BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET SKH PROCESCERTIFICAAT LAMINEREN; NIET-DRAGEND, INTERIEUR

Vergelijkbare documenten
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO-PRODUCTCERTIFICAAT VOOR "LIJMEN VOOR DRAGENDE HOUTEN BOUWCONSTRUCTIES" van de Stichting Bouwkwaliteit

BGS-011 Kunststof deuvels

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO PROCESCERTIFICAAT VOOR AANBRENGEN VAN GEVELBEPLATINGEN MET BEHULP VAN LIJMSYSTEMEN

"VINGERLASHOEKVERBINDINGEN VOOR HOUTEN GEVELELEMENTEN"

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR DE KOMO KWALITEITSVERKLARING VOOR RONDHOUTPALEN VAN EUROPEES NAALDHOUT

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO ATTEST-MET-PRODUCTCERTIFICAAT VOOR HOUTVERDUURZAMINGSCAPSULES

NL/SfB. BRL 2901 d.d NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO ATTEST-MET-PRODUCTCERTIFICAAT VOOR HOUTVERDUURZAMINGSCAPSULES

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR MONTAGELIJMEN. Techniekgebied B1/E2/E3/E6. Vastgesteld door College van Deskundigen Hout d.d.

KOMO BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR LIJMEN VOOR NIET-DRAGENDE TOEPASSINGEN. Techniekgebied B3. Vastgesteld door CvD Hout d.d.

SKH-Publicatie d.d

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO PRODUCTCERTIFICAAT VOOR GEOPTIMALISEERD HOUT VOOR NIET-DRAGENDE TOEPASSINGEN

Techniekgebied E6. Vastgesteld door College van Deskundigen Hout op

BRL 1701 d.d NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET SKH-KOMO ATTEST MET PRODUCTCERTIFICAAT VOOR

Geldigheid productcertificaten De productcertificaten die op basis van de BRL 9901 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid.

Nabewerken van KOMO gecertificeerd hout en plaatmaterialen voor de KOMO gecertificeerde timmer- en prefabindustrie

Beoordelingsgrondslag voor geoptimaliseerd hout samengesteld uit een combinatie van verschillende houtsoorten en/of kwaliteiten en substraten

BEOORDELINGSGRONDSLAG GELIJMD HOUT UITSLUITEND GESCHIKT VOOR INTERIEURTOEPASSINGEN

Geldigheid kwaliteitsverklaringen De productcertificaten die op basis van de BRL 9903 d.d zijn afgegeven behouden hun geldigheid.

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR FILMVORMENDE COATINGS VOOR TOEPASSING OP HOUT. Techniekgebied E6

Alternatieve lijmen voor raamverbindingen

NL/SfB R j4. BRL 2205 d.d NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO-PRODUKTCERTIFICAAT VOOR "GIPSHOUTSPAANPLAAT"

Datum Oktober 2017 GASTEC QA ALGEMENE EISEN

Beoordelingsgrondslag voor vulmiddelen

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR GEZAAGD EUROPEES NAALDHOUT VOOR WATERBOUWKUNDIGE TOEPASSINGEN

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR GEVINGERLAST HOUT VOOR DRAGENDE TOEPASSINGEN. Techniekgebied: E3 Houtproducten

VOOR HET PRODUCTCERTIFICAAT VOOR TREKBANDZAKKEN. Vastgesteld door GCvD Afvalzakken d.d

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR VLOERLUIKEN. Op 15 augustus 2003 aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit

BEOORDELINGSRICHTLIJN. voor een KWALITEITSVERKLARING. voor BAMBOE HALFFABRICATEN VOOR EXTERIEUR EN INTERIEUR TOEPASSINGEN

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR HOUTEN HEIPALEN VAN EUROPEES NAALDHOUT. Vastgesteld door het College van Deskundigen van SKH op

Wijzigingsblad BRL 2813

Wijzigingsblad BRL 5023 d.d

KOMO BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR PRODUCTCERTIFICAAT VOOR AFVALZAKKEN. Vastgesteld door GCvD Afvalzakken d.d

SKH PUBLICATIE d.d Panlatten. Uitgave: Stichting Keuringsbureau Hout SKH. Nadruk verboden

WIJZIGINGSBLAD BRL 1332 Het thermisch isoleren met een in situ spraysysteem van polyurethaanschuim. Pagina 1 van 5 d.d

Beoordelingsrichtlijn

Beoordelingsgrondslag voor vulmiddelen

drs. H.J.O. van Doorn, directeur Het attest is voorts opgenomen in het overzicht op de website van Stichting KOMO:

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET PRODUCTCERTIFICAAT VOOR HOUTEN STEIGERDELEN

KOMO productcertificaat

Loofhoutsoorten (m.u.v. populierenhout) vallen niet onder de NEN-EN

BEOORDELING VAN AFDICHTMIDDELEN VOOR DE TIMMERINDUSTRIE

BEOORDELING VAN AFDICHTMIDDELEN VOOR DE TIMMERINDUSTRIE

Interpretatiedocument

Wijzigingsblad BRL

Wijzigingsblad BRL 2202 (zonwerend)(warmtereflecterend) isolerend dubbelglas voor thermische isolatie 31 december 2014

BRL 9935 Deel 01. Beoordelingsrichtlijn. Bijzonder deel 01: kritiekversie d.d

Beoordelingsrichtlijn

KOMO productcertificaat

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR AFDICHTINGSPROFIELEN VOOR GEVELELEMENTEN. Vastgesteld door CvD SKH d.d

Wijzigingsblad BRL

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR EEN KOMO-KWALITEITSVERKLARING SPEELTOESTELLEN; PLAATSING, AANLEG ONDERGROND, CONTROLE EN ONDERHOUD

Beoordelingsrichtlijn

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO PROCESCERTIFICAAT VOOR VERFAPPLICATIE OP HOUT EN PLAATMATERIALEN

Versie: Interpretatiedocument

BRL 9600 Nationale Beoordelingsrichtlijn

Nummer K4084/03 Vervangt K4084/02. Uitgegeven d.d Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN. Vastgesteld door CvD van SKH d.d

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR. NIET- en SEMI FILMVORMENDE COATINGS OP NIET MAATVAST HOUT. Vastgesteld door CvD Hout d.d.

PROCEDURE TESTBATCH (VERF) ONDER KOMO

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR EEN KOMO-KWALITEITSVERKLARING SPEELTOESTELLEN; PLAATSING, AANLEG ONDERGROND, CONTROLE EN ONDERHOUD

Beoordelingsgrondslag MDF/HDF voor toepassing in geveltimmerwerk Eisen en bepalingsmethoden

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR FILMVORMENDE VOORLAK- EN AFLAKSYSTEMEN OP HOUT. Techniekgebied: E6

Op 15 augustus 2003 aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw. van de Stichting Bouwkwaliteit

Beoordelingsgrondslag voor de montage van daglichtsystemen in daken

VOOR DE AFGIFTE VAN EEN

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET SKH PRODUCTCERTIFICAAT KINDERBEDDEN EN BOXEN. Vastgesteld door het College van Deskundigen Meubel d.d.

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR GELIJMD GELAMINEERD HOUT. Vastgesteld door het College van Deskundigen SKH op

Beoordelingsrichtlijn

Wijzigingsblad BRL

Beoordeling van de afdichtmiddelen voor de timmerindustrie

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR EEN KOMO-KWALITEITSVERKLARING SPEELTOESTELLEN; PLAATSING, AANLEG ONDERGROND, CONTROLE EN ONDERHOUD

Reglement Erkenning Kluskeur-bedrijven d.d

BEOORDELINGSRICHTLIJN voor een KWALITEITSVERKLARING voor BAMBOE HALFFABRICATEN VOOR EXTERIEUR EN INTERIEUR TOEPASSINGEN

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO PROCESCERTIFICAAT VOOR MONTAGE VAN HOUTEN EN HOUTACHTIGE BOUWDELEN

Beoordelingsrichtlijn

Wijzigingsblad d.d behorende bij de BRL 1101 Spaanplaat d.d Vastgesteld door het College van Deskundigen SKH d.d.

Nationale Beoordelingsrichtlijn

nederlandse praktijkrichtlijn NPR e druk, december 1984 Gelijmde dragende houten bouwconstructies - Verticaal gelamineerd hout en kruislaaghout

attest-met-productcertificaat Geldig tot Onbepaald Pagina 1 van 5

attest-met-productcertificaat

KOMO productcertificaat

drs. H.J.O. van Doorn, directeur Het attest is voorts opgenomen in het overzicht op de website van Stichting KOMO:

Wijzigingsblad BRL

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR TRIPLEX. Techniekgebied: E3 Houtachtige plaatmaterialen

WIJZIGINGSBLAD NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN

BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET SKH-PROCESCERTIFICAAT VOOR. (gebruikte en in gebruik zijnde) HOUTBEWERKINGSMACHINES

Wijzigingsblad BRL

KOMO. kwaliteitsverklaring. EPS platen voor thermische isolatie

Wijzigingsblad BRL 2502

VOOR HET PRODUCTCERTIFICAAT VOOR TREKBANDZAKKEN. Vastgesteld door GCvD Afvalzakken d.d

SKH-Publicatie voor controle kozijnverbindingen in de timmerfabriek

AFWERKEN HOUTEN GEVELELEMENTEN EN HOUTEN BUITENDEUREN OP BASIS VAN PRESTATIE-EISEN

Beoordelingsrichtlijn

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO-PRODUCTCERTIFICAAT 'BRANDVERTRAGEND BEHANDELEN VAN HOUT EN HOUTPRODUCTEN

BEOORDELINGSGRONDSLAG VOOR DE

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET VOOR VERBINDINGSTECHNIEKEN IN HOUTEN GEVELELEMENTEN

Kwaliteitsverklaringen, afgegeven op basis van BRL 3300 Vloerluiken d.d behouden hun geldigheid tot

BEOORDELINGSGRONDSLAG VOOR DE

Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO PROCESCERTIFICAAT voor het uitvoeren van luchtdichtheidsmetingen

Hierbij vragen wij uw aandacht voor het volgende.

Transcriptie:

BRL M/05 d.d. 2002-01-15 BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET SKH PROCESCERTIFICAAT LAMINEREN; NIET-DRAGEND, INTERIEUR Uitgave: Certificatie-instelling SKH Nadruk verboden

Lamineren; niet-dragend, interieur, d.d. 2002-01-15 Pagina 2 van 11 ALGEMENE INFORMATIE BIJ DEZE UITGAVE Deze beoordelingsrichtlijn (BRL) is op initiatief van de betrokken industrie tot stand gekomen. De certificatie-instelling SKH heeft op 18 september 2001 de BRL bindend verklaard. De BRL zal per 15 januari 2002 worden gehanteerd voor het uitgeven van een SKH procescertificaat Lamineren; niet-dragend, interieur. Uitgever: Certificatie-instelling SKH Postbus 50 1270 AB Huizen Telefoon (035) 526 87 37 Fax (035) 526 83 81 E-mail mail@skh.org Website http://www.skh.org Certificatie-instelling SKH Niets uit dit drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SKH, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd

Lamineren; niet-dragend, interieur, d.d. 2002-01-15 Pagina 3 van 11 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...4 2. Procedure ter verkrijging van een procescertificaat...4 2.1 Start...4 2.2 Toelatingsonderzoek...4 2.3 Beoordeling van het kwaliteitssysteem van de aanvrager...4 2.4 Afgifte van het procescertificaat...4 2.5 Externe kwalteitszorg...4 3. Proces-eisen 3.1 Introductie...4 3.2 Eisen te lamineren hout...5 3.3 Houtvochtgehalte...5 3.4 Lijm...5 3.5 Productie-eisen...5 3.6 Eisen gelamineerd hout...6 3.7 Kwaliteitsniveau s...6 4. Eisen met betrekking tot het kwaliteitssysteem 4.1 Interne kwaliteitszorg van de producent...7 4.2 Externe kwaliteitszorg...10 5. Merken...10 5.1 Kwaliteitsaanduiding...10 6. Titels van vermelde documenten...10 Bijlage I Toelichting op productie-eisen...11 Pagnr.

Lamineren; niet-dragend, interieur, d.d. 2002-01-15 Pagina 4 van 11 1. INLEIDING De in deze beoordelingsrichtlijn opgenomen eisen worden door de certificatie-instelling gehanteerd bij de behandeling van een aanvraag voor c.q. de instandhouding van een SKH procescertificaat voor de uitvoering van het proces lamineren, waarbij het procesresultaat geschikt is voor niet-dragende interieur toepassingen. De af te geven kwaliteitsverklaringen worden aangeduid als SKH procescertificaat. 1.1 Onderwerp Het procescertificaat heeft betrekking op het proces ter uitvoering van het lamineren van hout dat geschikt is voor niet-dragende interieur toepassingen. 2. PROCEDURE TER VERKRIJGING VAN EEN PROCESCERTIFICAAT 2.1 Start De aanvrager verstrekt de nodige gegevens ten behoeve van het opstellen van de technische specificatie. Hij geeft aan welke uitspraken in het procescertificaat moeten worden opgenomen en verstrekt de onderbouwing van die uitspraken. 2.2 Toelatingsonderzoek Bij het toelatingsonderzoek controleert de certificatie-instelling of het betreffende bedrijf voldoet aan de gestelde eisen zoals weergegeven in hoofdstuk 3 van deze beoordelingsrichtlijn. Van het toelatingsonderzoek wordt een rapportage opgesteld, op basis waarvan het SKH procescertificaat, al dan niet onder bepaalde voorwaarden wordt verleend. Bovendien worden tijdens het vooronderzoek monsters getrokken die zullen worden onderzocht en beoordeeld op de verlijming van de delen, de lijmvoegen en op de indringing van een gekleurde vloeistof. 2.3 Beoordeling van het kwaliteitssysteem van de aanvrager De certificatie-instelling onderzoekt of het kwaliteitssysteem van de aanvrager in overeenstemming is met hoofdstuk 4. 2.4 Afgifte van het procescertificaat Het procescertificaat wordt conform het algemeen reglement van de certificatie-instelling afgegeven wanneer het toelatingsonderzoek (2.2) en de beoordeling van het kwaliteitssysteem van de aanvrager (2.3) in positieve zin zijn afgerond. 2.5 Externe kwaliteitszorg Na afgifte van het procescertificaat wordt door de certificatie-instelling controle uitgeoefend zoals beschreven in paragraaf 4.2. 3. PROCES-EISEN 3.1 Introductie Indien in een eis verwezen wordt naar een met name genoemde paragraaf van een norm of een normatief document, dient gelezen te worden de eis en bepalingsmethode uit de genoemde paragraaf en/of uit het betreffende product- of procescertificaat.

Lamineren; niet-dragend, interieur, d.d. 2002-01-15 Pagina 5 van 11 3.2 Eisen te lamineren hout Houtsoort van de lamellen Als houtsoorten komen alle soorten in aanmerking waarvan het zwel- en krimpgedrag ligt tussen zodanige waarden dat te sterke effecten van zwelling en krimp worden voorkomen. Het verschil tussen de radiale en de tangentiale krimpcoëfficiënt mag niet groter zijn dan 0,2. De samenstelling van lamellen moet van dezelfde houtsoort zijn, met uitzondering van vuren en dennen welke in één partij door elkaar toegepast mogen zijn. Eisen voor van vingerlassen voorziene lamellen Indien in het gelamineerde hout lamellen met vingerlassen voorkomen zijn op die lamellen de proceseisen volgens hoofdstuk 3 van BRL M/04 Vingerlassen; niet-dragend, interieur van toepassing. Houtkwaliteit Kromming, scheluwte, blauwverkleuring, wan en grove gebreken worden visueel uitgesorteerd volgens een binnen het productieproces te hanteren interne sorteernorm rekening houdend met de kwaliteitsniveau s zoals genoemd onder 3.7. 3.3 Houtvochtgehalte Hout bestemd voor de productie van lamellen heeft een vochtgehalte van 13 ± 3 %. Het houtvochtgehalte mag niet hoger zijn dan 16 %. Het verschil in houtvochtgehalte tussen twee aansluitende lamellen mag maximaal 4 % bedragen. 3.4 Lijm Voor het lamineren mogen alleen lijmen of lijmverhardercombinaties worden toegepast indien aan de volgende eisen wordt voldaan: - de lijm dient aantoonbaar minimaal te voldoen aan criteria voor D3 volgens de normen NEN-EN 204 en NEN-EN 205; - de lijm moet aantoonbaar constant van kwaliteit zijn (bijv. door middel van een analyseof een productcertificaat). 3.5 Productie-eisen - het lamineren mag alleen plaatsvinden onder de vervaardigingscondities zoals vastgelegd in Bijlage I; - het schaven van de lamellen dient plaats te vinden zoals vastgelegd in Bijlage I; - de lijm moet gelijkmatig over het gehele oppervlak worden aangebracht; de lijmopdracht moet geschieden volgens de voorschriften van de leverancier; - het onder druk brengen van de lamellen moet zodanig gebeuren dat de aangegeven gesloten open tijd van de toegepaste lijm niet wordt onder- of overschreden; - de persdruk moet gelijkmatig worden aangebracht op zodanige wijze dat de overtollige lijm gelijkmatig kan worden weggedrukt, waardoor ontoelaatbare dikke lijmvoegen worden vermeden. Onder ontoelaatbare dikke lijmvoegen worden in het kader van deze beoordelingsrichtlijn lijmvoegen verstaan met een dikte van > 0,1 mm; - de persdruk dient ten minste te voldoen aan 0,6 N/mm² (zie Bijlage I); - de vereiste uithardingsomstandigheden tijdens het afbindproces, afhankelijk van het type lijm, dienen bekend te zijn en bij het persen te worden aangehouden.

Lamineren; niet-dragend, interieur, d.d. 2002-01-15 Pagina 6 van 11 3.6 Eisen gelamineerd hout Het gelamineerde hout voor niet-dragende interieur toepassingen moet bij de beoordeling op delaminatie voldoen aan eisen m.b.t. open lijmvoeg en houtbreuk volgens de hieronder beschreven beproevingsmethode. Monstername Per werkdag worden: - direct na start van de productie en - direct na start van de middagpauze, steeds a-select 2 monsters uit de productie genomen. De afmetingen van de monsters zijn gelijk aan die van het product met een lengte van min. 100 mm. De monsters worden vervolgens bewaard tot de volgende morgen (ingeval van vrijdag bewaard tot maandagmorgen). De monsters moeten zodanig geïdentificeerd worden dat het geproduceerde materiaal achterhaald kan worden. Eis Open lijmvoegen zijn niet toegestaan terwijl de houtbreuk minimaal 90% moet bedragen. Beproevingsmethode (kloofmethode) Minimaal 16 uur na productie wordt het monster op de te beproeven lijmvoegen rondom en ruim ingesmeerd met een vloeistof bestaande uit 50 % water, 50% spiritus of alcohol met toevoeging van een paar druppels van een afwasmiddel en een weinig levensmiddelenkleurstof (rood). De intrektijd van de vloeistof moet minimaal 15 minuten bedragen. Na het verlopen van de intrektijd worden de lijmvoegen op het kopse vlak met behulp van een beitel gekloofd. De kloofvlakken moeten minimaal 90 % houtbreuk laten zien. In de gekloofde vlakken mag geen kleurstof zichtbaar zijn (NB het kopse hout geeft een geringe kleuraanwezigheid). De beproefde monsters moeten steeds tot 1 week na productie bewaard blijven. Herbeoordeling Indien open voegen worden gevonden moet de geproduceerde partij geïsoleerd worden. Uit deze partij worden a-select 10 monsters genomen van 100 mm lengte en beproefd volgens de beproevingsmethode. Bij deze 10 monsters mogen geen open lijmvoegen voorkomen. Wordt de 2 de proef met positief resultaat afgerond dan kan de partij worden vrijgegeven, is dat niet het geval dan kan niet tot aflevering worden overgegaan. 3.7 Kwaliteitsniveau s eindproduct Het gelamineerde product dient aan 3 zijden foutvrij (kwaliteitsniveau 1) te zijn en aan 1 zijde te voldoen aan kwaliteitsniveau 2. De productinformatie en/of gebruikershandleiding dient aan de foutvrije zijde geplaatst te worden. Afrondingen of afschuiningen aan de langszijden moeten zoveel mogelijk gelijkmatig zijn. Maatafwijkingen in de dikte nominaal 0,5 mm; + 0,2 mm en - 0,3 mm.

Lamineren; niet-dragend, interieur, d.d. 2002-01-15 Pagina 7 van 11 Niet toegestaan zijn: - door en door uitgevallen kwasten - ongelijke kopseinden en uitspaning en/of rafels daarvan - houtbeschadigingen en niet geschaafde gedeelten (hout te dun) - houtworm - houtscheuren - kwasten > 100 mm lengte - blauwverkleuring Kwaliteitsniveau 1 - niet door en door uitgevallen kwasten < Ø 4 mm toegestaan - niet door en door uitgevallen kwasten 4 10 Ø mm moeten gestopt worden - harsgangen max. 50 mm lang en 3 mm breed toegestaan Kwaliteitsniveau 2 - niet door en door uitgevallen kwasten < Ø 10 mm toegestaan - niet door en door uitgevallen kwasten 10 15 Ø mm moeten gestopt worden - harsgangen toegestaan - wankantjes max. 10 mm lang en 2 mm diep toegestaan - blauwverkleuring is in beperkte mate toegestaan ( beperkt volgens NEN-EN 5461) 4. EISEN MET BETREKKING TOT HET KWALITEITSSYSTEEM 4.1 Interne kwaliteitszorg van de producent 4.1.1 Algemeen 4.1.1.1 Verantwoordelijkheid De verantwoordelijkheid voor het productieproces en voor de interne kwaliteitsbewaking ligt bij de producent. 4.1.1.2 Melding van veranderingen Alle veranderingen binnen het kwaliteitssysteem, zoals procedures, IKB-schema, productiewijze, etc., dienen vooraf schriftelijk aan de certificatie-instelling te worden gemeld. 4.1.1.3 Interne kwaliteitsbewaking De in het kader van het kwaliteitssysteem te volgen procedures voor keuring, beproeving en registratie moeten zijn vastgelegd in een intern Kwaliteitsbewakingsschema (IKB-schema). Dit IKB-schema dient te voldoen aan de in paragraaf 4.1.5 opgenomen eisen. 4.1.2 Directieverantwoordelijkheid 4.1.2.1 Algemeen De verantwoordelijkheid voor het totale kwaliteitsbeleid berust bij de directie. De directie kan de verantwoordelijkheid voor het onderhouden van het IKB aan een medewerker, die binnen het bedrijf ook andere taken kan hebben, delegeren.

Lamineren; niet-dragend, interieur, d.d. 2002-01-15 Pagina 8 van 11 4.1.2.2 Organisatie In een organogram (een schema van de organisatie) dat bij de certificatie-instelling aanwezig moet zijn, dient de actuele situatie in het bedrijf vast te liggen. Uit het organogram moet blijken wie voor wat verantwoordelijk is. Bij een verandering van de situatie moet het organogram worden aangepast en aan de certificatie-instelling ter beschikking worden gesteld. 4.1.2.3 Beoordeling van het kwaliteitssysteem De directie beoordeelt aan de hand van controleformulieren het kwaliteitssysteem en stelt zonodig de procedures (zie par. 4.1.5) bij. Deze controleformulieren moeten op verzoek van de certificatie-instelling beschikbaar zijn. 4.1.3 Keuring en beproeving 4.1.3.1 Kwaliteitssysteem Het kwaliteitssysteem m.b.t. het productieproces moet in schriftelijke vastgelegde procedures zijn vastgelegd. 4.1.3.2 Registratie Van de keuringen en beproevingen, zoals omschreven in het IKB schema, dient een registratie te worden bijgehouden. 4.1.3.3 Kalibratie Meet- en beproevingsapparatuur moeten regelmatig worden gekalibreerd. Hiervan moet een registratie worden bijgehouden. 4.1.3.4 Producten met tekortkomingen Producten of onderdelen van producten waarvan tijdens het productieproces blijkt dat zij niet aan de eisen voldoen moeten duidelijk apart worden gezet en worden gemerkt. Zonodig moeten corrigerende maatregelen worden genomen. 4.1.3.5 Toelevering Grondstoffen, halfproducten, etc., waarop een certificatieregeling van kracht is, moeten aan de desbetreffende beoordelingsrichtlijn voldoen. De ontvangen goederen moeten volgens het IKB schema gecontroleerd worden. 4.1.3.6 Laboratorium Voor het verrichten van laboratoriumwerkzaamheden dient men te beschikken over een aparte ruimte en over de voorgeschreven meet- en beproevingsapparatuur. Bij gebruikmaking van een extern laboratorium dient dit door de certificatie-instelling te zijn goedgekeurd.

Lamineren; niet-dragend, interieur, d.d. 2002-01-15 Pagina 9 van 11 De producent van gelamineerd hout dient te beschikken over de volgende apparatuur: - elektrische houtvochtmeter met inslagelektroden ter bepaling van het houtvochtgehalte; - de vochtmeter dient corrigeerbaar te zijn wat betreft houtsoort en houttemperatuur - een weegschaal met een maximale weegtolerantie van ± 0,2 % voor het bepalen van de lijmopbrengst - schuifmaat - rolbandmaat - thermohygrograaf - min. 10x vergrotende loupe. 4.1.3.7 Interne controle Als aanvulling op de keuringen en beproevingen van de toegeleverde producten, het productieproces en van het gerede product dient aantoonbaar te zijn dat alle vereiste keuringen zijn uitgevoerd. De producent dient te beschikken over een passende en toegankelijke registratie van de uitgevoerde keuringen en beproevingen en dient deze op peil houden om aan de hand hiervan aannemelijk te kunnen maken, dat voldaan is aan de gestelde eisen. Daar, waar nodig, dienen statistische technieken te worden toegepast op de onderzoeksresultaten. Bovendien dient de certificaathouder over in goede staat verkerende productiemiddelen te beschikken waarmee hij het proces overeenkomstig deze BRL kan uitvoeren. 4.1.3.8 Externe controle De producent dient medewerking te verlenen aan de door de certificatie-instelling uit te voeren controlewerkzaamheden door toegang tot de fabriek te verlenen en desgevraagd inzage te verschaffen in alle relevante documenten. Zo nodig dienen monsters ter beschikking te worden gesteld. 4.1.4. Klachtenbehandeling De producent (houder van het procescertificaat) dient aantoonbaar te beschikken over een goede klachtenregistratie en de behandeling hiervan met betrekking tot het onder procescertificaat geproduceerde gelamineerd hout. Per klacht dient te worden aangegeven hoe de klacht is geanalyseerd en afgehandeld. 4.1.5 Interne Kwaliteitsbewaking De producent dient een interne kwaliteitsbewaking te hanteren; hierin dienen minimaal de volgende onderdelen te zijn opgenomen en schriftelijk te zijn vastgelegd: - een ingangscontrole op de grondstoffen - werkplekinstructies - controle op het proces en op het eindproduct - de controle op de meetapparatuur - klachtenregistratie.

Lamineren; niet-dragend, interieur, d.d. 2002-01-15 Pagina 10 van 11 4.2 Externe kwaliteitszorg 4.2.1 Algemeen De externe kwaliteitszorg wordt door de certificatie-instelling vastgelegd conform het reglement voor productcertificatie. 4.2.2 Controle De certificatie-instelling controleert 4 x per jaar of het betreffende bedrijf voldoet aan de gestelde eisen in hoofdstukken 3 en 4. Van deze controles wordt een schriftelijke rapportage opgesteld. Zonodig kan bovenvermelde controlefrequentie op grond van argumenten worden bijgesteld. 5. MERKEN 5.1 Kwaliteitsaanduiding De kwaliteit van het lamineerproces kan aantoonbaar gemaakt worden door het SKH procescertificaat bij leveringen van het gelamineerde product hieraan toe te voegen. 6. TITELS VAN VERMELDE DOCUMENTEN BRL M/04 NEN-EN 204:2001 NEN-EN 205:2001 Vingerlassen; niet-dragend, interieur, uitgave SKH, 15 december 1999. Classificatie van thermoplastische houtlijmen voor niet-constructieve toepassingen. Lijmen - Houtlijmen voor niet-constructieve toepassingen - Bepaling van de lijmsterkte van vlakverbindingen bij trek en onder statische belasting.

Lamineren; niet-dragend, interieur, d.d. 2002-01-15 Pagina 11 van 11

Lamineren; niet-dragend, interieur, d.d. 2002-01-15 Pagina 12 van 11 Bijlage 1 Toelichting op productie-eisen Vervaardigingscondities Machines die verspanen of stof ontwikkelen moeten zijn aangesloten op een afzuiginstallatie met aangepaste capaciteit. In de lijmafdeling mogen ten tijde van het opbrengen van lijm geen stofproducerende bewerkingen plaats vinden, tenzij afdoende maatregelen zijn getroffen die erop gericht zijn de van lijm voorziene lamellen vrij van stof te houden. Ten tijde van het lijmen mag de oppervlaktetemperatuur van het hout niet lager zijn dan 7 ºC. De toelaatbare grenzen voor het klimaat waarbinnen moet worden gelijmd zijn 15-25 ºC en 35-75 % RV. Binnen deze grenzen dienen de door lijmleveranciers opgegeven verwerkingsvoorschriften te worden aangehouden. Wordt de temperatuur van 25 ºC overschreden dan zullen maatregelen van organisatorische aard moeten worden getroffen, opdat toch de open en gesloten tijd van de toegepaste lijm niet wordt overschreden. Schaven van de lamellen De bewerking van de lamellen dient ten minste tweezijdig te geschieden, zodanig dat de beide te lijmen vlakken volledig geschaafd zijn. De geschaafde vlakken dienen evenwijdig aan elkaar te zijn; maximaal toegestane afwijking 0,05 mm. Het verschil tussen de kleinste en de grootste dikte van een lamel mag niet meer bedragen dan 0,1 mm. De maximaal toelaatbare machineslag is 0,025 mm. Persdruk Naaldhout Voor naaldhout dient een persdruk van ten minste 0,6 N/mm² te worden aangehouden bij een lameldikte < 25 mm en ten minste 0,8 N/mm² bij een lameldikte 25 40 mm. Loofhout De persdruk, benodigd voor het lamineren van loofhout, dient ten minste 1,0 N/mm² te bedragen.