ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT



Vergelijkbare documenten
INHOUDSTAFEL. Voorwoord 3. Lijst met gebruikte afkortingen 5. Inhoudstafel 7. Hoofdstuk I Inleiding 13. Hoofdstuk II Rol van de begeleider 15

WAT IS DUBLIN? VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN WAT IS DUBLIN?

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Basisvorming. Wat is een vluchteling?

WAT IS DUBLIN? VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN WAT IS DUBLIN?

afhankelijk van hun wettelijke vertegenwoordigers en waardoor ze vaak niet zelf kunnen beslissen over de

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Het OCMW en de vluchtelingencrisis

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Aantal aanvragen asielzoekers blijft hoog, beschermingsgraad ook

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Omzendbrief betreffende de nieuwe asielprocedure en zijn gevolgen voor de maatschappelijke dienstverlening.

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Het Belgische asielbeleid

Asielaanvragen en beschermingsgraad januari 2016

ACHTERGRONDINFO WAT JE MOET WETEN OVER MIGRATIE, VLUCHTELINGEN EN ASIEL VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN - EDUCATIEF TRAJECT ROAD OF CHANGE

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

HET DUBLIN-ONDERZOEK: LEIDRAAD VOOR DE ADVOCAAT 12 OKTOBER INGENIEURS GEZOCHT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

De Dublin-criteria teneinde de verantwoordelijke staat te bepalen.

Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid

Vreemdelingen in België

Ter informatie voor de leerkracht:

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr van 13 december 2011 in de zaak A /XIV-32.

Vooraleer ik dieper inga op deze vier punten, licht ik u graag even mijn visie toe op asiel en migratie.

De procedure in het aanmeldcentrum

Het gedwongen terugkeerbeleid in België : ontwikkelingen in Geert Verbauwhede, adviseur Directeur Sectie Identificatie en Verwijderingen DVZ

Hof van Cassatie van België

4. Wat zijn de rechten en plichten van een asielzoeker in België?

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 16 juni 2017

Access and Return in the EU 11 April 2014

HET VREEMDELINGENRECHT IN 101 ANTWOORDEN

WAAR IS DE BLIK OP DE WERELD?

Inhoud. Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering

Asiel in België Aangepaste opvang. Directeur Beleidsondersteuning, Fanny François

Centrum voor Migratierecht. De asielprocedure in Nederland

Bevoegdheid bij het verlaten van de opvangstructuur

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

NOTA PRE-REGISTRATIE EN OPVANG BIJ MEERVOUDIGE ASIELAANVRAGEN

De HZIV voert dit type opzoekingen ook uit voor zorgverstrekkers, voornamelijk voor grote ziekenhuiscentra.

Datum van inontvangstneming : 02/05/2016

ONTWERP VAN DECREET. tot wijziging van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid

MIGRATIE- EN ASIELBELEID Balans Bilan. Melchior Wathelet POLITIQUE DE MIGRATION ET D ASILE STAATSSECRETARIS VOOR MIGRATIE- EN ASIELBELEID

ASIEL & MIGRATIE. Copyright : Pauline Willot EUROPESE VERKIEZINGEN

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 13 oktober 2017

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015

STANDPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN: EEN NIEUWE PROCEDURE HUMANITAIRE VISA IN BELGIË VOOR MENSEN OP DE VLUCHT

Sociale steun/detentie / bijlage 35 tijdens beroep in het kader van een 9ter-aanvraag. Gevolgen arrest Abdida (HvJ)

Aantal asielaanvragen

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Het recht gehoord te worden

VOORBEREIDEND KNUTSELWERK

Vluchtelingencrisis: gisteren, vandaag, morgen VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

Dienst Voogdij. Hoe zal deze dienst je helpen?

Attest van Immatriculatie

Inhoud. Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering

Basisopleiding Asielprocedure en opvangwet. Dienst Studie en Beleid 21 oktober

VERZOEKERS OM INTERNATIONALE BESCHERMING

Instructie m.b.t. de toepassing van het oude artikel 9,3 en het artikel 9bis van de vreemdelingenwet.

European Migration Network

Wat is een vluchteling?

I.T. 206 ASIELPROCEDURE

Vluchtelingen: traject, statuut, sociale rechten..? in samenwerking met:

Wegwijs in het Europees Vluchtelingenfonds

RECHT OP ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING (= ZIV) VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van over een Europese hervestigingsregeling

Welk traject legt een asielzoeker af?

Dienst uw brief van uw kenmerk Ons kenmerk datum Bijlage(n)

Ja, NBMV mogen reizen mits ze beschikken over de nodige documenten:

Het onderzoek van de IND richt zich op de vraag of de asielzoeker inderdaad gegronde(serieuze) redenen heeft.

Inhoudstafel. Omschrijving van het begrip «Asielzoeker» Stapsgewijze procedure tot de arbeidsmarkt Toegang tot sociale rechten

Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken

Bovenstaande video over de asielprocedure is naast alle talen op deze website ook beschikbaar in het Armeens, Chinees en Russisch.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Migratieradar april Ontwikkeling en verwachting van asielmigratie

Datum 14 november 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de opvang van vluchtelingen in Turkije op basis van de Turkijedeal

ASIELSTATISTIEKEN MAANDVERSLAG

Monitoring asielinstroom: asielaanvragen in België en in de Europese Unie

VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT Voorstellen voor een beter asielbeleid Verkiezingen 25 mei 2014 VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT 1

COLOFON aan deze publicatie werkten mee redactie eindredactie lay-out Verantwoordelijke uitgever Claudia Bonamini, Bart Daems, Christine D aes, Lieven Devisscher, Catelijne Devriendt, Jo De Winter, Anne Dussart, Leo Dykmans, Magali Frankl, Hilde Geraets, Josée Goethals, Jozef Hertsens, Els Hertogen, Stéphane Heymans, Kathelijne Houben, Els Keytsman, Michèle Morel, Paul Pataer, Nathalie Salazar Medina, Tetty Rooze, Eric Somers, Pieter Stockmans, Elke Van de Cotte, Jacqueline Vanderhaegen, Renaat Vandevelde, Johan Vangenechten, Anne Van Lancker, Katrin Verhaegen, Piet Willems Claudia Bonamini, Lieven Devisscher, Kathelijne Houben, Pieter Stockmans Jeroen De Sadeleer Francis Goethals Els Keytsman, Kruidtuinstraat 75,1210 Brussel Vluchtelingenwerk Vlaanderen vzw Uitgave datum 30 september 2013 Deze publicatie is ook te downloaden op: www.vluchtelingenwerk.be 2 ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

INHOUD Inleiding: Kentering in beleid nodig 5 Prioriteiten 6 1.1. Voor de federale overheid 6 1.2. Voor de Vlaamse overheid 7 1.3. Voor het Europese beleid 7 1. Een transparant asielbeleid 9 2. Mensen op de vlucht beschermen 11 2.1. Een eerlijke Dublin-procedure 11 2.2. Een kwaliteitsvolle procedure bij het Commissariaat-generaal 12 voor de Vluchtelingen en de Staatlozen 2.3. Kwalitatieve beroepsprocedures 14 2.4. Kwalitatieve procedurebegeleiding 15 2.5. Leemtes in het beschermingsbeleid wegwerken 16 2.6. Staatlozen uit de schaduw 17 2.7. Resettlement: tijd voor een echt beleid 18 2.8. Kwalitatieve kosteloze juridische bijstand waarborgen 18 3. Opvang van asielzoekers 20 3.1. Asielzoekers minder overplaatsen en doen verhuizen 20 3.2. Individuele opvang van asielzoekers consolideren 20 3.3. Collectieve opvang omvormen 21 3.4. Betere opvang en begeleiding van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen 22 3.5. Meer kwaliteit en uniformiteit in de opvang 23 3.6. Het opvangaanbod optimaliseren 24 3.7. Opleiding voor asielzoekers verruimen 24 3.8. Recht op opvang verzekeren tijdens heel de asielprocedure 25 3.9. Opvang garanderen voor kinderen zonder verblijfspapieren 26 4. Vrijwillige en gedwongen terugkeer 27 4.1. Maatwerk in het vrijwillig terugkeerbeleid 27 4.2. Meer investeren in vrijwillige dan in gedwongen terugkeer 27 4.3. Mensenrechten beter beschermen tijdens gedwongen verwijderingsoperaties 28 4.4. Een transparant terugkeerbeleid 29 4.5. Een oplossing voor niet-repatrieerbare mensen 30 VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT 3

5. Detentie van vreemdelingen 31 5.1. Geen opsluiting meer van asielzoekers in procedure 31 5.2. Een betere bescherming tegen willekeurige opsluiting 31 5.3. Gesloten centra beter laten monitoren door de civiele maatschappij 32 5.4. Levensomstandigheden in de gesloten centra verbeteren 33 6. Europees asielbeleid 34 6.1. Een transparant en solidair EU-asielbeleid 34 7. Integratie 36 7.1. Het statuut van subsidiair beschermden gelijkschakelen met 36 dat van erkende vluchtelingen 7.2. Recht om te werken 36 7.3. Recht op vrijwilligerswerk en deelname aan het verenigingsleven van kansengroepen 37 7.4. Sociaal tolken en vertalen toegankelijk maken 38 7.5. Recht op kwalitatieve huisvesting 38 7.6. Een vlotte en betaalbare gezinshereniging 40 7.7. Toegang tot de geestelijke gezondsheidszorg verbeteren 41 7.8. Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen mogen opleiding afwerken 42 7.9. Hervorming van de integratiesector 43 8. Een toekomst voor mensen zonder geldige verblijfspapieren 44 9. Vluchtelingenwerk Vlaanderen 46 9.1. Wie zijn we? 46 9.2. Leden 46 9.3. Wat doen we? 46 9.4. Wat kan jij doen? 47 4 ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

INLEIDING: KENTERING IN BELEID NODIG De jongste jaren overheerste een asielcrisis: tot begin 2012 slaagde de federale overheid er niet meer in alle asielzoekers de opvang te geven waar ze als mens en bij wet recht op hadden. Vele duizenden mensen kwamen op straat terecht. Tegelijkertijd zochten steeds meer mensen asiel in ons land. De regering van lopende zaken, het nieuw verkozen federale parlement en de regering-di Rupo werkten dan ook aan extra opvangplaatsen, minder instroom en een kortere verblijfsduur in een opvangplaats. De regering verkortte ook de asielprocedure en werd strenger voor afgewezen asielzoekers en andere mensen zonder verblijfspapieren. Intussen krijgen alle nieuw aangekomen asielzoekers een opvangplaats en is het aantal asielzoekers drastisch gedaald. De asielcrisis is dus onder controle. Bijgevolg kan de overheid haar crisismodus verlaten en eindelijk opnieuw werken aan de kwaliteit van haar beleid. Dat is echt wel noodzakelijk. Zo veroordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens België meermaals voor zijn asiel- en opsluitingsbeleid. Omdat het een Afghaanse asielzoeker terug stuurde naar Griekenland waar de opvang mensonwaardig is. Omdat het soms eerder de geloofwaardigheid van de beweerde afkomst van de asielzoeker onderzoekt, dan zijn vrees voor vervolging bij terugkeer. Omdat het een hiv-positieve vrouw opsloot zonder de nodige medische zorgen. En omdat het asielzoekers opsluit voor onbepaalde duur of zonder rechtsbescherming. Ook de eindbalans in ons jaarverslag van 2012, waarin Vluchtelingenwerk het nieuwe terugkeerbeleid grondig onder de loep nam, was eerder negatief. Mensen werden teruggestuurd naar landen in conflict, ook jongeren. De vrijwillige terugkeer kreeg onvoldoende prioriteit. En de focus lag op hoge terugkeercijfers in plaats van op een meer duurzame terugkeer. Daarnaast toont de oorlog in Syrië pijnlijk aan dat mensen die bescherming nodig hebben ons land nauwelijks kunnen bereiken. Omdat de Belgische overheid haar visumprocedure niet versoepelt, geraken vele Syriërs niet tot hier, althans niet op een veilige manier. Ook niet als ze familie in België hebben. Syrische asielzoekers die wel tot bij ons raken, worden erkend als oorlogsvluchteling en krijgen het statuut van subsidiaire bescherming. Tot slot gebeurt er te weinig voor de vaak uitzichtloze situatie van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen en kinderen van afgewezen asielzoekers. Een lichtpunt waren wel de 125 vluchtelingen die via resettlement naar België mogen komen, op uitnodiging van de Belgische overheid. Voor Vluchtelingenwerk Vlaanderen is het moment gekomen om te werken aan kwaliteit en een echt beschermingsbeleid. Niet enkel een snelle maar ook een kwalitatieve asielprocedure. Echte voorrang van vrijwillige op gedwongen terugkeer. Een hervorming waarbij opsluiting echt een uitzonderlijke en uiterste maatregel wordt. Kwalitatieve opvang met aandacht voor het individu. Een beleid dat mogelijkheden creëert voor asielzoekers op integratie in de Belgische samenleving, of hen een rugzak meegeeft om een terugkeer naar hun land van herkomst duurzaam te maken. Met andere woorden: een kentering in het beleid. En daar zijn moedige politici voor nodig. Wij rekenen daarom op elke verkiezingskandidaat die niet alleen zegt dat mensenrechten belangrijk zijn, maar de daad ook bij het woord voegt. VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT 5

PRIORITEITEN Samengevat ziet een beter asielbeleid er voor Vluchtelingenwerk als volgt uit: 1.1. VOOR DE FEDERALE OVERHEID EEN KWALITATIEF BESCHERMINGSBELEID 1. De Dublin-verordening bepaalt welk Europees land bevoegd is voor de behandeling van een asielaanvraag. De gevolgen van een Dublin-overdracht kunnen leiden tot blootstelling aan onmenselijke en vernederende behandeling. Een advocaat is daarom noodzakelijk. Daarom vragen we dat een advocaat wordt toegelaten tijdens de Dublin-procedure, zoals het geval is bij de andere stappen binnen de asielprocedure. 2. Volgens artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens mag ons land geen mensen terugsturen naar landen waar zij het risico lopen om blootgesteld te worden aan een onmenselijke en vernederende behandeling. Toch onderzoeken de asielinstanties en de Dienst Vreemdelingenzaken dit risico niet systematisch. Dus: in de wet duidelijk de verplichtingen omschrijven van de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in het onderzoek naar het risico op schending van artikel 3 EVRM bij de effectieve uitzetting van een afgewezen asielzoeker. 3. Momenteel is het resettlementbeleid afhankelijk van de politieke wil van de regeringspartijen. Daarom vragen we dat het resettlementbeleid wordt verankerd in de wet, met jaarlijks vastgelegde quota. KWALITATIEVE KOSTELOZE JURIDISCHE BIJSTAND WAARBORGEN 4. Geen financiële of administratieve belemmeringen invoeren voor asielzoekers en andere vreemdelingen die nood hebben aan juridische bijstand. Een hervorming van het systeem van juridische bijstand is nodig, maar moet gebaseerd zijn op een grondige evaluatie. 5. Kwalitatieve juridische eerstelijnspermanenties in alle gesloten centra oprichten. En ze versterken in de centra waar zij al bestaan. EEN KWALITATIEF OPVANGBELEID 6. Asielzoekers met recht op opvang minder overplaatsen en doen verhuizen door af te stappen van een opvang in verschillende fasen. Zo komt er meer continuïteit in de opvang en wordt de begeleiding op alle momenten verzekerd. 7. Voor asielzoekers is een opvang op maat belangrijk. Zij moeten dan ook vlugger kunnen doorstromen naar de individuele opvang, en dit na een korte evaluatieperiode van hun noden. Dus: niet verder besparen in de individuele opvang van asielzoekers en het structurele aanbod van individuele opvangplaatsen behouden. 8. De best mogelijk opvang en begeleiding voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen garanderen. Voor het bepalen van de verantwoordelijkheid (Gemeenschappen of federaal) moeten we dan niet kijken naar het verblijfsstatuut (asielzoeker of geen asielzoeker) van de jongeren maar wel naar hun specifieke behoeften en concrete noden. EEN KWALITATIEF EUROPEES ASIELBELEID 9. De federale regering rapporteert systematisch in het parlement over welke standpunten ze verdedigt over asiel en migratie op Europees niveau. 10. België speelt een voortrekkersrol op EU niveau en zorgt ervoor dat de grenzen van de EU open gaan voor mensen die bescherming zoeken (bv soepeler visa-procedures voor Syriërs die de oorlog ontvluchten). 6 ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

PRIORITEITEN VOORRANG VRIJWILLIGE TERUGKEER BOVEN GEDWONGEN TERUGKEER 11. Het huidige terugkeertraject is weinig flexibel en maakt het moeilijk voor afgewezen asielzoekers om een volwaardige beslissing tot vrijwillige terugkeer te nemen. De plotse overplaatsing van de gewone asielopvang naar een terugkeerplaats leidt er immers toe dat afgewezen asielzoekers onderduiken. Anderen verliezen het vertrouwen en komen zo niet meer tot een volwaardig toekomstgesprek. Daarom vragen we dat de gewone opvangstructuren verantwoordelijk worden gemaakt voor terugkeerbegeleiding en dat de terugkeerplaatsen worden afgeschaft. OPSLUITINGSBELEID HERVORMEN 12. Asielzoekers in procedure niet langer opsluiten. Dit is een schending van het Vluchtelingenverdrag. Volgens UNHCR kunnen asielzoekers enkel voor een heel korte periode worden opgesloten om de identiteit van de asielzoeker te registreren, en enkel als alternatieven niet effectief bleken. Na een korte identificatie aan de grens moeten ze kunnen doorstromen naar open opvangstructuren op het grondgebied. 13. Opsluiting van kwetsbare vreemdelingen verbieden. Voor andere vreemdelingen moet opsluiting in de praktijk een uiterste maatregel worden en wordt de rechtsbescherming tegen willekeurige opsluiting versterkt. TOEKOMSTKANSEN VOOR JONGE VREEMDELINGEN 14. Een duurzame oplossing bieden aan niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die de leeftijd van 18 jaar bereiken. Bij een aanvraag tot regularisatie van hun verblijf moet de kwetsbaarheid van hun situatie in rekening worden gebracht. Op zijn minst moet een tijdelijke regularisatie van hun verblijf mogelijk zijn zodat ze hun opleiding binnen het leerplichtonderwijs kunnen afwerken. EEN OPLOSSING VOOR NIET-REPATRIEERBARE VREEMDELINGEN 15. Een verblijfstatus verlenen aan vreemdelingen die niet-repatrieerbaar zijn. De voorwaarden en de duur ervan moet afhangen van hun specifieke situatie. Niet-repatrieerbaren zijn vreemdelingen die geen toelating krijgen om in België te verblijven en tegelijkertijd niet naar hun land van herkomst of verblijf terug kunnen, om redenen buiten hun wil. 1.2. VOOR DE VLAAMSE OVERHEID 1. De hervorming van de integratiesector evalueren en hierbij ook het middenveld betrekken. 2. Een toegankelijk en toereikend aanbod van sociaal tolken en vertalers garanderen. 3. Vluchtelingen hebben het vaak erg moeilijk om een huurwaarborg te betalen wanneer ze een betaalbaar en veilig huis vinden. Zeker als ze op zoek moeten gaan naar een eerste woning vanuit de opvanginstantie. Het OCMW wacht vaak lang om een huurwaarborg toe te kennen en hierdoor lopen mensen heel wat woningen mis. Daarom vragen we dat de toegang tot huisvesting voor vluchtelingen verbetert. Zoals een intensieve woonbegeleiding bieden aan vluchtelingen om hen makkelijker en sneller te laten doorstromen van de asielopvang naar een gewone huurwoning. En een huurwaarborgfonds oprichten, met een soepele toegang ertoe voor vluchtelingen. 1.3. VOOR HET EUROPESE BELEID 1. Het Europees Parlement ijvert in alle wetgevingsprocessen die te maken hebben met grenscontroles, voor grensprocedures die aangepast zijn aan de situatie van mensen die bescherming komen zoeken. De grenzen van de Europese Unie moeten voor hen open blijven. De administratieve obstakels die Syrische vluchtelingen vandaag ondervinden om op een veilige en wettige manier naar VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT 7

PRIORITEITEN Europa te vluchten zijn een voorbeeld van hoe dat niet kan. Europese parlementsleden moeten een gecoördineerde actie op Europees niveau eisen. 2. EU-parlementsleden ondersteunen de ontwikkeling van EASO, het Europese Asiel Ondersteuning Bureau, als een onafhankelijk EU-expertisecentrum. Het EASO kan een belangrijke rol spelen in de ondersteuning van lidstaten met zwakkere asielsystemen. En dit op operationeel niveau, en ook door het aanbieden van landeninformatie en trainingen. 3. EU-parlementsleden volgen de uitvoering van de vernieuwde gemeenschappelijke asielwetgeving op. In 2013 hebben de Europese instanties hierover gestemd. Nu is het aan de lidstaten om die wetgeving toe te passen. De Europese Commissie zal meer focussen op het monitoren van de verschillende asielsystemen om snel eventuele problemen aan te pakken. Het Europees Parlement bevraagt daarom de Commissie regelmatig naar de stand van zaken en naar eventuele ondernomen acties tegenover lidstaten. EU-parlementsleden gebruiken ook hun bevoegdheden om zelf onderzoekmissies uit te voeren in de lidstaten. Canuckistan 8 ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

1. EEN TRANSPARANT ASIELBELEID Transparantie is een belangrijke waarde binnen een democratie. Pas als een overheid transparant opereert, hebben burgers de mogelijkheid om een oordeel te vellen over de werking van deze overheid en kunnen ze haar al dan niet ter verantwoording roepen. Een goede, actieve voorlichting is een basisrecht en een belangrijk aspect van goed bestuur. Een heldere communicatie verhoogt bovendien de tevredenheid van de burger over de dienstverlening. Ze versterkt ook het vertrouwen in de openbare instellingen. : Het asielbeleid is niet transparant. Getuige daarvan de vele klachten die de Federale Ombudsman elk jaar ontvangt over de werking van de Dienst Vreemdelingenzaken. Over belangrijke delen van het asielbeleid wordt niet gecommuniceerd. Voorbeelden zijn: De Belgische overheid zegt weinig over de asielstandpunten die ze inneemt binnen de Europese Raad van Ministers. Over de Dublin-procedure wordt amper gecommuniceerd. Zo publiceert de Dienst Vreemdelingenzaken slechts een klein deel van de beschikbare cijfers. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om te achterhalen hoeveel overdrachten van en naar andere landen effectief plaatsvinden vanuit België, noch aan en door welke landen de overdrachten worden gevraagd. Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen baseert zich op landeninformatie om een asielaanvraag te beoordelen. Maar deze gegevens zijn niet publiek beschikbaar. In Nederland en het Verenigd Koninkrijk zijn ze dat wel. Het Commissariaat-generaal verspreidt maandelijks en jaarlijks cijfers over asielaanvragen, maar de informatie is onvolledig. Zo bevat het overzicht geen volledige oplijsting van de asielbeslissingen per herkomstland. Er is haast niets gekend over de werking van de gesloten centra en de gedwongen verwijderingen. Wanneer vinden deze plaats? Naar welke landen? Hoeveel mensen worden opgesloten en daarna opnieuw vrijgelaten? Informatie over het bestaan van terugnameakkoorden en de inhoud van deze overeenkomsten is moeilijk te verkrijgen. De afspraken worden ook niet gepubliceerd. Er is wel een website van de dienst Sensibilisation Follow Up and Return (Sefor) van de Dienst Vreemdelingenzaken, maar die bevat weinig informatie over zijn werking en rol, zowel op federaal als op gemeentelijk niveau, bij de opvolging van uitwijzingsbevelen. De toepassing van het nieuwe inreisverbod bij gedwongen verwijderingen. Sommige procedures verlopen niet transparant omdat er geen derde persoon wordt toegelaten. Zo mag er geen advocaat aanwezig zijn wanneer de Dienst Vreemdelingenzaken bepaalt of België bevoegd is voor de asielaanvraag (de Dublin-procedure). Tot slot maken parlementsleden te weinig gebruik van hun rol en recht om de overheid te bevragen. Dit geldt zeker voor het Europese asielbeleid. Parlementsleden mogen ook de gesloten centra bezoeken, maar doen dit zelden. VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT 9

Een transparant asielbeleid 1. Een actieve en transparante communicatie van de overheid over alle aspecten van het asielbeleid, geïllustreerd met cijfers die regelmatig geactualiseerd worden. 2. Toelating voor de aanwezigheid van een advocaat bij elke fase van de asielprocedure en bij elk contact met een asielinstantie. 3. Transparantie over de toepassing van de Dublin-procedure, ondermeer via de publicatie van duidelijke cijfers zoals gegevens over effectieve overdrachten en uit en naar welke landen deze gebeuren. 4. Een evaluatie van de effectiviteit, de evenredigheid en de impact op de mensenrechten van terugnameakkoorden, het inreisverbod en Sefor (zie ook Een transparant terugkeerbeleid ). 5. Inspraak van het parlement bij de totstandkoming van de Belgische houding ten opzichte van het Europese asielbeleid. 6. Systematische rapportering in het parlement door de regering over de standpunten die ze verdedigt op Europees niveau. Pieter Stockmans 10 ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

2. MENSEN OP DE VLUCHT BESCHERMEN De laatste jaren heeft de overheid gewerkt aan een lager aantal asielzoekers. Zo nam ze maatregelen om de asielprocedure in het algemeen sneller te laten verlopen. Maar deze focus op snelheid ging niet gepaard met eenzelfde aandacht voor de kwaliteit van de procedure. Dit ondanks de veroordelingen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, dat België meermaals aan zijn mensenrechtenverplichtingen bij de asielprocedure moest herinneren. Vluchtelingenwerk vraagt opnieuw aandacht voor kwaliteit in de asielprocedure. Zodat de mensen die nood hebben aan bescherming, alle kansen hebben om die ook te krijgen. 2.1. EEN EERLIJKE DUBLIN-PROCEDURE Met de Dublin-procedure gaat de Dienst Vreemdelingenzaken na of België verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielaanvraag. Als blijkt dat een ander Europees land verantwoordelijk is, zal België de asielzoeker aan dat land overdragen. Het Dublin-systeem rust op de foute veronderstelling dat de asielsystemen van alle EUlanden dezelfde beschermingsstandaarden bieden. Dit klopt niet. Zo heeft Malta in juli van dit jaar geprobeerd om asielzoekers naar Libië te sturen zonder hun aanvragen te onderzoeken. Dit is in strijd met internationale en Europese verplichtingen. Dit punt behandelen wij verder in hoofdstuk 6. De Dienst Vreemdelingenzaken gaat niet systematisch na of asielzoekers risico lopen op een onmenselijke en vernederende behandeling in het land waaraan zij overgedragen worden. Of dit land van bestemming hen op zijn beurt terugstuurt naar oorlog of vervolging wordt ook niet altijd gecontroleerd. Tegen een beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken is een annulatieberoep mogelijk. Toch biedt dit beroep niet voldoende garanties aan asielzoekers. Dit punt behandelen wij verder in het deel over kwalitatieve beroepsprocedures. Deze fase van de Dublin-procedure is in België heel ontransparant. Er zijn bijvoorbeeld geen duidelijke cijfers beschikbaar over het aantal inkomende en uitgaande overdrachten. Bovendien is bijstand van een advocaat tijdens het Dublin-interview niet toegelaten. Dit draagt bij tot het gebrek aan transparantie van de procedure: het is onmogelijk om een zicht te krijgen op de manier waarop interviews zich afspelen. Daarnaast komt cruciale informatie soms niet terecht bij de Dienst Vreemdelingenzaken. Bovendien kunnen de gevolgen van een Dublin-overdracht mogelijk leiden tot blootstelling aan onmenselijke en vernederende behandeling. In die zin is de situatie van asielzoekers vergelijkbaar met de toestand van verdachten zoals beschreven in het Salduz-arrest. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde in 2008 dat de rechten van de verdediging onherstelbaar worden aangetast als een verdachte belastende verklaringen aflegt zonder het recht van bijstand van een advocaat en die verklaringen vervolgens toch als bewijs worden gebruikt 1. 1 Arrest Salduz tegen Turkije, EHRM, 28/11/2008 http://hudoc.echr.coe.int/sites/eng/pages/search.aspx?i=001-89893#{ itemid :[ 001-89893 ]} VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT 11

Mensen op de vlucht beschermen 1. De toelating van bijstand door een advocaat tijdens het Dublin-interview. 2. Asielzoekers enkel overdragen naar Europese landen als duidelijk is dat zij er recht zullen hebben op opvang en begeleiding volgens de Europese standaarden. De overdracht ook weigeren als de kans bestaat dat ze door het ander land teruggestuurd worden naar vervolging of oorlog. Dit betekent dat de Dienst Vreemdelingenzaken het risico op een onmenselijke en vernederende behandeling voor elke overdracht uitdrukkelijk moet onderzoeken. 3. Een hervorming van de beroepsprocedure tegen een Dublin-beslissing tot een effectief beroepsmiddel - zie hoofdstuk 2.3. 4. Transparantie over de toepassing van de Dublin-procedure. De overheid moet duidelijke cijfers publiceren over de binnenkomende en uitgaande aanvragen tot overdracht, net als gegevens over de overdrachten die effectief hebben plaatsgevonden. 2.2. EEN KWALITEITSVOLLE PROCEDURE BIJ HET COMMISSARIAAT-GENERAAL VOOR DE VLUCHTELINGEN EN DE STAATLOZEN Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen is in België bevoegd voor de behandeling van asielaanvragen. Het is noodzakelijk dat deze instantie kwalitatief te werk gaat. De toekomst van de vluchtelingen staat immers op het spel. Bovendien: hoe kwalitatiever de beslissingen van het Commissariaat-generaal, hoe minder asielzoekers zonder reden in beroep zullen gaan. Door de stijging van het aantal asielaanvragen ging alle aandacht naar de afbouw van de achterstand. Nu het aantal aanvragen opnieuw daalt, moet de overheid zich opnieuw concentreren op de kwaliteit van de asielprocedure. Een belangrijk aspect in het werk van het Commissariaat-generaal is het onderzoek naar de geloofwaardigheid van de asielzoekers. Hierbij geldt het principe van de gedeelde bewijslast, waarbij zowel de asielzoekers als de overheid op zoek moeten naar gegevens om de verklaringen te onderbouwen en te staven. Asielzoekers beschikken zelden over harde bewijzen als documenten of foto s. Daarom moet in principe ook het Commissariaat-generaal, op basis van de verklaringen van de asielzoekers, een onderzoek voeren naar mogelijke bewijzen, bv aan de hand van landeninformatie. Tijdens de vorige legislatuur werd een nieuwe versnelde procedure ingevoerd bij het Commissariaatgeneraal: de procedure voor asielzoekers uit de zogenaamde veilige herkomstlanden. Deze procedure is gebaseerd op de veronderstelling dat bepaalde landen veilig zijn. Asielzoekers moeten het tegendeel bewijzen. De bewijslast ligt dus volledig bij hen. De regering bepaalt welke landen op de lijst van veilige herkomstlanden komen te staan. Momenteel gaat het om zeven landen: de Balkanlanden 2 en India. Het geloofwaardigheidsonderzoek speelt een te prominente rol bij de behandeling van asielaanvragen. Hierdoor verdwijnt de belangrijkste vraag, over de nood aan bescherming, te vaak naar de achtergrond. Ook legt het Commissariaat-generaal vaak een te zware bewijslast op de schouders van de asielzoekers. Zo onderzoekt het Commissariaat-generaal eventuele verifieerbare elementen zoals identiteitsdocumenten niet altijd zorgvuldig. Toch is het Commissariaat-generaal daartoe verplicht. Het Europees Hof voor de Mensenrechten heeft België om deze redenen veroordeeld in de zaak Singh tegen België 3. In het omzettingsproces van de Europese Kwalificatierichtlijn heeft België het principe van gedeelde bewijslast, ingeschreven in art.4 lid 1, fout omgezet. Zo bepaalt de Belgische wet nu dat enkel de asielzoekers verplicht zijn om alle bewijzen voor hun dossier aan te brengen. De verplichting van de instanties om mee te werken in de zoektocht naar bewijzen ontbreekt. 2 Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kosovo, Macedonië, Montenegro en Servië. 3 Arrest Singh en anderen tegen België, EHRM, 02/10/2012, http://hudoc.echr.coe.int/sites/fra/pages/search.aspx#{ languageis ocode :[ FRA ], itemid :[ 001-113660 ]} 12 ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

Mensen op de vlucht beschermen Dit is bovendien in strijd met recente jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU, die bindend is voor alle lidstaten en dus ook voor België 4. Asielzoekers hebben geen toegang tot de landeninformatie die het Commissariaat-generaal gebruikt. Het Commissariaat-generaal beschikt over een hele dienst die bevoegd is om landeninformatie te verzamelen. Dit verzwakt de positie van de asielzoekers tegenover de asielinstanties. Ze hebben namelijk niet dezelfde mogelijkheden als het Commissariaat-generaal om informatie op te zoeken die hun verhaal kan staven en om de gegevens waarop het Commissariaat-generaal gebruikt te verifiëren. De asielprocedure voorziet ook geen recht op tegenspraak. Asielzoekers krijgen de motivatie van hun afwijzing pas te zien bij de betekening van de beslissing. Om te reageren moeten ze bijgevolg in beroep gaan. Toch zouden ze soms bepaalde tegenstrijdigheden of elementen rechtstreeks bij het Commissariaat-generaal kunnen rechtzetten. Op die manier kan een beroepsprocedure vermeden worden. De procedure voor veilige herkomstlanden is gebaseerd op de veronderstelling dat bepaalde landen veilig zijn. In die gevallen is het aan de asielzoekers om het tegendeel aan te bewijzen. Anders dan bij gewone asielaanvragen ligt de bewijslast hier dus volledig bij de asielzoekers. Bovendien loopt de procedure versneld, waardoor ze nog minder tijd hebben om zich voor te bereiden. Als het Commissariaat-generaal beslist om de aanvraag niet ten gronde te behandelen, kunnen de asielzoekers ook enkel een annulatieberoep indienen. Dit is geen effectief beroepsmiddel in asielzaken (zie hoofdstuk 2.3). In 2012 liet de regering een audit uitvoeren over de werking van alle asielinstanties. Deze audit was sterk gericht op de efficiëntie van de processen en niet op de inhoudelijke behandelingen van asielaanvragen. De resultaten werden ook niet publiek gemaakt. 1. De volledige omzetting van art.4 lid 1 van de Kwalificatierichtlijn om het principe van gedeelde bewijslast correct in de wet in te schrijven en de wetgeving in lijn te brengen met de bindende jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU. 2. De inschrijving van het recht op tegenspraak voor asielzoekers in de asielprocedure. Asielzoekers moeten de kans krijgen om te reageren op elementen die het Commissariaat-generaal ongeloofwaardig of tegenstrijdig acht. En dit voordat de beslissing over de aanvraag officieel wordt genomen. Hiervoor is een wijziging nodig van het Koninklijk Besluit dat de procedure bij het Commissariaat-generaal vastlegt. 3. Een verplichting voor het Commissariaat-generaal om de landeninformatie waarop het zich baseert om asielaanvragen te beoordelen publiek te maken. België kan een voorbeeld nemen aan Nederland en het Verenigd Koninkrijk waar duidelijke rapporten worden gepubliceerd over de landen van herkomst. 4. De toewijzing van de nodige middelen zodat het Commissariaat-generaal verifieerbare elementen in asieldossiers kan onderzoeken, bijvoorbeeld door taalanalyse uit te voeren om de afkomst van de asielzoekers vast te stellen. 5. De afschaffing van de versnelde procedure voor asielzoekers uit veilige herkomstlanden. 6. Een onafhankelijke evaluatie van de kwaliteit van de behandeling van asielaanvragen door het Commissariaat-generaal. Concreet moeten het geloofwaardigheidsonderzoek en de toepassing van het principe van de gedeelde bewijslast in asielzaken onderzocht worden. Bij deze evaluatie moeten het maatschappelijk middenveld en UNHCR, de VN-vluchtelingenorganisatie, betrokken worden. De resultaten van de evaluatie moeten publiek worden gemaakt. In andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, heeft UNCHR zo n onderzoek al uitgevoerd 5. België kan inspiratie halen uit dit soort samenwerking. 4 Arrest M. M. tegen Minister for Justice, Equality and Law Reform, Ireland en Attorney General. Naar aanleiding van het verzoek om een prejudiciële beslissing: High Court Ierland, Hof van Justitie van de Europese Unie, 22/11/2012, http://bit.ly/19yg1li 5 Het ging over het Quality Initiative Project in het Verenigd Koninkrijk. In het Asylum Systems Quality Assurance and Evaluation Mechanism Project in the Central and Eastern Europe sub-region waren Bulgarije, Duitsland, Hongarije, Polen, Roemenië, Slowakije en Slovenië betrokken. In het vervolgproject Further Developing Quality waren Bulgarije, Cyprus, Griekenland, Hongarije, Italië, Polen, Portugal, Roemenië en Slowakije betrokken. Voor meer informatie zie: http://www.unhcr.org/ pages/4e1188886.html VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT 13

Mensen op de vlucht beschermen 2.3. KWALITATIEVE BEROEPSPROCEDURES Als het Commissariaat-generaal een asielaanvraag afwijst, of de Dienst Vreemdelingenzaken tijdens de Dublin-procedure, kunnen asielzoekers hiertegen in beroep gaan bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. In asielzaken onderzoekt de Raad de asielaanvraag ten gronde. En kan hij de beslissing van het Commissariaat-generaal volledig hervormen en bijvoorbeeld de vluchtelingenstatus toekennen. De Raad kan ook met eventuele nieuwe elementen rekening houden. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen handelt dus in volle rechtsmacht. In specifieke situaties, zoals de Dublin-procedure, de procedure voor asielzoekers uit veilige herkomstlanden en bij meervoudige aanvragen, kan de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen enkel nagaan of het Commissariaat-generaal, of de Dienst Vreemdelingenzaken, correct volgens de wet hebben gehandeld. De Raad kan in principe geen nieuwe elementen in overweging nemen. In deze gevallen kan de Raad enkel de beslissing vernietigen en terugsturen naar het Commissariaat-generaal of de Dienst Vreemdelingenzaken. Dit is het annulatieberoep. Het Europees Verdrag voor de Mensenrechten bepaalt dat iedereen, en dus ook asielzoekers, recht hebben op een effectief beroepsmiddel. In asielzaken betekent dit dat het beroep de aangevochten beslissing automatisch moet schorsen. Dit om te vermijden dat de overheid vluchtelingen het land uitzet voordat de rechter zich over hun zaak kan uitspreken. Bovendien moet de beroepsinstantie zich kunnen uitspreken over de risico s op onmenselijke en vernederende behandeling in geval van terugkeer die mogelijk bestaan op het moment dat zij de zaak behandelt. De rechter moet dus ook eventuele nieuwe elementen of feiten die niet bestonden op het moment van de eerste aangevochten beslissing in overweging kunnen nemen. De situatie in het herkomstland kan altijd veranderen tussen de eerste beslissing en het moment waarop de zaak voor de rechter komt. De beroepsprocedure bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen is schriftelijk. In de praktijk krijgen advocaten soms de kans om te pleiten, maar dat hangt af van rechter tot rechter. Asielzoekers krijgen die kans zo goed als nooit. Dat is problematisch. Het is immers belangrijk dat de rechter luistert naar het verhaal van asielzoekers in hun eigen bewoordingen. Daarnaast geeft het de asielzoekers ook het gevoel dat de rechter hun zaak echt met volle rechtsmacht beoordeelt. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen heeft geen eigen onderzoeksbevoegdheid. Als de rechters dus vinden dat het Commissariaat-generaal bepaalde elementen niet heeft onderzocht, kunnen zij zelf geen onderzoek voeren en moet het dossier terug naar het Commissariaat-generaal. Dit is niet efficiënt. En het heeft als gevolg dat dezelfde instantie die de asielzoekers eerder al eens heeft afgewezen de zaak opnieuw inhoudelijk moet behandelen. De Raad kan geen bindende instructies geven aan het Commissariaat-generaal over wat het moet onderzoeken. Recent is het gebruik van het annulatieberoep in asielzaken uitgebreid tot de procedures voor asielzoekers uit veilige herkomstlanden. Maar het annulatieberoep is geen effectief beroepsmiddel in asielzaken. Ten eerste is het niet automatisch schorsend. Bovendien kan de Raad zich enkel uitspreken over de bestreden beslissing op het moment wanneer deze werd genomen. En niet over het risico op mensonterende behandeling in geval van terugkeer, naar het thuisland of een ander land, op het moment wanneer de zaak voor de rechter komt. Om deze redenen veroordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ons land in de zaak MSS tegen België 6. De Belgische overheid had een Afghaanse asielzoeker via de Dublinprocedure toch teruggestuurd naar Griekenland, hoewel bekend was dat asielzoekers er in mensonterende situaties terecht kwamen. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen had de overdracht niet tegengehouden. Asielzoekers hebben tijdens de behandeling van een annulatieberoep geen recht op opvang. 6 Arrest MSS tegen België, 21/01/2011, EHRM, http://hudoc.echr.coe.int/sites/eng/pages/search.aspx?i=001-103050#{ item id :[ 001-103050 ]} 14 ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

Mensen op de vlucht beschermen 1. De bevoegdheid voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen om zelf asieldossiers volledig te onderzoeken. 2. Een wijziging van de beroepsprocedure. Die moet minder technisch en formeel worden en beter aangepast aan het menselijke verhaal van de asielzoekers. Asielzoekers en hun advocaten moeten systematisch de mogelijkheid krijgen om echt gehoord te worden. 3. De afschaffing van het gebruik van het annulatieberoep in asielzaken, uitgezonderd voor meervoudige asielaanvragen. De procedure voor asielzoekers uit veilige herkomstlanden moet aangepast worden om een beroep in volle rechtsmacht toe te staan. 4. Een aanpassing van de beroepsmogelijkheid in de Dublin-procedure met een tweeledig doel. Ten eerste moet het beroep een automatisch schorsend effect hebben. Ten tweede moet de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen zich kunnen uitspreken over het risico op onmenselijke en vernederende behandeling op het moment dat de zaak in beroep voor de rechter komt. De rechter moet dus nieuwe elementen in overweging kunnen nemen. 5. Een evaluatie van de huidige beroepsprocedure en een aanpassing van de regels in overeenstemming met de internationale rechtspraak over het effectief beroepsmiddel. 2.4. KWALITATIEVE PROCEDUREBEGELEIDING De asielprocedure in al zijn aspecten is niet eenvoudig. Bovendien zijn asielzoekers niet noodzakelijk vertrouwd met het Vluchtelingenverdrag en de bepalingen rond subsidiaire bescherming. Ze weten daarom niet altijd welke elementen van hun relaas de asielinstantie belangrijk acht bij de beoordeling van hun aanvraag. Vaak hebben ze ook verkeerde informatie en verhalen gehoord van landgenoten of mensensmokkelaars. Juiste informatie over het verloop van de asielprocedure en inhoudelijk objectief juridisch advies over het vluchtverhaal zijn daarom noodzakelijk. Procedurebegeleiding voor asielzoekers is niet automatisch georganiseerd vanaf de indiening van een asielaanvraag. Asielzoekers krijgen op dat moment dus niet automatisch een advocaat toegewezen. De opvangstructuren bieden in het algemeen informatie aan over de procedure, maar hoe dit gebeurt, varieert van opvangstructuur tot opvangstructuur. De procedurebegeleiding omvat ook niet noodzakelijk een analyse van het vluchtverhaal en een juridisch advies op maat. Zo komen asielzoekers vaak onvoorbereid naar hun asielinterview. Asielzoekers zijn vaak slecht of niet geïnformeerd over het verloop van de asielprocedure. Dat is deels te wijten aan het late moment waarop ze informatie krijgen. Bij velen gebeurt dit pas op het ogenblik dat ze in de asielopvang aankomen en dus al een deel van de procedure (de Dublin-procedure) achter de rug hebben. De aanwezigheid van advocaten wordt niet toegelaten tijdens de procedure bij de Dienst Vreemdelingenzaken. Toch spelen belangrijke fases van de asielprocedure, zoals de Dublinprocedure, maar ook het interview in het kader van een meervoudige aanvraag, zich bij deze dienst af. 1. Procedurebegeleiding en specifiek juridisch advies op maat vanaf het begin van de procedure. Deze ondersteuning kan komen van advocaten of gespecialiseerde organisaties tijdens een nog in te richten voorbereidingsfase op het interview. België zou hiervoor inspiratie kunnen halen in Nederland, waar asielzoekers een week rust- en voorbereidingstijd krijgen voor hun eerste interview. 2. De toelating van een advocaat tijdens de procedure bij de Dienst Vreemdelingenzaken. VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT 15

Mensen op de vlucht beschermen 2.5. LEEMTES IN HET BESCHERMINGSBELEID WEGWERKEN Het Vluchtelingenverdrag dwingt België om vluchtelingen te beschermen alsook mensen die subsidiaire bescherming genieten zoals oorlogsvluchtelingen. Daarnaast heeft België ook verplichtingen onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het gaat hier specifiek om artikel 3 van dat Verdrag dat onmenselijke en vernederende behandeling of bestraffing absoluut verbiedt. Dit verbod houdt ook in dat een staat geen mensen mag terugsturen naar een ander land waar ze worden blootgesteld aan dergelijke behandeling. Het verbod van artikel 3 staat ook ingeschreven in de definitie van subsidiaire bescherming. Er zijn twee belangrijke verschillen tussen de bescherming door artikel 3 van het EVRM en door subsidiaire bescherming. Ten eerste onderzoeken de asielinstanties de nood aan subsidiaire bescherming enkel ten opzichte van het land van herkomst van de asielzoekers. Het verbod van artikel 3 geldt daarentegen voor elk land waarnaar iemand teruggestuurd wordt. Ten tweede voorziet de wet situaties waarin mensen zijn uitgesloten van de subsidiaire bescherming, bijvoorbeeld als ze zware criminele feiten hebben gepleegd. Het verbod van artikel 3 is absoluut en bevat geen uitzonderingen op het basisprincipe. De toepassing van het verbod in artikel 3 van het EVRM is dus ruimer dan dat van de vluchtelingenstatus of de subsidiaire bescherming. De huidige wetgeving verplicht het Commissariaat-generaal en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen niet om tijdens de asielprocedure het mogelijke risico op een schending van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens bij effectieve terugkeer te onderzoeken. Hun onderzoek gaat alleen over een beperkte toepassing van art.3 EVRM zoals ingeschreven in de definitie van subsidiaire bescherming. Deze werkwijze is problematisch als het Commissariaat-generaal asielaanvragen enkel afwijst op basis van de ongeloofwaardige afkomst van de asielzoekers. Het voert dan geen verder onderzoek naar de vrees voor vervolging. De Dienst Vreemdelingenzaken zal vervolgens proberen deze personen terug te sturen naar het land waarvan ze beweren afkomstig te zijn, zonder een mogelijke schending van art.3 EVRM te onderzoeken. Deze dienst oordeelt namelijk dat deze afweging al binnen de asielprocedure is gebeurd. Bijgevolg onderzoekt geen enkele instantie het risico op een schending van art.3 EVRM in het geval van effectieve terugkeer. 1. Een duidelijke omschrijving in de wet van de verplichtingen van de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in hun onderzoek naar het risico op schending van art.3 EVRM bij effectieve uitzetting van een afgewezen asielzoeker. 2. Een duidelijke bepaling dat de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen bij annulatieberoepen tegen een bevel om het grondgebied te verlaten altijd een mogelijk risico op schending van art.3 EVRM moet onderzoeken als er in het dossier elementen zijn die in die richting wijzen. 3. De toekenning van een verblijfsstatuut als een inbreuk wordt vastgesteld op art.3 EVRM. De voorwaarden en de lengte ervan hangen af van de specifieke situatie. 16 ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

Mensen op de vlucht beschermen 2.6. STAATLOZEN UIT DE SCHADUW Meerdere regeringen hebben beloofd om de vaak uitzichtloze situatie van staatlozen in ons land te verbeteren. Het is tijd dat hier eindelijk werk van gemaakt wordt. Staatlozen zijn mensen die door geen enkel land erkend worden als staatsburgers. Zij hebben daarom vaak veel problemen om toegang te krijgen tot hun basisrechten, zoals het recht op onderwijs, gezondheid, om een bankrekening te openen, te reizen of te huwen. Daarom moeten staatlozen als zodanig erkend worden en beschermd. Bovendien is het belangrijk dat alle landen werken aan de preventie en beperking van staatloosheid, zoals het internationale Verdrag tot Beperking der Staatloosheid van 1961 bepaalt. Tenslotte moeten alle staten de situatie van staatlozen die op hun grondgebied verblijven beëindigen door hen uiteindelijk de nationaliteit te verlenen. In maart 2011 stonden 672 staatlozen met een geldige verblijfsvergunning geregistreerd in de databank van de Dienst Vreemdelingenzaken. Kandidaat-staatlozen, staatlozen zonder verblijfstatuut en staatlozen in een lopende asielprocedure zijn niet opgenomen in de statistieken. 7 : De rechtbank van eerste aanleg is bevoegd voor de erkenning van het statuut van staatloze. Elke rechtbank gaat hier op een andere manier mee om. De procedure duurt ook heel lang, vaak meer dan een jaar. Tijdens de procedure heeft de kandidaat-staatloze geen recht op verblijf in België. Als de rechtbank de status van staatloze aan iemand toekent, geeft dit niet automatisch recht op wettelijk verblijf in België. De staatloze moet dan een regularisatie aanvragen, zonder enige garantie op succes. De onzekerheid blijft met andere woorden aanslepen. Er bestaan geen duidelijke cijfers over het aantal staatlozen in België, noch over het aantal aanvragen tot erkenning als staatloze. Dit zorgt ervoor dat deze groep mensen onzichtbaar blijft. België heeft het Verdrag van 1961 tot de Beperking der Staatloosheid nog niet ondertekend. 1. Een verschuiving van de bevoegdheid om staatloosheid te erkennen van de rechtbank van eerste aanleg naar het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen. 2. Een tijdelijk verblijfsrecht voor kandidaat-staatlozen tijdens de procedure. 3. De koppeling van verblijfsrecht aan de erkenning als staatloze. 4. De toetreding van België tot het internationaal Verdrag van 1961 tot Beperking der Staatloosheid. 7 Voor meer uitleg over het aantal staatlozen in België zie: UNCHR, Staatloosheid in België, 2013, http://www.unhcr.be/fileadmin/user_upload/pdf_documents/unhcr-statelessness_in_belgium-full_report.pdf VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT 17

Mensen op de vlucht beschermen 2.7. RESETTLEMENT: TIJD VOOR EEN ECHT BELEID Van alle vluchtelingen in de wereld verblijft het merendeel in ontwikkelingslanden. Vaak kunnen of willen hun regeringen de nodige bescherming niet bieden. Via resettlement nodigt een land als België sommige van deze vluchtelingen uit en biedt het hen de kans om een normaal leven op te bouwen. De jongste jaren heeft België positieve stappen gezet in de richting van een structureel resettlementbeleid. Zo heeft het, na twee ad-hocprojecten in 2009 en 2011 met kleine groepen vluchtelingen, in 2013 beslist om opnieuw honderd vluchtelingen te hervestigen. Landen die structureel aan resettlement doen, bepalen jaarlijkse quota s. Nederland werkt bijvoorbeeld met een vastgestelde hoeveelheid van vijfhonderd vluchtelingen per jaar. Resettlement blijft in België grotendeels afhankelijk van Europese middelen. Het aantal uitgenodigde vluchtelingen wordt jaar per jaar beslist en niet op lange termijn. Ook is er geen wettelijk kader voor het concept resettlement. Er is enkel sprake van adhocinitiatieven. De Europese Unie nodigt weinig vluchtelingen uit in het kader van resettlement. In 2012 kwamen in totaal 4644 vluchtelingen via resettlement naar alle lidstaten van de EU samen. De Verenigde Staten verwelkomden in hetzelfde jaar maar liefst 66 289 geresettelde vluchtelingen. 1. Een echt structureel resettlementprogramma, met engagementen op lange termijn en quota die op voorhand voor meerdere jaren worden bepaald. België kan daarvoor beroep blijven doen op Europese fondsen en maakt ook eigen budgetten vrij. 2. De wettelijke verankering van het concept resettlement. 3. De Belgische ambitie om een voortrekkersrol te spelen binnen de EU opdat de lidstaten tegen 2020 samen jaarlijks 20 000 vluchtelingen hervestigen. 2.8. KWALITATIEVE KOSTELOZE JURIDISCHE BIJSTAND WAARBORGEN Volgens de Grondwet heeft iedereen recht op juridische bijstand. Mensen die niet in staat zijn om een advocaat te betalen, kunnen rekenen op de kosteloze bijstand van een pro-deoadvocaat. In België is het systeem van kosteloze bijstand op twee niveaus georganiseerd, via de eerstelijnsbijstand en de tweedelijnsbijstand. De eerstelijnsbijstand bestaat uit permanenties van advocaten waar iedereen, ongeacht het inkomen, gratis een eerste juridisch advies kan vragen. Dit is bijvoorbeeld nodig om in te schatten of de bijstand van een advocaat in een bepaalde situatie noodzakelijk is. Ook OCMW s, centra voor algemeen welzijnswerk (CAW) en bepaalde middenveldorganisaties kunnen eerstelijnsbijstand verlenen. De tweedelijnsbijstand is het systeem waarbij mensen met onvoldoende middelen gratis een pro-deoadvocaat toegewezen krijgen. 18 ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

Mensen op de vlucht beschermen De regering-di Rupo is begonnen aan een hervorming van de juridische bijstand. Deze hervorming vertrekt vanuit louter financiële overwegingen, heeft te weinig oog voor de kwaliteit van de bijstand en riskeert de toegang tot juridische bijstand voor asielzoekers en vluchtelingen heel ernstig te beperken. Één van de beperkingen is de invoering van een remgeld, naar analogie met een doktersbezoek. Dit kan problematisch zijn voor asielzoekers die vaak niet beschikken over financiële middelen. Zelfs een klein bedrag als tien euro kan voor hen onbetaalbaar zijn. Daarnaast denkt de regering ook aan een abonnementsysteem voor advocaten in vreemdelingenrecht. Slechts een beperkt aantal advocaten zou als pro Deo in vreemdelingenrecht kunnen optreden tegen een forfaitair bedrag. Als deze vergoeding onvoldoende hoog is en er geen kwaliteitscontrole aan gekoppeld wordt, riskeert deze maatregel de kwaliteit van de bijstand omlaag te halen. De krijtlijnen van de hervorming komen uit een evaluatie van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC). Maar dit onderzoek gaat naar eigen zeggen niet diep genoeg in op bepaalde aspecten van het systeem, zoals bijvoorbeeld de vraag over eventueel misbruik, en op mogelijke alternatieve pistes. Naast de voorziene hervorming bevat ook het huidige systeem een aantal knelpunten: Vreemdelingenrecht is geen verplicht vak voor rechtsstudenten. Bovendien voorzien niet alle balies de nodige opleidingen. Ook voor meer ervaren advocaten is het niet altijd evident om alle wijzigingen in de Vreemdelingenrecht te volgen. Dit alles leidt tot een gebrek aan kennis en dus tot een grotere kans op gebrekkige kwaliteit in de bijstand. Toch krijgen veel advocaten, al is het tijdens hun stage, te maken met asielzoekers. De toegang tot juridische bijstand in de gesloten centra is niet altijd gegarandeerd, terwijl mensen in detentie net heel kwetsbaar zijn. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen beschikt niet, zoals andere rechtbanken, over een eigen Bureau voor Rechtsbijstand. Zo n bureau is ondermeer verantwoordelijk voor vertalingen van documenten en aanstellingen van tolken. Om deze kosten te laten goedkeuren is vandaag een omweg nodig via de rechtbank van eerste aanleg in Brussel. Dit is omslachtig. 1. Een grondige evaluatie van de organisatie van de juridische bijstand aan asielzoekers en andere vreemdelingen, die niet enkel op cijfers gebaseerd is. De conclusie van het onderzoek van het NICC kan als startpunt gebruikt worden, samen met een rondetafelgesprek met alle betrokken actoren (overheid, advocatuur en het middenveld). Enkel op basis van zo n evaluatie kan een kwalitatieve hervorming van het huidige systeem plaatsvinden. 2. De afschaffing van financiële drempels zoals het remgeld die de toegang tot tweedelijns juridische bijstand bemoeilijken. 3. De organisatie van een opleiding vreemdelingenrecht aan alle balies. 4. De uitbouw van kwalitatieve juridische eerstelijnspermanenties in alle gesloten centra. In de centra waar ze al bestaan is verdere uitbouw nodig. 5. De oprichting van een Bureau voor Rechtsbijstand bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT 19

3. OPVANG VAN ASIELZOEKERS 3.1. ASIELZOEKERS MINDER OVERPLAATSEN EN DOEN VERHUIZEN Asielzoekers worden zowel in collectieve centra als in individuele woningen opgevangen. De asielopvang kent in de praktijk drie fasen. In eerste instantie krijgt de asielzoeker opvang in een collectieve opvangstructuur. Na vier maanden kan hij dan de overplaatsing naar een individuele opvangstructuur aanvragen. Indien er een definitief negatief antwoord komt op de asielaanvraag, heeft de asielzoeker enkel nog recht op opvang in een terugkeerplaats. Daar wordt gewerkt aan een traject voor vrijwillige terugkeer. Deze opvang in drie fasen heeft ernstige nadelen. Asielzoekers moeten zich vaak op korte tijd drie maal aanpassen aan een nieuwe omgeving en aan nieuwe begeleiders. In het bijzonder voor kinderen is dit nefast: telkens een nieuwe schoolomgeving, vriendjes, De opvang in drie fasen bemoeilijkt de uitbouw van een vertrouwensband tussen de asielzoekers en hun begeleiders. De transfers kosten veel geld en vereisen een aanzienlijk werk, ondermeer door de installatie in de nieuwe woonst. 1. Een opheffing van de huidige opvang in drie fasen om de continuïteit in de opvang en begeleiding van asielzoekers op alle momenten te verzekeren. 2. Een vernieuwd opvangmodel waarbij een korte evaluatieperiode gevolgd wordt door de eigenlijke opvang. Deze korte evaluatieperiode laat ruimte voor onthaal en oriëntatie waarbij de overheid nagaat welke opvang voor de asielzoeker het meest aangewezen is: collectief of individueel. 3.2. INDIVIDUELE OPVANG VAN ASIELZOEKERS CONSOLIDEREN Individuele opvang waarborgt het best de autonomie, de zelfredzaamheid en de privacy van asielzoekers. De individuele opvang garandeert ook beter het behoud van het gezinsleven en creëert een veilige omgeving voor kwetsbare groepen, zoals alleenstaande vrouwen. Tot slot vergemakkelijkt de kleinschalige infrastructuur van de individuele opvang de uitbouw van een maatschappelijk draagvlak in de buurt. Vluchtelingenwerk en haar Franstalige zusterorganisatie CIRÉ organiseren opvang voor asielzoekers in individuele woningen. Ook de OCMW s zorgen via de lokale opvanginitiatieven (LOI s) voor individuele opvangplaatsen. Individuele opvang is de goedkoopste vorm van opvang. 8 8 Het dagtarief bij Vluchtelingenwerk en CIRÉ voor 2013 is 35,40 euro. Bij de LOI s is er een onderscheid naargelang leeftijd en indien het gaat om niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Voor volwassenen is de kostprijs voor 2013 37,77 euro, voor kinderen 20,78 euro en voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen 44,01 euro. De dagprijs voor het Belgische Rode Kruis voor 2013 is voor volwassenen en kinderen 40,83 euro en voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen 47,52 euro. De kostprijs voor de opvang in een federaal opvangcentrum van Fedasil bedroeg 49,82 euro in 2012. Dit blijkt uit een schriftelijke parlementaire vraag van 4 juli 2013 van Nahima Lanjri aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie. 20 ASIELBELEID OP EEN KEERPUNT VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN