Molenstraat 81-83/Nieuwe Schoolweg 1-35, Enschede (gemeente Enschede)

Vergelijkbare documenten
Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022

Heuvelstraat 3 te Stokkum (gemeente Montferland)

De Moer, plangebied De Hooivork (gemeente Loon op Zand)

Winterswijk, Spoorwegemplacement rapport 1424

Methusalemlaan 59 en omgeving te Ugchelen rapport 2583

Wildemanstraat te Elst. rapport 2766

Hunnissenstraat te Ell (gemeente Leudal) rapport 2130

4 Archeologisch onderzoek

Winterswijk, Spoorwegemplacement

Alphen a/d Rijn, Polderflora. rapport 1039

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Hilversum, Oude Amersfoortseweg 99 rapport 2009

Baexem, Klooster Mariabosch (gem. Leudal) rapport 1009

Ankeveen, A. Voetlaan. rapport 1633

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Locatie t Hofke 1 t/m 3 en De Gouwberg 9 en 11 te Rijsbergen, gemeente Zundert

Eelde, Kosterijweg (gem. Tynaarlo) rapport 515

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Venray Plan Vlakwater

Tungelroy, Tuurkesweg (gem. Weert) rapport 1445

Heesch - Beellandstraat

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

De Kamp, Cothen. rapport 2089

Beekbergen, Dorpsstraat, gemeente Apeldoorn

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Nekkeveld 5, Nijkerk. Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek. J. Huizer

Molenhoek Stiftstraat/Middelweg rapport 903

Geessinkbraakweg te Enschede

Aarlanderveen (gem. Alphen a/d Rijn), Zuideinde 20a/b rapport 1526

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Gemeente Montferland, Didam, Zandweg/Hoefijzer

Zwembad De Krommerijn te Utrecht

Molenstraat 47 t/m 53 te Zundert

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Aalten, IJzerlo, Dinxperlosestraatweg 145

Glaifa-terrein, Voortsepad 39, Hilvarenbeek

Steenbeekstraat te Zetten (gemeente Overbetuwe)

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK HORSTERWEG 19 TE SEVENUM GEMEENTE SEVENUM

Achterveld (gem. Leusden), Modderbeek

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Bureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

Beekbergen, Dorpsstraat 23, gemeente Apeldoorn

Ewijk Van Heemstraweg 33 (gem. Beuningen)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

De Engel West en Mallegatspoort te De Engel (gemeente Lisse)

Hogeweg 85 te Rossum, gemeente Maasdriel

Baron van Nagellstraat/ Stationsweg te Harselaar rapport 2372

De Vier Eiken, Oosteinde 14, Wapserveen, gemeente Westerveld

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

Duivenvoordestraat te Oegstgeest

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Onderweg 8, Waddinxveen

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat (QSnr ) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat

Planlocatie Companjen te Oldebroek rapport 1820

BIJLAGE 6. Archeologisch bureau- en booronderzoek Mgr. GW van Heukelumstraat 2 en 2a firma ADC Archeoprojecten

Perkpolder te Kloosterzande. rapport 2858

Larenseweg te Holten, gemeente Holten- Rijssen (Ov.)

Vianen, Plangebied Sluiseiland

Bocholtz, Hoeve Overhuizen (gem. Simpelveld)

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Natuur Buiten Landinrichting Zieuwent e.o. rapport 841

Rijnsloot te Cothen. rapport 2765

Meerstraat te Beverwijk

Utrecht, Prozee terrein rapport 2030

Circusterrein te Venray (gemeente Venray)

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK RUTJENSSTRAAT 6 TE NEERITTER GEMEENTE LEUDAL

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Overveen (gem. Bloemendaal), Bloemendaalseweg 329

De Kouwe Noord/Bredeweg te Geffen rapport 2445

Utrechtseweg 174 te Amersfoort

Bureau voor Archeologie Rapport De Duynkant, Castricum, gemeente Castricum: booronderzoek

CHECKLIST. en Wetenschap aan instellingen die hebben aangetoond bekwaam te zijn tot het doen van

Groenlo Hartreize II fase 3 rapport 335

Zuidzijde 58 te Bodegraven. rapport 2801

Methusalemlaan 59 en omgeving te Ugchelen, gemeente Apeldoorn

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

Heemskerk Coornhertstraat

Hoek Verkeersweg - Hoofdweg, Harderwijk rapport 3471

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg

Bemmelseweg te Elst (gemeente Overbetuwe)

Cuneraweg 384 te Rhenen

Oosterhage & Businesspark Oosterheem, Zoetermeer

Grotestraat 55 te Tubbergen, gemeente Tubbergen (Ov.)

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Bedrijventerrein Ormeling te Nederhemert rapport 2212

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Kloosterstraat te Weert. rapport 2542

MEMO. Projectgegevens

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Manege Groenloseweg, Winterswijk rapport 2352

Transcriptie:

Molenstraat 81-83/Nieuwe Schoolweg 1-35, Enschede (gemeente Enschede) Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek W. A. van Breda

2 Colofon ADC Rapport 2068 Molenstraat 81-83/Nieuwe Schoolweg 1-35, Enschede (gemeente Enschede) Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek Auteurs: W. A. van Breda. In opdracht van: Gemeente Enschede ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, 26 februari 2010 Foto s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij anders vermeld Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. ADC ArcheoProjecten aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. Autorisatie: J. Huizer ISBN 978-94-6064-059-9 ADC ArcheoProjecten Postbus 1513 3800 BM Amersfoort Tel 033-299 81 81 Fax 033-299 81 80 Email info@archeologie.nl

3 Inhoudsopgave Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied 4 Samenvatting 5 1 Inleiding 7 1.1 Algemeen 7 1.2 Doelstelling en vraagstelling 7 2 Bureauonderzoek 7 2.1 Methoden 7 2.2 Resultaten 8 3 Inventariserend Veldonderzoek 10 3.1.1 Methoden 10 3.2 Resultaten en interpretatie van het booronderzoek (VS03) 10 4 Conclusies 11 5 Aanbeveling 11 Literatuur 12 Lijst van afbeeldingen 12 Lijst van tabellen 12 Bijlage 1 Boorgegevens 16

4 Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied Provincie: Overijssel Gemeente: Enschede Plaats: Enschede Toponiem: Molenstraat 81-83/ Nieuwe Schoolweg 1-35 Kadastrale gegevens: Enschede sectie C, perceel 6592 Kaartblad: 34 Oost Coördinaten: 258100/471785, 258115/471740, 258231/471735, 258180/471700. Bevoegde overheid: Gemeente Enschede Deskundige namens de bevoegde overheid: Mevr. G. Boers ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer (CIS-code): 36658 ADC-projectcode: 4110192 Periode van uitvoering: September 2009- februari 2010 Beheer en plaats documentatie: ADC ArcheoProjecten bv, Amersfoort

5 Samenvatting In opdracht van de gemeente Enschede heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Molenweg 81-83/Nieuwe Schoolweg 1-35 in Enschede (gemeente Enschede). Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van geplande sloopwerkzaamheden en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Het is nog niet bekend welke ontwikkelingen zullen plaatsvinden op het terrein na de sloop. Op basis van het bureauonderzoek werd een haarpodzolbodem of een enkeerdgrond met een hoge trefkans op archeologische resten verwacht. Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een booronderzoek (specificatie VS03) uitgevoerd. Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt echter dat het terrein grotendeels tot in de C-horizont is verstoord. ADC Archeoprojecten adviseert om hier geen vervolgonderzoek uit te voeren.

6 Tabel 1. Tijdsduur van de verschillende (pre)historische perioden. Periode Nieuwe tijd Middeleeuwen: Late Middeleeuwen Vroege Middeleeuwen Romeinse tijd: Laat Romeinse tijd Midden Romeinse tijd Vroeg Romeinse tijd IJzertijd: Late IJzertijd Midden IJzertijd Vroege IJzertijd Bronstijd ronstijd: Late Bronstijd Midden Bronstijd Vroege Bronstijd Neolithicum (Jonge Steentijd): Laat Neolithicum Midden Neolithicum Vroeg Neolithicum Mesolithicum (Midden Steentijd): Laat Mesolithicum Midden Mesolithicum Vroeg Mesolithicum Paleolithicum (Oude Steentijd): Laat Paleolithicum Midden Paleolithicum Vroeg Paleolithicum Bron: Archeologisch Basis Register 1992 1500 - heden 450 1500 na Chr. 12 voor Chr. 450 na Chr. 800 12 voor Chr. 2000-800 voor Chr. 5300 2000 voor Chr. 8800 4900 voor Chr. tot 8800 voor Chr. Tijd in jaren 1050-1500 na Chr. 450-1050 na Chr. 270-450 na Chr. 70-270 na Chr. 12 voor Chr. - 70 na Chr. 250-12 voor Chr. 500-250 voor Chr. 800-500 voor Chr. 1100-800 voor Chr. 1800-1100 voor Chr. 2000-1800 voor Chr. 2850-2000 voor Chr. 4200-2850 voor Chr. 5300-4200 voor Chr. 6450-4900 voor Chr. 7100-6450 voor Chr. 8800-7100 voor Chr. 35.000-8800 voor Chr. 300.000 35.000 voor Chr. tot 300.000 voor Chr.

7 1 Inleiding 1.1 Algemeen In opdracht van de gemeente Enschede heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Molenweg 81-83/Nieuwe Schoolweg 1-35 in Enschede (gemeente Enschede). Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van geplande sloopwerkzaamheden en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Het is nog niet bekend welke ontwikkelingen zullen plaatsvinden op het terrein na de sloop. 1.2 Doelstelling en vraagstelling Het doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het omschreven gebied. Het doel van het inventariserende veldonderzoek is het aanvullen en toetsen van de op basis van het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde verwachting. Het inventariserend veldonderzoek vond plaats door middel van een verkennend en karterend booronderzoek. Ten behoeve van het inventariserend veldonderzoek is een plan van aanpak (PvA) opgesteld conform KNA (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie) specificatie VS01 en de geldende beleidsregel van de Staatsecretaris van OCW. 1 Hierin zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: - Is er in het plangebied een intacte bodem aanwezig en zo ja, komt deze overeen met het op basis van het bureauonderzoek verwachte bodemtype? - Zijn er (aanwijzingen voor) archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is naar verwachting de omvang, ligging, aard en datering hiervan? Indien er archeologische waarden aanwezig zijn: - In welke mate worden deze waarden verstoord door realisatie van de geplande bodemingreep? - Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? Indien de archeologische waarden niet kunnen worden behouden: - Welke vorm van nader onderzoek is nodig om de aanwezigheid van archeologische waarden en hun omvang, ligging, aard en datering voldoende te kunnen bepalen om te komen tot een selectiebesluit? Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 16-09-2009 en het booronderzoek op 18-09-2009. Meegewerkt hebben: W.A van Breda (archeoloog), J. Holl (archeoloog) en J. Huizer (senior prospector). 2 Bureauonderzoek 2.1 Methoden Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1, in het bijzonder de specificaties LS01, LS02, LS03, LS04 en LS05. Het bureauonderzoek wordt gerapporteerd conform LS06. Het onderzoek bestaat uit zes onderdelen (specificaties LS01 t/m LS06). In de eerste vier onderdelen zijn de volgende werkzaamheden verricht: - afbakening plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik - beschrijving van de huidige situatie - beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen - beschrijving van bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens Op grond van deze onderdelen wordt een gespecificeerde verwachting van het gebied opgesteld (specificatie LS05). Hierin wordt verwoord of, en zo ja, welke archeologische waarden worden verwacht. Indien deze worden verwacht worden de (veronderstelde) eigenschappen van de waarden zo gedetailleerd mogelijk aangegeven. 1 Beleidsregel van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 juni 2005, nr. WJZ/2005/26210 (8163), tot wijziging van de Beleidsregels opgravingsbevoegdheid. Het PvA is opgesteld door R. M. van der Zee op 1-07-2009 en geaccordeerd door E. Lohof, senior prospector.

8 2.2 Resultaten 2.2.1 Afbakening plan- en onderzoeksgebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik (LS01) Het plangebied ligt in Enschede en heeft een oppervlakte van 0,5 ha. Het wordt begrensd door de Molenstraat aan de zuidzijde en de Nieuwe Schoolweg aan de noordoostzijde. De exacte locatie is weergegeven in afbeelding 2. Van het plangebied zelf zijn onvoldoende archeologische en aardkundige gegevens beschikbaar om een uitspraak te kunnen doen over de archeologische verwachting. Daarom zijn tevens gegevens betrokken uit de directe omgeving, waarmee het onderzoeksgebied kan worden gedefinieerd als het gebied binnen een straal van circa 250m rondom het plangebied. In het plangebied zullen de bestaande gebouwen gesloopt worden. De toekomstige bestemming van het terrein is op dit moment nog niet bekend. De huidige bebouwing heeft een oppervlakte van ca. 2500 m². In februari 2009 is in het kader van een milieuhygiënisch onderzoek een historisch onderzoek verricht naar de locatie. Hieruit blijkt dat de bodem in 1998 en 2000 voor het laatst milieukundig is onderzocht. Een deel van het terrein is in het verleden gesaneerd wegens vervuiling met olie. Er is vervuiling met PAK en zware metalen geconstateerd op het terrein. De conclusie van het bodemonderzoek luidt: Ernstig geval van bodemverontreiniging, niet urgent. Prioriteitsklasse 2: verdacht, geen risico s, geen nader onderzoek nodig 2 De consequentie van de voorgenomen ingreep is dat eventuele waardevolle archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. 2.2.2 Beschrijving van de huidige situatie (LS02) Het plangebied is momenteel deels bebouwd en deels bestraat met klinkers. Op de locatie heeft sinds 1906 tot heden ijzergieterij Sanders (machine en apparatenindustrie) gestaan. Zoals vermeld is het terrein voor een deel gesaneerd. Verder zijn er twee plekken waar een olietank en een steenkoolteertank in de grond hebben gelegen of nog liggen (zie afb. 2) 2.2.3 Beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS03) De historische situatie is op verschillende kaarten als volgt: Bron Hottinger Atlas uit 1773-1794 3 Kadastrale minuut uit ca1820 Bonnekaart uit 1898 en 1936 4 Historische situatie Onbebouwd Molenstraat is aanwezig. Sporadisch bebouwd. De Nieuwe Schoolweg is ook aanwezig. Het plangebied is bebouwd. De vroegste nauwkeurige kaart van het gebied dateert uit het einde van de 18 e eeuw. Hierop is de Molenstraat niet te zien. Op de kadastrale minuut van ca. 1830 is de Molenstraat wel te herkennen. Het heet hier de Molensteeg. Er is ook een pad te ontwaren dat een voorloper lijkt te zijn van de Nieuwe Schoolweg. Er is een huis aan de Molenstraat te zien dat op het plangebied staat. Op de Bonnekaarten van 1898 en 1936 zijn beide straten te zien en is het plangebied bebouwd, zo te zien met de omvang van de huidige bebouwing In 1906 is de ijzergieterij op het plangebied gevestigd. Deze staat er nog. Aan de westkant van het onbebouwde deel van het terrein is een deel van de grond in de jaren 1980 gesaneerd. 2 Nibag Milieu en Ruimte. Projectnummer 1000.8137/171 3 Versfelt 2003. 4 Bureau Militaire Verkenningen 1898, 1936.

9 2.2.4 Beschrijving van bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens (LS04) De volgende aardwetenschappelijke informatie is bekend van het plangebied: Bron Geologie 5 Geomorfologie 6 Bodemkunde 7 Informatie Formatie van Drenthe, laagpakket van Gieten met een dek van de Formatie van Boxtel, laagpakket van Wierden; grondmorene met een zanddek. (Dr2) Niet gekarteerd, bebouwde kom. Waarschijnlijk grondmorenerug (10B14) Niet gekarteerd, bebouwde kom Het plangebied ligt in de bebouwde kom. Hierdoor zijn er geen gegevens voorhanden omtrent de bodemkunde of geomorfologische eenheden die zich in het plangebied bevinden. Vlak naast het plangebied is een grondmorenerug als geomorfologische eenheid gekarteerd. Dit ligt hoogwaarschijnlijk ook in het plangebied. Volgens de Geologische kaart 1:50.000 ligt in het plangebied lemig, grindhoudend zand (afzettingen van de Formatie van Drenthe) afgedekt met maximaal 2 m dekzand (afzettingen van de Formatie van Boxtel). In het plangebied kan dus een pakket van maximaal 2 m dik pakket matig fijn tot fijn zand verwacht worden. In het onderzoeksgebied zijn de volgende archeologische (indicatieve) waarden vastgesteld: Bron Omschrijving Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) Geen indicatieve archeologische waarde, bebouwde kom Archeologisiche beleidsadvieskaart gemeente Enschede Hoge archeologische verwachtingswaarde Archeologische Monumenten Kaart (AMK) Geen AMK-terreinen. waarnemingen ARCHISII (Archeologisch Informatie Geen Systeem) vondstmeldingen ARCHISII Geen onderzoeksmeldingen ARCHISII 13243, 22093, 25951 De ligging van deze waarden is weergegeven in afb. 3 Op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Enschede ligt het plangebied in een zone van hoge verwachting van archeologische resten vanaf het Neolithicum. Deze verwachting is gebaseerd op de statistische kans op het voorkomen van archeologische resten in verschillende bodemtypes. Er wordt vanuit gegaan dat zich in het plangebied een enkeerdgrond of een haarpodzol voorkomt. Aan deze bodemtypes is een hoge archeologische verwachting gekoppeld. 8 Het plangebied ligt op ca. 250m ten noorden van de (inmiddels gedempte) middeleeuwse stadsgrachten van Enschede. Het heeft dus geen deel uitgemaakt van de historische binnenstad. Binnen een straal van 250 m om het plangebied zijn geen archeologische waarnemingen, vondstmeldingen of archeologische monumenten bekend. Wel is er binnen die straal drie archeologische booronderzoeken uitgevoerd. In alle gevallen is geen vervolgonderzoek aanbevolen. Bij twee locaties was de bodem verstoord (onderzoeksmelding 22093 en 25951). Bij één locatie waren er geen archeologische indicatoren aangetroffen (onderzoeksmelding 13243) 2.2.5 Gespecificeerde verwachting (LS05) Het plangebied is vanaf het begin van de twintigste eeuw intensief gebruikt voor industriële doeleinden. Een aantal zones binnen het plangebied kunnen als volledig verstoord geacht worden. Het gaat hier om de zones waar in het recente verleden gesaneerd is en de zones waar olietanks e.d. liggen. Een deel van het gebied is bebouwd. Het valt niet uit te sluiten dat in deze zones nog archeologische resten aanwezig kunnen zijn, echter de kans is wel groot dat eventueel aanwezige archeologische resten door de bebouwing vernietigd zijn. Voor de overige delen van het plangebied geldt er een hoge verwachting voor het aantreffen van archeologische resten vanaf het Neolitihicum. Indien er zich in het plangebied een haarpodzolgrond bevindt kunnen deze resten aan of onder het maaiveld worden verwacht. Het vondstniveau wordt in dit geval verwacht in de eerste ca. 30 cm beneden het maaiveld. Archeologische sporen (uitgezonderd diepe paalsporen, waterputten etc.) worden binnen ca. 50 cm beneden het maaiveld verwacht. 9 De verwachte archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit aardewerk- of vuursteenstrooiïngen. Organische resten (zoals bot, hout, leder en textiel) zullen door 5 NITG 2000 6 Stichting voor Bodemkartering 1977. 7 Stichting voor Bodemkartering 1978. 8 Boshoven e.a. 2005, 46-49 9 Zie bijvoorbeeld Groenewoudt 1994.

10 de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. 10 De beperkte beschikbare gegevens laten niet toe, het complextype en de omvang van de verwachte resten nader te specificeren. Indien zich in het plangebied een enkeerdgrond (ook wel esdek genoemd) bevindt wordt het vondstniveau verwacht onderin het esdek en in de top van de oorspronkelijke C-horizont; hier wordt ook wel van cultuurlaag gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen het esdek en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen of houtskool. 11 Archeologische sporen zullen zich naar verwachting bevinden tot ongeveer 25 cm in de top van de C-horizont. 3 Inventariserend Veldonderzoek 3.1.1 Methoden De bij het Inventariserend Veldonderzoek toegepaste methoden zijn conform de KNA, versie 3.1, in het bijzonder specificatie VS03 (booronderzoek). Uitgangspunt van het inventariserend veldonderzoek is de gespecificeerde verwachting zoals die is opgesteld in het bureauonderzoek. De strategie voor het veldonderzoek is hierop gebaseerd, alsmede op het voor dit onderzoek opgestelde Plan van Aanpak (VS01). De rapportage is opgesteld conform specificatie VS05. 3.1.2 Booronderzoek (VS03) In het plangebied zijn grondboringen uitgevoerd met als doel het bepalen van de bodemopbouw en eventuele bodemverstoringen. Dit is de verkennende fase van het inventariserend veldonderzoek. Vanwege de beperkte oppervlakte van het plangebied is de verkennende fase gecombineerd met de karterende fase van het inventariserend veldonderzoek. Het doel van de karterende fase van dit onderzoek is het systematisch onderzoeken van het plangebied op het voorkomen van vindplaatsen met een strooiing van overwegend vuursteen en/of aardewerk met een omvang van 200m² of meer en een matig hoge vondstdichtheid. 12 Het verkennen van de bodemopbouw gebeurt door de bodemtextuur en, indien relevant, bodemkundige horizonten systematisch te beschrijven. Eventuele afwijkingen van de verwachte bodemopbouw zoals vastgesteld op grond van het bureauonderzoek, en andere niet-natuurlijke bodemkenmerken kunnen er aanleiding toe geven om (delen van) het plangebied als verstoord te beschouwen. Het karteren van de vindplaatsen gebeurt door het vaststellen van de aan- of afwezigheid van archeologische indicatoren in het opgeboorde materiaal. Archeologische indicatoren zijn bijvoorbeeld fragmenten aardewerk, houtskool, verbrande klei, (on)verbrand bot en andere insluitsels die van nature niet in de bodem voorkomen. Daarnaast kunnen bodemverkleuringen, bijvoorbeeld veroorzaakt door fosfaatverbindingen, een indicatie vormen voor bewoning in het verleden. Er zijn 11 boringen uitgevoerd met een 15 cm edelmanboor tot 20 cm in de ongestoorde ondergrond tot gemiddeld circa 150 cm en maximaal 200 cm onder het maaiveld. De bodemtextuur en archeologische indicatoren zijn beschreven volgens SBB 5.1 van het NITG-TNO waarin ondermeer de standaard classificatie van bodemmonsters volgens NEN5104 wordt gehanteerd. 13 De X- en Y-coördinaten zijn bepaald aan de hand van de lokale topografie. De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de boringen is bepaald aan de hand van AHN-beelden. 3.2 Resultaten en interpretatie van het booronderzoek (VS03) 3.2.1 Booronderzoek (VS03) De locatie van de boringen is weergeven in afb. 2 In bijlage 1 zijn de boringen beschreven. Binnen het plangebied is de bodemprofiel tot op een gemiddelde diepte van 150 cm mv omgewerkt. De lithologische opbouw bestaat uit zwak siltig, matig fijn, kalkloos zand. De kleur varieert van bruingrijs tot lichtgrijs. De omgewerkte laag bevat plaatselijk veel puinresten. In boring 6 is een fragment onbewerkt vuursteen en een klein fragment Middeleeuws aardewerk aangetroffen. De aanwezigheid van puinresten is een aanwijzing dat de bodem in de (sub)recente geschiedenis is omgewerkt. In één boring (boring 5) is tussen 140 en 155 cm mv een laag zwak siltig, matig fijn, kalkloos bruin zand aangetroffen. Deze laag wordt als B- horizont geïnterpreteerd. Kars & Smit 2003. Groenewoudt 1994. Indeling in prospectiegroepen en vondstdichtheidklassen cf. Tol, et al. 2006. Bosch 2005; Normalisatie-Instituut 1989. 10 11 12 13

11 In boring 2, 5, 8 en 11 is op ca. 150 cm mv. een laag zwak siltige, matig fijn, kalkloos licht grijs zand aangetroffen. Deze laag is als C-horizont geïnterpreteerd, die uit dekzand bestaat. In boring 6 en 10 manifesteert de C- horizont zich als sterk zandige leem, die als grondmorene wordt geïnterpreteerd. In alle andere boringen is geen C-horizont waargenomen. Deze boringen moesten gestaakt worden wegens de aanwezigheid van ondoordringbaar puin. Tijdens het booronderzoek is één indicator aangetroffen die zou wijzen op archeologische resten in de bodem (boring 6, zie hierboven). Deze is echter afkomstig uit een (sub) recent omgewerkte bodem. Op basis hiervan kan geen uitspraak gedaan worden over in situ bewaarde archeologische resten. 4 Conclusies De in de Inleiding gestelde onderzoeksvragen kunnen op basis van de bereikte resultaten als volgt worden beantwoord: Is er in het plangebied een intacte bodem aanwezig en zo ja, komt deze overeen met het op basis van het bureauonderzoek verwachte bodemtype? In het plangebied is vrijwel geen intacte bodem aangetroffen. In één boring is een (deel van) een intacte B-horizont aangetroffen. Dit zou een aanwijzing kunnen zijn dat hier zich een haarpodzolgrond heeft bevonden. Deze is echter nu vrijwel volledig omgewerkt. Zijn er (aanwijzingen voor) archeologische waarden in het plangebied aanwezig en, zo ja, wat is naar verwachting de omvang, ligging, aard, datering en waardestelling hiervan? Er is tijdens het booronderzoek een klein fragment aardewerk aangetroffen. Dit is zodanig klein dat uitsluitend een globale datering aan gegeven kan worden, namelijk daterend uit de Middeleeuwen. Het fragment is in een (sub)recente verstoorde context aangetroffen. Hierdoor is het niet mogelijk om een uitspraak te doen over nog in situ aanwezige archeologische resten uit deze periode. In welke mate worden deze waarden verstoord door realisatie van de geplande bodemingreep? n.v.t. Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? n.v.t. Indien de eventuele archeologische waarden niet kunnen worden behouden: Welke vorm van nader onderzoek is nodig om de aanwezigheid van archeologische waarden en hun omvang, ligging, aard en datering voldoende te kunnen bepalen om te komen tot een selectiebesluit? n.v.t. 5 Aanbeveling ADC ArcheoProjecten adviseert- gezien de grote mate van verstoring van het bodemprofiel- om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet.

12 Literatuur Bureau Militaire Verkenningen, verschillende jaargangen (1898,1936): Enschede, blad 399, 1:25.000. Bosch, J.H.A., 2005: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht (TNOrapport, NITG 05-043-A). Boshoven, E.H., 2005: Archelogische verwachtingskaart van de gemeente Enschede. s-hertogenbosch. (BAAC Rapport 04.238) Groenewoudt, B.J., 1994: Prospectie, waardering en selectie van archeologische vindplaatsen: een beleidsgerichte verkenning van middelen en mogelijkheden. Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten, 17). Kars, H. & A. Smit (red.), 2003: Handleiding Fysiek Behoud Archeologisch Erfgoed. Degradatiemechanismen in sporen en materialen. Monitoring van de conditie van het bodemarchief. Amsterdam (Geoarchaeological and Bioarchaeological Studies, 1). Normalisatie-Instituut, Nederlands, 1989: Geotechniek, classificatie van onverharde grondmonsters NEN 5104, Delft. NITG, 2000: Geologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 34 Oost (Enschede) Stichting voor Bodemkartering, 1977: Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 34 Oost (Enschede) Wageningen Stichting voor Bodemkartering, 1978: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 34 Oost (Enschede) Wageningen Tol, A.J., J.W.H.P. Verhagen & M. Verbruggen, 2006: Leidraad inventariserend veldonderzoek. Deel: karterend booronderzoek. Gouda (SIKB uitgave). Versfelt, H.J., 2003: Hottinger-atlas van Noord- en Oost-Nederland 1773 1794, Groningen. Lijst van afbeeldingen Afb. 1 Locatie van het plangebied Afb. 2 Detailkaart van het plangebied met boorpunten Afb. 3 Indicatieve Kaart Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen Lijst van tabellen Tabel 1. Tijdsduur van de verschillende (pre)historische perioden.

13 HENGELO OV LOSSER 465000 470000 475000 N 0000 5000m 8 ENSCHEDE GLANE 8 O bron: Geodan 250000 255000 260000 265000 Legenda Locatie van het plangebied Afb. 1 Locatie van het plangebied

14 471675 471700 471725 471750 471775 471800 N 0000 2 1 4 3 25m 5 7 6 Nieuwe Schoolweg 8 11 10 9 Molenstraat WVB 12-2-2010 258125 258150 258175 258200 258225 258250 Legenda Begrenzing Plangebied Boorpunt Afb. 2 Detailkaart van het plangebied met boorpunten.

15 22.093 471000 472000 N 000 13.243 13.624 250m 19.331 30.327 258000 Nieuwe Schoolweg Molenstraat 29.015 412.484 25.951 Legenda Hoge indicatieve archeologische waarde Middelhoge indicatieve archeologische waarde Lage indicatieve archeologische waarde Zeer lage indicatieve archeologische waarde Water Bebouwd gebied AMK-terrein van archeologische betekenis AMK-terrein van archeologische waarde AMK-terrein van hoge archeologische waarde AMK-terrein van zeer hoge archeologische waarde AMK-terrein van zeer hoge archeologische waarde, beschermd ARCHIS-meldingen (bijgewerkt aug.'09) Paleolithicum Mesolithicum Neolithicum Bronstijd IJzertijd Vroeg-Romeinse tijd Midden-Romeinse tijd Laat-Romeinse tijd Vroege Middeleeuwen Late Middeleeuwen Nieuwe Tijd Recent Datering onbekend Onderzoeksmelding Vondstmelding Locatie van het onderzoeksgebied Afb. 3 Indicatieve Kaart Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen