BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Vergelijkbare documenten
TREASURY-STATUUT GEMEENTE GRAVE

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden)

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2014;

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid

Treasurystatuut Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING


Treasurystatuut 2018

Inleiding Treasurybeleid... 2 Doelstellingen, Uitgangspunten, limieten, begrippen, indeling

Toelichting op het statuut

Nota van toelichting bij Treasurystatuut 2017 Gemeente Gennep

BEGROTING Paragraaf Financiering

Treasurystatuut ISD Werkplein Hart van West-Brabant

TREASURYSTATUUT GEMEENTE RIDDERKERK 2017

CVDR. Nr. CVDR441922_1. Treasurystatuut 2017

BIJLAGE 2 Was-wordt tabel

Treasury reglement. 4 juni van 5

Treasurystatuut. Treasurystatuut

Het algemeen bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen;

Treasurystatuut Gemeente Delft

Drs. Ing. G.B.J. Mensink, Drs. A.B.A.M. Damer, Mr. R.S. Cazemier. Treasurystatuut Openbaar Lichaam Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Treasurystatuut GGD GZ 2019 Colofon

Treasurystatuut RUD Zuid-Limburg

Inleiding. Treasurystatuut. Algemeen

Paragraaf Financiering

CVDR. Nr. CVDR402982_1. Artikel 1 Begrippenkader In dit statuut wordt verstaan onder:

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

Besluit van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Shared Service Centrum Ons houdende regels omtrent Treasurystatuut

Bekendmaking van het Treasurystatuut, door het dagelijks bestuur vastgesteld bij besluit van 18 december 2012, nr. 09

4.4 Financiering De financiering van de gemeente Spijkenisse

Treasurystatuut gemeente Groningen Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;

Treasurystatuut Aqualysis 2014

Treasurystatuut Omgevingsdienst IJSSELLAND Inleiding

Treasurystatuut Gemeente Borsele 2015

Treasurystatuut Treasurystatuut Veiligheidsregio Kennemerland Pagina 1

Treasurystatuut 2016 Gemeenschappelijke Regeling Avri

Treasurystatuut. november 2018

TREASURYSTATUUT RECREATIESCHAP ROTTEMEREN

Officiële uitgave van Gemeentelijke Gezondheidsdienst Noord- en Oost-Gelderland. Treasurystatuut GGD Noord- en Oost-Gelderland 2016

Treasurystatuut 2010

Treasurystatuut 2018 gemeente Midden-Groningen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek,

Beleidsregels 1. Doelstelling treasuryfunctie 2

PROVINCIAAL BLAD. gelet op hoofdstuk 5 van de Gemeenschappelijke Regeling Prolander en artikel 12 van de Financiële Reglement Prolander;

Uitvoeringsregels Treasury 2018 Gemeente Tilburg

Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht

Treasurystatuut Regio Twente 2016

gelet op artikel 14 van de financiële verordening 2015 en de Wet financiering decentrale overheden;

Artikel 12 Treasury Het DB neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de richtlijnen in acht, zoals opgenomen in het treasurystatuut.

FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen,

Toelichting Treasurystatuut gemeente Vught

BESLUIT: vast te stellen het navolgende: TREASURYSTATUUT VOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING STROOMOOPWAARTS MVS.

Paragraaf 4: Financiering

Treasurystatuut. Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op de Wet financiering decentrale overheden;

Aan de raad AGENDAPUNT 6.9

Treasurystatuut Nordwin College

GEMEENTEBLAD. Nr Treasurystatuut 2015 gemeente Heemstede. Hoofdstuk 1 Begrippenkader

Raadsvoorstel Treasurystatuut gemeente Eindhoven 2015

GEMEENTEBLAD. Nr Treasurystatuut 2015 gemeente Landerd. 1 Inhoudsopgave

Treasurystatuut. Conceptversie 1.6, december 2014

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent treasurystatuut Treasurystatuut Altena 2019

BIJLAGE TREASURYSTATUUT. Waterschap Rijn en IJssel Doetinchem

RUD UTRECHT. Besluit van het Algemeen Bestuur van de RUD Utrecht

Treasurystatuut Gemeente Asten

Gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders,

Verordening treasuryfunctie van de gemeente Druten

Te besluiten om: 1. Treasurystatuut 2016 vast te stellen 2. Treasurystatuut 2010 in te trekken

Treasury Statuut Vastgesteld 10 april 2017

Investeringskasstroom: Investeringen maatschappelijk nut -25,5 Investeringen economisch nut -83,4 Investeringen grondexploitaties (netto) -0,6

gelet op artikel 14 van de Financiële Verordening Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid en de Wet financiering decentrale overheden;

TREASURYSTATUUT Begrippenkader

Treasurystatuut voor. Waterschap Brabantse Delta

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

GEMEENTE TERSCHELLING TREASURYSTATUUT 2015

Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Treasurystatuut Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

- Besluit van het college van burgemeester en wethouders van 7 december 2010 (agendapuntnummer 3.1).

Gelet op artikel 147, 149 en 212 van de Gemeentewet, de Financiële Verordening van de gemeente Druten

Treasurystatuut Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Treasurystatuut Samenwerkingsverband Driegang (SWV 28-16)

Overwegende, dat het gewenst is het treasurystatuut op onderdelen aan te passen

Treasurystatuut Qsurm units Oen Helder. BeDeodsdeel

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5

TREASURYSTATUUT. Colofon. Afdeling Financiën en Control datum 14 augustus versie 1.0

Treasurystatuut. Status: Besproken in MT d.d. 14 augustus 2017 Naar DB d.d. 2 oktober 2017 Naar GMR d.d. 9 november 2017 Vastgesteld d.d.

Te besluiten om het treasurystatuut 2010 vast te stellen

FINANCIERINGSSTATUUT GEMEENTE VOORST 2018

TREASURYSTATUUT. Colofon. Afdeling Financiën en Control datum 14 augustus versie 1.0

Treasurystatuut gemeente Boxtel 2014

3.4 Paragraaf Financiering

PROGRAMMABEGROTING

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Treasurystatuut. Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard

TREASURYSTATUUT GEMEENTE GRONINGEN Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 februari 2016;

Treasurystatuut Brandweer Brabant-Noord

Transcriptie:

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Regionale dienst openbare gezondheidszorg Hollands Midden. Nr. 57 23 januari 2017 Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden - Treasurystatuut 2014-2017 1. Doelstellingen, richtlijnen en limieten 1.1 Doelstellingen De doelstellingen van de treasuryfunctie zijn de volgende: 1. Het beheersen van financiële risico's zoals renterisico's, liquiditeitsrisico's en kredietrisico's; 2. Het continu verzorgen van voldoende liquiditeit voor de organisatie; 3. Het minimaliseren van de rentekosten binnen het vastgestelde risicoprofiel; 4. Het maximaliseren van de renteopbrengsten, binnen het vastgestelde risicoprofiel. 1.2 Richtlijnen en limieten 1.2. 1. Richtlijnen en limieten uitzettingen Voor de uitzetting van gelden zijn de volgende richtlijnen en limieten van toepassing: 1. Gelden worden uitsluitend uitgezet bij de volgende partijen, indien de verplichting tot 'Schatkistbankieren' is vervallen: - financiële instellingen die minimaal een double A-rating hebben, waarbij de volgende aanvullende voorwaarden gelden: - Er wordt maximaal 50 % van het totaal van de begrote gemeentelijke bijdragen voor het wettelijk basispakket in het eerste jaar van uitzetting uitgezet bij een instelling met een double A-rating en de looptijd hiervan mag niet langer dan 10 jaar bedragen; - Er wordt maximaal 100 % van het totaal van de begrote gemeentelijke bijdragen voor het wettelijk basispakket in het eerste jaar van uitzetting uitgezet bij een instelling met een triple A-rating en de looptijd hiervan mag niet langer dan 25 jaar bedragen; - Er mag op enig tijdstip niet meer dan 125 % van het totaal van de begrote gemeentelijke bijdragen voor het wettelijk basispakket in dat betreffende jaar zijn uitgezet bij financiële instellingen; - non-profit instellingen waarvan de leningen worden gegarandeerd door de overheid; - Nederlandse overheden. 2. Bij uitzettingen is minimaal de hoofdsom gegarandeerd. 3. Het kopen van aandelen, enkel voor beleggingsdoeleinden is uitgesloten, behalve en indien de verplichting tot 'Schatkistbankieren' is vervallen, voor zover deze gekocht worden in het kader van de uitoefening van de publieke taak. Aandelen zullen nooit worden gekocht zonder voorafgaand advies van het Algemeen Bestuur. 1.2.2. Richtlijnen en limieten financiering Voor het aantrekken van gelden zijn de volgende richtlijnen en limieten van toepassing: 1. Renterisico's op de netto vlottende schuld zijn begrensd tot de normen van de kasgeldlimiet van de Wet fido. 2. Renterisico's op de vaste schuld zijn begrensd tot de normen van de renterisiconorm van de Wet fido. 3. Zolang korte financiering goedkoper is dan lange financiering zal er zoveel mogelijk, binnen de kasgeldlimiet, kort worden gefinancierd. De door de Wet fido toegestane uitbreiding van de kasgeldlimiet voor speciale projecten zal indien nodig ten volle worden gebruikt. 4. De rentevisie van de RDOG Hollands Midden is met name gebaseerd op de visies van het Centraal Planbureau, de Nederlandse Bank en de Europese Centrale Bank. 5. Het aantrekken van langlopende geldleningen geschiedt door minimaal 2 offertes aan te vragen. Hiervan wordt een schriftelijke vastlegging gemaakt. 1.2.3. Richtlijnen voor het verstrekken van garanties Voor het verlenen van garantie aan een derde zijn de volgende richtlijnen van toepassing: 1. Het initiatief tot het verstrekken van garantie komt vanuit de functionele afdeling. 2. Het resultaat van een garantieverstrekking drukt niet op het resultaat van de treasuryfunctie. 3. Het verstrekken van garantie geschiedt altijd bij besluit van het Algemeen Bestuur. 2. Organisatie treasury De treasuryfunctie wordt uitgeoefend door de controller/ manager financiële en algemene zaken van de RDOG Hollands Midden (kortweg controller). De bevoegdheid tot het uitzetten en aantrekken van 1

gelden, conform de richtlijnen en limieten van paragraaf 1.2.1 en 1.2.2. van het treasurystatuut 2010-2013 RDOG HM berust bij de controller en de directie gezamenlijk. 3. Planning en control 1. Het proces van planning en control voor de treasuryfunctie volgt het normale proces van de budgetcyclus. 2. Teneinde de kosten van het geldbeheer te minimaliseren worden met behulp van een periodiek te actualiseren liquiditeitsplanning de geldstromen op elkaar afgestemd. Daarbij worden de geldstromen van de sector RAV afzonderlijk in ogenschouw genomen. 3. In de begroting wordt in de voorgeschreven financieringsparagraaf aandacht aan de treasury geschonken. 4. In het jaarverslag wordt in de voorgeschreven financieringsparagraaf aandacht aan de treasury geschonken. 4. Informatievoorziening Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor een goede interne en externe informatievoorziening met betrekking tot de treasuryfunctie. 5. Slotbepaling Dit treasurystatuut treedt in werking per 1 januari 2014 en kan worden aangehaald als "Treasurystatuut 2014-2017 RDOG HM". Aldus besloten in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de RDOG Hollands Midden op 26 juni 2013 te Alphen aan den Rijn De secretaris, J.M.M. de Gouw De voorzitter, M.J.C. Suijker 2

TOELICHTING TREASURYSTATUUT 2014-2017 RDOG Hollands Midden Begrippenkader Schatkistbankieren De wettelijke term voor schatkistbankieren is geïntegreerd middelenbeheer. Met ingang van 2014 moeten alle decentrale overheden in 2013 verplicht schatkistbankieren (zonder leenfaciliteit). Met schatkistbankieren worden de risico's van beleggen voor decentrale overheden tot nul gereduceerd. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden (deels) worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen. Financiële instellingen Kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen die officieel onder Nederlands toezicht of anderszins EU-toezicht vallen, zoals De Nederlandse Bank en de Verzekeringskamer. Financiering Het aantrekken van de benodigde financiële middelen voor de dekking van de vermogensbehoefte. Kasgeldlimiet Een bedrag ter grootte van het percentage van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar. Rating Beoordeling van de kredietwaardigheid. Renterisiconorm Een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van leningvoorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare constante rentevergoeding. Rentevisie Toekomstverwachtingen over de renteontwikkeling, uitgaande van een aantal rentebepalende factoren, op basis waarvan en financierings- en beleggingsbeleid wordt bepaald. Treasury Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. Uitzetting Het beheren van het eigen vermogen en andere financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Uitzettingen kunnen intern en extern plaatsvinden. Het uitzetten van financiële middelen voor een periode tot één jaar behoort tot het liquiditeitenbeheer. Vaste schuld Het gezamenlijke bedrag van: - de schuld uit hoofde van geldleningen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer; - de voor de termijn van één jaar of langer ontvangen waarborgsommen. Netto vlottende schuld Het gezamenlijke bedrag van: - de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan één jaar; - de schuld in rekening-courant; - de voor een termijn van korter dan één jaar ter bewaring in de kas gestorte gelden van derden; - overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de vaste schuld, zoals kasgeldleningen; verminderd met het gezamenlijke bedrag van: - de contante gelden in kas; - de tegoeden in rekening-courant; - de overige uitstaande vorderingen met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar. Gemiddelde netto vlottende schuld (per kwartaal) 3

Het gemiddelde van de netto vlottende schuld op de eerste dag van iedere maand in het desbetreffende kwartaal. I. Doelstellingen, richtlijnen en limieten 1.1. Doelstellingen Ad 2 / Ad 3 Bij onderdeel 2 en 3 van de doelstellingen staat aangegeven dat het minimaliseren van de rentekosten en het maximaliseren van de renteopbrengsten dient te geschieden binnen het vastgestelde risicoprofiel. Het vastgestelde risicoprofiel wordt bepaald door de richtlijnen en limieten die bij 1.2 staan aangegeven. Deze kaderen de risico's die worden gelopen bij het uitvoeren van de treasuryfunctie. 1.2. Richtlijnen en limieten 1.2.1. Richtlijnen en limieten uitzettingen Ad 1 Een tegenpartij dient minimaal een double A-rating (= zeer kredietwaardig) te hebben of een kredietwaardigheid te hebben die vergelijkbaar is met een A-rating, waarbij de rating bepaald moet zijn door een erkende ratingmaatschappij zoals bijv. Moody s en Standard & Poor's. De rating is conform de richtlijn van het ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland. De limieten zijn gesteld op een percentage van de begrote gemeentelijke bijdragen voor het wettelijk basispakket in het eerste jaar van uitzetting om te voorkomen dat de limieten regelmatig moeten worden bijgesteld. Daar het risico toeneemt naarmate de looptijd van een uitzetting langer is, zijn er aanvullende regels gesteld voor de kredietwaardigheid van de financiële instelling bij langere looptijden. Ter verdere beperking van het risico mag het totaal van de uitzettingen bij financiële instellingen op enig moment een bepaald percentage van de begrote gemeentelijke bijdragen voor het wettelijk basispakket in dat jaar niet overschrijden. Ad 4 In dit punt wordt aangegeven dat er slechts gebruik van derivaten zal worden gemaakt voor zover dit nodig is ter beperking van het renterisico voor de financiering van de sector RAV Hollands Midden. 1.2.2 Richtlijnen en limieten financiering Ad 1 Het uitgangspunt voor het instellen van een kasgeldlimiet is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten. De kasgeldlimiet geeft aan tot welk bedrag korte financiering mogelijk is. Onder korte financiering wordt in de Wet fido verstaan, leningen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kasgeldlimiet wordt bepaald als een percentage van het begrotingstotaal. Bij ministeriele regeling is dit percentage voor de RDOG Hollands Midden vastgesteld op 8,2% (op basis van de begroting 2014 gaat het om een bedrag van circa 5 miljoen). Concreet betekent dit dat de netto vlottende schuld per kwartaal de kasgeldlimiet niet overschrijdt. De RDOG Hollands Midden Houdt per kwartaal de stand ten opzichte van de kasgeldlimiet bij. Indien de RDOG HM voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet overschrijdt, stelt de RDOG HM de provincie daarvan op de hoogte en legt een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring voor. Zolang het plan niet is goedgekeurd dan wel blijkt dat het plan niet ten uitvoer wordt gebracht, kan de provincie een aanwijzing geven om alsnog een aangepast plan in te zenden en om maatregelen te treffen om te voldoen aan de kasgeldlimiet. De RDOG Hollands Midden moet dan voor het aangaan van nieuwe korte schulden toestemming van de provincie vragen. Ad 2 In de Wet fido worden normen gesteld voor het renterisico op de vaste schuld, waarbij onder vaste schuld leningen worden verstaan met een rentetypische looptijd van langer dan één jaar. Het doel hiervan is dat de leningenportefeuille zodanig is opgebouwd dat het renterisico, veroorzaakt door renteaanpassing en herfinanciering, beperkt wordt. Bij ministeriele regeling is de renterisiconorm voor het de RDOG Hollands Midden vastgesteld op 20 % van het begrotingstotaal (op basis van de begroting 2014 gaat het om een bedrag van circa 12 miljoen). De RDOG Hollands Midden rapporteert in het jaarverslag over de uitvoering van de renterisiconorm. De provincie gebruikt deze informatie voor het uitoefenen van toezicht. Ook hierbij geldt dat bij nalatigheid van de RDOG Hollands Midden de provincie kan besluiten tot preventief toezicht. Ad 5 4

In de financieringsparagraaf van de begroting moet een rentevisie opgenomen zijn. De rentevisie van de RDOG Hollands Midden is met name gebaseerd op de visies van het Centraal Planbureau, De Nederlandse Bank en de Europese Centrale Bank. 1.2.3. Richtlijnen voor het verstrekken van garanties Garanties zullen nooit primair vanuit de treasuryfunctie worden verstrekt. Het "resultaat" van een garantieverstrekking mag dan ook niet op het resultaat van de treasuryfunctie drukken. Op basis van de publieke taak kan het Algemeen Bestuur besluiten, over te gaan tot het verstrekken van garantie. Het verzoek om een garantie te verstrekken zal altijd vanuit de functionele afdeling moeten komen. Men kan hierbij twee redenen hebben om dit verzoek te doen: 1. Door middel van garantie een lagere rente bij de bank bedingen. In dit geval zullen door de RDOG Hollands Midden voorwaarden worden gesteld en zekerheden worden geëist (bijv. het recht van hypotheek). Indien deze voorwaarden en zekerheden strikt worden geformuleerd en gehandhaafd zal het risico voor de RDOG Hollands Midden beperkt zijn. 2. De instelling/organisatie die om garantie vraagt kan zonder garantie geen financiering van de bank krijgen. Het feit dat de bank niet zonder garantie wil financieren geeft al aan dit het een risico betreft. De voorwaarden die aan een garantieverstrekking zoals bedoeld onder punt 1 worden gesteld zijn hier niet haalbaar. Indien het Algemeen Bestuur toch een garantie wil verstrekken dient er vooraf een reële inschatting van het risico van verlies gemaakt te worden. Dit gekoppeld aan het bedrag waarvoor de garantie wordt verstrekt geeft in feite de "kosten" van de garantie aan. Het verlenen van garantie geschiedt altijd door een besluit van het Algemeen Bestuur. Bovenstaande gegevens dienen in dit voorstel te worden opgenomen om een zuivere afweging mogelijk te maken. 2. Organisatie treasury De uitvoering van de treasury wordt opgedragen aan de controller/ manager financiële en algemene zaken (kortweg controller). De controller en de directie zijn gezamenlijk bevoegd tot: - Het beleggen en uitlenen van overtollige liquide middelen, conform de richtlijnen en limieten van uitzettingen, zoals opgenomen in paragraaf 1.2.1 van het Treasurystatuut RDOG HM. De rentevoet ligt hoger dan de vergoeding over de in rekening-courant gestorte bedragen. Het uitlenen kan ook plaatsvinden in de vorm van daggeldleningen tegen de voorwaarden die algemeen ter beurze van toepassing zijn; - Het afsluiten van kas- en callgelden en andere kortlopende leningen, met een rentetypische looptijd tot één jaar, met een jaarlijks maximum gelijk aan de kasgeldlimiet, als ook het aangaan van rekeningcourantovereenkomsten met financiële instellingen, conform de richtlijnen en limieten, zoals opgenomen in paragraaf 1.2.2 van het Treasurystatuut RDOG HM; - Het aangaan van of vervroegd aflossen van langlopende geldleningen, met een rentetypische looptijd van één jaar of langer, tot maximaal 100 % van het totaal van de begrote gemeentelijke bijdragen, conform de richtlijnen en limieten, zoals opgenomen in paragraaf 1.2.2 van het Treasurystatuut RDOG HM. De controller is verplicht tot spoedige terugkoppeling achteraf aan het Dagelijks Bestuur ter zake van het afsluiten van kas- en callgelden en andere kortlopende leningen, alsmede ter zake van het aangaan of vervroegd aflossen van langlopende geldleningen. Daarnaast zal, ingeval van het aantrekken van langlopende geldleningen het Algemeen Bestuur achteraf worden geïnformeerd. 3. Planning en control Het proces van planning en control voor de treasuryfunctie volgt het normale proces van de budgetcyclus. Dit houdt in dat er sprake is van een meerjarenplan, een jaarplan en een jaarevaluatie. Deze plannen zijn inclusief een liquiditeitsplanning, gericht op het minimaliseren van de kosten van het geldbeheer. Daarbij worden de geldstromen van de sector RAV afzonderlijk in ogenschouw genomen, om deze geldstromen inzichtelijk te maken voor de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) of de rechtsopvolger(s) daarvan. Het meerjarenplan is gebaseerd op de netto investeringsbehoefte die mede bepaald wordt aan de hand van het investeringsplan, en de netto kapitaalbehoefte als gevolg van (vervroegde) aflossingen. Zowel in de begroting als in de jaarrekening wordt in de financieringsparagraaf aandacht geschonken aan de treasuryfunctie. Het treasurystatuut geeft de infrastructuur voor de treasuryfunctie. De uitvoering van het treasurybeleid vindt, indien van toepassing, zijn weerslag in de financieringsparagrafen van de begroting en de jaarrekening. In de begroting komen de concrete beleidsplannen aan de orde. In de jaarrekening gaat het om de realisatie van de plannen en om een verschillenanalyse tussen plannen en uitkomsten. Teneinde een goede vergelijking te kunnen maken tussen de begroting en het jaarverslag dient de opzet en de inhoud van de onderwerpen in beide paragrafen identiek te zijn. Indien van toepassing, worden de volgende onderwerpen ter zake van de treasuryfunctie in de financieringsparagraaf behandeld: - De algemene interne en externe ontwikkelingen die van invloed zijn (geweest) op de treasuryfunctie. 5

- De plannen c.q. realisatie van het beleid voor het risicobeheer, inclusief derivaten. - De plannen c.q. realisatie van het beleid voor de financiering. - Relevante ontwikkelingen in de treasuryorganisatie. Om de doelstellingen meer meetbaar te kunnen uitwerken, zullen, voor zover van toepassing in financieringsparagrafen van de begroting en jaarrekening kengetallen worden opgenomen. 4. Informatievoorziening De informatie met betrekking tot treasury die nodig is kan gesplitst worden in beleidsmatige, operationele en verantwoordingsinformatie. Daarnaast is er sprake van informatie die aan de toezichthouder (provincie) en het CBS moet worden verstrekt. In het kort kan de benodigde informatie als volgt worden samengevat: 4.1 Beleidsmatige informatie: De beleidsmatige informatie bestaat uit de beleidskaders zoals deze zijn vervat in het treasurystatuut en uit de concrete beleidsplannen en de uitvoering hiervan zoals aangegeven in de financieringsparagraaf van de begroting en de jaarrekening. 4.2 Operationele informatie: Operationele informatie is de informatie die nodig is ter ondersteuning van de uitvoering van de treasuryactiviteiten. Te denken valt hierbij aan liquiditeitsprognoses, overzichten van de financiële positie en verloop van de leningenportefeuille. 4.3 Verant w oordingsinformatie: De verantwoordingsinformatie is met name de informatie die aangeeft of de gestelde doelen gerealiseerd zijn en of de uitvoering van de treasuryfunctie heeft plaatsgevonden binnen de kaders van het treasurystatuut. Deze informatie zal met name tot uiting komen in de financieringsparagraaf van de jaarrekening. Daarnaast is middels de autorisatie (zie paragraaf 2) het een en ander geregeld ten aanzien van verantwoordingsinformatie aan het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur. 4.4 informatie ten behoeve van toezichthouder: De RDOG HM dient de volgende informatie te leveren aan de toezichthouder (provincie): 4.4.1 Toezichthouder (provincie) Jaarlijks tezamen met de jaarrekening een opgave van: - Het begrotingstotaal bij aanvang van het voorgaande jaar; - De kasgeldlimiet bij aanvang van het voorgaande jaar; - De gemiddelde netto vlottende schuld in elk van de kalenderkwartalen van het voorgaande jaar; - De stand van de vaste schuld bij aanvang van het voorgaande jaar; - De renterisiconorm bij aanvang van het voorgaande jaar; - Het renterisico op de vaste schuld over het voorgaande jaar. 6