Provincie LIMBURG Arrondissement HASSELT Stadsbestuur GENK Uittreksel uit het register der beraadslagingen van de gemeenteraad Vergadering van 28 juni 2012 Aanwezig: de heren Arts, voorzitter; Dries, burgemeester; Dhoore, Dullers, Swartenbroekx, mevr. Laporte, Çaglar, mevr. Nagels, Gerits, mevr. Parthoens, schepenen; mevr. Withofs, Anthonissen, mevr. Steyvers, Vangeneugden, Grouwels, mevr. Vernijns-Reekmans, mevr. Beckers, Janssens, mevr. Kutuk-Yildiz, Politis, Dewitte, mevr. Baptist, mevr. Duman, Bruno, Talmssou, mevr. Werrebrouck, Rigali, Gieraerts, Uminski, Driessen, mevr. Paesen, Wijnen, Reyskens, Vancraybex, Wenmeekers, mevr. Dillen, mevr. Nijs, mevr. Kempeneers, Lantmeeters, raadsleden en Haeck, secretaris. Algemene bedrijfsbelasting voor de aanslagjaren 2013-2019. Gelet op artikel 170 4 van de Grondwet; DE RAAD: Gelet op artikel 42, 3 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen. Gelet op de budgetnoodwendigheden en de financiële toestand van de stad; Gelet op de geldende begrotingsonderrichtingen ter zake; Gelet op het vigerende reglement met betrekking tot de belasting op de motoren voor de aanslagjaren 2009-2013, goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 28 mei 2009; Gelet op de raadsbeslissing van 24 april 2008 met betrekking tot het Lokaal Pact met de Vlaamse Overheid waarin de stad zich o.a. verbindt een bedrijfsvriendelijke en transparante fiscaliteit te voeren; Verwijzende naar het engagement dat de stad aanging in het kader van het Convenant of Majors, waarbij inspanningen gedaan moeten worden om o.a. het energieverbruik te doen dalen en het gebruik van hernieuwbare energie te doen stijgen; Gelet op de bespreking met de V.I.G. van 30 maart 2009 waarin o.a. voorgesteld werd te zoeken naar een billijkere verdeling van de belasting op bedrijven over meerdere sectoren onder de vorm van een verbreding van het draagvlak; 1
Overwegende dat de belasting op motoren een belasting is op het geïnstalleerd vermogen en dat deze belasting omwille van economische wetmatigheden en verschuivingen binnen het bestaande weefsel niet meer 100 % in overeenstemming is met de huidige economische realiteit; Gelet op de visie van de stad om het toepassingsgebied van deze belasting op motoren te beperken en een nieuwe bedrijfsbelasting in te voeren die, naast een ecologische component, ook een directe link heeft met het economisch gebeuren en beter aansluit bij het huidig economisch weefsel van onze stad; Aangezien elektriciteit een energievorm is die algemeen en noodzakelijkerwijze van toepassing is voor alle bedrijven en alle sectoren en bovendien beantwoordt aan deze voorwaarden; Teneinde aan de vraag naar elektriciteit te voldoen er doorgaans niet-hernieuwbare fossiele (olie, gas, steenkool) brandstoffen en kernenergie worden gebruikt; Opdat ontwikkeling duurzaam zou zijn, is het vooral van belang dat de economische groei wordt losgekoppeld van de groei van het verbruik van niet- hernieuwbare energiebronnen; Daar de elektriciteitswet van 29 april 1999 (en latere wijzigingen) betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt via een federale bijdrage geheven ter financiering van welbepaalde financieringsdoeleinden, zoals de kosten verbonden aan de regulering van en de controle op de elektriciteitsmarkten een ander doel nastreeft dan onderhavige algemene bedrijfsbelasting, aangezien deze ontvangsten dienen voor de financiering van de in het stadsbudget voorziene initiatieven voor de realisatie van algemene en specifieke beleidsdoelstellingen; Gelet op het voorstel van de Europese commissie van 13 april 2011 tot wijziging van de Europese Richtlijn 2003/96/EG met betrekking tot de belasting op energie in de Europese Gemeenschap met het oog op een efficiënter energieverbruik en het gebruik van milieuvriendelijke producten; Aangezien dit voorstel eveneens beoogt, om op basis van aangepaste fiscale maatregelen, bij te dragen in de creatie van bijkomende jobs en tewerkstelling; Gelet op het geldend technisch reglement van de VREG Distributie Electriciteit Vlaams Gewest ; Rekening houdende met de Benchmarking Convenant over energie-efficiëntie in de industrie zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 29 november 2002 en de Auditconvenant zoals definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 10 juni 2005; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 met betrekking tot de sociale openbare dienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteitsmarkt en latere wijzigingen; 2
Daar het invoeren van een algemene bedrijfsbelasting de belastingplichtigen ertoe aanzet om te innoveren en andere productieprocessen te ontwikkelen op basis van een efficiënter elektriciteitsverbruik; Daar het elektriciteitsverbruik via de meetapparatuur van de distributienetbeheerdeer op eenvoudige en controleerbare wijze geregistreerd wordt, zal het gebruik ervan als basis van heffing leiden tot een belangrijke administratieve vereenvoudiging; Daar de stad bij de vaststelling van kohierbelastingen administratieve vereenvoudigingen nastreeft en de huidige belasting op motoren jaarlijks een uitgebreide boekhouding van het geïnstalleerd vermogen vereist; Op voordracht van het college van burgemeester en schepenen. BESLUIT: Er wordt een algemene bedrijfsbelasting geheven voor de aanslagjaren 2013-2019. Artikel 1 Belastingplichtigen a. Bedrijven waarvoor de belasting van toepassing is De belasting wordt gevestigd ten laste van de personen (natuurlijke- en rechtspersonen, onder om het even welke juridische vorm) die als hoofd- en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de stad Genk een economische activiteit in de ruimste zin van het woord uitoefenen, inbegrepen de nijverheids-, landbouw-, tuinbouw-, of handelsactiviteiten, de patrimoniumvennootschappen, de burgerlijke vennootschappen, de vzw s, de rechtspersonen in vereffening en de beoefenaars van een vrij beroep waarvoor het elektriciteitsverbruik door de distributienetbeheerder continu wordt gemeten (telemeting), maandelijks wordt opgenomen of een contract met een elektriciteitsleverancier als professionele klant met jaarlijkse meteropname (een beroepsactiviteit uitoefenen met een capaciteit van minder dan 56 kva) hebben afgesloten. Ieder die houder is van een ondernemingsnummer en voldoet aan bovenstaande criteria aangaande opname van elektriciteitsverbruik wordt vermoed een beoefenaar van een belastbare activiteit te zijn. De algemene bedrijfsbelasting is verschuldigd afzonderlijk per vestiging op het grondgebied van de stad Genk en door de belastingplichtige gebruikt voor de bedrijfsexploitatie. Onder vestiging wordt verstaan : iedere bedrijfsexploitatie waarin de belastingschuldige een economische activiteit in de ruimste zin van het woord uitoefent, voorzien van een meter met een EAN-nummer voor het elektriciteitsverbruik; Worden eveneens geacht te beschikken over een belastbare vestiging zij die hun beroeps- en/of bedrijfsactiviteit geheel of gedeeltelijk uitoefenen alwaar zij niet hoofdelijk verblijven en/of gedomicilieerd zijn. b. Bedrijven waarop de belasting niet van toepassing is 3
- Bedrijven die een Benchmarkingconvenant of een Auditconvenant met de Vlaamse Regering hebben afgesloten, die in de loop van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar niet werd beëindigd, kunnen jaarlijks een aanvraag doen bij het stadsbestuur van Genk om buiten de toepassing te vallen van de algemene bedrijfsbelasting; - Elektriciteitsproducenten die als economische hoofdactiviteit de productie van elektriciteit hebben met een vestiging op het grondgebied van de stad Genk vallen buiten de toepassing van de algemene bedrijfsbelasting op elektriciteitsverbruik. Onder vestiging wordt verstaan : iedere bedrijfsexploitatie waarin een economische hoofdactiviteit voor de productie van elektriciteit in de ruimste zin van het woord wordt uitgeoefend. Artikel 2 Belastbare basis De algemene bedrijfsbelasting wordt gevestigd op basis van het elektriciteitsverbruik tijdens het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar (telegemeten en maandgemeten) of op basis van de laatste jaarlijkse meteropname in het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar. Artikel 3 Belastingtarief Bij de berekening van de verschuldigde belasting wordt voor iedere belastingplichtige een vrijstelling verleend van 20.000 kwh (= eerste schijf aan nultarief). De algemene bedrijfsbelasting wordt per vestiging als volgt vastgesteld : Op de eerste schijf van 0-20.000 kwh : nultarief Op de schijf van 20.000-50.000 kwh : 0,00230 per kwh Op de schijf van 50.000-250.000 kwh : 0,00240 per kwh Op de schijf van 250.000-1.000.000 kwh : 0,00250 per kwh Op de schijf van 1.000.000-2.500.000 kwh : 0,00255 per kwh Op de schijf van 2.500.000-5.000.000 kwh : 0,00265 per kwh Op de schijf van 5.000.000-25.000.000 kwh : 0,00270 per kwh Op de schijf van 25.000.000-100.000.000 kwh : 0,00275 per kwh Op de schijf van 100.000.000-200.000.000 kwh : 0,00300 per kwh Op de schijf van 200.000.000-300.000.000 kwh : 0,00325 per kwh Op de schijf boven 300.000.000 kwh : 0,00350 per kwh Het totaal van de verschuldigde belasting zal minimum 50,00 bedragen en maximum 1.150.000,00. Artikel 4 Vrijstellingen Er wordt aan de belastingplichtigen gedeeltelijke vrijstelling verleend : - ten belope van 10 % op de verschuldigde belasting voor vrijstelling wanneer een overeenkomst afgesloten werd met de elektriciteitsleverancier voor de levering van 100 % groene stroom. Er wordt aan de belastingplichtigen volledige vrijstelling verleend voor : - het elektriciteitsverbruik van vestigingen toebehorende aan openbare besturen; 4
- het elektriciteitsverbruik van vestigingen toebehorende aan ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen; - het elektriciteitsverbruik van vestigingen toebehorende aan een eredienst; - het elektriciteitsverbruik van vestigingen toebehorende aan onderwijsinstellingen; - het elektriciteitsverbruik van vestigingen toebehorende aan federale en lokale politie; - het elektriciteitsverbruik van vestigingen die genieten van een onvoorwaardelijke vrijstelling van onroerende voorheffing op grond van bijzondere wetten, o.a. de wet waarbij ze zijn opgericht. Artikel 5 Vrijstelling nieuwe bedrijven Aan alle nieuw gevestigde bedrijven zal gedurende de eerste vijf jaren, die op de aanvang van de exploitatie volgen, vrijstelling van de in artikel 2 bedoelde belasting verleend worden op voorwaarde dat zij na de aanvang van de exploitatie op het grondgebied van de stad Genk, een verzoek om vrijstelling indienen per brief tegen ontvangstmelding, via het digitaal ondernemersloket tegen ontvangstmelding (motorenbelasting@genk.be) of een schrijven afgeven tegen ontvangstbewijs bij het college van burgmeester en schepenen van de stad Genk, Stadsplein 1, 3600 Genk, en de nodige bewijsstukken voorleggen. Van deze ontheffing kan niet genoten worden : a) door bedrijven, die zich binnen het grondgebied van de stad verplaatsen; b) wanneer een bedrijf gesticht wordt door wijziging, samenvoeging of splitsing, juridisch of hoe dan ook, van bestaande bedrijven, op het grondgebied van de stad. Artikel 6 Vrijstelling nieuwe bedrijven overgangsmaatregel Er wordt aan de belastingplichtigen die nog gedurende een aantal jaren vrijstelling zouden genieten van de belasting op motoren (cfr. belastingreglement op motoren voor de dienstjaren 2009-2013, gemeenteraad dd. 28-05-2009, artikel 9) vrijstelling verleend van de algemene bedrijfsbelasting en dit nog voor de resterende aanslagjaren en in dezelfde procentuele verhouding als de verhouding van het vrijgestelde vermogen ten opzichte van het totale geïnstalleerd vermogen in de belasting op motoren. Artikel 7 Aangifte Elke belastingplichtige is verplicht per vestiging een aangifte te doen binnen de gestelde termijn vermeld in het begeleidend schrijven - op een aangifteformulier dat door de stad wordt ter beschikking gesteld of - via het digitaal ondernemersloket tenzij de belastingplichtige aan de stad de volmacht gegeven heeft om zijn elektriciteitsverbruiken rechtstreeks bij de distributienetbeheerder op te vragen en de gegevens door de distributienetbeheerder ter beschikking worden gesteld. Voor de aangifte geldt de datum van de poststempel, de datum van het ontvangstbewijs of de datum van registratie van de digitale aangifte als referentiedatum voor de tijdige aangifte van de belasting. Indien de aangifte niet tijdig gebeurt, wordt een aangetekend herinneringsaangifteformulier gestuurd met het verzoek de aangifte alsnog in te dienen vóór de erin vermelde datum. Zij die geen uitnodiging tot aangifte ontvangen hebben, zijn niettemin verplicht vóór 1 maart van het aanslagjaar spontaan de nodige gegevens aan het stadsbestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen. 5
Op eenvoudig verzoek van de aangestelde ambtenaren van het stadsbestuur zijn de belastingplichtigen verplicht om de bewijsstukken (o.a. kopie van de elektriciteitsfacturen en het elektriciteitscontract), behorende bij de aangifte, over te maken. Artikel 8 Ambtshalve vaststelling Bij gebrek aan aangifte of in geval van laattijdige, onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting brengt het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar. Die termijn van drie jaar wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. Als een belasting ambtshalve is gevestigd, moet de belastingplichtige het bewijs leveren van de juistheid van de door hem ingeroepen elementen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 10 %. Het bedrag van die belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd. Artikel 9 Informatieplicht Er worden door de stad personeelsleden aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van het belastingreglement. De aangestelde ambtenaren van het stadsbestuur zijn gemachtigd alle fiscale onderzoeksbevoegdheden uit te voeren. Specifiek inzake de controle en het onderzoek van boeken en bescheiden, noodzakelijk voor de vestiging van de belasting, is iedereen die over dergelijke boeken en bescheiden beschikt, verplicht die zonder verplaatsing voor te leggen op ieder verzoek van de ambtenaar. Iedereen is verplicht aan deze ambtenaren, voorzien van een aanstellingsbewijs, vrije toegang te verlenen tot de al dan niet bebouwde onroerende goederen, die een belastbaar element kunnen vormen of bevatten of waar een belastbare activiteit wordt uitgeoefend. Om de belastingplicht te kunnen bepalen of de grondslag van de belasting te kunnen controleren of onderzoeken, moet aan die ambtenaren de mogelijkheid worden geboden vaststellingen te doen. Tot particuliere woningen of bewoonde lokalen hebben de personeelsleden evenwel alleen toegang tussen vijf uur s morgens en negen uur s avonds, na machtiging van de politierechter tenzij uit vrije wil toegang wordt verleend. Voor een overtreding van deze bepaling wordt een administratieve geldboete opgelegd van 500,00 EUR per overtreding. De administratieve geldboete wordt gevestigd en ingevorderd volgens dezelfde regels als die welke van toepassing zijn op deze kohierbelasting. 6
De door de aangestelde ambtenaren opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 10 Inkohiering De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier, dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgemaakt aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten, zonder kosten voor de belastingschuldige. Artikel 11 Aanslagbiljet Het aanslagbiljet bevat de elementen vermeld op het kohier, de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd. Artikel 12 Betalingstermijn De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 13 Bezwaar De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag, de belastingverhoging of een administratieve geldboete bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen, Stadsplein 1 te 3600 Genk. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend of overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het vermeldt tevens de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel, het rijksnummer of ondernemingsnummer van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een duidelijke motivering. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, vermeldt dit uitdrukkelijk in het bezwaarschrift. In voorkomend geval zal hij uitgenodigd worden op een hoorzitting. Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, stuurt schriftelijk of via duurzame drager binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding naar de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten enz. zolang de rekening van de stad van het aanslagjaar, waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. 7
Artikel 14 Nalatigheidsintresten Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 15 Toezicht Deze beraadslaging wordt aan het toezicht van de hogere overheid onderworpen. NAMENS DE RAAD: De secretaris De voorzitter R. Haeck T. Arts 8