Tekst 1 Genoeg meningen

Vergelijkbare documenten
Examen VWO. Nederlands

Eindexamen Nederlands vwo 2006-II

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 20 juni uur

De kort-gebroekte denker

Examen HAVO. Nederlands

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 21 juni uur

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren

Eindexamen Nederlands vwo II

Eindexamen maatschappijleer vwo I

Cynisme over de politiek

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl)

Eindexamen filosofie vwo I

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Cynisme over de politiek

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 21 juni uur

Eindexamen Nederlands havo II

Eindexamen Nederlands vwo I

Eindexamen maatschappijleer vwo 2008-I

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen filosofie vwo I

4. Controleer na het lezen van de tekst jullie voorspelling. Klopte de voorspelling met de inhoud van de tekst?

Eindexamen maatschappijleer havo 2007-I

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

Correctievoorschrift VWO

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

Eindexamen vwo Nederlands II

HAVO 1995 Nederlands tijdvak 1

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Correctievoorschrift VMBO-KB

Examenopgaven VMBO-GL en TL

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Examen HAVO. Nederlands

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Correctievoorschrift VWO

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Correctievoorschrift HAVO en VHBO. Nederlands tekstverklaring

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.

Inhoud. 1. Introductie Nederlands... 3

Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3

Nederlands HAVO. Maandag 15 mei uur. vragen

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

Correctievoorschrift VMBO-BB 2006

Eindexamen Nederlands havo II

Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3.

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Nederlands havo 2017-I

Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

Nederlands vwo 2016-II

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

Samenvatting Nederlands Domein A: leesvaardigheid en domein D: argumentatieve vaardigheden

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Correctievoorschrift VWO 2017

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands, leesvaardigheid

Correctievoorschrift VMBO-KB

Eindexamen filosofie vwo I

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

HAVO / Nederlands / 2010 / tijdvak 1

Examen HAVO. Nederlands

Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO 2015

Examenopgaven VBO-MAVO-C 2004

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen

Samenvatting Nederlands Module 2

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2004

From the Press to Politics and Back. When do Media set the Political Agenda and when do Parties set the Media Agenda? D.J.

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 24 mei uur

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven

Correctievoorschrift VWO

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Nederlands vwo 2018-II

Eindexamen filosofie havo I

Correctievoorschrift examen VMBO-KB 2003

Examen VBO-MAVO-D. Nederlands leesvaardigheid

Voor de Raad van State als adviseur en bestuursrechter is het van. belang zicht te hebben op wat er leeft in de werelden van recht,

Transcriptie:

Tekst 1 Genoeg meningen 1 De meningsvorming in Nederland is de afgelopen jaren zo hevig en heftig van aard, dat de feiten, analyses en achtergronden erbij inschieten. Over van alles en nog wat moet 5 een mening worden geformuleerd en een gebeurtenis is pas een echte gebeurtenis als er in een talkshow een twistgesprek over wordt gevoerd. De meningenstrijd kent zijn eigen dynamiek: de meningen roepen tegenmeningen op en voordat je het weet, vergeten 10 de debaters alles om zich heen en gaat het debat over de debaters, en niet over de zaak zelf. 2 Nu kun je aanvoeren dat deze vloed van 15 meningen veroorzaakt en ook gerechtvaardigd wordt door de turbulente tijden die we doormaken. Die roepen nu eenmaal om meningsvorming en standpuntbepaling. Du choc des opinions jaillit la vérité. Het is een mooi 20 spreekwoord, en misschien zijn er wel mensen die inderdaad geloven dat uit de botsing der meningen vanzelf een oplossing voortkomt, bijvoorbeeld op grond van een halfbegrepen idee over de onbereikbaarheid van 25 objectiviteit, of met de vage notie in het achterhoofd dat de feitelijke werkelijkheid alleen maar bestaat dankzij de opvattingen die de mensen erover hebben. Fenomenologie van lik-m n-vestje en voor het maatschappelijk debat geen bruikbaar uitgangspunt. 30 3 Wie de opiniepagina s leest, de talkshows volgt en naar de praatradio luistert, komt al snel tot een andere conclusie: al die standpunten, al die mensen die door elkaar heen 35 praten het levert vaak geen inzicht, maar eerder verwarring op. Het maatschappelijk debat maakt geen vorderingen, maar fragmenteert, polariseert en tot een conclusie komt het al helemaal niet. 4 40 Hoe komt dat? Waardoor zijn er zoveel meningen en is er zo weinig resultaat? Het lijkt me dat dit allereerst komt door de individualisering van de meningsvorming. Nu kerken, politieke partijen en andere maatschappelijke organisaties er steeds minder 45 in 50 55 slagen hun kijk op de wereld ingang te doen vinden, doen de burgers het zonder de samenhangende wereldbeschouwing die bij zo n overtuiging hoort. Ze willen het graag zelf uitzoeken. Ze vallen niet terug op de be- proefde denkschema s van de verzuiling, maar gaan af op hun eigen gevoelens en sympathieën. Omdat die gevoelens en voorkeuren minder georganiseerd zijn dan vroeger en niet, zoals voorheen, in een helder systeem ondergebracht, is de meningsvorming nu persoonlijker, emotioneler en valt die veelal samen met de eigen belevingswereld. 5 Natuurlijk zijn er bakens in deze zee van 60 meningen: een leger van freelance opiniemakers, columnisten en talkshowgasten biedt in de media zijn kijk op de werkelijkheid aan. Maar ook zij opereren op persoonlijke titel. Uit hun optreden blijkt dat een mening vooral 65 een strikt individuele aangelegenheid is, een persoonlijke kwestie. Een vorm van zelfexpressie dus, het liefst origineel verwoord. Meningen veroorzaken tegenmeningen en een opiniemaker die zich van harte aansluit bij 70 een vorige spreker, is een zeer zeldzame verschijning. Wie veel columns leest, kent dat verschijnsel. De meeste columnisten zijn vooral met elkaar in debat en vormen zo een constellatie, die de socioloog Bram Kempers 75 eens een polemisch verbond heeft genoemd: een groep van tegenstrevers die op elkaar is aangewezen om het vak te kunnen uitoefenen. 6 De individualisering van de meningsvorming wordt nog eens versterkt, doordat 80 die meningen doorgaans over personen gaan. Structuren en onderliggende maatschappelijke ontwikkelingen zijn veel minder toegankelijk en krijgen daardoor minder aandacht. In plaats daarvan wordt er naar hartelust 85 gepsychologiseerd, gaan oprispingen de plaats van argumenten innemen en worden politici niet op hun denkbeelden, maar op hun performance afgerekend. De individualisering van de meningsvorming leidt dus tot een persoonlijk en smal maatschappelijk debat. Dat 90 de debaters zich niet meer laten leiden door een ideologie is een winstpunt, maar er zou pas echt vooruitgang zijn geboekt als zij vervolgens hadden gekozen voor een sociologische in plaats van een psychologische 95 invalshoek. Voor een maatschappelijk debat vormen de eigen beleving en het persoonlijke gevoel een uitgangspunt van beperkte waarde. Als die vervolgens ook nog eens verabsoluteerd worden, zijn de gevolgen desastreus. 100 7 Ook de democratisering van de meningsvorming vormt een oorzaak van de overvloed aan meningen. Het gaat hier om de emancipatie van het volksgevoel. Je hoeft geen professor meer te zijn om een mening te hebben en 105 een mening gebaseerd op wetenschappelijke waarneming is nu evenveel waard als een mening die op een verzameling indrukken berust. Op internet, bijvoorbeeld, heeft 110 iedereen een potentieel miljoenenpubliek, en dat blijkt een krachtige stimulans voor het ventileren van opvattingen over de meest uiteenlopende kwesties. 8 De democratisering van de meningsvorming keert zich in zekere zin op een 115 belangrijk punt tegen zichzelf: omdat het 600063-2-01t 2 Lees verder

politici liegen. De cynici vergeten echter dat ze zo ook de woorden van de oppositie afserveren als mooipraterij die slechts machtshonger maskeert. Cynisme slaat dus de grond onder kritiek weg. 10 De cynische blik op de wereld is populair geworden door een ongezonde wisselwerking tussen media en politiek. Onlangs hield de voorzitter van de BBC, Grade, een fel betoog tegen het oprukkend cynisme in de politieke verslaggeving. De houding van sommige journalisten lijkt te zijn: politici liegen altijd. Grade maakt een onderscheid tussen scepsis en cynisme. Het eerste is wantrouwen dat voortkomt uit een liefde voor de waarheid. Het tweede is een zelfingenomen wantrouwen, waarbij de journalist veronderstelt dat hij de waarheid toch al kent. Cynisme kan het denken uitschakelen en de waarheid blokkeren. Deze cynische antihouding valt in goede aarde bij veel krantenlezers, want mensen willen niet worden verrast, maar worden bevestigd in hun mening: Zie je wel. Het zijn allemaal leugenaars. 11 Kort-gebroekte denkers keren zich tegen deze kortzichtigheid. Zij willen politici niet over één kam scheren, ze proberen juist het kleine verschil te zien. Waarom is het ene alternatief net iets wenselijker, of net iets minder onwenselijk dan het andere? De cynicus daarentegen kan relevante verschillen niet benoemen, die denkt uitsluitend in schema s. Wie in systemen denkt, of categorieën, is vatbaar voor wreedheid, is geneigd over details heen te stappen. En al snel zal blijken dat de individuele mens zo n detail is. 12 Kort-gebroekte denkers proberen juist betekenisvolle details te ontwaren. Kortgebroekt denken is echter niet het tegendeel van cynisme. Dat zou het pas zijn als het geloof in de slechtheid van de wereld werd ingeruild voor het geloof in de goedheid van de mensheid. Hoe radicaal het onderscheid ook mag lijken, voor mij is de manier van denken hetzelfde. Een manier van denken zonder oog voor detail. Daarom vind ik die definitie van optimisten en pessimisten ook zo mooi: Optimisten geloven dat dit de beste van alle werelden is en pessimisten vrezen dat dat waar is. Ik wil juist af van de vooringenomenheid van zowel pessimisten als optimisten. Je kunt namelijk de wereld niet met één leus afdoende karakteriseren, het wezenlijke van het bestaan is niet onder één noemer te brengen. En juist omdat er geen essentie van de wereld is, komt het erop aan om goed te kijken en precies te oordelen. 13 Om dat kleine verschil, het detail, te zien, is onbevangenheid onontbeerlijk. En naar die onbevangen blik streeft de kort-gebroekte denker. Hij, of zij natuurlijk, wil zich graag door de werkelijkheid laten verrassen. Hij wil niet worden bevestigd in zijn mening, maar probeert open te staan voor het tegendeel. Hij onderzoekt dan ook wat niet strookt met de eigen vooronderstellingen. 14 Als voorbeeld neem ik een verklaring van de Amerikaanse regering, niet al te lang na de Amerikaanse verovering van Irak. Daarin was te lezen dat een inval in buurland Iran om daar een kernwapenprogramma te verhinderen nu niet op de agenda stond van het Witte Huis. Een cynicus zou zeggen: ik weet genoeg, dat gaat weer mis, de Amerikaanse machtshonger slaat weer toe. Kort-gebroekte denkers weten daarentegen nooit genoeg. 15 Nu is beter oordelen niet alleen een kwestie van meer weten. Te vaak weten mensen al wat ze vinden en moeten ze er alleen nog even de argumenten bij zoeken. Het gaat ook om een kritische houding ten aanzien van de feiten. Daarvoor is zelfreflectie onontbeerlijk, als tegenwicht tegen sentimenten die je oordeel kleuren. Volgens filosoof Blackburn worden veel argumentaties overtuigend gevonden, omdat ze appelleren aan diepe emoties die we hebben. Schuldgevoel is zo n emotie. Haat of anti-amerikanisme ook. 16 De beste manier om die verleiding te weerstaan is zoeken naar argumenten die de eigen intuïtie weerspreken. De angst voor manipulatie moet niet omslaan in onwil om te luisteren naar wat een tegenstander zegt. Toegepast op bovenstaand voorbeeld: welke aanwijzingen zijn er precies voor dat de Amerikaanse regering iets achterhoudt? Welke argumenten hebben wij om wel of niet aan te nemen dat haar zorg om het Iraanse kernwapenprogramma terecht is? 17 De kunst van het politieke oordeel schuilt niet in slogans (geen enkele politicus deugt), maar in het ontwaren van het kleine verschil. Of om het anders te zeggen en de brievenschrijver met zijn voorkeur voor grote woorden enigszins tegemoet te komen: de duivel schuilt in de details. Einde naar: Pieter Hilhorst uit: de Volkskrant, 19 februari 2005 De teksten die voor dit examen gebruikt zijn, zijn bewerkt om ze geschikt te maken voor het examen. Dit is gebeurd met respect voor de opvattingen van de auteur(s). Wie kennis wil nemen van de oorspronkelijke tekst(en), raadplege de vermelde bronnen. De Cevo is verantwoordelijk voor vorm en inhoud van dit examen. 600063-2-01t 5 Lees verder

Tekst 1 Genoeg meningen 1p 1 1p 2 4p 3 3p 4 In de tekst Genoeg meningen kan men onderscheid maken tussen drie delen. 1 In het eerste gedeelte wordt het centrale probleem van de tekst aan de orde gesteld. 2 In het tweede gedeelte wordt een verklarende analyse gegeven van het probleem. 3 In het derde gedeelte wordt een mogelijke oplossing geformuleerd. Bij welke alinea begint het tweede gedeelte van de tekst? Bij welke alinea begint het derde gedeelte van de tekst? Waardoor zijn er zoveel meningen en is er zo weinig resultaat? (regels 40-41) In de tekst worden daar drie hoofdoorzaken voor genoemd. Welke drie hoofdoorzaken zijn dat? Gebruik voor je totale antwoord niet meer dan 20 woorden. In alinea 2 en 3 staan twee opvattingen tegenover elkaar. Welke twee opvattingen zijn dat? Gebruik maximaal 35 woorden. In alinea 3 staat Het maatschappelijk debat maakt geen vorderingen, maar fragmenteert, polariseert en tot een conclusie komt het al helemaal niet. (regels 36-39) 1p 5 Welke van de onderstaande uitspraken geeft het beste weer wat er blijkens alinea 4 en 5 onder fragmenteren en polariseren verstaan moet worden? A Onder fragmenteren wordt verstaan dat men afgaat op eigen gedachten en gevoelens zonder ideologische samenhang; onder polariseren wordt verstaan dat men vooral het debat opzoekt. B Onder fragmenteren wordt verstaan dat men afgaat op eigen gevoelens en ideeën; onder polariseren wordt verstaan dat men zijn mening zo origineel mogelijk verwoordt als vorm van zelfexpressie. C Onder fragmenteren wordt verstaan dat men niet afgaat op ideeën vanuit diverse maatschappelijke organisaties; onder polariseren wordt verstaan dat columnisten een polemisch verbond vormen. D Onder fragmenteren wordt verstaan dat men uiteenlopende ideeën baseert op de eigen omgeving; onder polariseren wordt verstaan dat men voornamelijk afwijkende ideeën naar voren brengt. Uit hun optreden blijkt dat een mening vooral een strikt individuele aangelegenheid is, een persoonlijke kwestie. (regels 64-66) Uit alinea 6 kan afgeleid worden waarom deze wijze van meningsvorming te bekritiseren is. 1p 6 Welke van onderstaande uitspraken geeft het beste weer wat het hoofdpunt van kritiek is? A Deze meningen hebben te veel betrekking op personen en te weinig op achtergronden. B Deze meningen zijn niet op argumenten gebaseerd, maar richten zich op performance. C Eigen gevoelens vormen een te smalle basis voor een diepgaand maatschappelijk debat. D Eigen gevoelens worden als algemeen geldend gepresenteerd, terwijl ze dat niet zijn. Ze vallen niet terug op de beproefde denkschema s van de verzuiling.... (regels 50-51) Op deze verandering in de meningsvorming wordt in alinea 6 teruggekomen. 1p 7 Hoe wordt deze verandering in alinea 6 beoordeeld? A Als negatief, want volgens de tekst had er een sociologische redeneertrant in de plaats moeten komen van een psychologische. B Als negatief, want voor deze denkschema s zijn slechts emotionele oordelen over diverse personen in de plaats gekomen. C Een beoordeling ontbreekt, want er wordt slechts geconstateerd dat deze verandering vooral personen betreft. D Zowel als positief als negatief, want het wegvallen van de verzuiling wordt enerzijds positief beoordeeld, maar anderzijds wordt de meningsvorming als tekortschietend beoordeeld. 600063-2-01o 2 Lees verder

1p 8 Wat wordt bedoeld met de formulering dat de uiting van al die particuliere meningen toch een democratisch belang kan dienen (regels 129-131)? A Op deze wijze blijven populistische politici er goed van op de hoogte welke meningen en opvattingen er onder de mensen in het land leven. B Op deze wijze is het mogelijk mensen met uiteenlopende meningen en opvattingen te verenigen en te verbinden aan een politieke beweging. C Op deze wijze krijgen de mensen die zich door het politieke bestel, al dan niet terecht, genegeerd voelen, de kans hun stem te laten horen. D Op deze wijze lukt het de gevestigde politieke partijen niet langer afwijkende meningen en opvattingen buiten het heersende bestel te houden. 3p 9 Uit alinea 11 en 12 valt af te leiden, dat de media de verschuiving van analyses en beschouwingen naar meningen en opinies op twee manieren versterken. Welke twee manieren zijn dat? Gebruik maximaal 20 woorden. 1p 10 Wat wordt er, blijkens de inhoud van alinea 8, bedoeld met de zinsnede De democratisering van de meningsvorming keert zich in zekere zin op een belangrijk punt tegen zichzelf (regels 114-116)? Het uiten van diverse meningen leidt juist niet tot A de door velen gewenste maatschappelijke veranderingen. B de politieke beweging met een breed gedragen ideologie. C een hechtere samenleving gebaseerd op één wereldbeeld. D visies die ook andere zaken dan de persoonlijke betreffen. 1p 11 Wat is de kern van het bezwaar dat in alinea 9 tegen de democratisering van de meningsvorming naar voren wordt gebracht? A Er zullen steeds meer politici dankzij de macht van het getal aan de macht komen. B Het volksgevoel zal steeds meer in de plaats komen van de mening van deskundigen. C Mensen met afwijkende meningen zullen steeds meer de politiek gaan overheersen. D Persoonlijke onlustgevoelens zullen tot collectief gedachtegoed worden omgesmeed. 2p 12 De maatschappelijke gevolgen van de ontzuiling zijn op twee plaatsen in de tekst nadrukkelijk aan de orde. In alinea 4 betreft het de individuele burgers, in alinea 10 betreft het de media. Wat is de overeenkomst tussen beide? Gebruik maximaal 20 woorden. In alinea 9 worden bepaalde politici in een negatief daglicht gesteld. 2p 13 Citeer in dit verband twee formuleringen met een bijzondere, negatieve gevoelswaarde. In alinea 12 wordt gesteld dat de media in het postideologische tijdperk kleurloos dreigen te worden. (zie regels 185-186) 1p 14 Wat wordt daarmee bedoeld? In het postideologische tijdperk dreigt het gevaar dat de media A geen eigen maatschappelijke opvatting of maatschappelijke visie meer zullen uitdragen. B hun opvattingen en visies op een eentonige wijze vorm geven. C hun opvattingen en visies op een nietszeggende wijze vorm geven. D zich in hun opvattingen en visies nauwelijks meer van elkaar onderscheiden. 1p 15 2p 16 Meningen zijn de plaats van de feiten gaan innemen. (regels 207-208) Welke vraag uit alinea 14 geeft aan hoe de feiten weer de plaats van meningen zouden kunnen gaan innemen? Teksten kunnen worden onderverdeeld in uiteenzettingen, betogen en beschouwingen. Tot welke tekstsoort vooral moet de tekst Genoeg meningen gerekend worden? Geef op basis van de inhoud van de tekst een argument bij je keuze. 600063-2-01o 3 Lees verder

1p 17 Welke van onderstaande zinnen A tot en met D geeft het beste de hoofdgedachte van de tekst Genoeg meningen weer? A De individualisering en de democratisering van de meningsvorming zijn te ver doorgeschoten en werken polariserend. B De intensivering van de meningsvorming leidt zelden tot politiek evenwicht, maar gaat wel gepaard met veel bezienswaardige levendigheid. C De rol van de media in het maatschappelijk debat is, gelet op de aanjagende werking, buitengewoon bedenkelijk. D Het wantrouwen waarmee journalisten gezagsdragers tegemoet treden, leidt tot onnodige verscherping van standpunten. 1p 18 Welke van de onderstaande zinnen A tot en met D geeft het beste de aanbeveling van de tekst Genoeg meningen weer? A Benader in de media de gezagsdragers op een meer open en onbevangen wijze. B Bewerkstellig in het onderwijs meer aandacht voor een meer klassieke vorm van journalistiek. C Laat de media zich meer richten op feiten, analyses en achtergronden. D Laat in de media voldoende ruimte over voor het uiten van standpunten en opvattingen. fragment 1 De journalistiek zal nooit meer hetzelfde zijn Het feit dat de journalist niemand verantwoording verschuldigd is, was lange tijd de achilleshiel van onze democratie. Voor elke macht behoort er een tegenmacht te zijn. Maar wie moest de journalisten in de gaten houden? Wie moest tegenover de journalistiek een tegenmacht vormen? In elk geval niet de politici, want die zouden daar alleen maar misbruik van maken. Zo bleef de journalistieke macht lange tijd zonder tegenmacht en waakhond. Dat is nu verleden tijd. De journalisten hebben hun waakhonden gekregen: de bloggers. Dit zijn mensen die op internet een logboek ('weblog' of 'blog') bijhouden met hun persoonlijke opmerkingen, waar iedereen kennis van kan nemen. Vaak leveren ze commentaar op de onmiddellijke actualiteit. In Amerika zijn er honderdduizenden blogs, en ook in Nederland en Vlaanderen groeit het aantal dagelijks. Er zit uiteraard heel wat kaf tussen het koren, maar onder de talrijke bloggers zitten ook lieden die veel meer weten over zaken waarover journalisten schrijven dan deze journalisten zelf. Deze deskundigen dwingen de pers om zo waarheidsgetrouw mogelijk te zijn en om hun berichtgeving zonodig te corrigeren. Niets kan nog vrijblijvend worden beweerd. Deze nieuwe realiteit werd de afgelopen weken in de Verenigde Staten duidelijk naar aanleiding van Rathergate, een zaak die een cesuur zal blijken te zijn in de geschiedenis van de media. Centraal staat de invloedrijke journalist Dan Rather. Deze presenteerde op 8 september documenten die hem door ''een zeer betrouwbare bron'' waren toegespeeld. Uit die documenten bleek dat president George W. Bush zich begin jaren '70 tijdens zijn dienstplicht in de Nationale Garde aan zijn verplichtingen had onttrokken. Bovendien zou hij daarbij van hogerhand zijn beschermd. De papieren waarmee Rather zwaaide, waren, zo hield hij de kijkers voor, officiële documenten uit die periode. Andere media namen dit nieuws over. Maar al een paar uur later schreven bloggers op internet dat dit niet waar kón zijn. Mensen die alles wisten van typemachines in de jaren '70, constateerden dat het lettertype op de papieren die Rather toonde, dertig jaar geleden niet bestond op typemachines. Ook werden er in de documenten superscripts (boven de regel geplaatste tekens) gebruikt die in de vroege jaren '70 in die vorm evenmin voorkwamen. naar: Paul Belien, uit: NRC Handelsblad van 7 oktober 2004 Net als in tekst 1 wordt ook in het fragment de democratisering van de meningsvorming aan de orde gesteld. 1p 19 Ondersteunt het tekstfragment de opvatting die in tekst 1 onder woorden wordt gebracht ten aanzien van deze democratisering van de meningsvorming? A Ja, want ook uit het fragment blijkt dat de meningsvorming leidt tot polarisatie. B Ja, want ook uit het fragment blijkt dat de meningsvorming te ver is doorgeschoten. C Nee, want uit het fragment blijkt dat de meningsvorming een controlerende functie kan hebben. D Nee, want uit het fragment blijkt dat de meningsvorming leidt tot vertekening van de werkelijkheid. 600063-2-01o 4 Lees verder

4 Beoordelingsmodel Antwoorden Deelscores Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Tekst 1 Genoeg meningen 1 alinea 4 2 alinea 14 Maximumscore 4 3 De kern van een goed antwoord is (drie van de volgende): de individualisering van de meningsvorming de democratisering van de meningsvorming de (aanjagende) rol van de media de intensivering van de meningsvorming per juiste hoofdoorzaak 1 een volledig goed antwoord, in totaal niet langer dan 20 woorden 1 Maximumscore 3 4 De kern van een goed antwoord is: De opvatting dat het uiten van zoveel mogelijk meningen tot een oplossing leidt / dat uit de botsing der meningen vanzelf een oplossing naar voren komt 1 De mening dat het uiten van al deze meningen alleen maar tot verwarring leidt (en niet tot een conclusie) 1 een volledig goed antwoord, niet langer dan 35 woorden 1 5 A 6 C 7 D 8 C Maximumscore 3 9 De kern van een goed antwoord is: door het (georganiseerde) wantrouwen in het gezag 1 door buitenstaanders gelegenheid te geven hun persoonlijke mening te geven 1 een volledig goed antwoord, in totaal niet langer dan 20 woorden 1 10 A 11 D 600063-2-01c 4 Lees verder

Antwoorden Deelscores Maximumscore 2 12 De kern van een goed antwoord is: Bij het vormen van een mening / Bij het interpreteren/volgen van feiten en gebeurtenissen ontbreken/ontbreekt vaste schema s / een houvast / een systematiek / een samenhangend wereldbeeld 1 een volledig goed antwoord, niet langer dan 20 woorden 1 Maximumscore 2 13 Voorbeelden van een juist citaat zijn (twee van de volgende): politieke entrepreneurs (regel 141) opkopers (van loslopende meningen) (regel 142) populisten (regel 147) per juist citaat 1 14 A 15 En zou er af en toe een journalist mogen uitzoeken hoe het werkelijk zit? (regels 220-222) Maximumscore 2 16 Voorbeelden van een goed antwoord zijn (één van de volgende): Een betoog: want de schrijver beargumenteert dat de vloed aan meningen niet bijdraagt aan oplossingen. Een beschouwing: want de schrijver laat ons nadenken over het geringe resultaat van al die meningsvorming. Een combinatie van betoog en beschouwing: want (combinatie van argumenten hierboven). Opmerking 1 Antwoorden die de tekst primair als uiteenzetting typeren, moeten fout gerekend worden. Opmerking 2 Wanneer een kandidaat een tekstsoort noemt zonder de bijbehorende juiste uitleg, 0 punten toekennen. 17 A 18 C 19 C Tekst 2 De kort-gebroekte denker In een goede samenvatting (maximumscore 19 punten) moeten de onderstaande informatieelementen opgenomen zijn. Om de scores van de samenvatting per onderdeel te kunnen verwerken, zijn deze afzonderlijke informatie-elementen doorgenummerd. (twee levenshoudingen) 20 Met elkaar vergeleken worden de houding van de cynicus en de houding van de onbevangen denker / de kort-gebroekte denker / het cynisme en de onbevangenheid. / Cynisme en onbevangenheid zijn twee (sterk) verschillende levenshoudingen 1 (keuze) 21 Er wordt gekozen voor de tweede levenshouding / voor onbevangenheid. / De tweede levenshouding / Onbevangenheid verdient de voorkeur 1 600063-2-01c 5 Lees verder