere lichaamsbeweging op school, op het werk, in het huishouden of in uw vrije tijd. ST12. Hoeveel dagen per week heeft u tenminste 30 minuten per dag lichaamsbeweging die ten minste even inspannend is als stevig doorlopen of fietsen? Het gaat om het gemiddeld aantal dagen van een normale week in de afgelopen maand. Aantal dagen: De volgende vraag gaat over inspannende lichaamsbeweging, waarvan u merkbaar sneller gaat ademen en die lang genoeg duurt om bezweet te raken, zoals sporten en andere inspannende activiteiten op school, op het werk, in het huishouden of in uw vrije tijd. ST13. Hoe vaak per week beoefent u inspannende sporten of zware lichamelijke activiteiten, die lang genoeg duren om bezweet te raken? Het gaat om inspannende lichaamsbeweging die tenminste 20 minuten per keer duurt. Het gaat om het gemiddelde aantal keren in een normale week in de afgelopen maand. Aantal keer per week: 4

Uitkomsten De sportdeelname van de Leidenaren staat centraal in dit hoofdstuk. Het RSO (Richtlijn Sportdeelname Onderzoek), een landelijk standaardmodel voor onderzoek naar sportdeelname met als doel om gemeentelijk onderzoek naar sportdeelname te standaardiseren, is als uitgangspunt gebruikt. Door dit standaardmodel kunnen onderzoeksresultaten tussen gemeenten onderling beter worden vergeleken. In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op de sportbeoefening in het algemeen en per doelgroep alsmede op de redenen waarom Leidenaren niet sporten. Vervolgens wordt gekeken welke sporten worden beoefend en wat de populariteit is van de verschillende sporten per doelgroep. Tot slot komt de vraag aan de orde in hoeverre Leidenaren voldoende bewegen. 19.1 Sportbeoefening in het algemeen Driekwart van de Leidenaren geeft aan in de afgelopen 12 maanden te hebben gesport. Iets meer dan vier op de tien Leidenaren sporten wekelijks of vaker. Het landelijke standaardmodel definieert het percentage sporters als iedereen die jaarlijks 12 keer of vaker sport. Dit is 66% van alle Leidenaren. Tabel 19.1.a Frequentie van sportbeoefening, 2005-2011*, in procenten van alle Leidenaren 2005 2007 2009 2011* Nooit 32% 33% 33% 26% Incidenteel (1-11x per jaar) 3% 3% 3% 8% Onregelmatig (12-59x per jaar) 24% 26% 26% 23% Regelmatig (60-119x per jaar) 19% 20% 19% 24% Intensief (120x of vaker per jaar) 23% 18% 19% 19% Totaal 100% 100% 100% 100% van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook bijlage A Onderzoeksverantwoording). Tabel 19.1.b Belangrijkste redenen om niet te sporten, 2005-2011*. in procenten van de Leidenaren die niet sporten 2005 2007 2009 2011* Geen tijd 35% 34% 38% 35% Om gezondheidsredenen/ te oud 30% 30% 26% 26% Geen interesse 23% 17% 17% 15% Actief in andere beweging, bijv. de tuin 5% 9% 9% 14% Lidmaatschap te duur 2% 1% 2% 5% Zwangerschap/ jonge kinderen 2% 1% 3% 2% Te lui 3% 7% 4% 1% Te ver weg 1% 0% 1% 1% Heb niemand om mee te sporten 1% 0% 0% 1% Totaal 100% 100% 100% 100% van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook bijlage A Onderzoeksverantwoording). Tijdgebrek en de gezondheidssituatie zijn de belangrijkste redenen waarom Leidenaren niet sporten. Tijd speelt vooral voor jongeren van 18 tot 25 jaar, gezondheid juist voor ouderen. 5

19.2 Sportbeoefening naar doelgroep Hoger opgeleiden doen relatief meer aan sport. Onder lager opgeleiden is het aandeel Leidenaren dat meer dan twaalf keer per jaar sport beduidend lager. Op hoofdlijnen verandert het beeld niet echt in de tijd. Het aandeel jongeren van 18 tot 25 jaar dat sport ligt dit jaar lager en het aandeel 50 tot 65-jarigen dat sport is juist iets hoger. Vergeleken met de jaren daarvoor is het verschil echter kleiner. Tabel 19.2 Percentage Leidenaren dat meer dan 12 keer per jaar aan sport doet, 2005-2011*, in procenten van alle Leidenaren 2005 2007 2009 2011* 2005 2007 2009 2011* Totaal 65% 64% 64% 66% Geslacht: Man 66% 68% 66% 70% Leeftijd: Vrouw 64% 62% 62% 62% 18-24 jaar** 76% 72% 82% 68% 25-34 jaar 75% 70% 71% 73% Opleiding: 35-49 jaar 65% 68% 68% 71% Lager 44% 47% 41% 38% 50-64 jaar 59% 64% 58% 68% Middelbaar 69% 62% 64% 67% 65+ jaar 41% 38% 38% 38% Hoger 74% 74% 73% 76% * Tot en met 2009 zijn de gegevens telefonisch gevraagd, in 2011 via internet en schriftelijk. Hierdoor is de vergelijking van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk ** Aangetekend moet worden dat de Stadsenquête voor de groep 18-24 jaar wat minder betrouwbaar is, door de heterogeniteit (student / niet student), bereidheid om mee te werken aan een onderzoek en de steekproefomvang. 19.3 Meest beoefende sporten naar doelgroep De sporten die het meest worden beoefend, zijn respectievelijk fitness/cardio/kracht, hardlopen, fiets- en wielersport, zwemsport, wandelsport en tennis. Op hoofdlijnen is het beeld vergelijkbaar met voorgaande jaren. Het aandeel Leidenaren dat heeft aangegeven te doen aan hardlopen, joggen of trimmen, is het meest toegenomen. Deels kan dit ook samenhangen met de wijze van enquêteren doordat de mensen de verschillende sporten in beeld hebben bij een schriftelijke en een internetenquête. De toename bij meerdere sporten wijzen in deze richting zoals tafeltennis, wandelsport, skiën en schaatsen. 6

Tabel 19.3.a Beoefende sporten, 2005-2011*, in procenten van alle Leidenaren 2005 2007 2009 2011* 13. Fitness / cardio / kracht 24% 26% 24% 28% 14. Hardlopen / joggen / trimmen 14% 12% 14% 19% 15. Wielrennen / MTB / toerfietsen 11% 10% 10% 13% 16. Zwemsport 12% 12% 12% 12% 17. Wandelsport 6% 6% 6% 9% 18. Tennis 9% 9% 8% 8% 19. Schaatsen 1% 1% 3% 5% 20. Veldvoetbal 4% 5% 3% 5% 21. Aerobics/ steps 5% 2% 3% 5% 22. Skiën / langlaufen / snowboarden 2% 2% 2% 4% 23. Squash 4% 5% 1% 4% 24. Danssport 3% 2% 2% 4% 25. Golf 2% 3% 2% 3% 26. Biljart/ poolbiljart/ snooker 1% <0,5% 1% 3% 27. Zeilen/ surfen 3% 2% 2% 3% 28. Zaalvoetbal 1% 1% 1% 3% 29. Skeeleren/ skaten 3% 1% 1% 2% 30. Bowling <0,5% <0,5% 1% 2% 31. Hockey 2% 2% 1% 2% 32. Tafeltennis 2% 33. Volleybal 2% 1% 1% 2% 34. Vecht- en verdedigingssporten 2% 2% 1% 2% 35. Roeien 2% 2% 2% 2% 36. Basketbal 1% <0,5% 1% 2% 37. Badminton 2% 1% 1% 2% 38. Klimsport / bergwandelen <0,5% 1% 1% 2% 39. Bridge 1% <0,5% 1% 2% 40. Duiksport 1% <0,5% 1% 1% 41. Gymnastiek / turnen 1% 42. Atletiek 1% van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook bijlage A Onderzoeksverantwoording). Naar doelgroep Onderstaande tabel geeft een overzicht van de populariteit van de verschillende sporten naar doelgroep. In het algemeen sporten jongeren van 18 tot 25 jaar, hoger opgeleiden en hogere inkomensgroepen relatief meer en ouderen en lager opgeleiden minder. Meer specifiek is te zien dat vrouwen relatief vaker fitnessen en wandelen en mannen vaker aan veldvoetbal en zeilen/surfen doen. Jongeren van 18 tot 25 jaar beoefenen vaker fitness, veldvoetbal, hockey en dansen, 25 tot 49 jarigen hardlopen en 65-plussers doen vaker aan bridge. 7

Tabel 19.3.b Meest beoefende sporten, naar doelgroep, in procenten van alle Leidenaren* Geslacht Leeftijd Opleiding Inkomen Totaa l Man Vrou Midd 1.750 Hoge < > 18-24 25-34 35-49 50-64 65+ Lager el - w r 1.750 3.200 baar 3.200 1. Fitness / cardio / kracht 27% + + - - - - - - + + + + 2. Hardlopen / joggen / + + 19% trimmen + - + + + + + + + - - - - - - - - - - + - - + + 3. Wielrennen / MTB / 13% toerfietsen - - + - - - - + - - + + + 4. Zwemsport 12% - - + + 5. Wandelsport 9% - - - + - 6. Tennis 8% - - - + - + 7. Schaatsen 5% + + + - - - - + - + 8. Veldvoetbal 5% + + - - + + + + + - - - - - + + 9. Aerobics/ steps 5% - + - + - - - - - - + 10. Skiën / langlaufen / 4% snowb. - + + - - - - + - + 11. Squash 4% + - - + + - - - - - 12. Danssport 4% - + + + - - - - + + - 13. Golf 3% - + - - + - + 14. Biljart / poolbiljart / 3% snooker + - - + - - + 15. Geen enkele sport 26% - - - - - - - + + + + + + - - - - + + + - - - * De tabel presenteert alleen de meest beoefende sporten. Hierbij geven de plussen en minnen een indicatie van de verschillen tussen de doelgroepen. Indien het totaalpercentage meer dan 7% bedraagt, betekent een +/- bij de doelgroepen een afwijking van 3%. Als het totaalpercentage 6% of minder bedraagt, betekent een +/- een afwijking van 2%. Dit alles bij een betrouwbaarheidsmarge van 95%. Een voorbeeld: Van alle inwoners trimt 19%. Van de mannen is dat tussen de 22% en 25%, van de 18-24 jarigen is dit tussen de 25% en 28%. 19.4 Sportfrequentie en organisatorisch verband van de meest beoefende sport Sportbeoefenaars is voor de sport die ze het meest beoefenen gevraagd aan te geven hoe vaak ze deze sport beoefenen en in welk verband. Gemiddeld geeft 42% van de Leidenaren aan regelmatig tot intensief bezig te zijn met hun meest beoefende sport. Veldvoetbal wordt het meest intensief beoefend, gevolgd door fitness, hardlopen en wielrennen. Vergeleken met voorgaande jaren zijn de Leidenaren intensiever bezig met hun sport. De methode van enquêteren kan hiervoor een verklaring vormen omdat vooral wielrennen en de wandelsport dit jaar vaker worden beoefend en dit sporten zijn die intensiever worden uitgeoefend. 8

Grafiek 19.4.a Frequentie van sportbeoefening, 2005-2011*, naar de meest beoefende sport, in procenten Totaal 2005 34% 53% 13% Totaal 2007 34% 54% 12% Totaal 2009 35% 53% 12% Totaal 2011 42% 46% 12% Fitness/ cardio/ kracht 48% 44% 8% Hardlopen/ joggen/ trimmen 46% 45% 9% Wielrennen/ MTB/ toerfietsen 45% 45% 10% Zwemsport 24% 49% 27% Wandelsport 33% 53% 14% Tennis 37% 53% 10% Schaatsen 33% 67% Veldvoetbal 53% 47% Aerobics/ steps 32% 58% 10% Skiën/langlaufen/snowboarden 100% Squash 17% 83% Danssport 25% 69% 6% Golf 71% 29% Biljart/ poolbiljart/ snooker 13% 37% 50% 0% 25% 50% 75% 100% Regelmatig of intensief (> 60 keer) Onregelmatig (12-59 keer) Incidenteel (1-11 keer) van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook bijlage A Onderzoeksverantwoording). Van de meest beoefende sporten vindt 45% in ongeorganiseerd verband plaats, bij een derde is sprake van verenigingsverband en bij een kwart vindt dit op een andere manier plaats, veelal in commercieel verband (15%). Veldvoetbal, dansen en tennis vinden vooral in verenigingsverband plaats. Schaatsen, biljarten, skiën, wielrennen, wandelen, hardlopen en zwemmen zijn sporten die vooral ongeorganiseerd worden uitgeoefend. Vergeleken met voorgaande jaren is het aandeel sporten dat ongeorganiseerd plaatsvindt sterk gedaald, ten gunste van het aandeel sporten dat in een ander verband worden beoefend. De antwoordmogelijkheden en de wijze van enquêteren kunnen hierop van invloed zijn. Tot 2009 werd de categorie anders niet onderscheiden. In 2009 was dit wel het geval, maar vond de enquête telefonisch plaats waardoor de antwoordmogelijkheid commercieel niet in beeld was. Het aandeel anders lag in 2009 bij een groot aantal sporten lager maar vooral bij sporten als fitness en aerobics. 9

Grafiek 19.4.b Vorm van sportbeoefening, naar de meest beoefende sport, 2005-2011*, in procenten Totaal 2005 59% 41% Totaal 2007 58% 42% Totaal 2009 58% 31% 10% Totaal 2011 45% 32% 23% Fitness/ cardio/ kracht 24% 24% 52% Hardlopen/ joggen/ trimmen 85% 12% 3% Wielrennen/ MTB/ toerfietsen 95% 2% Zwemsport 76% 15% 9% Wandelsport 90% 10% Tennis 10% 79% 11% Schaatsen 100% Veldvoetbal 100% Aerobics/ steps 6% 23% 71% Skiën/langlaufen/snowboarden 100% Squash 40% 20% 40% Danssport 6% 50% 44% Golf 43% 14% 43% Biljart/ poolbiljart/ snooker 86% 14% 0% 25% 50% 75% 100% Ongeorganiseerd Georganiseerd Anders van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook bijlage A Onderzoeksverantwoording). In 2005 en 2007 was anders geen antwoordcategorie. 19.5 Beoordeling sportmogelijkheden en sportvoorzieningen Wanneer de Leidenaren de sportmogelijkheden voor henzelf met een rapportcijfer moeten beoordelen, dan geven zij gemiddeld een 7,4 hiervoor. Bij circa de helft van de huishoudens in Leiden wordt gebruik gemaakt van een sportvoorziening. Wanneer Leidenaren een cijfer moeten geven voor de hoeveelheid en de kwaliteit van de sportvoorzieningen en -gebouwen dan krijgen deze gemiddeld respectievelijk een 7,2 en een 7,0. Van de Leidenaren is 5% tot 8% ontevreden over de sportmogelijkheden en over de sportvoorzieningen in Leiden gezien de onvoldoende die zij hebben gegeven. 10

Grafiek 19.5.a Beoordeling van de sportmogelijkheden en de hoeveelheid en de kwaliteit van de sportvoorzieningen en de gebouwen (excl. geen mening), in procenten Sportmogelijkheden 5% 9% 32% 46% 8% Hoeveelheid sportvoorzieningen en gebouwen 5% 15% 41% 34% 5% Kwaliteit sportvoorzieningen en gebouwen 8% 15% 53% 21% 3% 0% 25% 50% 75% 100% 5 of lager 6 7 8 9 of hoger Vergeleken met 2009 is het oordeel over de sportmogelijkheden niet echt gewijzigd. Deze vraag is in de jaren daarvoor niet gesteld. Het oordeel over de hoeveelheid en de kwaliteit van de sportvoorzieningen schommelt enigszins over de jaren. Tabel 19.5.b Gemiddeld rapportcijfer sportmogelijkheden en hoeveelheid en kwaliteit sportvoorzieningen en gebouwen (excl. geen mening), 2009 en 2011* 2004 2005 2006 2008 2009 2011* Sportmogelijkheden 7,3 7,4 Hoeveelheid sportvoorzieningen en gebouwen 7,1 7,3 7,3 7,4 7,2 7,2 Kwaliteit sportvoorzieningen en gebouwen 6,9 7,0 6,9 7,1 7,1 7,0 van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook bijlage A Onderzoeksverantwoording). Wanneer Leidenaren wordt gevraagd verbetertips te geven voor de sportmogelijkheden in Leiden, dan worden het verbeteren van de kwaliteit en het onderhoud van de sportvoorzieningen het meest naar voren gebracht, gevolgd door het belang dat sporten goedkoop blijft. Andere tips hebben betrekking op het belang om informatie te verstrekken over sporten en op het aanbod van sportmogelijkheden in het algemeen of meer specifiek zoals sporthallen, een nieuwe schaatsbaan, meer (hard)looproutes, langere openingstijden en het beschikbaar stellen van geld voor sportverenigingen en accommodaties. In 2009 waren het vergelijkbare tips. Tabel 19.5.c Belangrijkste verbetertips voor sportmogelijkheden in Leiden, 2009 en 2011*, in procenten van Leidenaren die sporten (n=225) 2009 2011* Verbeteren van de kwaliteit en onderhoud van sportvoorzieningen 15x 4% Belangrijk dat sporten goedkoop blijft 13x 4% Bekendheid/informatie over sporten belangrijk 8x 3% Meer sportmogelijkheden in het algemeen 16x 3% Te weinig sporthallen 11x 2% Nieuwe schaatsbaan erbij (400 m) 6x 2% Looproutes/hardloopmogelijkheden voor joggers; goed bereikbare fietspaden 6x 2% Langere openingstijden 7x 1% Geld beschikbaar stellen aan sportverenigingen en accommodaties 6x 1% van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook bijlage A Onderzoeksverantwoording). 11

Beoordeling van sportvoorzieningen op vier aspecten Wanneer Leidenaren hun oordeel geven over vier aspecten van de door hen bezochte sportvoorzieningen, dan scoort de bereikbaarheid het beste met een 7,5 als gemiddelde rapportcijfer. De cijfers voor de netheid (7,0) en de sfeer (6,8) liggen iets lager. Circa één op de tien Leidenaren geeft een onvoldoende voor de netheid (8%) en de sfeer (11%). Gemiddeld is het totaalcijfer met 0,1 gedaald vergeleken met 2009. De bereikbaarheid scoort dit jaar iets beter, de netheid en de sfeer scoren echter iets minder goed. Grafiek 19.5.d Beoordeling van de bezochte sportvoorzieningen op vier aspecten (excl. geen mening), in procenten Sfeer, uitstraling 11% 25% 36% 22% 6% Netheid, schoonheid 8% 21% 38% 28% 5% Bereikbaarheid 5% 13% 28% 41% 13% Totaal accommodatie 4% 19% 45% 27% 5% 0% 25% 50% 75% 100% 5 of lager 6 7 8 9 of hoger Wanneer specifiek wordt gekeken naar de beoordelingen van de verschillende sportvoorzieningen dan valt op dat Leidenaren zich meer dan gemiddeld positief uitlaten over wielerbaan Swift, de atletiekbaan Leidse Hout en de turnhal/sportzaal Broekplein. Bij deze sportvoorzieningen scoren de netheid en de sfeer erg goed. De bereikbaarheid van deze voorzieningen wordt echter minder goed gewaardeerd. Het zwembad Vijf Meibad scoort ondergemiddeld. Vooral de sfeer wordt minder gewaardeerd. Ook bij de 3 Oktoberhal en de Vijf Meihal scoort de sfeer minder goed. Wat betreft de Vijf Meihal zijn Leidenaren daarnaast minder te spreken over de bereikbaarheid en de netheid. Zwembad de Vliet scoort juist bovengemiddeld als het gaat om de bereikbaarheid. Tabel 19.5.e Beoordeling van de bezochte sportvoorzieningen op vier aspecten (excl. geen mening) Bereikbaarheid Netheid/ schoonheid Sfeer uitstraling Totaal cijfer accommodatie Totaal 2011 7,5 7,0 6,8 7,1 Vijf Meihal 7,2 6,7 6,5 6,9 3 Oktoberhal 7,4 7,1 6,4 6,9 Sporthal de Zijl 7,7 7,1 6,9 7,3 Turnhal / sportzaal Broekplein 7,3 7,5 7,2 7,4 Atletiekbaan Leidse Hout 7,1 7,3 7,7 7,4 Wielerbaan Swift 7,2 7,4 7,4 7,5 Zwembad de Zijl 7,5 7,1 7,0 7,3 Zwembad de Vliet 7,8 6,9 7,0 7,2 Zwembad Vijf Meibad 7,5 6,8 5,8 6,7 12

Vergeleken met 2009 is het totaaloordeel van de meeste sportvoorzieningen vrijwel niet veranderd. In 2009 zijn echter deels andere sportvoorzieningen aan de orde gesteld dan nu. Over het algemeen scoort de bereikbaarheid beter. Alleen de bereikbaarheid van de 3 Oktoberhal is minder geworden. De netheid van deze hal wordt juist beter gewaardeerd dan in 2009. Over de sfeer van de zwembaden laten Leidenaren zich dit jaar negatiever uit. Wanneer Leidenaren verbetertips moeten geven, dan wordt vooral gewezen op het onderhoud en de uitstraling van de sportvoorzieningen. Ook meer voorzieningen en een betere hygiëne worden vaker naar voren gebracht. Enkelen wijzen op de parkeergelegenheid en op de openingstijden. 19.6 Lichaamsbeweging Voor een goede gezondheid is het belangrijk om voldoende te bewegen. De norm voor Nederlanders van 18 jaar en ouder is dat zij op minimaal vijf dagen in de week minstens 30 minuten matig intensief actief zijn (norm gezond bewegen) of dat zij minimaal op drie dagen in de week minstens 20 minuten zwaar intensief actief zijn (fitnorm) 1. Dit heet de Combinatienorm. De helft van de Leidenaren beweegt minimaal vijf dagen per week minimaal 30 minuten. Ruim een derde (38%) is minimaal drie keer per week zwaar intensief bezig met lichaamsbeweging. Bijna twee op de drie Leidenaren voldoen aan de Combinatienorm. Tabel 19.6.a Norm gezond bewegen >30 minuten matig intensief Aantal dagen per week matig intensief en zwaar intensief actief, in procenten % dat voldoet aan norm: Aantal dagen per week: 0 1 2 3 4 5 6 7 53% 8% 5% 10% 14% 10% 18% 13% 22% Tota al 100 % Fitnorm >20 minuten zwaar intensief Aantal keren per week: 0 1 2 3 4 5 6 7 38% 22% 17% 23% 17% 7% 6% 3% 6% Tota al 100 % Jongeren van 18 tot 25 jaar scoren duidelijk beter als het gaat om het voldoen aan de Norm Gezond Bewegen, de Fitnorm en de Combinatienorm. Daarnaast is in onderstaande tabel te zien dat mannen en middelbaar opgeleiden meer dan gemiddeld voldoen aan de criteria die worden gesteld bij de Fitnorm. 65-Plussers voldoen nog wel aan de Norm Gezond Bewegen maar wat de Fitnorm betreft is het aandeel 65-plussers dat aan de norm voldoet lager dan gemiddeld. 1 De Norm gezond bewegen is voor 55- en 55+ gelijk, alleen de definitie van matig intensief bewegen is volgens de officiële definitie voor beide groepen verschillend. Hier is in bovenstaande vergelijking geen rekening mee gehouden. 13

Tabel 19.6.b Percentage van de bewoners dat voldoet aan de Combinatienorm (Norm Gezond Bewegen of Fitnorm), 2009-2011* en naar leeftijd, geslacht en opleiding NGB FIT Combi NGB FIT Combi Totaal 2009 60% 27% 66% Geslacht: Totaal 2011* 53% 38% 65% Man 52% 46% 66% Vrouw 53% 30% 64% Leeftijd: 18-24 65% 56% 74% Opleiding: 25-34 45% 33% 62% Lager 50% 36% 63% 35-49 50% 37% 64% Middelbaar 53% 47% 65% 50-64 56% 41% 65% Hoger 53% 35% 66% 65+ 52% 26% 57% van 2011 met voorgaande jaren (soms) niet goed mogelijk (zie ook bijlage A Onderzoeksverantwoording). 14