Per 1 januari 2015 zijn de aanspraken op ouderdomspensioen geconverteerd naar ingangsleeftijd 67. 2

Vergelijkbare documenten
De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017.

2 februari Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 T.a.v. de huidige directie Postbus EB AMSTERDAM

31 januari Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 T.a.v. de directie Postbus EB AMSTERDAM

Bijlage I: Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2018

In reglement IV zijn de volgende flexibiliseringsmogelijkheden opgenomen:

Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2017

Ruil- en afkoopfactoren

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2018

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2017

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019


AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2018 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2018

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2019 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2019

Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland

bijlagen 2013 behorende bij het pensioenreglement

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2016 (concept)

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2016 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

bijlagen 2014 behorende bij het pensioenreglement

Tabellenboek De Nationale Algemeen Pensioenfonds Collectiviteitkring J - Unisys. Geldig vanaf: Geldig tot:

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

Flexfactoren reglement

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas. Tabellenboek 2015 Versie 1

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Deze bijlage geeft tabellen met factoren behorend bij de keuzemogelijkheden uit het (pre)pensioenreglement. De factoren zijn geldig in 2014.

Actuariële factoren vanaf 1 januari 2017

REKENREGELS BEHOREND BIJ DE UITVOERINGSREGELING PENSIOENREGLEMENT 2006 FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2015

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland. Geldig vanaf: Geldig tot:

Bijlage 1 t/m 4. Pensioenreglement voor deelnemers geboren voor 1 januari Stichting Pensioenfonds SCA. 1 januari 2014 t/m 31 december 2016

Bijlage 1a: Flexibiliseringsfactoren

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland. Geldig vanaf: Geldig tot:

Aanpassing van de reglementaire flexibiliserings-, uitruil- en afkoopfactoren.

Flexfactoren 2019 Voorbeelden van flexibele mutaties. Pensioenfonds Avebe

De ruilvoet voor vervroeging en uitstel van het ouderdomspensioen (OP), als bedoeld in artikel 5, is gelijk aan de factor uit de onderstaande tabel.

Flexibiliseringsfactoren vanaf 1 januari Vanaf 1 januari 2016 tot 1 januari 2019 gelden voor de (gewezen) deelnemers de volgende tabellen.

Bijlage Tabellen en actuariële factoren

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen

F L E X I B I L I S E R I N G S - E N U I T R U I L F A C T O R E N P E R 1 J A N U A R I

Addendum bij de pensioenreglementen geldig vóór 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland

55 0,738 0, ,783 0, ,831 0, ,882 0, ,939 0, ,000 1,000

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Flexibiliseringsfactoren 2019 voor de kring RBS. Vervroeging. Uitstel

55 0,755 0, ,797 0, ,842 0, ,891 0, ,943 0, ,000 1,000

Indien het ouderdomspensioen ingaat binnen twee jaar na einde van het deelnemerschap, geldt

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Uitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

Bijlage Actuariële factoren

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Flexibiliseringsfactoren 2019 voor de kring Bavaria. Vervroeging. Uitstel

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

55 0,718 0, ,765 0, ,816 0, ,872 0, ,933 0, ,000 1,000

Bijlage Actuariële factoren

Verhoging pensioen tot 72 jaar (Hoog-laagregeling), op leeftijd 65. Ouderdomspensioen van 65 tot 72 jaar

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Uitvoeringsregeling 1 bij artikel 10 van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds

Flexibiliseringsfactoren 2019 voor de kringen Premie, Stabiliteit en Koopkracht

OMZETTINGSFACTOREN UITRUIL- EN AFKOOPVOETEN 2016 UITRUIL- EN AFKOOPVOETEN 2016

Flexibele elementen/ factoren (versie 2015) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Aanpassing van de reglementaire flexibiliserings-, uitruil- en afkoopfactoren.

GE European Pension Fund. Artesia Sectie

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. Pensionering

1 januari 2014 Bijlage bij het (Vroeg)pensioenreglement

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar. Deze worden jaarlijks aangepast.

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Flexibele elementen/ factoren (versie 2012) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

BIJLAGENREGLEMENT BIJ PENSIOENREGLEMENT 2016 VAN PENSIOENSTICHTING TRANSPORT

Transcriptie:

M.C.A. Kroon MSc Stationsweg 13-14 1441 EJ Purmerend Nederland T +31 88 543 3000 D +31 88 543 3794 mireille.kroon@towerswatson.com towerswatson.com Correspondentieadres: Postbus 780, 1440 AT Purmerend, Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland T.a.v. de heer M.O.E. Bakker Postbus 12797 1100 AT Amsterdam Ref: NSn/655601/P150509 Betreft: Flexibiliseringsfactoren 2016 Geachte heer Bakker, In deze brief treft u de flexibiliseringsfactoren voor Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland aan voor het boekjaar 2016. Deze factoren zijn vastgesteld op basis van de methodiek zoals beschreven in de actuariële en bedrijfstechnische nota (abtn) van het fonds. De factoren, alsmede de gehanteerde actuariële grondslagen, zijn opgenomen in de bijlagen bij deze brief. Deze brief is voor u geschreven in het kader van de flexibiliseringsfactoren bij uw fonds. De brief is mogelijk niet geschikt voor gebruik in een andere context of voor andere doeleinden en wij aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor dergelijk gebruik. Methodiek Voor boekjaar 2015 zijn de flexibiliseringsfactoren in lijn met de conversiefactoren 1 - vastgesteld op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per 30 september 2014 (zonder demping). Zoals opgenomen in de abtn worden de flexibiliseringsfactoren vanaf boekjaar 2016, in lijn met de methodiek zoals die tot en met boekjaar 2014 van toepassing was, vastgesteld op basis van een gedempte rentetermijnstructuur met een dempingsperiode van vijf jaren (om grote fluctuaties in de factoren te voorkomen). Hierbij wordt gebruik gemaakt van tien meetpunten, namelijk de rentestanden per 30 september en 31 maart van de vijf voorafgaande jaren. Deze demping wordt volgens een ingroeimodel toegepast met als eerste meetpunt de rentetermijnstructuur per 30 september 2014. Voor boekjaar 2016 betekent dit dat wordt uitgegaan van drie meetpunten (30 september 2014, 31 maart 2015 en 30 september 2015). De flexibiliseringsfactoren worden jaarlijks per 1 januari aangepast. Actuariële grondslagen Naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek naar de actuariële grondslagen 2 van het fonds heeft het bestuur op 11 december 2015 besloten een aantal actuariële grondslagen te wijzigen, waaronder de partnerfrequenties. Een wijziging van de partnerfrequenties is van invloed op de factoren voor uitruil van en naar partnerpensioen alsmede op de afkoopfactoren voor partnerpensioen. Bij de vaststelling van de in bijlage 2 opgenomen flexibiliseringsfactoren is rekening gehouden met de wijziging van de partnerfrequenties. 1 Per 1 januari 2015 zijn de aanspraken op ouderdomspensioen geconverteerd naar ingangsleeftijd 67. 2 Zie hiervoor onze brief van 8 december 2015. Towers Watson Netherlands BV; Handelsregister Amsterdam nr: 34308104 Op alle door ons geleverde diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing. De algemene voorwaarden liggen op onze kantoren ter inzage en worden u desgewenst toegezonden. Ook zijn ze beschikbaar via towerswatson.com/nl-nl/voorwaarden-en-vergunningen. Pagina 1 van 10

Een overzicht van de gehanteerde actuariële grondslagen is opgenomen in bijlage 1. In deze bijlage wordt tevens ingegaan op de aannames voor wat betreft sekseneutraliteit. Vaststelling De flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2016 (ten behoeve van het pensioenreglement) zijn opgenomen in bijlage 2 bij deze brief. In deze bijlage zijn de verschillende mogelijkheden tevens nader toegelicht aan de hand van voorbeelden. Ten opzichte van vorig jaar is in bijlage 2 een tabel toegevoegd met factoren voor een hoog/laag constructie waarbij de hoge uitkering loopt tot de AOW-leeftijd. Voor deze variant is uitgegaan van de AOW-leeftijden zoals opgenomen in de Wet Verhoging AOW- en Pensioenrichtleeftijd (rekening houdend met de in 2015 doorgevoerde versnelde verhoging van de AOW-leeftijd). Wij adviseren het bestuur de in de bijlage opgenomen flexibiliseringsfactoren vast te stellen en deze op te nemen in het pensioenreglement voor 2016. Indien het bestuur besluit de factoren vast te stellen, zullen wij de factoren aan uw administrateur Syntrus Achmea doen toekomen in het daarvoor bedoelde format, zodat een en ander kan worden geïmplementeerd in de administratie voor boekjaar 2016. Tot het geven van nadere toelichting zijn wij graag bereid. Met vriendelijke groet, Towers Watson Netherlands B.V. drs. B.A. Weijers Bijlage 1 - Actuariële grondslagen en sekseneutraliteit Bijlage 2 - Flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2016 Pagina 2 van 10

Actuariële grondslagen en sekseneutraliteit Bijlage 1 Actuariële grondslagen Intrest Conform de rentetermijnstructuur, zoals deze is gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (gebaseerd op een UFR-methodiek). Er wordt een demping toegepast over een periode van 5 jaar, waarbij gebruik wordt gemaakt van 10 meetpunten, namelijk de rentestanden per 30 september en 31 maart van de vijf voorafgaande jaren (met als eerste meetpunt 30 september 2014). Voor boekjaar 2016 betekent dit dat wordt uitgegaan van drie meetpunten (30 september 2014, 31 maart 2015 en 30 september 2015). Overlevingsgrondslagen Er wordt gebruik gemaakt van de Prognosetafel van het Koninklijk Actuarieel Genootschap (Prognosetafel AG2014). Hierbij wordt gerekend met sterfteprognoses met verwachte verbeteringen in de overlevingskansen. Er worden geen leeftijdscorrecties toegepast. Wel wordt er rekening gehouden met een fondsspecifieke ervaringssterfte (Towers Watson 2014). Partnerfrequenties Leeftijdsverschil Voor latent partnerpensioen, behorend bij niet ingegaan ouderdomspensioen wordt het systeem van onbepaalde partner gehanteerd, uitgaande van partnerfrequenties op basis van CBS data 2013. Op de pensioenleeftijd wordt iedereen geacht een partner te hebben. Na de pensioendatum wordt gebruik gemaakt van het systeem van bepaalde partner. De factoren voor uitruil van ouderdomspensioen naar extra latent partnerpensioen zijn (in afwijking van de overige factoren) vastgesteld op basis van het bepaalde partnersysteem. Dit vanuit de gedachte dat er alleen gebruik zal worden gemaakt van deze mogelijkheid indien er sprake is van een partner. Het leeftijdsverschil tussen man en vrouw is op 3 jaar gesteld (man ouder dan vrouw). Sekseneutraliteit De flexibiliseringsfactoren dienen collectief en sekseneutraal te worden vastgesteld. Ten behoeve hiervan is een sekseneutrale verdeling van 80% mannen en 20% vrouwen gehanteerd. Het betreft hierbij de gemiddelde (afgeronde) verhouding in de TV per 30 september 2015 tussen de mannen en de vrouwen, waarbij alleen is gekeken naar de actieve, premievrije en arbeidsongeschikte deelnemers tussen de leeftijden 50 en 67 jaar. Deze groep zal in de aankomende periode namelijk het eerste gebruik maken van de mogelijkheid tot flexibilisering van het pensioen. Afkoop Bij de bepaling van de factoren voor afkoop van kleine pensioenen is de verdeling tussen mannen en vrouwen bepaald op basis van het gehele deelnemersbestand (voor zover niet ingegaan) per 30 september 2015. Voor deze factoren is een verdeling van 75% mannen en 25% vrouwen gehanteerd. Uitruil Een sekseneutrale ruilvoet voor uitruil van latent partnerpensioen in levenslang ouderdomspensioen levert actuarieel gezien voor vrouwen een winst op en voor mannen een verlies. Om hiervoor te corrigeren zijn wij ervan uitgegaan dat 20% van de mannen en 40% van de vrouwen kiest voor de mogelijkheid tot uitruil van latent partnerpensioen in levenslang ouderdomspensioen. Deze percentages zijn in het boekjaar 2015 gehanteerd, gebaseerd op ervaringen bij Deutsche Bank uit het verleden en rekening houdend met een veiligheidsmarge. Vanwege het geringe aantal uitruilgevallen in 2015 zien wij geen reden om voor het boekjaar 2016 af te wijken van deze percentages. Wij zullen de uitruilgevallen jaarlijks blijven monitoren, wat in de toekomst mogelijk aanleiding kan geven om de uitruilkansen te herzien. Pagina 3 van 10

Bijlage 2 Flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2016 De in deze bijlage opgenomen factoren kunnen voor alle (gewezen) deelnemers, die nog geen gebruik hebben gemaakt van de in deze bijlage opgenomen keuzemogelijkheden, door het bestuur na ingewonnen actuarieel advies worden gewijzigd. De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016. Uitstellen of vervroegen van het levenslang/tijdelijk ouderdomspensioen Gewenste pensioenleeftijd Factor levenslang ouderdomspensioen (67) Factor tijdelijk ouderdomspensioen (62-65) 60 0,6949 0,5954 61 0,7294 0,7475 62 0,7665 1,0000 63 0,8064 1,5050 64 0,8493 3,0217 64 jaar en 11 maanden 0,8916 36,4058 65 0,8956 n.v.t. 66 0,9457 n.v.t. 67 1,0000 n.v.t. 68 1,0598 n.v.t. 69 1,1265 n.v.t. 70 1,2012 n.v.t. Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd voor wat betreft vervroeging/ uitstel van het levenslang ouderdomspensioen. Echter, indien een deelnemer wenst vervroeging/ uitstel op het tijdelijk ouderdomspensioen toe te passen met een gewenste ingangsleeftijd op een gebroken leeftijd, zal voor deze situatie op individueel niveau de betreffende factor worden vastgesteld. Voorbeeld 1 Indien een 60-jarige deelnemer kiest om 10.000 levenslang ouderdomspensioen vanaf 67 jaar te vervroegen in direct ingaand levenslang ouderdomspensioen, dan wordt het levenslang ouderdomspensioen vanaf 67 jaar vermenigvuldigd met 0,6949. Het direct ingaand levenslang ouderdomspensioen (vanaf leeftijd 60) bedraagt dan 6.949 (= 10.000 x 0,6949). Het partnerpensioen verandert niet door vervroeging van het ouderdomspensioen, en is dus gelijk aan het partnerpensioen vóór toepassing van vervroeging. Voorbeeld 2 Indien een 62-jarige deelnemer kiest om 10.000 tijdelijk ouderdomspensioen tussen 62 en 65 jaar uit te stellen in een tijdelijk ouderdomspensioen tussen 63 en 65 jaar, dan wordt het tijdelijk ouderdomspensioen tussen 62 en 65 jaar vermenigvuldigd met 1,5050. Er resulteert dan een jaarlijks tijdelijk ouderdomspensioen tussen 63 en 65 jaar van 15.050 (= 10.000 x 1,5050). Pagina 4 van 10

Extra levenslang ouderdomspensioen in ruil voor tijdelijk ouderdomspensioen Indien door uitstel van het tijdelijk ouderdomspensioen het fiscaal maximum wordt bereikt, wordt het meerdere omgezet in extra ouderdomspensioen. Uitgestelde ingangsleeftijd Extra OP vanaf leeftijd 67 (% van bovenmatig TOP) 62 0,1845 63 0,1211 64 0,0596 64 jaar en 11 maanden 0,0049 Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld Indien een deelnemer door uitstel van het tijdelijk ouderdomspensioen (naar leeftijd 63) 10.000 boven het fiscale maximum uitkomt, wordt het meerdere omgezet in extra ouderdomspensioen vanaf leeftijd 67. Het extra ouderdomspensioen vanaf leeftijd 67 bedraagt in dit geval 1.211 (= 0,1211 x 10.000). Door de omzetting resulteert geen extra partnerpensioen. Hoog/laag constructie bij het levenslang ouderdomspensioen (vaste duur hoge uitkering) In de onderstaande tabel wordt aangegeven hoeveel extra uitkering kan worden verkregen voor een bepaalde periode (periode hoog ) indien 1 euro levenslang ouderdomspensioen wordt ingeleverd. Gewenste pensioenleeftijd Hoog voor 5 jaar, Hoog voor 10 jaar, 60 4,5331 2,3519 n.v.t. 61 4,4088 2,2915 n.v.t. 62 4,2827 2,2304 n.v.t. 63 4,1551 2,1689 n.v.t. 64 4,0263 2,1071 n.v.t. 65 3,8964 2,0451 2,0451 66 3,7658 n.v.t. 2,1760 67 3,6346 n.v.t. 2,3408 68 3,5034 n.v.t. 2,5540 69 3,3722 n.v.t. 2,8397 70 3,2416 n.v.t. 3,2416 Hoog tot leeftijd 75, Voorbeeld 1 (hoog voor 5 jaar, ) Stel een deelnemer heeft 10.000 levenslang ouderdomspensioen opgebouwd, ingaand vanaf leeftijd 67. Als de deelnemer vanaf leeftijd 61 tot leeftijd 66 (5 jaar) een hoger pensioen wenst en daarna een lager pensioen, dan zal eerst het ouderdomspensioen vanaf leeftijd 67 worden vervroegd naar een ouderdomspensioen vanaf leeftijd 61. Door toepassing van de vervroegingsfactor resulteert dan een levenslang ouderdomspensioen van 7.294 (= 10.000 x 0,7294). Vervolgens kan er bijvoorbeeld voor worden gekozen om 400 van dit pensioen uit te ruilen voor een extra tijdelijk pensioen tot leeftijd 66. Het extra pensioen dat kan worden verkregen voor 400 bedraagt 1.764 (= 400 x 4,4088). Dit leidt tot de volgende pensioensituatie: Vanaf leeftijd 61 tot leeftijd 66 (hoog) 8.658 = 7.294 -/- 400 + 1.764 Vanaf leeftijd 66 tot overlijden (laag) 6.894 = 7.294 -/- 400 De lage uitkering bedraagt hier 80% (= 6.894 / 8.658 x 100%) van de hoge uitkering. Pagina 5 van 10

Voorbeeld 2 (hoog voor 10 jaar, ) Stel een deelnemer heeft 10.000 levenslang ouderdomspensioen opgebouwd, ingaand vanaf leeftijd 67. Als de deelnemer vanaf leeftijd 63 tot leeftijd 73 (10 jaar) een hoger pensioen wenst en daarna een lager pensioen, dan zal eerst het ouderdomspensioen vanaf leeftijd 67 worden vervroegd naar een ouderdomspensioen vanaf leeftijd 63. Door toepassing van de vervroegingsfactor resulteert dan een levenslang ouderdomspensioen van 8.064 (= 10.000 x 0,8064). Vervolgens kan er bijvoorbeeld voor worden gekozen om 1.000 van dit pensioen uit te ruilen voor een extra tijdelijk pensioen tot leeftijd 73. Het extra pensioen dat kan worden verkregen voor 1.000 bedraagt 2.169 (= 1.000 x 2,1689). Dit leidt tot de volgende pensioensituatie: Vanaf leeftijd 63 tot leeftijd 73 (hoog) 9.233 = 8.064 -/- 1.000 + 2.169 Vanaf leeftijd 73 tot overlijden (laag) 7.064 = 8.064 -/- 1.000 De lage uitkering bedraagt hier 77% (= 7.064 / 9.233 x 100%) van de hoge uitkering. Voorbeeld 3 (hoog tot leeftijd 75, ) Stel een deelnemer heeft 10.000 levenslang ouderdomspensioen opgebouwd, ingaand vanaf leeftijd 67. Als de deelnemer vanaf leeftijd 68 tot leeftijd 75 een hoger pensioen wenst en daarna een lager pensioen, dan zal eerst het ouderdomspensioen vanaf leeftijd 67 worden uitgesteld naar een ouderdomspensioen vanaf leeftijd 68. Door toepassing van de uitstelfactor resulteert dan een levenslang ouderdomspensioen van 10.598 (= 10.000 x 1,0598). Vervolgens kan er bijvoorbeeld voor worden gekozen om 1.000 van dit pensioen uit te ruilen voor een extra tijdelijk pensioen tot leeftijd 75. Het extra pensioen dat kan worden verkregen voor 1.000 bedraagt 2.554 (= 1.000 x 2,5540). Dit leidt tot de volgende pensioensituatie: Vanaf leeftijd 68 tot leeftijd 75 (hoog) 12.152 = 10.598 -/- 1.000 + 2.554 Vanaf leeftijd 75 tot overlijden (laag) 9.598 = 10.598 -/- 1.000 De lage uitkering bedraagt hier 79% (= 9.598 / 12.152 x 100%) van de hoge uitkering. Pagina 6 van 10

Hoog/laag constructie bij het levenslang ouderdomspensioen (hoge uitkering tot AOW-leeftijd) In de onderstaande tabel wordt aangegeven hoeveel extra uitkering kan worden verkregen tot de AOW-leeftijden (periode hoog ) indien 1 euro levenslang ouderdomspensioen wordt ingeleverd. Gewenste Pensioenleeftijd Hoog tot leeftijd 65 jaar en 6 maanden, Hoog tot leeftijd 65 jaar en 9 maanden, Hoog tot leeftijd 66 jaar, Hoog tot leeftijd 66 jaar en 4 maanden, Hoog tot leeftijd 66 jaar en 8 maanden, Hoog tot leeftijd 67 jaar, 60 4,1320 3,9579 3,7986 3,6061 3,4333 3,2772 61 4,8861 4,6348 4,4088 4,1409 3,9049 3,6956 62 6,0723 5,6739 5,3253 4,9238 4,5802 4,2827 63 8,2079 7,4694 6,8540 6,1776 5,6249 5,1647 64 13,1890 11,3160 9,9112 8,5066 7,4542 6,6359 65 38,0751 25,4092 19,0758 14,3270 11,4773 9,5783 65 jaar en 5 maanden 224,5719 56,1902 32,1445 20,4854 15,0437 11,8940 65 jaar en 8 maanden n.v.t. 222,5364 55,6943 27,8848 18,6155 13,9824 65 jaar en 11 maanden n.v.t. n.v.t. 220,5601 44,1714 24,5782 17,0395 66 jaar en 3 maanden n.v.t. n.v.t. n.v.t. 217,7599 43,6211 24,2687 66 jaar en 7 maanden n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 214,9890 43,0660 66 jaar en 11 maanden n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 212,3256 Voorbeeld Stel een deelnemer heeft 10.000 levenslang ouderdomspensioen opgebouwd, ingaand vanaf leeftijd 67. Als de deelnemer vanaf leeftijd 60 met pensioen wil en vanaf leeftijd 60 tot de AOW leeftijd (in dit voorbeeld 65 jaar en 6 maanden) een hoger pensioen wenst en daarna een lager pensioen, dan zal eerst het ouderdomspensioen vanaf leeftijd 67 worden vervroegd naar een ouderdomspensioen vanaf leeftijd 60. Door toepassing van de vervroegingsfactor resulteert dan een levenslang ouderdomspensioen van 6.949 (= 10.000 x 0,6949). Vervolgens kan er bijvoorbeeld voor worden gekozen om 1.000 van dit pensioen uit te ruilen voor een extra tijdelijk pensioen tot de AOW leeftijd. Het extra pensioen dat kan worden verkregen voor 1.000 bedraagt 4.132 (= 1.000 x 4,1320). Dit leidt tot de volgende pensioensituatie: Vanaf leeftijd 60 tot leeftijd 65 jaar en 6 maanden (hoog) 10.081 = 6.949 -/- 1.000 + 4.132 Vanaf leeftijd 65 jaar en 6 maanden tot overlijden (laag) 5.949 = 6.949 -/- 1.000 De lage uitkering bedraagt hier 59% (= 5.949 / 10.081 x 100%) van de hoge uitkering. De lage uitkering mag niet minder dan 75% van de hoge uitkering bedragen. Bij deze vergelijking mag echter, voor zover de hoge uitkering een periode vóór de AOW-leeftijd betreft, tweemaal de enkelvoudige AOW voor een gehuwde (inclusief vakantietoeslag) (niveau per 1 januari 2016: 19.428), buiten beschouwing blijven. Het meerdere boven de 75%-grens bedraagt 2.149 (= 10.081 -/- 5.949 / 75%), hetgeen binnen de 19.428 blijft, waardoor deze keuze toch is toegestaan. Pagina 7 van 10

Extra levenslang ouderdomspensioen in ruil voor latent partnerpensioen (op pensioendatum) Pensioenleeftijd Euro extra levenslang ouderdomspensioen in ruil voor 1 partnerpensioen 60 0,1803 61 0,1891 62 0,1984 63 0,2080 64 0,2180 65 0,2284 66 0,2391 67 0,2502 68 0,2618 69 0,2736 70 0,2859 Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld Stel een 67-jarige deelnemer heeft 10.000 levenslang ouderdomspensioen (ingaand vanaf leeftijd 67) en 7.000 levenslang partnerpensioen opgebouwd. Indien de deelnemer kiest om het partnerpensioen volledig uit te ruilen voor extra levenslang ouderdomspensioen, dan bedraagt dit extra levenslang ouderdomspensioen 1.751 (= 0,2502 x 7.000). Het totale levenslang ouderdomspensioen (ingaand vanaf leeftijd 67) bedraagt dan 11.751, en er is geen partnerpensioen meer verzekerd. Extra partnerpensioen in ruil voor levenslang ouderdomspensioen (op pensioendatum) Pensioenleeftijd Euro extra partnerpensioen in ruil voor 1 levenslang ouderdomspensioen 60 4,9458 61 4,7117 62 4,4885 63 4,2765 64 4,0753 65 3,8851 66 3,7054 67 3,5362 68 3,3753 69 3,2243 70 3,0813 Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld Stel een 67-jarige deelnemer heeft 10.000 levenslang ouderdomspensioen (ingaand vanaf leeftijd 67) en 7.000 levenslang partnerpensioen opgebouwd. Indien de deelnemer kiest om 200 van het levenslang ouderdomspensioen uit te ruilen voor extra partnerpensioen, dan bedraagt dit extra partnerpensioen 707 (= 3,5362 x 200). Na uitruil bedraagt het levenslang ouderdomspensioen (ingaand vanaf leeftijd 67) dan 9.800, en bedraagt het partnerpensioen 7.707 (= 7.000 + 707). Pagina 8 van 10

Extra partnerpensioen in ruil voor levenslang ouderdomspensioen (bij beëindiging deelnemerschap) Leeftijd Euro extra partnerpensioen in ruil voor 1 levenslang ouderdomspensioen Leeftijd Euro extra partnerpensioen in ruil voor 1 levenslang ouderdomspensioen 20 4,6012 44 3,7880 21 4,5638 45 3,7596 22 4,5267 46 3,7306 23 4,4890 47 3,7018 24 4,4522 48 3,6735 25 4,4150 49 3,6447 26 4,3782 50 3,6162 27 4,3411 51 3,5883 28 4,3041 52 3,5621 29 4,2678 53 3,5375 30 4,2322 54 3,5146 31 4,1967 55 3,4934 32 4,1626 56 3,4755 33 4,1286 57 3,4605 34 4,0953 58 3,4493 35 4,0628 59 3,4417 36 4,0307 60 3,4367 37 3,9993 61 3,4368 38 3,9676 62 3,4404 39 3,9366 63 3,4485 40 3,9060 64 3,4611 41 3,8759 65 3,4794 42 3,8461 66 3,5040 43 3,8170 67 3,5362 Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Pagina 9 van 10

Afkoopfactoren kleine pensioenen Afkoopbedrag boekjaar 2015: 462,88 Afkoopbedrag boekjaar 2016: nog niet bekend Afkoop- LOP67 TOP62-65 latent PP Ing PP Afkoop- Ing PP leeftijd leeftijd 15 4,1193 0,8989 0,7742 37,7466 71 15,9014 16 4,2679 0,9325 0,8107 37,6163 72 15,2193 17 4,4216 0,9673 0,8489 37,4812 73 14,5352 18 4,5806 1,0033 0,8889 37,3406 74 13,8512 19 4,7449 1,0405 0,9308 37,1945 75 13,1695 20 4,9146 1,0790 0,9744 37,0427 76 12,4921 21 5,0899 1,1185 1,0200 36,8845 77 11,8203 22 5,2710 1,1592 1,0675 36,7198 78 11,1586 23 5,4578 1,2010 1,1170 36,5480 79 10,5073 24 5,6507 1,2440 1,1686 36,3690 80 9,8668 25 5,8496 1,2882 1,2220 36,1822 81 9,2439 26 6,0547 1,3338 1,2776 35,9878 82 8,6408 27 6,2659 1,3804 1,3354 35,7851 83 8,0554 28 6,4833 1,4279 1,3953 35,5741 84 7,4908 29 6,7072 1,4764 1,4574 35,3541 85 6,9473 30 6,9375 1,5259 1,5219 35,1253 86 6,4269 31 7,1742 1,5761 1,5888 34,8869 87 5,9346 32 7,4175 1,6270 1,6580 34,6391 88 5,4703 33 7,6672 1,6784 1,7295 34,3810 89 5,0306 34 7,9231 1,7301 1,8036 34,1133 90 4,6220 35 8,1854 1,7820 1,8801 33,8354 91 4,2415 36 8,4537 1,8336 1,9590 33,5468 92 3,8881 37 8,7279 1,8848 2,0404 33,2474 93 3,5641 38 9,0075 1,9353 2,1245 32,9368 94 3,2682 39 9,2924 1,9848 2,2111 32,6149 95 2,9991 40 9,5820 2,0330 2,3001 32,2812 96 2,7565 41 9,8758 2,0793 2,3914 31,9358 97 2,5385 42 10,1732 2,1229 2,4850 31,5787 98 2,3451 43 10,4736 2,1643 2,5806 31,2094 99 2,1746 44 10,7762 2,2051 2,6784 30,8269 45 11,0800 2,2465 2,7780 30,4331 46 11,3837 2,2893 2,8795 30,0264 47 11,6860 2,3333 2,9826 29,6081 48 11,9867 2,3785 3,0867 29,1776 49 12,2855 2,4254 3,1923 28,7334 50 12,5828 2,4740 3,2990 28,2757 51 12,8786 2,5241 3,4063 27,8049 52 13,1736 2,5758 3,5138 27,3213 53 13,4680 2,6285 3,6213 26,8259 54 13,7623 2,6813 3,7283 26,3159 55 14,0567 2,7328 3,8347 25,7929 56 14,3528 2,7814 3,9390 25,2570 57 14,6507 2,8261 4,0414 24,7082 58 14,9510 2,8661 4,1409 24,1469 59 15,2538 2,9006 4,2368 23,5736 60 15,5577 2,9290 4,3294 22,9872 61 15,8639 2,9522 4,4163 22,3914 62 16,1707 2,9716 4,4979 21,7847 63 16,4776 1,9869 4,5732 21,1655 64 16,7840 0,9965 4,6409 20,5352 65 17,0907 n.v.t. 4,7000 19,8970 66 17,3977 n.v.t. 4,7497 19,2486 67 17,7078 n.v.t. 4,7896 18,5921 68 17,0180 n.v.t. 4,8200 17,9269 69 16,3274 n.v.t. 4,8386 17,2575 70 15,6360 n.v.t. 4,8463 16,5826 Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Pagina 10 van 10