Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
2D I! , Algemene Rekenkamer. van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport BEZORGEN. De Voorzitter van de Tweede Kamer der

Hoe werkt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

en compensatieregelingen

! 6 MEI 20U Verantwoordingsonderzoek 2013, Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI)

2013D45823 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Offerte. Inleiding. Projectopdracht

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over de aanpak van pgb-fraude (persoonsgebonden budget) (2013Z07932).

Addendum. Model Jaarverslaggeving 2013 CAK Protocol Accountantsonderzoek 2013 CAK

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 44 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Achtergrondinformatie geldstromen en wetten

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zintuiglijk gehandicapten en ouderen van 80 jaar en ouder geen indicatie meer nodig van CIZ

Tweede Kamer der Staten-Generaal

INFORMATIE Eigen bijdrage Zorg met Verblijf

Toelichting Beleidsregels tegemoetkoming meerkosten chronisch zieken

Algemene Rekenkamer. Ontwerp Besluit Jeugdwet; overleg op grond van artikel 96 Comptabiliteitswet Geachte heer Van Rijn,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Raadsvoorstel 2005/16502

Deze regeling is van toepassing op Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1, sub e, van de Wmg.

Presentatie CAK. Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) Klanten 2010

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Septembercirculaire 2014 algemene uitkering

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 maart 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nieuwsbrief Sociaal Domein Kop van Noord-Holland

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Resultaten verantwoordingsonderzoek. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Lange Voorhout 8 BEZORGEN Postbus Voorzitter van de Tweede Kamer

Decentralisatie begeleiding

Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vraag & Antwoord Afschaffing Compensatie eigen risico (CER) Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 2, vierde lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ;

Hoe lopen de geldstromen in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)? Wie betaalt wat in de Algemene Wet Bijzonder Ziektekosten (AWBZ)?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Algemene Rekenkamer. Overleg op grond van artikel 96 van de Comptabiliteitswet 2001 inzake conceptwetsvoorstel Langdurige zorg

Deze beleidsregel heeft tot doel de deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid te bieden om een experiment uit te voeren.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf en Wmo INFORMATIE 2012

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 april 2012 Betreft Zesde voortgangsrapportage Wtcg

Afschaffing Cer, Q en A

INFORMATIE Eigen bijdrage Zorg met Verblijf

Factsheet AWBZ, 24 februari AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten

Een eerste inzicht in het budget voor de Wmo Inleiding

ADL-assistentie per een AWBZ-aanspraak: overgangsregeling tijdelijke aanspraak ADL-assistentie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 4 april 2012 Betreft Wmo. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeerakkoord bruggen slaan en de transitie AWBZ

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Aanpassing bijstandsbeleid / compensatie van de Wtcg en Cer

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 oktober 2016 Betreft Bestuurlijke afspraken Zvw-pgb

1. het bieden van een gerichte compensatie van zogeheten meerkosten; 2. budgettaire beheersbaarheid.

Lijst van vragen - totaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verantwoordingsonderzoek bij de Nationale Schuld 2011 (IXA)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum juli 2014

Eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf en Wmo INFORMATIE 2011

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT

Eigen bijdrage Zorg met Verblijf 2013

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gesignaleerde structurele knelpunten en kwetsbaarheden van persoonsgebonden budgetten op basis van de AWBZ. p : 1 1 T 1 E.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Memo. Aan : Van : N.M. Hazelzet. Onderwerp : Wtcg en CER. Datum : 30 juli 2014

Algemene Rekenkamer BEZORGEN. Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 februari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Gemeentelijk maatwerk voor personen met een chronische ziekte en/of beperking voor de regio Noord-Limburg. Juni 2014

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 942 Rapporten van de Algemene Rekenkamer bij de jaarverslagen 2013 en bij de Nationale verklaring 2014 Nr. 12 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 12 juni 2014 De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Algemene Rekenkamer over het rapport van de Algemene Rekenkamer van 21 mei 2014 bij het jaarverslag van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2013 (Kamerstuk 33 942, nr.1). De Algemene Rekenkamer heeft deze vragen beantwoord bij brief van 11 juni 2014. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Neppérus Adjunct-griffier van de commissie, Clemens kst-33942-12 ISSN 0921-7371 s-gravenhage 2014 Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, 33 942, nr. 12 1

Vraag 1 Wanneer komt er meer duidelijkheid voor gemeenten zodat zij zich goed kunnen voorbereiden op de decentralisatie? Is dit nog op tijd voor een verantwoorde overheveling van zorgtaken? Wij constateren in ons rapport Staat bij de Rijksverantwoording 2013 dat er nog veel werk te doen is in de korte tijd die rest tot 1 januari 2015, waaronder: het afronden van de parlementaire behandeling van wet- en regelgeving; het definitief vaststellen van budgetten en de verdeling daarvan; het harmoniseren van definities en criteria die het gevolg zijn van wetgeving en financiering; het inrichten van de informatievoorziening om de resultaten van de decentralisatietaken te kunnen volgen. Voor het antwoord op de vraag wanneer gemeenten meer duidelijkheid krijgen zodat zij zich goed kunnen voorbereiden op de decentralisatie verwijzen wij u naar de verantwoordelijke bewindspersonen. Het is immers aan het kabinet om vast te stellen of het Rijk én 403 gemeenten klaar zijn voor invoering op 1 januari 2015 en er dus sprake is van een verantwoord proces van overdracht van taken, bevoegdheden en budget. Ambities, tijd, mensen en budget horen voor een goede uitvoering van publieke taken in balans te zijn. Om deze reden vinden wij het belangrijk dat het kabinet uiterlijk dit najaar zekerheid geeft op de vraag of decentralisatie per 1 januari 2015 verantwoord is. Vraag 2 Is invoering van het nieuwe jeugdstelsel per 1 januari 2015 verantwoord? Wij verwijzen hiervoor naar ons antwoord op vraag 1. Vraag 3 Hoeveel personen zullen er na de overheveling nog gebruik maken van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg)? Zie hiervoor het antwoord bij vraag 4. Vraag 4 Hoeveel personen zullen er na de overheveling nog gebruik maken van de regeling Compensatie Eigen Risico (CER)? De vragen 3 en 4 worden hier beide beantwoord. Op 3 juni 2014 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met het afschaffen van de financiële regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten. Dit betekent dat zowel de Wtcg als de CER per 1 januari 2014 niet meer bestaan. Gemeenten krijgen niet het budget om alle mensen die tot nu toe rechthebbend waren voor de CER en/of Wtcg te ondersteunen. Dit is ook nadrukkelijk niet de bedoeling van de wetgever, omdat de huidige regelingen ongericht zijn. Niet iedereen die eerder een Wtcg of CER ontving, zou deze moeten ontvangen. De wetgever verwacht dat gemeenten maatwerk voor de groep chronisch zieken en gehandicapten gaan leveren, ook in combinatie met de decentralisaties in het sociaal domein. Hoe gemeenten dit maatwerk gaan invullen valt onder de beleids- en bestedingsvrijheid van gemeenten. De groep ex-wtcg/cer zal niet als groep te volgen zijn omdat deze groep op zal gaan in het sociaal domein (integraal maatwerk met middelen uit het sociaal deelfonds). Wij hebben er bij de Minister van VWS op aangedrongen bij het door ons aanbevolen extra beoordelingsmoment in het najaar 2014 niet alleen Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, 33 942, nr. 12 2

aandacht te geven aan de tijdigheid en volledigheid van de informatie aan de gemeenten over de ex-rechthebbenden, maar evenzeer aan de mate waarin ex-rechthebbenden van de Wtcg of CER-uitkering zelf afdoende geïnformeerd zijn over hun (financiële) positie ultimo 2014. Dit is vooral van belang nu de regelingen met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 zijn afgeschaft. Vraag 5 Hoe is het tekort in het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) ontstaan? Het tekort is ontstaan omdat jarenlang bewust is gekozen voor een stabiele en (structureel) niet-lastendekkende premie voor de AWBZ. Het tekort wordt gedekt door leningen van het Rijk aan het AFBZ. Het tekort in het AFBZ neemt in 2014 toe tot 20,5 miljard euro. In onze brief met aandachtspunten bij de VWS begroting 2014 (22 oktober 2013) hebben wij hier ook aandacht aan besteed. Vraag 6 De aanpak van zorgfraude is aangemerkt als topprioriteit; waarom heeft dit nog niet geleid tot zichtbare effecten? Veel van de getroffen maatregelen en initiatieven om de zorgfraude aan te pakken verkeren nog in de beginfase en hebben in 2013 en begin 2014 nog niet geleid tot voldoende zichtbare effecten. Zo heeft het door de Minister ingestelde onderzoek naar de (financiële) omvang van zorgfraude door de NZa nog geen inzicht opgeleverd in de omvang van de fraude. In juli 2014 verwacht de Minister dit inzicht wel te kunnen geven. Vraag 7 Na ruim een jaar bevinden veel van de ingestelde maatregelen en initiatieven zich nog in de beginfase, hoe komt dat? Zie hiervoor ook het antwoord bij vraag 6. Wij vinden het van belang dat een goede afstemming van de activiteiten en maatregelen plaatsvindt om de zorgfraude op gerichte en effectieve wijze aan te pakken. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat er preventieve maatregelen worden uitgewerkt door bijvoorbeeld de bestaande (en nieuwe) wet- en regelgeving te verduidelijken en te vereenvoudigen. Dat vraagt aandacht van de wetgever. Gezien de complexiteit en het grote aantal partijen dat betrokken is bij de aanpak van de zorgfraude is het daarnaast van groot belang dat de Minister van VWS haar regierol goed invult. Het gaat dan om het hebben van overzicht van de verschillende activiteiten, de samenhang ertussen en het prioriteren. Vraag 8 Is het onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) naar zorgfraude betrouwbaar en onafhankelijk? Momenteel wordt er onderzoek verricht naar het functioneren van de NZa. We wachten de uitkomsten hiervan af. Wij zien nu geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het NZa-onderzoek naar zorgfraude. Vraag 9 Hoeveel medewerkers waren er op het ministerie werkzaam op een vertrouwensfunctie voordat het veiligheidsonderzoek door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) was afgerond? Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, 33 942, nr. 12 3

Wij hebben vastgesteld dat drie functionarissen in 2013 werkzaam waren op een vertrouwensfunctie voordat het veiligheidsonderzoek door de AIVD was afgerond. Vraag 10 Hoeveel medewerkers waren er werkzaam bij het ministerie zonder dat zij een verklaring met een toereikend veiligheidsmachtigingsniveau hadden? Van vier functionarissen op een vertrouwensfunctie hebben wij in 2013 geen Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) met een toereikend veiligheidsmachtigingsniveau aangetroffen. Het gaat hierbij om drie functionarissen die al voor de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsonderzoeken op 10 oktober 1996, op de vertrouwensfunctie te werk waren gesteld. Vraag 11 Wat zijn, naast de weigeringsgronden, andere elementen in de regeling die onduidelijk gedefinieerd zijn en te veel ruimte voor interpretatie bieden? Kunt u een uitputtend overzicht opstellen? Naast de weigeringsgronden zien wij meer elementen in de PGB-regeling die onduidelijk gedefinieerd zijn en te veel ruimte voor interpretatie bieden dan wel onvoldoende handvatten voor de juiste invulling. De invulling van dagbesteding is hiervan een voorbeeld. De wet- en regelgeving biedt veel ruimte om allerhande activiteiten hier vrij snel in te passen. In de praktijk leidt dit tot verschillende manieren van invulling. Dit levert ook problemen op bij de afbakening tussen enerzijds rechtmatig gebruik en anderzijds oneigenlijk gebruik, misbruik en fraude. Ook een aantal inhoudelijke eisen in de regeling die aan een PGB-houder/ aanvrager worden gesteld zijn lastig te meten. Zo dient de verzekerde zich voldoende te oriënteren op het door het zorgkantoor gecontracteerde zorgaanbod, moet hij in staat zijn de aan het PGB verbonden verplichtingen op verantwoorde wijze uit te voeren en het moet gaan om toereikende zorg van goede kwaliteit. In de regeling is bijvoorbeeld niet uitgewerkt wat wordt verstaan onder «voldoende oriëntatie», of wanneer sprake is van een «verantwoorde uitvoering». Het is helaas niet mogelijk een uitputtend overzicht te geven. Vraag 12 Voor hoeveel geld is er te hoog geïndiceerd? Dit is niet door de Algemene Rekenkamer onderzocht. Wel willen wij u attenderen op het onderzoek dat de NZa naar de kostengevolgen van «upcoding» voor de AWBZ uitvoert. Het Ministerie van VWS verwacht de resultaten van het NZa-onderzoek in juli 2014 te publiceren in het eindrapport Zorgfraude. Vraag 13 Hoeveel geld levert het op als instellingen zelf indiceren? Dit is niet door de Algemene Rekenkamer onderzocht. Vraag 14 Hoeveel instellingen hebben er doelbewust meer zorg geïndiceerd? Waarom worden er geen boetes opgelegd? Hoeveel instellingen doelbewust meer zorg indiceren, is niet onderzocht door de Algemene Rekenkamer. In september 2013 heeft de Staatssecretaris van VWS een brief en rapport verstuurd aan de Tweede Kamer over Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, 33 942, nr. 12 4

een onderzoek naar de omvang van «upcoding» bij gemandateerde indicatiestellingen. In 2013 zijn geen boetes opgelegd omdat deze mogelijkheid er in 2013 niet was. In zijn brief aan de Tweede Kamer geeft de Staatssecretaris van VWS aan deze optie te verkennen. Vraag 15 De zorginstelling neemt de indicerende rol van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) over; is het CIZ wel de aangewezen instantie om de zorginstelling te controleren? Is het CIZ wel onafhankelijk in dezen? Het antwoord op deze vraag is niet door de Algemene Rekenkamer op basis van onderzoek te geven. Vraag 16 Is er een verband tussen de te hoge indicaties en het gewijzigde kabinetsbeleid? In de brief aan de Tweede Kamer over het CIZ-onderzoek naar «upcoding» bij gemandateerde indicatiebesluiten geeft de Staatssecretaris van VWS aan dat vanaf 1 januari 2015 alle indicatiebesluiten door het CIZ zelf genomen zullen worden en dat er dus geen sprake meer zal zijn van gemandateerde indicatiestelling. Naar aanleiding hiervan is het kabinetsbeleid gewijzigd; de Staatssecretaris heeft een aantal maatregelen genomen om «upcoding» tegen te gaan. Deze maatregelen zijn: het verhogen van het aantal controles en meer diepgaande controles en sancties bij «upcoding». Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, 33 942, nr. 12 5