Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 21368 Wet op de accijns Nr. 12HERDRUK TWEEDE NOTA VAN WUZIGING Ontvangen 13 december 1990 In het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht. In artikel 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht. 1. In het tweede lid wordt, onder het vervallen van de punt aan het slot, toegevoegd: alsmede het verbruik, anders dan als grondstof, van een accijnsgoed binnen een douane-entrepot of een plaats voor douane opslag. 2. In het vierde lid wordt, onder het vervallen van de punt aan het slot, toegevoegd: alsmede op de daarbij te steilen zekerheid. B In artikel 5 worden de volgende wijzigingen aangebracht. 1. Het derde lid wordt vervangen door: 3. Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt ontheffing verleend van de in het eerste lid bedoelde verboden voor: a. het vervaardigen van accijnsgoederen uit andere accijnsgoederen, waarbij het accijnsbedrag dat de eerstbedoelde accijnsgoederen verte genwoordigen niet hoger is dan het accijnsbedrag dat de acciinsaoe deren vertegenwoordigen waaruit zij zijn vervaardigd; b. het vervaardigen van accijnsgoederen waarvoor een vrijstelling van accijns geldt op de voet van artikel 66; c. het thuis vervaardigen van accijnsgoederen door particulieren, voor zover die goederen worden aangewend voor eigen verbruik. 2. Het vierde lid vervalt. In artikel 8, eerste lid, onderdeel b, vervalt de zinsnede «dan we! van sap of most van andere delen van planten dan vruchten». 016247F ISSN 0921 7371 SDU uitgeverij 's Gravenhage 1990
In artikel 9, tweede lid, onderdeel b, wordt «200 kpa» vervangen door: 300 kpa. In artikel 19, eerste lid, wordt «gezoete en gearomatiseerde dranken» vervangen door: gezoete en aromatische dranken en dranken waaraan geurstoffen of smaakstoffen zijn toegevoegd. In artikel 26 worden de volgende wijzigingen aangebracht. 1. Het vierde lid wordt vervangen door: 4. Bij ministeriële regeling kunnen andere stoffen dan minerale oliën die, al dan niet na vermenging met minerale oliën, geschikt zijn om te worden gebruikt als brandstof, worden aangemerkt als minerale oliën. 2. Na het vierde lid wordt toegevoegd: 5. Zo spoedig mogelijk na het tot stand komen van de in het vierde lid bedoelde ministeriële regeling, wordt een voorstel van wet aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden, waarbij de in het vierde lid bedoelde andere stoffen in de wet worden aangemerkt als minerale oliën. De in het vierde lid bedoelde ministeriële regeling wordt onverwijld ingetrokken indien een van de Kamers der Staten-Generaal tot het niet aannemen van het voorstel besluit, dan wel het voorstel wordt ingetrokken. In artikel 44, eerste lid wordt «tenzij hem is gebleken» vervangen door: tenzij hij gegronde redenen heeft om aan te nemen. H In artikel 45 wordt het tweede lid vervangen door 2. In de vergunning bepaalt de inspecteur zo nodig nader op welke wijze aan de bij of krachtens deze wet gestelde voorwaarden moet worden voldaan. I In artikel 51 wordt onder aanduiding van het enig lid als eerste lid, als tweede lid en derde lid toegevoegd: 2. Binnen acht weken na ontvangst van het verzoek geeft de inspecteur een beschikking op dat verzoek, dan wel zendt hij de in het derde lid bedoelde kennisgeving. 3. Indien de inspecteur de beschikking niet binnen de in het tweede lid beschikking wel zal worden gegeven. In artikel 57 wordt na het derde lid toegevoegd:
4. In de vergunnmg bepaalt de inspecteur zo nodig nader op welke wijze aan de bij of krachtens deze wet gestelde voorwaarden moet worden voldaan. 5. De inspecteur kan in de vergunning nadere voorwaarden opnemen ter verzekering van een juiste toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze wet. K In artikel 59 wordt onder aanduiding van het enig lid als eerste lid, als tweede lid en derde toegevoegd 2. Binnen acht weken na ontvangst van het verzoek geeft de inspecteur een beschikking op dat verzoek, dan wel zendt hij de m het derde lid bedoelde kennisgeving. 3. Indien de inspecteur de beschikkmg niet binnen de in het tweede lid beschikking wel zal worden gegeven In artikel 62, tweede lid, wordt «Invorderingswet 1990 (Stb. 222)» vervangen door: Invorderingswet 1990 (Stb. 221). M In artikel 65 worden de volgende wijzigingen aangebracht. 1. In het eerste lid wordt de aanhef vervangen door: Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkmgen wordt vrijstelling van accijns verleend ter zake van de uitslag en de invoer van: 2. Het eerste lid, onderdeel a, wordt vervangen door: a. vruchtenwijn; 3. Het vierde lid wordt vervangen door: 4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot: a. de aard van en de aanduiding op de verpakking van in het eerste lid bedoelde accijnsgoederen; b. de stoffen waarmee in het eerste lid bedoelde accijnsgoederen moeten zijn vermengd; c. de uitvoering van dit artikel. N In artikel 66 worden de volgende wijzigingen aangebracht 1. In het eerste lid wordt de aanhef vervangen door: Onder bij wordt vrijstelling van accijns verleend ter zake van de uitslag en de invoer van accijnsgoederen: 2. Onder vernummering van het vijfde lid tot zevende lid, worden na het vierde lid als vijfde lid en zesde lid opgenomen: 5. Binnen acht weken na ontvangst van het verzoek geeft de inspecteur een beschikking op dat verzoek, dan wel zendt hij de in het zesde lid bedoelde kennisgeving. 6. Indien de inspecteur de beschikking niet binnen de in het vijfde lid beschikking wel zal worden gegeven.
In artikel 67, eerste lid, wordt de aanhef vervangen door: Onder bi] wordt vrijstelling van accijns verleend ter zake van de uitslag en de invoer van minerale oliën die worden gebruikt: Artikel 68, eerste lid, wordt vervangen door: 1. Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt vrijstelling van accijns verleend ter zake van het verbruik van minerale oliën die worden gebruikt als brandstof voor het vervaardigen van minerale oliën. Na artikel 68 wordt ingevoegd: Artikel 68a. 1. Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt vrijstelling van accijns verleend ter zake van de uitslag en de mvoer van accijnsgoederen die worden gebruikt voor onderzoek, kwaliteitscontroles en smaaktesten buiten een accijnsgoederenplaats. 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel. In artikel 69 wordt «Bij ministenele regeling kan» vervangen door: Bij ministeriële regeling wordt. Voorts wordt «worden verleend» vervangen door: verleend. In artikel 70, eerste lid, wordt de aanhef vervangen door: Onder bij wordt op verzoek teruggaaf van accijns verleend: In artikel 71, eerste lid, wordt de aanhef vervangen door: Onder bij wordt op verzoek teruggaaf van accijns verleend voor accijnsgoederen die: U In artikel 73 wordt onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, na het eerste lid als tweede lid opgenomen: 2. Indien de vergunninghouder ten tijde van de verkoop de in het eerste lid bedoelde wijn niet of niet op fles voorhanden heeft in zijn accijnsgoederenplaats, wordt, in afwijking van het eerste lid, als uitslag aangemerkt: a. indien de wijn anders dan op fles in de accijnsgoederenplaats voorhanden is, het bottelen van die wijn; b. indien de wijn niet in de accijnsgoederenplaats voorhanden is: 1. het brengen binnen de accijnsgoederenplaats van die wijn indien hij is gebotteld, 2. het bottelen van die wijn nadat die wijn anders dan op fles binnen de accijnsgoederenplaats is gebracht
In artikel 89 worden de voigende wijzigmgen aangebracht. 1. In het eerste lid wordt de laatste volzin vervangen door: Accijnsgoe deren die worden vermist, worden eveneens aangemerkt als te zijn uitge slagen. 2. Na het tweede lid wordt als derde lid toegevoegd: 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot verliezen in een douane-entrepot of een plaats voor douane-opslag, met dien verstande dat de goederen worden aangemerkt als te zijn ingevoerd. W In artikel 91 worden onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot zevende en achtste lid, na het vierde lid als vijfde lid en zesde lid opgenomen: 5. Binnen acht weken na ontvangst van het verzoek geeft de inspecteur een beschikking op dat verzoek, dan wel zendt hij de in het zesde lid bedoelde kennisgeving. 6. Indien de inspecteur de beschikking niet binnen de in het vijfde lid beschikking wel zal worden gegeven. In artikel 92, vierde lid, wordt «kan ontheffing worden verleend» vervangen door: kan in bijzondere gevallen ontheffing worden verleend Toelichting In onderdeel A, onder 1, is een wijziging van artikel 3, tweede lid, opgenomen. De wijziging strekt ertoe overeenkomstig het verbruik van accijnsgoederen, anders dan als grondstof, in een accijnsgoederenplaats, het verbruik van accijnsgoederen in een douane-entrepot of een plaats voor douaneopslag, anders dan als grondstof, als belastbaar feit aan te wijzen. Het gaat hier derhalve om het eventuele consumptieve verbruik van bijvoorbeeld bier en sigaretten binnen een douane-entrepot of een plaats voor douane-opslag. Bij nadere beschouwing van artikel 3 is voorts gebleken dat het gewenst is dat er zekerheid gesteld wordt voor de verschillende in artikel 3, derde lid, genoemde overbrengingen. Dit te meer daar ook de door vergunninghouders van een accijnsgoederenplaats te stellen zekerheid zal gelden voor de overbrengingen als genoemd in artikel 2, derde lid. Anders dan de door de vergunnmghouder te stellen zekerheid, gaat het bij de zekerheidstelling voor de overbrengingen van artikel 3, derde lid, doorgaans om zekerheidstelling voor incidentele gevallen; zekerheid stelling per overbrenging. Ik geef er daarom de voorkeur aan deze zeker heidstelling nader te regelen bij algemene maatregel van bestuur. In onderdeel A, onder 2, van deze nota is een daartoe strekkende wijziging van de delegatiebevoegdheid in artikel 3, vierde lid opgenomen. In onderdeel B is een wijziging opgenomen van artikel 5. In het derde lid (nieuw) is nu expliciet omschreven in welke gevallen ontheffing wordt verleend van de in artikel 5, eerste lid, bedoelde verboden. Nu deze ontheffingen in de wet zelf zijn vastgelegd, geef ik er de voorkeur aan de ter zake geldende voorwaarden en beperkingen en de uitvoeringsregels die beperkt in aantal zullen zijn, te zamen op te nemen in een algemene maatregel van bestuur. Omdat een ministeriële regeling in dezen dan niet meer nodig is, kan artikel 5, vierde lid, vervallen. In onderdeel C, is artikel 8, eerste lid, onderdeel b, gewijzigd in die zin dat voor de definitie van wijn niet meer onder wijn wordt verstaan de
drank die is verkregen door alcoholische gisting van sap of most van andere delen van planten dan vruchten met een alcoholgehalte van niet meer dan 15%vol. Het gaat hier om bij voorbeeld bloesemwijn en brand netelwijn. Bij nadere afweging is gebleken dat het in de wijnaccijns betrekken van deze wijnen op gespannen voet zou staan met de bepalingen van het Benelux-accijnsverdrag van 1950. Deze wijnen zullen, nu zij niet langer vallen onder de definitie van wijn van deze wet, evenals thans het geval is, worden belast als overige alcoholhoudende produkten. De wijziging in onderdeel D heeft betrekking op artikel 9, tvveede lid, onderdeel b. De wijziging voorziet er in dat wijnen die niet zijn verpakt in een fles met een champignonvormige stop, pas als mousserend worden aangemerkt als er sprake is van een overdruk van 300 kpa of meer. In het voorstel gold aanvankelijk een grens van 200 kpa. Voor een nadere toelichting zij verwezen naar de nota naar aanleidmg van het eindverslag, paragraaf 7, artikel 9. Onderdeel E omvat een wijziging van artikel 19, eerste lid. Deze wijziging is toegelicht in de nota naar aanleiding van het eindverslag, paragraaf 7, artikel 19. De wijziging van onderdeel F heeft betrekking op artikel 26. Voor een toelichting zij verwezen naar de nota naar aanleiding van het eindverslag, paragraaf 7, artikel 26. In de onderdelen G en H worden de artikelen 44 en 45 aangepast. Verwezen zij naar de desbetreffende passages in paragraaf 7 van de nota naar aanleiding van het eindverslag. De onderdelen I, K, N (onder 2) en W hebben betrekking op een aanpassing van de artikelen 51, 59, 66 en 91 ingevolge welke de inspecteur op een in die artikelen bedoeld verzoek een beschikking moet geven binnen acht weken na ontvangst van het verzoek. Verwezen zij ook naar de nota naar aanleiding van het eindverslag, paragraaf 7, artikel 51. Voor een toelichting op de wijziging van onderdeel J moge ik verwijzen naar de nota naar aanleidmg van het eindverslag, paragraaf 7, artikel 57. In het artikel 62 is abusievelijk vermeld dat de Invorderingswet 1990 is opgenomen in het Staatsblad nr. 222 van dat jaar. Het nummer moet zijn 221. Onderdeel L voorziet in een correctie. In de onderdelen M (onder 1), N (onder 1), 0, P, R, S en T is een wijziging opgenomen van de artikelen 65 t/m 71. De wijziging strekt tot een wijziging van de formulering van de delegatiebepalingen. Voor een nadere toelichting zij verwezen naar paragraaf 2.1 van de nota naar aanleiding van het eindverslag. In onderdeel M (onder 2 en 3) is voorts een wijziging aangebracht in artikel 65, eerste lid, onderdeel a, en vierde lid. Bij de nadere uitwerking van de vrijstellingen van dit artikel in de lagere wetgeving, zullen er met betrekking tot sommige op de voet van artikel 65 vrij te stellen accijns goederen eisen worden gesteld aan de aard van en de inhoud van de verpakking. Het gaat hier bijvoorbeeld om vrij te stellen vruchtenwijn en vruchtesappen. Ten aanzien van sommige vrij te stellen accijnsgoederen zoals bij voorbeeld overige alcoholhoudende produkten en suiker zullen in de lagere wetgeving vermengings of denatureringsvoorschriften worden gegeven. Gelet op de veelheid en verscheidenheid aan vermen gings en denatureringsmiddelen die moeten worden vermeld in de lagere wetgeving, geef ik er de voorkeur aan die stoffen aan te wijzen in een ministeriële regeling. De vermengings en denatureringsvoor schriften in algemene zin zullen dan worden vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur. Met betrekking tot de accijnsgoederen waarvoor met het oog op de vrijstelling eisen aan de aard van en inhoud van de verpakking moeten worden gesteld, dient naar mijn mening een zelfde lijn te worden gevolgd. In de algemene maatregel van bestuur worden de meer algemene regels gegeven, terwijl in de ministeriële regeling de
meer specifieke eisen met betrekking tot de verpakking naar voren komen. Onderdeel Qvoorziet in een nieuw vrijstellingsartikel in het wetsvoorstel. In artikel 68a, eerste lid, wordt een vrijstelling, onder bij, gecreëerd voor accijnsgoederen die buiten een accijnsgoederenplaats worden gebruikt voor onderzoek, kwaliteitscontroles en smaaktesten. Hierbij kan worden gedacht aan bij voorbeeld smaaktesten voor nieuw op de markt te brengen dranken of aan het vaststellen van het teer en het nicotinegehalte van tabaksprodukten. Ik heb deze vrijstelling in het voorstel opgenomen omdat ik van een aantal branches heb vernomen dat er behoefte bestaat aan deze vrijstelling. In een aantal gevallen vindt dergelijk onderzoek namelijk plaats buiten de accijnsgoederenplaats. Zoals ik heb gesteld in paragraaf 2.2. van de memorie van antwoord, het ging daar om het onderzoek binnen de accijnsgoederenplaats, is er in de hiervoor bedoelde gevallen geen sprake van consumptief verbruik maar gaan de goederen als het ware teloor. In het tweede lid van artikel 68a is bepaald dat ter zake van de uitvoering van dit artikel nadere regels kunnen worden gesteld. Tot slot zij nog opgemerkt dat ingeval het voren bedoelde onderzoek geschiedt door bij voorbeeld onderzoeksinstituten die de voor het onderzoek benodigde accijnsgoederen veraccijnsd betrekken, op verzoek teruggaaf van accijns kan worden verleend op de voet van artikel 71, eerste lid, onderdeel a. Onderdeel U bevat een wijziging van artikel 73 door het opnemen van een nieuw tweede lid, onder vernummering van het bestaande tweede lid tot derde lid. Het nieuwe tweede lid bepaalt dat, in afwijking van het eerste lid, voor niet gebottelde wijn de uitslag plaats vindt op het moment dat de wijn binnen de accijnsgoederenplaats op fles voorhanden is, zodat de koper er op dat moment daadwerkelijk over kan beschikken Daarbij ziet het tweede lid, onderdeel a, op wijn die op het moment van de verkoop al wel in de accijnsgoederenplaats voorhanden is maar die nog niet is gebotteld. Het tweede lid, onderdeel b, van artikel 73 heeft betrekking op wijn die op het moment van de verkoop nog niet in de accijnsgoederenplaats aanwezig is, waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar gebottelde wijn (onder 1 ) en nog nict gebottelde wijn (onder 2 ). Op deze wijze wordt voorkomen dat binnen de regeiing van artikel 73 reeds accijns zou moeten worden voldaan voor aan Je verbruiker verkochte wijn die daarover nog niet kan beschikken omdat de wijn bij voorbeeld nog niet is gebotteld of nog «op rank» is. Voor een toelichting op de wijziging in onderdeel V, onder 1, zij verwezen naar de desbetreffende passage van paragraaf 7, artikel 89, van de nota naar aanleiding van het eindverslag. In onderdeel V, onder 2, zijn de bepalingen van artikel 89, eerste en tweede lid, met betrekking tot verliezen in een accijnsgoederenplaats van overeenkomstige toepassing verklaard voor verliezen in een douane entrepot of een plaats voor douaneopslag. In het nieuwe derde lid van artikel 89 is bepaald dat niet aantoonbare verliezen, en goederen die worden vermist, worden aangemerkt als te zijn ingevoerd. Op deze wijze wordt voorkomen dat voor verliezen in een douane-entrepot of een plaats voor douaneopslag er geen belastbaar feit zou zijn. Voor een toelichting op de wijziging in onderdeel X moge ik verwijzen naar de passage in paragraaf 7, artikel 92, van de nota naar aanleiding van het eindverslag. De Staatssecretaris van Financiën, M. J. J. van Amelsvoort