BT-12. Uitvoering van interne audits. Ver BT-07 v0.2

Vergelijkbare documenten
BT-17. Incident- en crisismanagement: communicatie naar OVOCOM en de certificatieinstelling. Ver BT-07 v0.2

O V O C O M. Voorwaarden voor de aanwijzing van een certificatie-instelling BIJLAGE IX. Autocontrolegids Dierenvoeders

BC-05 Ver 0.4. Wegtransport van diervoeders of te verwerken nevenstromen : Aanvullende bepalingen. 1 BT-12 v0.12

BC-00. Inleiding. Ver BT-12 v0.12

Ontdek de Feed Chain Alliance Standaard

BC-05. Wegtransport van diervoeders of te verwerken nevenstromen : Aanvullende bepalingen. Ver BT-12 v0.12

Partie B. Deel B. BC-00 Inleiding

CC-02 Ver 0.2. Examenreglement

Technische specificatie 2018/1209/PCCB. Validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export voor bepaalde product-land combinaties

FAQ OCI. 4) Zijn er modelcertificaten ter beschikking voor de controleorganismen?

Certificatiemethode voor systemen

BT-08. Homogeniteit en versleping. Ver BT-07 v0.2

Behandeling van tekortkomingen na een BELAC accreditatie-audit

CERTIFICATIE IN DE SECTOR VAN HET HOUTEN VERPAKKINGSMATERIAAL VOOR INTERNATIONALE HANDEL FYTOSANITAIR BEHANDELD CONFORM ISPM 15

BC-01. Algemene bepalingen. Ver BT-12 v0.12

Technische specificatie 2013/643/PCCB. Non-conformiteiten tijdens audits

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Procedure

INTERNE AUDIT: ALGEMENE PRINCIPES VOOR DE ORGANISATIE EN DE UITVOERING

BC-02. Productie van diervoeders of te verwerken nevenstromen : Aanvullende bepalingen. Ver BT-12 v0.12

Bijlage. Validatie van het autocontrolesysteem

NV B Q A SA OFFERTEAANVRAAG. Bedrijfsnaam :.. Adres:..

Beoordelingsprogramma CCV-certificatieschema Installeren Brandmeldinstallaties

Eindverslag. Tel: 0495/ Fax: 016/ Directievertegenwoordiger De heer Van Rhee,

Beoordelingsprogramma REOB Onderhoudsbedrijf CCV-certificatieschema Onderhoud Blusmiddelen versie 4.0

Reglement met betrekking tot de validatie van autocontrolesystemen in de sector toelevering aan de landbouw en FCA

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Technische specificatie 2017/1116/PCCB. Kwalificatie auditoren

PROCEDURE EQUIVALENTIE VAN BEPAALDE AUDITREFERENTIELEN MET DE AUTOCONTROLEGIDSEN

BC-01. Algemene bepalingen. Ver BT-12 v0.12

ACTIVITEITEN VAN BELAC: BESCHRIJVING EN SELECTIECRITERIA

CC-01. Ver Certificatieregeling

Certificatiemethode voor systemen

BT-14. Negatieve lijst. Ver 0.4. BT-07 v0.2

Interne audits. Donald Van Hecke Kwaliteitscoördinator en hoofdmlt Pathologische Anatomie AZ St. Lucas - Brugge

Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen.

FAQ Audit. 7) In hoeverre mag op de checklistaudit de quotering 0 (= niet beoordeeld) gebruikt worden?

Toelichting a.d.h.v. de nieuwe Vlaamse criteriafiche: Hoe vertaal je duurzame aankopen van hout naar een bestek?

Advies,opleiding, training en research op vlak van sales, services en management.

T e c h n i s c h e s p e c i f i c a t i e / / P C C B

Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand

BC-07. Bevrachting via zeevaart van diervoeders en te verwerken nevenstromen. Ver BT-12 v0.12

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9

AC-05. Wegtransport van diervoeders. Ver BT-12 v0.12

CC-01 Ver Certificatieregeling

Omzendbrief met betrekking tot de validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export naar derde landen

A.Z. Sint Jan A.V. - apotheek. procedure. interne audit

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN

FAQ Bijdrages FAVV voor landbouwers

TUSSENHANDEL IN DIERVOEDERS (HYGIËNECODE/GMP + B 3.2)

Dit document is gebaseerd op het business plan van het Agentschap en de waarden opgenomen in de gidsen.

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Elke varkenshouder betaalt voor de Sectorgids G-037 een jaarlijkse vergoeding van 20 EUR per jaar aan Codiplan vzw.

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Procesmanagement Werken met procedures, processen,

Omzendbrief met betrekking tot de validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export naar derde landen

FAQ - Sectorgids voor wegtransport en opslag in de voedselketen

Copyright by Katoen Natie en by Dicky voor de illustraties. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van

Communicatie met filialen

Opleiding OCI. Vegaplan.be 1. Sectorgids Sierteelt inleiding. Inhoud. Inhoud. I. Wat is autocontrole? I. Wat is autocontrole? NEE

Normen voor foodservice hoofdkantoor Versie 1.0, d.d

FAQ FAVV - bijdragen voor landbouwers

Certificatiecriteria VCA*/**/petrochemie versie 2008/5.1

Overeenkomst tussen OVOCOM en een FCAgecertificeerd. diervoeders aan een Nederlandse melkveehouder

Bijlage afwijkingsberichten

Opschorting van de validatie van een autocontrolesysteem

2.7 Eisen aan de bedrijfsomgeving (IFS5 ; 4.6) 2.9 Beheersing van vreemde materialen (IFS5 ; 4.9) 2.11 Ontvangst van goederen en opslag (IFS5 ; 4.

Augustus Deze instructiebundel beschrijft de modaliteiten inzake pre-attestatie en precertificatie.

SCIOS certificatieregeling

PROCEDURE VOOR HET BEHEER VAN DE DOCUMENTEN VAN HET MANAGEMENTSYSTEEM VAN BELAC

Tel: 0495/ Fax: 016/

ERRATA VCA 2008/5.1 1 ERRATA VCA 2008/5.1

PROCEDURE VOOR HET TOEZICHT OP MILIEUVERIFICATEURS DIE IN BELGIE OPTREDEN EN GEACCREDITEERD ZIJN IN EEN ANDERE LIDSTAAT

Handboek VSR-Keurmerk

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie

Kennismaking met de inhoud van ISO 9001

GMP+ Feed Safety Assurance scheme. Dioxine-monitoring in leghennen(opfok)voeders

BC-06. Bevrachting via binnenvaart van diervoeders of te verwerken nevenstromen. Ver BT-12 v0.12

Communicatie met filialen

Kwaliteitsdocument. Vereniging System Integrators

Certificatiecriteria NEN-EN-ISO versie 9001:2008

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 600 GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN EEN ANDERE AUDITOR

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Procedure. Evaluatie sectorprocedure in het kader van e xport

Datum Oktober 2017 GASTEC QA ALGEMENE EISEN

Reglement met betrekking tot de validatie van autocontrolesystemen

Toelichting 03: Energiebeheermaatregelen

ACTIVITEITS- DOCUMENTATIE

Jaarverslag 2012 Interne audit

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens

4.2 Inzichten in de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden. 4.3 Het toepassingsgebied van het milieumanagementsystee m vaststellen

Beheer van niet-conformiteiten, preventieve acties en externe klachten. Inhoudstafel

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens

Auditrapportage Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven betreffende het certificatiejaar 2003

Omzendbrief betreffende het bezit van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen waarvan de verkoop of het gebruik verboden is

VEREISTEN VOOR EEN KWALITEITS-

FAQ - Gids autocontrole voor de sector van de biscuit-, chocolade-, praline- en suikergoedindustrie

Certificatie reglement VIN

LEIDRADEN VOOR DE OPVOLGING VAN TEKORTKOMINGEN EN HET OPSTELLEN VAN DE AUDITVERSLAGEN

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens

Transcriptie:

BT-12 Ver 0.5 Uitvoering van interne audits 1 BT-07 v0.2

HISTORIEK VAN HET DOCUMENT Versie en datum van goedkeuring Reden van revisie Draagwijdte van de revisie Uiterste datum van toepassing 0.0 03/07/2008 Start van de nieuwe GMP : nieuwe bepalingen Volledig document 01/01/2009 0.1 23/12/2010 0.2 19/12/2012 Planning van de interne audit : verduidelijking van de periode Frequentie en inhoud van de recalloefening: wijzigingen en precisering Bepaling van een tijdslimiet voor het beschikbaar stellen van de informatie gelinkt aan de recall van een product Punt 6 01/11/2009 Punt 9 Punt 9 1/03/2013 0.3 02/05/2013 Aanpassing van een verwijzing naar een bestaand document Punt 5 02/05/2013 0.4 22/10/2015 Naamsverandering Toevoeging bepaling op controle communicatie van incidenten en crisissen Hele document Punt 10 01/01/2016 0.5 21/10/2016 Nieuwe lay-out Volledig document 21/10/2016 2 BT12_v0.5

Inhoudstafel 1. INLEIDING... 4 2. TOEPASSINGSGEBIED... 4 3. KWALIFICATIE VAN DE INTERNE AUDITOR... 4 4. ONAFHANKELIJKHEID VAN DE INTERNE AUDITOR... 4 5. EVALUATIE VAN DE INTERNE AUDITOR... 5 6. PLANNING EN FREQUENTIE VAN DE INTERNE AUDIT... 5 7. VERLOOP VAN DE INTERNE AUDIT... 6 8. VERSLAG VAN DE INTERNE AUDIT... 7 9. SIMULATIE VAN EEN RECALL... 8 10. COMMUNICATIE VAN INCIDENTEN EN CRISISSEN... 8 3 BT12_v0.5

BT-12 : Uitvoering van interne audits 1. Inleiding Het punt 2.13 van het document AC-01: Algemene bepalingen stelt: - dat een interne audit jaarlijks moet worden gepland en uitgevoerd door een persoon die los staat van de gecontroleerde activiteit; - dat een verslag moet worden opgesteld en geregistreerd; en - dat er passende maatregelen moeten worden getroffen indien er tijdens de audit nonconformiteiten naar voren komen. Dit document vermeldt de wijze waarop een interne audit moet verlopen. 2. Toepassingsgebied De eisen opgenomen in dit document zijn eigen aan de Feed Chain Alliance Standaard en zijn van toepassing op alle FCA-gecertificeerde ondernemingen. 3. Kwalificatie van de interne auditor De interne auditor moet voldoende gekwalificeerd zijn. Dit betekent dat hij moet beschikken: - over een voldoende technische kennis van de in de onderneming uitgevoerde activiteiten; - over een actieve kennis van de eisen gelinkt aan de toepassing van de wetgeving en van de FCA Standaard; - over een praktische ervaring inzake audits. De auditorkwalificaties worden geregistreerd in het kwaliteitsysteem van de onderneming, vb. in een functiefiche. De onderneming bepaalt de kwalificaties van de interne auditor. 4. Onafhankelijkheid van de interne auditor De interne auditor moet los staan ten opzichte van de activiteit die hij moet controleren. Deze onafhankelijkheidsvereiste zorgt ervoor dat een zekere verblinding van de auditor wordt verhinderd. Immers, hoe kan een persoon voldoende afstand nemen om zijn eigen werk te evalueren terwijl hij dit werk het hele jaar uitvoert. Het volledige systeem moet niet noodzakelijk worden geauditeerd door één en dezelfde persoon. Een gedeelte van het systeem (vb. het gedeelte productie ) kan worden geauditeerd door een personeelslid dat over de vereiste competenties beschikt, maar die actief is in een andere dienst van de onderneming (vb. aankoopdienst). Het spreekt voor zich dat het onmogelijk is dat een kwaliteitsverantwoordelijke de kwaliteitsaspecten van het systeem dat in de onderneming in voege is, auditeert. 4 BT12_v0.5

Wie kan in de praktijk interne auditor zijn? Zoals hoger vermeld bestaat er geen typeprofiel voor een interne auditor. Het is vooral van belang dat deze persoon kan voldoen aan de criteria inzake kennis en onafhankelijkheid, zij kennen de FCA Standaard en de activiteit van de onderneming op voldoende wijze én zij staan los van de geauditeerde activiteit. Hieronder vindt u enkele voorbeelden waaruit de mogelijk grote verscheidenheid aan profielen van interne auditoren blijkt: - een personeelslid van een andere dienst (vb. aankoop); - een familielid (vb. echtgenoot); - een collega van een andere onderneming die ook FCA-gecertificeerd is; - een consultant; - etc. Interne auditor versus externe auditor Bepaalde externe auditoren die actief zijn bij certificatie-instellingen mogen hun diensten aanbieden en consultancy-opdrachten voor de onderneming uitvoeren. De deelnemer moet de certificerende instelling inlichten over het inschakelen van een consultant. Zo kan de certificatieinstelling met zekerheid nagaan welke externe auditor zij dienen te sturen om geen belangenconflict te creëren. Een inspectie of een audit uitgevoerd door een bevoegde autoriteit (vb. een inspecteur van het FAVV) kan niet worden gelijkgesteld met een interne audit uitgevoerd in het kader van de FCA Standaard. Enkel de aspecten met betrekking tot de naleving van de vigerende wetgeving worden immers in dit type audit behandeld. De resultaten daarentegen, de positieve zowel als de negatieve, van deze inspecties moeten worden geanalyseerd door de ondernemer die daarop gepast dient te reageren. De interne auditor dient de in dit geval genomen maatregelen te onderzoeken. 5. Evaluatie van de interne auditor Indien de interne auditor deel uitmaakt van het personeel van de onderneming, is het aanbevolen jaarlijks na te gaan of deze nog steeds voldoet (vb met betrekking tot de onafhankelijkheidseis). Indien de interne auditor geen deel uitmaakt van de onderneming moet hij worden geëvalueerd als een dienstverlener (punt 6. van het document BC-01: Algemene bepalingen ). Deze evaluatie vindt minimum eenmaal/jaar plaats. De evaluatie moet minimaal betrekking hebben op de relevantie van het uitgevoerde werk. Zo is een interne audit waaruit geen enkele non-conformiteit naar voren komt, terwijl de certificatie-instelling daarentegen problemen aan het licht brengt met het kwaliteitsysteem en de veiligheid van de diervoeders, niet relevant. In dit geval moet een passende opleiding of een vervanging van de interne auditor op de agenda staan. 6. Planning en frequentie van de interne audit 5 BT12_v0.5

Het tijdsbestek tussen de interne audit en de externe certificatieaudit (initiële audit, tussentijdse audit of hernieuwingsaudit) moet minstens 2 maanden bedragen (zie figuur 1). Figuur 1: planning van de interne audit moet minstens 2 maanden voor of na de externe certificatieaudit plaatsvinden. Zo heeft de onderneming de mogelijkheid het kwaliteitsysteem in zijn geheel te onderzoeken en de pistes tot verbetering te bepalen. De interne audit vormt ook een goede voorbereiding op de externe audit, die meestal in betere omstandigheden plaatsvindt. De vergelijking van de resultaten van de interne audit met deze van de externe audit levert tot slot waardevolle informatie op om de relevantie van het werk van de interne auditor te beoordelen (zie voorgaand punt). Indien het onmogelijk bleek de interne audit vóór de externe audit uit te voeren (vb. seizoensactiviteit die vertraging opliep omwille van klimatologische redenen, tijdelijke onbeschikbaarheid van personeel, omvang van de te auditeren activiteiten), zullen de redenen hiervoor moeten worden opgetekend door de onderneming en uitdrukkelijk worden vermeld tijdens de externe certificatieaudit. Het is tevens van belang dat alle vestigingseenheden die van één en hetzelfde centraal kwaliteitsysteem afhangen, op regelmatige basis worden geauditeerd. Het is aanbevolen elk jaar alle vestigingseenheden te auditeren. Indien dit echter onmogelijk blijkt, moet de volgende interne auditfrequentie als een minimum worden beschouwd voor een organisatie waarvan meerdere vestigingseenheden onder één en hetzelfde centraal kwaliteitsysteem werken: - Het minimumaantal sites dat jaarlijks intern moet worden geauditeerd (y) is de vierkantswortel van het aantal sites (x) y= x, afgerond naar de hogere eenheid. Bij wijze van voorbeeld: bij een onderneming die over 5 eenheden beschikt, moet de interne auditor elk jaar minimum 3 sites auditeren, met inbegrip van het hoofdkantoor. In functie van de complexiteit van de organisatie, van het multinationale karakter van de onderneming, van het risico gelinkt aan de activiteiten, de non-conformiteiten uit het verleden, etc., kan de steekproefomvang worden opgedreven. De te auditeren sites worden vrij bepaald door de interne auditor. Voor het jaarlijks bepalen van de te auditeren sites, kan er rekening gehouden worden met de sites die het voorbije jaar werden geauditeerd, waarbij het hoofdkantoor sowieso aan een jaarlijkse interne audit wordt onderworpen. 7. Verloop van de interne audit Zelfs al moet hij noties hebben van de manier waarop een audit moet plaatsvinden, de interne auditor moet niet noodzakelijk auditor van beroep zijn. 6 BT12_v0.5

De onderneming moet in een procedure de wijze vastleggen waarop de interne audits in de onderneming worden gepland en uitgevoerd. Met het doel de geschiktheid van het kwaliteitsysteem van de onderneming na te gaan in het licht van de vereisten van de FCA Standaard, kan de interne auditor zich baseren op diverse instrumenten, met name: - een checklist: betreft een vragenlijst die alle eisen van de FCA Standaard bevat die door de onderneming moeten worden toegepast; - de lijst met geregistreerde klachten van het voorbije jaar; - de lijst van verwittigingen, processen-verbaal, etc. opgemaakt door de bevoegde autoriteiten; - de analyseresultaten; - de voorgaande interne auditverslagen; - de voorgaande externe auditverslagen; - de plannen van aanpak van de non-conformiteiten en van de invoering van corrigerende handelingen; - etc. Indien hij opteert voor het gebruik van een checklist, moet deze klaar zijn vóór aanvang van de interne audit. Deze lijst wordt geleidelijk aan ingevuld naarmate de audit vordert. Het gebruik van een checklist wordt warm aanbevolen, aangezien men hiermee: - gestalte kan geven aan de interne audit met behulp van deze rode draad; - alle aspecten van de FCA Standaard kan aansnijden, zonder een of ander punt te vergeten; - de interne audit over te doen in de loop der jaren, ook als deze mettertijd door een andere interne auditor wordt uitgevoerd. De interne audit moet worden voorafgegaan door een inleiding waarin de interne auditor ten aanzien van het geauditeerde personeel kan verduidelijken binnen welke context de audit plaatsvindt. Indien mogelijk stelt de interne auditor vragen aan de aanwezige personeelsleden. De interne auditor moet de installaties (gebouwen), alsook het aanwezige materieel en de aanwezige uitrusting (vb. kipwagens of citernewagens, menger) bezoeken. Op het eind van de interne audit overhandigt de auditor zijn besluiten. Daarin staan de punten aangeduid die het voorwerp uitmaken van een non-conformiteit en die moeten worden verbeterd. Met het oog op het aantonen van vorderingen kan de interne auditor hierin tevens de positieve punten vermelden die hij heeft opgemerkt. Hij kan eventueel ook pistes aanreiken ter verbetering en voorstellen formuleren voor het oplossen van de eventuele non-conformiteiten. 8. Verslag van de interne audit Er moet door de interne auditor een verslag worden opgemaakt. Dit verslag moet minimum bevatten: - de auditdatum; - de naam van de interne auditor (of van de leden van de auditploeg); - de geauditeerde personen; - de bezochte sites (indien de onderneming over meer dan één vestigingseenheid beschikt); - de identificatie van de onderzochte gebouwen en/of voertuigen; - de verwijzingen naar de geauditeerde norm (vb. BT-02: Inkoop: Algemene bepalingen ); - de verwijzingen naar de geauditeerde documenten (vb. interne referentie van de documenten van het kwaliteitsysteem); - de genoteerde non-conformiteiten en de punten die kunnen worden verbeterd; 7 BT12_v0.5

- de auditbesluiten. De auditor ondertekent zijn conclusies. Hij kan eventueel aanbevelingen toevoegen. 9. Simulatie van een recall Zoals vermeld onder punt 3.11 in AC-01 dient iedere operator jaarlijks de recall- of terugroepprocedure na te gaan. Deze verificatie (vb. nagaan of de gegevens van de verantwoordelijken nog correct zijn of dat het nieuwe personeel op de hoogte is van de procedure) dient wel steeds geregistreerd te worden. Minstens iedere 3 jaar, of na iedere wijziging van verantwoordelijkheden of registratieprocedure of productie, moet de ondernemer een recall-oefening inlassen. Deze recall-oefening dient steeds geregistreerd te worden. Deze simulatie kan uitgevoerd worden op het moment van een interne audit. De conclusies die uit dergelijke oefening getrokken worden, moeten opgetekend worden en, indien noodzakelijk, moeten ook verbeteringen aan het systeem worden voorgesteld van zodra ergens lacunes worden vastgesteld. Bij dienstverleners: In het geval dat de recall-simulatie niet op een product kan uitgevoerd worden (vb. in het geval van een transport) zal de oefening zich toespitsen op de traceerbaarheid van de activiteit en de communicatie met de (potentieel) betrokken personen (zoals de autoriteiten, klanten, opdrachtgevers, onderaannemers, enz.). Beschikbaarheid van informatie Informatie voor een recall moet binnen een redelijke termijn (streefdoel: 4 uur) beschikbaar zijn. Deze informatie bevat minstens volgende gegevens: - de rechtreeks betrokken lot(en) (identificatie, productiedatum); - samenstelling van het lot (of de loten); - de lijst met de getroffen klanten (naam, adres, beslagnummer indien relevant); - de vermoedelijke oorzaak van het gevaar dat de recall verantwoordt. Deze informatie moet ter beschikking gesteld worden van de verantwoordelijke autoriteiten binnen eenzelfde tijdsinterval. 10. Communicatie van incidenten en crisissen De toepassing van de vereisten opgenomen in het document BT-17: Incident- en crisismanagement: communicatie naar OVOCOM en de certificatie-instelling dient jaarlijks gecontroleerd te worden, bv. gedurende de interne audit, de traceerbaarheidsoefening of de recall-simulatie. Deze verificatie (vb. nagaan of de gegevens m.b.t. de minimale informatie die aan OVOCOM te melden zijn voor incidenten nog correct zijn of dat het nieuwe personeel op de hoogte is van de procedure) dient steeds geregistreerd te worden. 8 BT12_v0.5