RJ-Uiting : 'ontwerp-richtlijn Personeelsbeloningen - Pensioenen'

Vergelijkbare documenten
RJ-Uiting : 'Richtlijn Personeelsbeloningen - Pensioenen'

de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen.

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder

RJ-Uiting : Richtlijn Personeelsbeloningen - beloningen tijdens het dienstverband

RJ-Uiting : Richtlijn Pensioenvoorziening en oudedags- verplichting directeuren-grootaandeelhouder

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijnen Pensioenvoorziening en oudedagsverplichting directeuren-grootaandeelhouder

RJ-Uiting Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder

RJ-Uiting : Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder

!""#!$%&' ""#'() * +!+! $*!+ *

RJ-Uiting Aanpassingen RJ Personeelsbeloningen - Pensioenen

Voorstel tot wijziging van Nederlandse pensioenrichtlijn RJ 271: een eerste stap

RJ-Uiting : Ontwerp-alinea s toelichtingsbepalingen van RJ 272 Belastingen naar de winst

Het ontwerp zal zo spoedig mogelijk na de commentaarperiode definitief worden gemaakt.

Verkorte balans Ultimo 2012 Ultimo 2011

JAARRAPPORT 2017 STICHTING OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK HENGELO

RJ-Uiting : Handreiking voor de toepassing van IAS 19R in de Nederlandse pensioensituatie

RJ-Uiting : Aangepaste Handreiking voor de toepassing van IAS 19R in de Nederlandse pensioensituatie

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

RJ-Uiting : Ontwerp-alinea s RJ 122 Prijsgrondslagen voor vreemde valuta

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

Kemira Rotterdam B.V.

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

ACTIVA. Materiële vaste activa Inventaris

Titel van het document Publicatiestukken 2018 onecentral B.V. Naam van de rechtspersoon onecentral B.V. Zetel van de rechtspersoon

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Naam van de rechtspersoon Squarewise Transitions B.V. Zetel van de rechtspersoon Amsterdam. Datum van vaststelling van de jaarrekening 12 juni 2019

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Bijlage bij opgave 3 tentamen juni Jaarrekening 2012 Sligro Food Group NV

1 Balans per 31 december 2013 (ná verwerking voorstel resultaatbestemming) ACTIVA

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK RAALTE

Collectieve arbeidsovereenkomst inzake pensioenen NYSE Euronext

Aandachtspunten bij de controle van pensioen. Samenwerking tussen controleteam en specialist.

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Stichting Carrefour, Welzijnsgroep Noordoostpolder Emmeloord. Jaarrapport 2014

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet)

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

RJ-Uiting ontwerp-richtlijn Verwerking en toelichting van aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen

Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013

De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 1 mei 2006 tegemoet.

JAARRAPPORT 2017 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OMMEN

Van gegarandeerd pensioen naar een pensioenspaarpot

JAARREKENING 2015 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE

RJ-Uiting : Ontwerp-richtlijn C2 Microrechtspersonen

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

JAARSTUKKEN 2017 BATEN EN LASTEN

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek

ANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde

Kleine en micro-rechtspersonen Er worden geen wijzigingen van hoofdstuk B11 Leasing voorgesteld.

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen

VASTE ACTIVA Materiële vaste activa VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen Liquide middelen

Aan de voorzitter van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ), de heer H. de Munnik RA Postbus AD Amsterdam (RJ271.3) Geachte heer De Munnik,

Publicatierapport 2017 Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord N.V. Alkmaar 2 mei 2018

Kemira Rotterdam B.V.

1. Classificatie als toegezegde bijdrageregeling

publicatie jaarverslag

Inhoud, gevolgen en toepassing van nieuwe pensioenverslaggevingsregels in Nederland

Voorziening Voormalig Personeel

Publicatie jaarrekening Stichting Streeklaboratorium voor de Microbiologie in Twente en de Gelderse Achterhoek

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Financiële informatie 2016 Stichting Museum Beelden aan Zee Den Haag

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Oostland

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

JAARREKENING 2015 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK RAALTE

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?

Stichting Praemium Erasmianum Amsterdam. Financieel publicatieverslag 2016

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

SHOP T.a.v. het bestuur Herengracht EH DEN HAAG. Verkorte jaarrekening 2015

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

JAARRAPPORT 2016 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OMMEN

Stichting Beheer Warenar Kerkstraat HE Wassenaar

BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

RJ-Uiting : Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector

Ten geleide bij editie RJk-bundel

Stichting Else Amersfoort Jaarrekening Kortlopende schulden 5 (p.15) Totaal passiva

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Waterland

Reglement Versleepregeling

Financieel verslag Stichting De Nijensteen, Heerde

De RJ is hierbij bijzonder geïnteresseerd in het antwoord op de vraag of u deze ontwerp- Interpretatie nuttig vindt.

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Beleidsregels ontheffingen Pensioen- en spaarfondsenwet

UITVOERINGSREGLEMENT VOORTZETTING PENSIOENOPBOUW BIJ WERKLOOSHEID 1999 DE STICHTING FINANCIERING VOORTZETTING PENSIOENVERZEKERING

Sytse Duiverman 12 februari 2019

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn 150 Foutherstel

Stichting Hulp en Opvang Prostitutie en Mensenhandel T.a.v. het bestuur Herengracht EH DEN HAAG. Verkorte jaarrekening 2017

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Stichting Administratiekantoor Winkelfonds Duitsland 8. Flight Forum DD EINDHOVEN. Jaarverslag 2016

Publicatiestukken van 19 november 2014 t/m 31 december 2015

Transcriptie:

RJ-Uiting 2009-2: 'ontwerp-richtlijn 271.3 Personeelsbeloningen - Pensioenen' Inleiding In deze RJ-Uiting is een geheel vernieuwde ontwerp-richtlijn Personeelsbeloningen Pensioenen opgenomen. Aanleiding voor deze vernieuwing zijn de ontvangen commentaren op de op 16 juli 2008 gepubliceerde RJ-Uiting 2008-3 Aanpassingen RJ 271.3 Personeelsbeloningen Pensioenen en een verdere analyse door de RJ van de veranderingen in het Nederlandse pensioenstelsel, ondermeer als gevolg van de invoering van de Pensioenwet. Zoals aangekondigd in RJ-Uiting 2008-6 is in de nieuwe ontwerp-richtlijn gekozen voor een benadering waarbij primair is gekeken naar de wijze waarop het Nederlandse pensioenstelsel is ingericht en functioneert in de praktijk. Het belangrijkste kenmerk hiervan is de algemene verplichting vanuit de Pensioenwet om onvoorwaardelijke aanspraken af te financieren door deze onder te brengen bij een pensioenuitvoerder. Daarbij is een strikte scheiding aangebracht tussen de verantwoordelijkheden en verplichtingen van respectievelijk de werkgever(s), de pensioenuitvoerder en de deelnemers. De RJ heeft naar aanleiding van de begin 2007 gehouden enquête naar de ervaringen in de praktijk met de toepassing van RJ 271, de ontvangen commentaren op RJ-Uiting 2008-3 en de reacties op de goed bezochte RJ-pensioenbijeenkomst op 4 juli 2008 geconcludeerd dat een verplichtingenbenadering, zoals opgenomen in RJ 252 - Voorzieningen, niet in de balans opgenomen verplichtingen en niet in de balans opgenomen activa daarbij beter past dan de risicobenadering, waarop de huidige richtlijn, inclusief de onlangs aangebrachte aanpassingen, is gebaseerd. Deze risicobenadering, die afgeleid was van IAS 19 en waarbij een strikt onderscheid werd gehanteerd tussen een toegezegd-pensioen- en een toegezegde-bijdrage-regeling, acht de RJ niet langer goed toepasbaar in de Nederlandse context, waarbij nu vrijwel overal sprake is van een risicodeling tussen de betrokken belanghebbenden en het risico derhalve niet meer is toe te wijzen aan één van de betrokken partijen. Naast een algemene inleiding en definities ligt het zwaartepunt in de ontwerp-richtlijn bij Nederlandse pensioenregelingen. Naast de aanpassingen in paragraaf 3 Pensioenen is ontwerp-alinea 101 van Richtlijn 271 opgenomen om het rechtspersonen mogelijk te maken dat voor pensioenen in de jaarrekening ook US GAAP, IFRS of IFRS zoals aanvaard door de Europese Unie kunnen worden toegepast. Voorheen was deze mogelijkheid beperkt tot die rechtspersonen die voor interne of externe doeleinden een balans en winst- en verliesrekening opstellen op basis van genoemde verslaggevingsstelsels. 1

De bestaande bepalingen inzake VUT en andere non-activiteitsregelingen zijn van paragraaf 3 overgebracht naar paragraaf 4, maar zijn inhoudelijk niet gewijzigd. Belangrijkste bepalingen van de ontwerp-richtlijn 1 De rechtspersoon dient de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de winsten verliesrekening te verantwoorden. 2 De rechtspersoon dient aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst te beoordelen of en zo ja welke verplichtingen naast de betaling van de jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder verschuldigde premie op balansdatum bestaan. 3 Naast verplichtingen aan de pensioenuitvoerder kan sprake zijn van verplichtingen aan de werknemer. Deze verplichtingen kunnen voortkomen uit ondermeer een geheel of gedeeltelijk niet afgefinancierde toezegging. Voor zover toekomstige salarisverhogingen op balansdatum reeds zijn toegezegd dient bij eindloonregelingen een voorziening voor het backservice element te worden opgenomen voor de uit deze toegezegde salarisverhogingen voortvloeiende aanpassing van de opgebouwde aanspraken. 4 Het bedrag dat als pensioenvoorziening wordt opgenomen, dient de beste schatting te zijn van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. 5 Voor pensioenregelingen voor directeuren-grootaandeelhouders die in eigen beheer worden gehouden, dient een verplichting te worden opgenomen voor de op balansdatum opgebouwde onvoorwaardelijke pensioenaanspraken. Het is toegestaan deze verplichting volgens de fiscale grondslagen te waarderen. 6 Indien een buitenlandse pensioenregeling niet vergelijkbaar is met de wijze waarop het Nederlandse pensioenstelsel is ingericht en functioneert dient een beste schatting te worden gemaakt van de op balansdatum bestaande verplichting. Een dergelijke verplichting dient te zijn gewaardeerd op basis van een in Nederland algemeen aanvaardbare actuariële waarderingsgrondslag. De RJ beoogt deze ontwerp-richtlijn, na verwerking van het ontvangen commentaar, om te zetten in een definieve Richtlijn in het voorjaar van 2009. De definitieve Richtlijn zal dan van toepassing zijn op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2010, waarbij eerdere toepassing wordt aanbevolen. Bij uitzondering wordt het toegestaan dat ondernemingen al van de ontwerp-richtlijn gebruik kunnen maken. Verzoek tot commentaar De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 14 maart 2009 tegemoet. Reacties en commentaren kunnen worden ingediend bij het RJ-secretariaat, bij voorkeur per e- mail (rj@rjnet.nl). Reacties en commentaren zullen in aanmerking worden genomen ter beoordeling van de volledigheid en praktische toepasbaarheid van de ontwerp-richtlijn en worden door de RJ als openbare informatie behandeld en op de RJ-website gepubliceerd, tenzij door respondenten is aangegeven dat het commentaar geheel of gedeeltelijk moet worden aangemerkt als vertrouwelijk. Amsterdam, 2 februari 2009 2

271.3 Pensioenen Deze ontwerp-richtlijn 271.3 (2009) is uitgegeven voor commentaar. De commentaarperiode loopt tot 14 maart 2009. INLEIDING 301 De categorie pensioenen omvat pensioentoezeggingen en andere al dan niet tijdelijke uitkeringen na afloop van het actieve dienstverband. Pensioentoezeggingen omvatten de aanspraken van personeel, voormalig personeel of hun nagelaten betrekkingen op periodieke uitkeringen die van het leven afhankelijk zijn, ingaande op de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdoms- en nabestaandenpensioen en pré-pensioen. Periodieke uitkeringen wegens vervroegde uittreding en soortgelijke non-activiteitsregelingen komen aan de orde in paragraaf 4. Voor de verslaggeving van pensioenfondsen zelf wordt verwezen naar hoofdstuk 610 Pensioenfondsen. 302 Een in Nederland werkzame rechtspersoon moet in rechte afdwingbare pensioentoezeggingen aan het personeel krachtens de Pensioenwet onderbrengen bij een van de rechtspersoon gescheiden (afzonderlijke) entiteit, te weten een pensioenuitvoerder in de vorm van a. een ondernemingspensioenfonds; b. een bedrijfstakpensioenfonds; of c. een levensverzekeringsmaatschappij. In deze paragraaf worden zij verder aangeduid als pensioenuitvoerder. Vanwege de strikte scheiding tussen de verantwoordelijkheden van de rechtspersoon, de pensioenuitvoerder en de deelnemers en de risicodeling die tussen de betrokken partijen bestaat op grond van de Nederlandse Pensioenwet, worden de Nederlandse regelingen primair volgens een verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering in de jaarrekening van de rechtspersoon verwerkt. In deze benadering wordt de verplichting voortvloeiende uit een door de rechtspersoon gedane pensioentoezegging gebaseerd op de financieringsafspraken zoals vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst tussen de rechtspersoon en de pensioenuitvoerder. 303 De bepalingen van deze paragraaf zijn niet alleen van toepassing op formeel overeengekomen in rechte afdwingbare toezeggingen, maar ook op verplichtingen die voortvloeien uit een door de rechtspersoon bestendig gevolgde gedragslijn zoals bedoeld in alinea 307. De bepalingen van deze paragraaf zijn tevens van toepassing op te verlenen aanspraken uit hoofde van het stellige voornemen dat de rechtspersoon heeft om een pensioenregeling te treffen. De verwerking in de jaarrekening van dergelijke toe te kennen aanspraken vloeit voort uit een concreet uitgewerkt plan. 304 De bepalingen van deze paragraaf zijn in beginsel ook van toepassing op buitenlandse pensioenregelingen. Nadere bepalingen ten aanzien van de verwerking en waardering van pensioentoezeggingen in geval van buitenlandse regelingen zijn opgenomen in alinea 318 tot en met 320. Voor de pensioenvoorziening voor directeuren-grootaandeelhouder is in alinea 317 een specifieke bepaling opgenomen. 1

DEFINITIES 305 De volgende begrippen worden in dit hoofdstuk gebruikt. De definitie van een pensioenfonds is opgenomen in artikel 1 van de Pensioenwet (zie hoofdstuk 610, alinea 101). Een pensioenregeling is een regeling op grond waarvan aan het personeel van de rechtspersoon pensioen wordt toegekend. Een uitvoeringsovereenkomst is een overeenkomst tussen de rechtspersoon en een pensioenuitvoerder over de uitvoering van één of meer pensioenregelingen. Een ondernemingspensioenregeling is een regeling waarbij het opbouwen van pensioenvermogen in de pensioenuitvoerder geschiedt teneinde pensioenen uit te keren aan (voormalig) personeel van een of meer ondernemingen die onder gemeenschappelijke leiding staan. Een bedrijfstakpensioenregeling is een regeling, anders dan nationale regelingen zoals AOW en dergelijke, waarbij het opbouwen van pensioenvermogen in de pensioenuitvoerder geschiedt teneinde pensioenen uit te keren aan (voormalig) personeel van meer dan één rechtspersoon die niet onder gemeenschappelijke leiding staan en waarbij de premies en uitkeringen worden bepaald zonder onderscheid te maken naar de aan de regeling deelnemende rechtspersonen. Hieronder kunnen regelingen vallen die niet zijn ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds mits zij dezelfde kenmerken hebben en zij voldoen aan de definitie van een bedrijfstakpensioenregeling. Onder de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt verstaan de over desbetreffende verslagperiode voor rekening van de rechtspersoon komende kostendekkende premie, zoals bedoeld in artikel 128, lid 1 en 2 van de Pensioenwet of de feitelijke premie zoals bedoeld in artikel 130 sub c van de Pensioenwet. In de kostendekkende premie zijn opslagen begrepen voor ondermeer uitvoeringskosten en het in stand houden van de (minimaal) vereiste solvabiliteit in relatie tot reeds opgebouwde pensioenaanspraken. Een middelloonregeling is een pensioenregeling (in termen van de Pensioenwet een uitkeringsovereenkomst) waarbij de pensioenaanspraak met betrekking tot enig dienstjaar alleen afhankelijk is van het in het betreffende dienstjaar pensioengevende salaris, en eventuele latere indexatie. Een eindloonregeling is een pensioenregeling waarin de hoogte van het (behaalbare) ouderdomspensioen is gekoppeld aan het salaris dat de deelnemer direct voorafgaand aan de pensioendatum verdient. Onder een in rechte afdwingbare verplichting wordt verstaan een verplichting die voortvloeit uit een overeenkomst dan wel bij of krachtens een wet. 2

Onder een feitelijke verplichting wordt verstaan een verplichting die voortvloeit uit handelingen van de rechtspersoon, waarbij: a. de rechtspersoon aan andere betrokkenen door een in het verleden gevolgde gedragslijn, gepubliceerde beleidsregels of een voldoende specifieke, actuele uitspraak heeft aangegeven zekere verantwoordelijkheden te aanvaarden; en b. als gevolg daarvan, de rechtsperoon bij de onder a. genoemde andere betrokkenen de gerechtvaardigde verwachting heeft gewekt dat hij die verantwoordelijkheid zal nakomen. Onder een verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering wordt verstaan een benadering waarbij de verplichting die voortvloeit uit een door de rechtspersoon gedane pensioentoezegging gebaseerd wordt op de financieringsafspraken zoals vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst tussen de rechtspersoon en de pensioenuitvoerder. Onder een verplichting aan de werknemer benadering wordt verstaan een benadering waarbij de verplichting die voortvloeit uit een door de rechtspersoon gedane pensioentoezegging gebaseerd wordt op de pensioenuitkeringen die na afloop van de actieve diensttijd aan de werknemer worden gedaan en waarvan de hoogte wordt vastgesteld op basis van een actuariële waarderingsmethodiek. NEDERLANDSE PENSIOENREGELINGEN Verwerking 306 De rechtspersoon dient de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de winst- en verliesrekening te verantwoorden. De door de rechtspersoon te betalen bijdragen uit hoofde van een pensioenregeling bestaan in beginsel uit een reguliere jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder te betalen premie en, indien van toepassing, uit additionele bijdragen die samenhangen met de financieringspositie van de pensioenuitvoerder. Voor zover de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie nog niet is voldaan, dient deze als verplichting op de balans te worden opgenomen. Indien de reeds betaalde premiebedragen de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie overtreffen, dient het meerdere te worden opgenomen als een overlopend actief voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door de pensioenuitvoerder of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. 307 De rechtspersoon dient te beoordelen of, en zo ja welke verplichtingen naast de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie op balansdatum bestaan. Deze verplichtingen komen voort uit de uitvoeringsovereenkomst en/of andere afspraken met werknemers. Ook komen ze voort uit bij werknemers gewekte gerechtvaardigde verwachtingen. Bij een verzekerde regeling is de uitvoeringsovereenkomst het verzekeringscontract. Indien naast de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie verplichtingen bestaan, dient een voorziening te worden opgenomen, indien op balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de rechtspersoon heeft een verplichting aan de pensioenuitvoerder en/of werknemer (in rechte afdwingbaar of feitelijk); b. het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen bij de rechtspersoon noodzakelijk is; en 3

c. er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting. Voor in rechte afdwingbare verplichtingen van de rechtspersoon zijn zowel de inhoud van de pensioenovereenkomst en het pensioenreglement op grond waarvan de pensioenaanspraken worden toegekend aan het personeel, als de uitvoeringsovereenkomst bepalend. Deze verplichtingen worden hierna aangeduid als verplichtingen aan de pensioenuitvoerder (zie alinea 309 tot en met 312). Daarnaast kan sprake zijn van toezeggingen aan werknemers die (nog) niet zijn ondergebracht bij een pensioenuitvoerder. Deze worden hierna aangeduid als verplichtingen aan de werknemer (zie alinea 313). Voorts kan sprake zijn van een feitelijke verplichting. Een feitelijke verplichting doet zich voor wanneer de rechtspersoon in de communicatie met de deelnemers aan een pensioenregeling gerechtvaardigde verwachtingen heeft gewekt die verder gaan dan in de pensioenovereenkomst, het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst zijn vastgelegd. Van een feitelijke verplichting is eveneens sprake wanneer de rechtspersoon het stellige voornemen heeft om een bestaande pensioenregeling te verbeteren of aan te vullen. De verwerking in de jaarrekening van dergelijke toe te kennen aanspraken is gebaseerd op een concreet uitgewerkt plan. Indien indexatie is toegekend, voor rekening van de rechtspersoon komt en op balandatum nog niet is afgefinancierd, wordt op balansdatum een verplichting opgenomen. 308 Naast de in de winst- en verliesrekening te verantwoorden aan de pensioenuitvoerder te betalen premie kunnen er ook baten zijn voor de rechtspersoon, de voortkomen uit aanwezige overschotten bij de pensioenuitvoerder. Een pensioenvordering dient in de balans te worden opgenomen wanneer: a. de rechtspersoon beschikkingsmacht heeft over een pensioenoverschot; b. het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen die de pensioenvordering in zich bergt, zullen toekomen aan de rechtspersoon; en c. de pensioenvordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Voor de algemene principes van de verwerking van een voorziening of vordering wordt verwezen naar alinea 201 tot en met 212 van hoofdstuk 252 Voorzieningen, niet in de balans opgenomen verplichtingen en niet in de balans opgenomen activa. Ondernemingspensioen- en bedrijfstakpensioenregeling 309 De rechtspersoon dient een voorziening op te nemen indien op basis van de uitvoeringsovereenkomst een verplichting bestaat en het waarschijnlijk is dat de aanwending van een maatregelenpakket, dat nodig is voor het herstel van de op balansdatum bestaande dekkingsgraad, zal leiden tot een uitstroom van middelen en de omvang betrouwbaar kan worden geschat. Op grond van de uitvoeringsovereenkomst kan op balansdatum een verplichting voor de rechtspersoon bestaan, naast de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie. Dit kan het geval zijn indien de rechtspersoon op grond van de in de uitvoeringsovereenkomst gespecificeerde dekkingsgraad van de pensioenuitvoerder gehouden wordt respectievelijk kan worden tot het doen van additionele betalingen aan de pensioenuitvoerder. Daarnaast kunnen gerechtvaardigde verwachtingen tot het doen van additionele betalingen aan de pensioenuitvoerder leiden tot een 4

feitelijke verplichting. In de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie kunnen ook voor de rechtspersoon herstelpremies begrepen zijn die op basis van bij De Nederlandsche Bank (DNB) ingediende herstelplannen door de pensioenuitvoerder zijn vastgesteld. Voor deze herstelpremies wordt geen voorziening opgenomen, tenzij deze op basis van de uitvoeringsovereenkomst voortkomen uit een verplichting voor de rechtspersoon tot het doen van additionele betalingen aan de pensioenuitvoerder. De belangrijkste elementen van een herstelplan dienen te worden toegelicht (zie alinea 323). 310 Gebeurtenissen die blijken na balansdatum tot aan het moment van opmaken van de jaarrekening en die informatie geven over de feitelijke situatie op balansdatum dienen bij het opmaken van de jaarrekening te worden verwerkt. Voor de algemene principes over de verwerking van gebeurtenissen na balansdatum, zoals het opstellen en/of vaststellen van een herstelplan door het bestuur van de pensioenuitvoerder, wordt verwezen naar alinea 201 tot en met 207 van hoofdstuk 160 Gebeurtenissen na balansdatum. 311 De rechtspersoon dient op balansdatum een vordering op te nemen uit hoofde van toekomstige restituties indien de toekenning hiervan waarschijnlijk is. De dekkingsgraad kan voor het bestuur van de pensioenuitvoerder aanleiding zijn om over te gaan tot het verstrekken van toekomstige restituties. Dit betekent over het algemeen dat het formele besluit door het bestuur moet zijn genomen voordat tot het opnemen van een vordering kan worden overgegaan. Verzekerde regeling 312 Ook uit de contractvoorwaarden met de verzekeringsmaatschappij kunnen, naast betaling van premie, verplichtingen en ook vorderingen voortvloeien, zoals onder de omstandigheid dat: - de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt aangepast op basis van actuariële resultaten uit het verleden; - indexatie onvoorwaardelijk is toegezegd; - overrente of winstdeling volgens het verzekeringscontract beschikbaar komt aan de rechtspersoon; - eventuele nadelen of voordelen van individuele waardeoverdrachten ten laste respectievelijk ten gunste van de rechtspersoon komen. Verplichtingen aan de werknemer 313 Voor toekomstige salarisverhogingen die op balansdatum reeds zijn toegezegd dient een voorziening te worden opgenomen voor de uit deze toezegde salarisverhogingen voortvloeiende aanpassing van de per balansdatum opgebouwde aanspraken. In Nederland bestaat de algemene verplichting vanuit de Pensioenwet om onvoorwaardelijke aanspraken af te financieren door deze onder te brengen bij een pensioenuitvoerder. Een eventueel niet afgefinancierd en voor rekening van de rechtspersoon komend backservice-element van een op balansdatum toegezegde salarisverhoging bij een eindloonregeling leidt tot een verplichting. De 5

toegezegde salarisverhoging kan bijvoorbeeld voortkomen uit CAO afspraken of individuele overeenkomsten. Daarbij kunnen rechtspersonen ervoor kiezen om rekening te houden met uit verwachte toekomstige salarisstijgingen voortvloeiende aanpassingen van per balansdatum opgebouwde aanspraken. Waardering 314 Het bedrag dat als pensioenvoorziening voor de additionele verplichtingen naast de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt opgenomen, dient te worden gewaardeerd op basis van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De beste schatting wordt in het algemeen gebaseerd op de pensioenovereenkomst, het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst. Voor de invulling van de waardering op basis van het principe van beste schatting wordt verwezen naar alinea 301 tot en met 305 van hoofdstuk 252 Voorzieningen, niet in de balans opgenomen verplichtingen en niet in de balans opgenomen activa. 315 Indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, dient de verplichting te worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen. De disconteringsvoet vóór belastingen waartegen contant wordt gemaakt, dient de actuele marktrente weer te geven. Hierin dienen de risico s waarmee bij het schatten van de toekomstige uitgaven reeds rekening is gehouden, niet te worden betrokken. Indien de periode waarover de uitgaven contant worden gemaakt niet langer is dan een jaar, behoeft de verplichting niet tegen de contante waarde te worden opgenomen. 316 Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen dienen ten laste respectievelijk ten gunste van de winst- en verliesrekening te komen. Pensioenvoorziening directeuren-grootaandeelhouder 317 Voor pensioenregelingen voor directeuren-grootaandeelhouder die in eigen beheer worden gehouden dient een verplichting te worden opgenomen voor de op balansdatum opgebouwde onvoorwaardelijke pensioenaanspraken. Deze verplichting wordt gewaardeerd op basis van een in Nederland algemeen aanvaardbare actuariële waarderingsmethodiek. Het is toegestaan om deze verplichting volgens de fiscale grondslagen te waarderen. BUITENLANDSE PENSIOENREGELINGEN 318 Buitenlandse pensioenregelingen vallen niet onder de bepalingen van de Pensioenwet. Dit betekent ondermeer mogelijk niet onderworpen zijn aan de eis om pensioenaanspraken onder te brengen bij een pensioenuitvoerder en om deze vervolgens via een kostendekkend kapitaaldekkingssysteem te financieren. Daarnaast kan het bij dergelijke regelingen mogelijk zijn dat voorwaardelijke pensioenaanspraken worden toegekend. Dergelijke aspecten kunnen 6

leiden tot verplichtingen in de (geconsolideerde) jaarrekening van de rechtspersoon. 319 Indien een buitenlandse pensioenregeling vergelijkbaar is met de wijze waarop het Nederlandse pensioenstelsel is ingericht en functioneert, dient de verwerking en waardering van verplichtingen die voorvloeien uit buitenlandse pensioenregelingen plaats te vinden overeenkomstig alinea 306 tot en met 316. 320 Indien een buitenlandse pensioenregeling niet vergelijkbaar is met de wijze waarop het Nederlandse pensioenstelsel is ingericht en functioneert dient een beste schatting te worden gemaakt van de op balansdatum bestaande verplichting. De verplichting dient te worden gewaardeerd op basis van een in Nederland algemeen aanvaardbare actuariële waarderingsmethodiek. De wijze waarop het Nederlandse pensioenstelsel is ingericht en functioneert is kort omschreven in alinea 302. De beste schatting van een verplichting kan worden gebaseerd op een verplichting aan de werknemer benadering. Dit is een benadering waarbij de verplichting die voortvloeit uit een door de rechtspersoon gedane pensioentoezegging gebaseerd wordt op de pensioenuitkeringen die na afloop van de actieve diensttijd aan de werknemer worden gedaan en waarvan de hoogte wordt vastgesteld op basis van een algemeen aanvaardbare actuariële waarderingsmethodiek. PRESENTATIE EN TOELICHTING 321 Een verplichting conform alinea 306 wordt op grond van artikel 2:375 BW als een afzonderlijke schuld op de balans opgenomen, dan wel afzonderlijk vermeld in de toelichting op de samenstelling van de schulden. Een actiefpost conform alinea 306 wordt opgenomen onder overige vorderingen of overlopende activa. De verplichting conform alinea 307 wordt op grond van artikel 2:374 BW als afzonderlijke voorziening op de balans opgenomen. Een actiefpost conform alinea 308 wordt opgenomen onder overige vorderingen of overlopende activa. 322 Voor het salderen van een actiefpost en een verplichting die voortkomen uit verschillende regelingen wordt verwezen naar alinea 305 van hoofstuk 115 Criteria voor opname en vermelding van gegevens. De op basis van deze paragraaf berekende pensioenlasten worden op grond van artikel 2:377 BW afzonderlijk in de winst- en verliesrekening (als onderdeel van het bedrijfsresultaat) opgenomen, dan wel vermeld in de toelichting. 323 De rechtspersoon dient voor zover van toepassing- de volgende aanvullende informatie op te nemen in de toelichting. Algemeen - de bij de bepaling van het vermogen en resultaat gehanteerde grondslagen met betrekking tot de pensioenlasten en de pensioenvoorzieningen; - beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de pensioenregelingen; - beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst(en) (Nederland) of soortgelijke financieringsafspraken (buitenland); - de wijze waarop de pensioenregelingen zijn ondergebracht bij de 7

pensioenuitvoerder; - de op balansdatum van toepassing zijnde dekkingsgraad, of een schatting hiervan, van de pensioenuitvoerder waar de regelingen zijn ondergebracht. Te betalen premie - de in de winst-en verliesrekening verantwoorde pensioenpremie. Additionele verplichtingen - beschrijving van de op balansdatum bestaande verplichtingen waarvoor een pensioenvoorziening is opgenomen; - de methode van waardering van de op balansdatum opgenomen pensioenvoorziening; - belangrijkste actuariële grondslagen, indien van toepassing: de gehanteerde disconteringsvoeten; de gehanteerde overlevingskansen; eventuele andere belangrijke grondslagen en veronderstellingen. - een verloopoverzicht van de pensioenvoorziening met daarin opgenomen de belangrijkste mutaties, inclusief vergelijkende cijfers; - de in de winst-en verliesrekening verantwoorde additionele pensioenlasten; - een beschrijving van de belangrijkste elementen van het herstelplan van de pensioenuitvoerder, waarbij in ieder geval aandacht wordt besteed aan de gevolgen van het tekort voor het toekomstig premieniveau. Vorderingen - de in balans opgenomen pensioenvordering en het daarmee samenhangende effect in de winst- en verliesrekening, inclusief overwegingen die hebben geleid tot opnemen van de pensioenvordering. OVERGANGSBEPALING EN INGANGSDATUM 324 De effecten van eerste toepassing van paragraaf 3 (2009) dienen te worden verwerkt conform hoofdstuk 140 Stelselwijzigingen. 325 Paragraaf 3 is van kracht met ingang van verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2010. Eerdere toepassing wordt aanbevolen. 8

271.1 Algemeen 101 (1) In dit hoofdstuk worden richtlijnen gegeven voor de verwerking van personeelsbeloningen in de jaarrekening. Het is rechtspersonen toegestaan in de jaarrekening voor pensioenen de onder US GAAP, IFRS of IFRS zoals aanvaard door de Europese Unie van toepassing zijnde standaarden inzake pensioenen en andere post retirement benefits toe te passen in plaats van paragraaf 3 en 4 van dit hoofdstuk, mits sprake is van een integrale en consistente toepassing van deze standaarden. (1) Deze alinea heeft de status van ontwerp-richtlijn. 9

271.4 Vut en andere non-activiteitsregelingen 401 Kenmerken van regelingen voor vervroegde uittreding van personeel en andere nonaciviteitsregelingen zijn in het algemeen: vrijheid van het personeel om al dan niet van de regeling gebruik te maken: een tijdelijke uitkering die afhankelijk is van het laatstverdiende salaris en die loopt tot aan de pensioendatum; een zeker verband met de reeds verstreken diensttijd van het personeelslid; beperkte looptijd van de regeling. Uit het voorgaande blijkt dat regelingen voor vervroegde uittreding van personeel en andere non-activiteitsregelingen een ander karakter hebben dan pensioenregelingen met een flexibele ingangsdatum, bijvoorbeeld pré-pensioenregelingen. 402 De uit hoofde van VUT-regelingen en andere non-activiteitsregelingen in aanmerking te nemen verplichtingen dienen in ieder geval te omvatten de verplichtingen jegens: de personeelsleden die reeds hebben geopteerd voor gebruikmaking van de regeling; de personeelsleden die onder de bestaande regeling kunnen opteren voor vervroegde uittreding, maar dat nog niet hebben gedaan; en de personeelsleden die nog niet kunnen opteren, maar dat tijdens de looptijd van de bestaande regeling in de toekomst wel kunnen doen. De verplichtingen van de rechtspersoon ter zake van VUT-regelingen omvatten niet alleen de in rechte afdwingbare verplichtingen, maar ook die waarbij sprake is van een situatie waarin de rechtspersoon geen ander reëel alternatief heeft dan het nakomen van die verplichtingen ( constructive obligation ). Dit kan aan de orde zijn ter zake van de verlenging van de VUTregeling, dan wel de omzetting van de VUT-regeling in een pré-pensioenregeling. 403 Voor de berekening van het bedrag van de in aanmerking te nemen verplichtingen uit hoofde van VUT-regelingen en andere non-activiteitsregelingen wordt in het algemeen verwezen naar hoofdstuk 252 Voorzieningen, niet in de balans opgenomen verplichtingen en niet in de balans opgenomen activa. Elementen voor de berekening van het bedrag zijn: de personeelsleden op wie de regeling van toepassing is; de geschatte kans dat voor gebruikmaking van de regeling wordt geopteerd; de leeftijden, de salarissen en de levenskansen van de in de berekening betrokken personeelsleden; de hoogte van de VUT-uitkeringen; de bijkomende lasten die op de rechtspersoon (blijven) drukken (bijvoorbeeld bijdragen voor doorgaande pensioenopbouw); overheidssubsidies en personeelsbijdragen; de rentevoet gebruikt voor de berekening van de contante waarde. 10