Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijstellingsregeling 1999 FI

b. een bedrag aan energie-investeringen in een kalenderjaar van: meer dan doch niet bedraagt meerdan de energieinvesteringsaftrek

Bijstellingsregeling 2009

Bijstellingsregeling 2003

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijstellingsregeling 2007

Bijstellingsregeling 2005

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In artikel 2.10, eerste lid, wordt de tarieftabel vervangen door: I II III IV

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale onderhoudswet 2010)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijstellingsregeling 2006

2014 no. 54 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N. Nr. DB2011/447M 's-gravenhage, 30 december 2011 Staatscourant 30 december 2011, nr.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2015 als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet

Wijziging van het Belastingplan 2016 VOORSTEL VAN WET

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen) VOORSTEL VAN WET

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

Bijstellingsregeling 2004

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van t/m heden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

H. Het in artikel 8.11, tweede lid, onderdeel b, laatstgenoemde bedrag wordt verhoogd

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Besluit van tot vaststelling van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting voor de BES eilanden (Besluit ter voorkoming dubbele belasting BES)

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001

VOORSTEL VAN WET. Artikel I. De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2015 als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019) VOORSTEL VAN WET

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Besluit winstbepaling en reserves verzekeraars 2001

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling zorgverzekering

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

a. In het in onderdeel N opgenomen artikel 8.11, derde lid, van de Wet

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

REINIGINGSHEFFINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(Tweede Kamer, zitting )

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen

Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1974-1975 13 10 Wijziging van de inkomstenbelasting, van de loonbelasting en van enige sociale verzekeringswetten in het kader van het belastingplan 1975 Nr. 4 Bijlagen bij de Memorie van Toelichting Bijlage I. Beschikking beperking bijstelling tarief inkomstenbelasting en loonbelasting 1975 (beschikking van 17 september 1974, nr. B74/18151, Stcrt 180). De Minister van Financiën, Gelet op artikel 54, derde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (Stb. 519); Besluit: Artikel 1 Bij het begin van het kalenderjaar 1975 worden de in de artikelen 5 en 53 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 vermelde bedragen, in afwijking in zoverre van artikel 54, eerste lid, van die wet, vervangen door bedragen die worden berekend met toepassing van de factor 1,0664 in plaats van met toepassing van de op de voet van artikel 54, tweede lid, van die wet bepaalde tabelcorrectiefactor 1,083. Artikel Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 1975. De Ministervan Financiën, W. F. Duisenberg Toelichting Zoals in de miljoenennota 1975 is medegedeeld, wordt voor 1975 de inflatie; correctie van het tarief van de inkomsten- en loonbelasting beperkt tot 80 %. Zulks geschiedt mede in verband met het achterwege blijven van een aanpassing aan de prijsontwikkeling van de tarieven van de specifieke accijnzen. De beschikking, die berust op artikel 54, derde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, bepaalt dan ook dat voor de tariefaanpassing niet de tabelcorrectiefactor van 1,083 zal worden gebezigd, maar de factor 1,0664. Tweede Kamer, zitting 1974-1975,13 10, nr. 1-4 9

Bijlage II. Bijstellingsbeschikking inkomstenbelasting 1975 (beschikking van 17 september 1974, nr. B74/18 15. Stcrt 180) De Staatssecretaris van Financiën, Gelet op de artikelen 54 en 64 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (Stb. 519), artikel VI van de Wet van 19 december 1973 (Stb. 631), artikel IV van de Wet van 0 juni 1974 (Stb. 363), artikel 1b van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 1964 (Stb. 54) en de Beschikking van de Minister van Financiën van 17 september 1974, nr. B74/18 151 (Stcrt 180), Besluit: Artikel 1 Bij de berekening van de bedragen die ingevolge artikel 54, eerste lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 1975 de in artikel 53, vierde lid, letter a, van die wet vermelde bedragen vervangen, wordt als bij het beginvan het voorafgaande kalenderjaar toegepaste tabelcorrectiefactor aangemerkt 1,05. Artikel 1 De bedragen vermeld in artikel 5, tweede lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 worden zodanig vervangen, dat de tekst van dat voorschrift Ingeval de niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot van degene voor wiens rekening een onderneming wordt gedreven, arbeid verricht in die onderneming wordt te dier zake ten laste van de winst uit die onderneming gebracht en als door die echtgenoot genoten winst uit onderneming aangemerkt: a. een derde van de winst - voor zover deze uitsluitend op de voet van de in artikel 53, eerste lid, opgenomen tabel belastbaar is - doch niet minder dan f 1600 en niet meer dan f 19 196 indien gedurende het kalenderjaar de voor werkzaamheden beschikbare tijd van die echtgenoot geheel of nagenoeg geheel, dan wel voor ten minste 000 uven in beslag wordt genomen door die arbeid; b. een vijfde van de in letter a bedoelde winst, doch niet minder dan f 1600 en niet meer dan f 11 518, indien gedurende het kalenderjaar de voor werkzaamheden beschikbare tijd van die echtgenoot grotendeels, dan wel voor ten minste 1000 uren in beslag wordt genomen door die arbeid; c. een negende van de in letter a bedoelde winst, doch niet minder dan f 1600 en niet meer dan f 3840, indien gedurende het kalenderjaar de voor werkzaamheden beschikbare tijd van die echtgenoot in belangrijke mate, dan wel voor ten minste 600 uren in beslag wordt genomen door die arbeid. De bedragen vermeld in artikel 44e, tweede lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 worden zodanig vervangen, dat de tekst van dat voorschrift. De toevoeging aan de oudedagsreserve over een kalenderjaar bedraagt 10 percent van de winst, met dien verstande dat ten minste f 569 enten hoogste f 859 wordt toegevoegd. 3 De bedragen vermeld in artikel 44f, eerste lid, letter a, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 worden zodanig vervangen, dat de tekst van dat voorschrift Tweede Kamer, zitting 1974-1975,13 10, nr. 1-4 10

a. met f 34 in het kalenderjaar, waarin de belastingplichtige winst geniet in de zin van artikel 44e, vierde lid, en die winst niet meer beloopt dan f 17 058; 4 De bedragen vermeld in artikel 53, eerste, derde en vierde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 worden zodanig vervangen, dat de tekst van die voorschriften 1. Het bedrag van de verschuldigde belasting wordt bepaald aan de hand van de navolgende tabel. Bij een belastbare som van meer dan doch niet meer dan bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het in kolom IV vermelde percentage van het gedeelte van de belastbare som dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat I II III IV f 10 976 _ 5% f 10 976 f 18 057 f 744 31% f 18 057 f 6 554 f 4 939 39% f 6 554 f 39 99 f 8 5 49% f 39 99 f 54 877 f 14 497 58% f 54 877 f 73 88 f 3 53 63% f 73 88 f 9 947 f35 130 66% f 95 947 f 141 64 f 50 084 69% f 141 64 f81 35 71% Het bedrag aan belasting wordt naar beneden afgerond op gehele guldens. Bedragen van f 73 en minder worden niet geheven. 3. De belastingvrije som bedraagt voor de belastingplichtige die wordt ingedeeld in: a. tariefgroep 1: f 1 535; b. tariefgroep : f 4 450; c. tariefgroep 3: f 5 983; d. tariefgroep 4: f 7 670. 4. De in het derde lid vermelde bedragen worden verhoogd ingeval de belastingplichtige: a. Kinderaftrek geniet voor Indien hij of zijn echtgenoot op het voor de kinderaftrek beslissende tijdstip recht heeft op geen recht heeft op kinderbijslag ingevolge kinderbijslag ingevolge de de Kinderbijslagwet Kinderbijslagwet voor voor loontrekkenden loontrekkenden (Stb. 1967,48) 1 kind met f 698 met f 1 357 kinderen f 1 156 f 785 3 of 4 kinderen f 1 614 f3 43 5 of 6 kinderen f 1 691 f3 30 7 of meer kinderen f 1 7 f3 351 b. bij het einde van het kalenderjaar of, zo de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt, bij het einde van de belastingplicht, voor 45 percent of meer arbeidsongeschikt is en bij het einde van het kalenderjaar de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt of zou hebben bereikt: met f 138; c. wordt ingedeeld in tariefgroep 3 en kinderaftrek geniet: met f 1687; d. wordt ingedeeld in tariefgroep 3, werkzaamheden buiten zijn huishouden verrichten kinderaftrek geniet vooreen kinddat jonger is dan 16 jaar en tot het huishouden behoort zonder kinderaftrek te genieten voor een kind als is bedoeld in artikel 56, tweede lid: met een kwart van het bedrag dat ter zake Tweede Kamer, zitting 1974-1975,13 10, nr. 1-4 11

van die werkzaamheden in het onzuivere inkomen is begrepen, doch ten hoogste met f 456; e. wordt ingedeeld in tariefgroep 3 en bij het einde van het kalenderjaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt of zou hebben bereikt: met f 1505; f. wordt ingedeeld in tariefgroep 4 en bij het einde van het kalenderjaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt of zou hebben bereikt: met f 149. 5 Het in artikel 64, eerste lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 eerst vermelde bedrag wordt zodanig vervangen, dat de tekst van dat voorschrift 1. Geen aanslag wordt vastgesteld en verrekening van voorheffingen blijft achterwege, indien noch het belastbare inkomen, noch het gezamenlijke bedrag van de aan inhouding van loonbelasting onderworpen inkomsten meer dan f 3 900 beloopt, en het gezamenlijke zuivere bedrag van de niet aan inhouding van loonbelasting onderworpen bestanddelen van het onzuivere inkomen niet meer dan f 400 beloopt. Artikel 3 1 Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 1975. Deze beschikking kan worden aangehaald als: Bijstellingsbeschikking inkomstenbelasting 1975. De Staatssecretaris van Financiën, M. J. van Rooijen Toelichting Inflatiecorrectie. Blijkens de eveneens in deze Staatscourant gepubliceerde beschikking van de Minister van Financiën van 17 september 1974, nr. B74/18151, is de inflatiecorrectie (8,3% voor 1975) in de inkomstenbelasting en de loonbelasting met betrekking tot de tariefbepalingen beperkt tot 80 % (6,64%). De met inachtneming daarvan noodzakelijke aanpassing van de bedragen, genoemd in de artikelen 5,44e, 44f en 53 van de Wet op de lnkomstenbelasting 1964 wordt bewerkstelligd door artikel, eerste tot en met vierde lid, van de onderhavige beschikkfng. De vervanging van de in artikel 53 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 opgenomen bedragen (het eigenlijke tarief en de belastingvrije sommen), geldt van rechtswege ook voor de overeenkomstige loonbelastingbepalingen (artikel 0 van de Wet op de loonbelasting 1964). Wat meer in het bijzonder de kinderaftrekbedragen (artikel 53, vierde lid, letter a, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964) betreft, dient nog op het volgende te worden gewezen. De bedoeling van artikel 54, eerste lid, derde volzin, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 is, het gezamenlijke bedrag van vrijgestelde kinderbijslag en kinderaftrek eenzelfde ontwikkeling te doen ondergaan als de in artikel 53, derde lid, van die wet opgenomen hoofdbedragen van de belastingvrije sommen. Dit beginsel is alleen uitdrukkelijk in de wet neergelegd voor de wijzigingen van de belastingvrije sommen die een gevolg zijn van de inflatiecorrectie, doch het dient in het algemeen ook te worden toegepast ingeval die sommen uit anderen hoofde worden gewijzigd. Dit is van belang in verband met de verhoging van de belastingvrije sommen per 1 januari 1974, welke verhoging in de bijstellingssystematiek een rol speelt voor de berekening van de kinderaftrekbedragen per 1 januari 1975 (artikel 1b van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 1964). Gebruik makende van artikel VI, tweede lid, van de Wet van 19 december 1973 (Stb. 631)- welke per 1 januari 1974 een verhoging van de belasting- Tweede Kamer, zitting 1974-1975,13 10, nr. 1-4 1

vrijesommen met 5% bewerkstelligde" is in artikel 1 van de beschikking bepaald dat de kinderaftrekbedragen per 1 januari 1975 worden berekend alsof er 1 januari 1974 een tabelcorrectiefactor van 1,05 - dat wil zeggen een inflatiecorrectie van 5% - was toegepast. Een dergelijke bevoegdheid is echter niet opgenomen in de Wet van 0 juni 1974 (Stb. 363), welke wet de belastingvrije sommen - gerekend over het gehele jaar 1974 - verhoogde met 3,15%. Derhalve moesten in deze beschikking materieel onjuiste - te lagekinderaftrekbedragen worden opgenomen. In het kader van het belastingplan 1975 zal worden voorgesteld dit bij wet te herstellen door deze te lage bedragen te vervangen door de navolgende: Bij kinderaftrek voor Met recht op KWL Zonder recht op KWL 1 kind f 71 f 1 380 kinderen f 1 09 f 838 3 of 4 kinderen f1695 f 34 5 of 6 kinderen f 1 850 f3 479 7 of meer kinderen f 1 966 f 3 595 Een tweede bijzonderheid waarop met betrekking tot de inflatiecorrectie moet worden gewezen betreft de toevoegingen aan de fiscale oudedagsreserveover het kalenderjaar 1975. Deze zullen voor 1975 niet worden beheerst door artikel 44e, tweede lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, zoals dat ingevolge deze beschikking komt te luiden. Het percentage en de bedragen van de toevoeging aan de fiscale oudedagsreserve, zoals die gaan gelden over het kalenderjaar 1975, dienen immers op grond van artikel Vvan de Wet van 16 november 197 (Stb. 61) nader bij wet te worden bepaald (overgangsregeling voor de kalenderjaren 1973, 1974 en 1975). Ook daartoe zal een voorstel worden gedaan in het kader van het belastingplan 1975. Aanpassing aangslaggrens. Ingevolge artikel 64, derde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 dient de aanslaggrens jaarlijks te worden aangepast op basis van de indexcijfers der lonen. Op grond daarvan is in artikel, vijfde lid, van de beschikking die aanslaggrens vastgesteld op f 3 900 (531/445 x f 7 600, afgerond). Aanpassing ziektekostendrempels. Ingevolge artikel 46, zesde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 dient het percentage en de drempelbedragen van de ziektekosten in de buitengewone lastenregeling jaarlijks te worden aangepast op basis van het premiepercentage en de loongrens voor de verplichte verzekering ingevolge de Ziekenfondswet. Deze vervanging geldt van rechtswege ook voor de loonbelasting (artikel 18, vijfde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964). Het ligt in het voornemen zodra de benodigde gegevens bekend zijn, de beschikking met een aanpassing van de ziektekostendrempels aan te vullen. Tweede Kamer, zitting 1974-1975,13 10, nr. 1-4 13