HANDLEIDING EN REKENREGELS



Vergelijkbare documenten
Regeling rekenregels waardeoverdracht

Besluit reken- en procedureregels waardeoverdracht

Regeling rekenregels waardeoverdracht

Pensioenbijspaarreglement van Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Pensioenopbouw na de opgegeven datum is niet meer het resultaat is van de gezamenlijke inspanning van beide partners.

Adviesrapport pensioen en echtscheiding. Gegevens verzekerde. Grondslagen algemeen. Grondslagen verdeling. Grondslagen actuarieel. Versie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Bijlage 1 bij de pensioenovereenkomst

Stichting Pensioenfonds Holland Casino. Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino. Inhoudsopgave:

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Rekenresultaat berekening overdrachtswaarde. Grondslagen algemeen. Grondslagen overdracht. Grondslagen actuarieel. Waardering aanspraken

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2016 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Stichting^ van de Arbeid

Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding

ANW- Hiaat Reglement 2015

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE

Overgangsregeling ECI 15 jaarsoptie Uitstel financiering van over het verleden in te kopen pensioenruimte

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

ANW- Hiaat Reglement De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)

Reglement Versleepregeling

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2016 (concept)

Addendum op het pensioenreglement van 1 januari 1988, versie 8

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2011

Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM

Einde dienstverband en uw pensioen

Pensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Bijlage 2: Actuariële factoren

Pensioen. Waardeoverdracht bij indiensttreding

Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW

Het overzicht dat u nu heeft ontvangen, laat uw pensioensituatie zien zoals deze was op 31 december 2014.

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

VPL Reglement. 1 februari 2016 Pagina 1 van 7

VRIJWILLIGE PENSIOENSPAARREGELING VAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTER DOUGLAS. Per

Bijlage A2 PENSIOENREGLEMENT a.s.r.

Uitvoeringsrichtlijn betreffende deelneming bij werken na de ingang van het ouderdomspensioen

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate

Het overzicht dat u nu heeft ontvangen, laat uw pensioensituatie zien zoals deze was op 1 januari 2016.

PENSIOENREGLEMENT. Gewijzigd per: 1 januari 2014 Goedkeuringsdatum : 17 december 2013 Definitieve versie

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht in dienst

Mededeling van scheiding in verband met verdeling van ouderdomspensioen

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

P E N S I O E N R E G L E M E N T

Toelichting op het pensioenoverzicht 2010 KPN Uitkeringsovereenkomst voor de middelloonregeling

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

Oudedagregelingen. 6b.19 6b.20 6b.21 6b.22 6b.23 6b.24 6b.25 6b.26 6b.27 6b.28 6b.29. 6b.30 6b.31. 6b.32. 6b.33 6b.34 6b.35

Welk pensioen kunt u verwachten?

Mededeling van scheiding in verband met verdeling van ouderdomspensioen

Reglement Prepensioenregeling. 01/01/2008 (laatstelijk gewijzigd per 25/02/2014; in werking getreden per 01/01/2012)

Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet

Reglement TIJDELIJK AANVULLEND NABESTAANDENPENSIOEN (ANW-hiaat verzekering)

Bijlage Pensioenreglement: vervroegings-, uitstel- en uitruilfactoren en afkoopvoeten

UITVOERINGSREGLEMENT VOORTZETTING PENSIOENOPBOUW BIJ WERKLOOSHEID 1999 DE STICHTING FINANCIERING VOORTZETTING PENSIOENVERZEKERING

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

ADDENDUM inzake AOW-compensatie behorende bij de pensioenreglementen van Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

Bijlage 1: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Waardeoverdracht uit dienst

Mededeling van scheiding in verband met verdeling van ouderdomspensioen

Stichting Pensioenfonds Citco Nederland

Aanvullend reglement

Kemira Rotterdam B.V.

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

OMZETTINGSFACTOREN UITRUIL- EN AFKOOPVOETEN 2016 UITRUIL- EN AFKOOPVOETEN 2016

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

HANDLEIDING EN REKENREGELS voor waarde-overdrachten binnen Het Circuit 1 februari 2004

INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Procedure 2.1 Uitgangspunten 2.2 Termijnen 2.3 Werkwijze 3. Rekenregels 3.1 Uitgangspunten 3.2 Afwikkeling oude pensioenregeling 3.2.1 Aanspraak bij ontslag 3.2.2 Aanspraak op nabestaandenpensioen 3.2.3 Bepaling afkoopwaarde (AW) 3.2.4 Bepaling overdrachtswaarde (OW) 3.2.5 Bepaling fictieve overdrachtswaarde (OWf) 3.2.6 Bepaling aanvullingskoopsom-oud 3.2.7 Intrestcompensatie 3.3 Invoer in nieuwe pensioenregeling 3.3.1 Omzetting overdrachtswaarde in pensioenaanspraken volgens de nieuwe pensioenregeling 3.3.2 In te kopen pensioenjaren (overdrachtsjaren) 3.3.3 Extra pensioen 3.3.4 Bepaling aanvullingskoopsom-nieuw 4. Bijzondere situaties 4.1 Samenloop premievrijstelling en waarde-overdracht 4.2 Gedeeltelijke FVP-voortzetting 4.3 Excedent-regelingen 4.4 Beleggingsverzekeringen 5. Overdracht oude gevallen (Het Pluscircuit) 5.1 Inleiding 5.2 Uitgangspunten 5.3 Procedures en rekenregels

Bijlagen: Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Begrippen en afkortingen Formulier I (Opgave oude pensioenaanspraken) Formulier II (Verzoek tot waarde-overdracht premievrij pensioen) Actuariële formules en gebruikte grondslagen Contante waarde-factoren Voorbeelden Pensioenverevening 2

1. Inleiding In deze handleiding zijn de regels vastgelegd die binnen Het Circuit gelden voor waardeoverdracht van een premievrij pensioen bij incidentele uitdiensttreding van een werknemer bij een aangesloten werkgever en indiensttreding bij een andere aangesloten werkgever. In deze versie is de wijziging Besluit reken- en procedureregels recht op waardeoverdracht van 16 december 2003 verwerkt. Deze handleiding bevat een beschrijving van de bij de waarde-overdracht door werknemers, werkgevers en pensioenuitvoerders te volgen procedure, alsmede de details van de daarbij toe te passen rekentechniek. De procedures en rekenregels zijn gebaseerd op de wettelijke regels. Voor definities van de gebruikte begrippen en een lijst met gebruikte afkortingen wordt verwezen naar bijlage 1 (a en b). Bijlage 6 bevat een aantal voorbeelden ter illustratie. De in deze handleiding beschreven procedures en rekenregels geven minimumregels ten opzichte van de deelnemer. Het is steeds toegestaan van de handleiding af te wijken, mits duidelijk ten gunste van de deelnemer. De overdracht vindt plaats indien de werknemer van zijn recht op waarde-overdracht gebruik wil maken. De overdrachtsprocedure kan in hoofdlijnen als volgt worden weergegeven. afkoopwaarde (AW) oude nominale aanspraak bij ontslag m.b.t. het reeds gepensioenregeling financierde deel (x standaardkoopsom) overdracht nieuwe pensioenregeling overdrachtswaarde (OW) overdrachtswaarde (OW) (: standaardkoopsom) premievrije aanpak OW-AW ten laste oude werkgever/ pensioenfonds IK-OW ten laste nieuwe werkgever/ pensioenfonds inkoopsom in te kopen pensioenjaren (overdrachtsjaren) 3

2. Procedure 2.1 Uitgangspunten 1. Werkgevers en hun pensioenuitvoerders hebben afspraken gemaakt over de verrekening van eventuele verschillen tussen afkoopwaarde of inkoopsom enerzijds en overdrachtswaarde anderzijds. 2. Werkgevers en pensioenuitvoerders beschikken over een lijst van aangesloten werkgevers en hun pensioenuitvoerders. 3. De werkgevers c.q. pensioenuitvoerders wijzen de werknemer op de mogelijkheid van waarde-overdracht. 4. De nieuwe werkgever c.q. pensioenuitvoerder neemt het voortouw bij de afwikkeling van de waarde-overdracht. 2.2 Termijnen 1. De nieuwe werkgever informeert de nieuwe deelnemer bij opname in het pensioenfonds c.q. in de pensioenregeling over zijn recht op waarde-overdracht. Indien de nieuwe deelnemer van zijn recht op waarde-overdracht gebruik wilt maken, moet hij binnen zes maanden na de datum van opname in de pensioenregeling aan zijn nieuwe pensioenuitvoerder (zo nodig via de nieuwe werkgever) een opgave vragen van zijn pensioenaanspraken na eventuele waarde-overdracht. De nieuwe deelnemer doet een verzoek door middel van het aanmeldingsformulier voor waarde-overdracht (zie bijlage 2). Een verzoek dat na zes maanden wordt ingediend behoeft niet te worden gehonoreerd. 2. De nieuwe pensioenuitvoerder vraagt binnen één maand na ontvangst van het aanmeldingsformulier voor waarde-overdracht aan de oude pensioenuitvoerder informatie over: - de overdrachtswaarde (OW) (zie 3.2.4); - de nominale pensioenaanspraken waarop deze overdrachtswaarde is gebaseerd; - een eventuele fictieve overdrachtswaarde (Owf) (zie 3.2.5); - de pensioen(richt)leeftijd; - alle overige informatie die van belang is voor de pensioenuitvoering. 3. De oude pensioenuitvoerder verstrekt binnen twee maanden na ontvangst van voornoemd formulier de gevraagde gegevens aan de nieuwe pensioenuitvoerder. 4. De nieuwe pensioenuitvoerder moet binnen twee maanden na ontvangst van het ingevulde formulier de resultaten van een eventuele overdracht aan de nieuwe deelnemer meedelen, voorzover nodig voorzien van een duidelijke toelichting. Indien gewenst kan de deelnemer daarbij een opgave krijgen van zijn pensioenaanspraken in het geval de partner niet akkoord zou gaan met de overdracht van het nabestaandenpensioen. 4

5. De deelnemer dient binnen twee maanden na ontvangst van de in punt 4 genoemde informatie een verzoek tot waarde-overdracht in bij de nieuwe pensioenuitvoerder (een voorbeeld is bijgevoegd als bijlage 3), vergezeld van een handtekening van de partner dat deze akkoord gaat met de overdracht van het nabestaandenpensioen. 6. Indien de partner van de deelnemer niet schriftelijk akkoord gaat met de overdracht van het nabestaandenpensioen, blijft het nabestaandenpensioen achter bij de oude pensioenuitvoerder. Een achtergebleven aanspraak op nabestaandenpensioen moet door de oude pensioenuitvoerder worden behandeld als een slapersrecht. 7. Wanneer de deelnemer niet binnen twee maanden heeft gereageerd, wordt de deelnemer geacht geen gebruik te willen maken van zijn recht op waarde-overdracht. 8. De overdracht van de overdrachtswaarde moet binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek tot waarde-overdracht door de oude pensioenuitvoerder worden gerealiseerd. 9. Het risico gaat over op de datum van het definitieve verzoek (dagtekening voor akkoord) van de deelnemer tot waarde-overdracht. 2.3 Werkwijze Bij indiensttreding informeert de nieuwe werkgever de werknemer (sollicitant) over de mogelijkheid tot waarde-overdracht. Wanneer de werknemer binnen zes maanden na opname in de nieuwe pensioenregeling kenbaar maakt de mogelijkheid tot waarde-overdracht te overwegen, stuurt de nieuwe werkgever bericht naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Hiermee treedt de procedure in werking. In de navolgende beschrijving worden de handelingen en formulieren aangegeven. De oude resp. nieuwe pensioenuitvoerder worden aangeduid met PUO-O resp. PUO-N. 5

Handelingen nr. form. Toelichting 1 Folder De werkgever informeert de werknemer over de mogelijkheid tot waarde-overdracht. 2 I (bijl.2) Opgave oude pensioenaanspraken 3 I (bijl.2) Opgave oude pensioenaanspraken 4 I (bijl.2) Opgave oude pensioenaanspraken 5 II (bijl.3) Verzoek tot waardeoverdracht premievrij pensioen 6 II (bijl.3) Verzoek tot waardeoverdracht premievrij pensioen 7 Verzoek tot overmaking overdrachtswaarde 8 Overmaking overdrachtswaarde 9 Bevestiging ontvangst overdrachtswaarde Wanneer de werknemer overweegt van zijn recht op waardeoverdracht gebruik te willen maken, moet hij dit binnen zes maanden na de datum opname in de nieuwe pensioenregeling kenbaar maken aan PUO-N. PUO-N vult rubriek II van formulier I in en stuurt het van de werknemer ontvangen formulier binnen één maand door naar PUO-O. PUO-O vult rubriek III van formulier I in en stuurt het ingevulde formulier binnen twee maanden terug naar PUO-N. PUO-N laat de nieuwe deelnemer binnen twee maanden weten wat voor hem/haar de gevolgen zijn van een eventuele waardeoverdracht via formulier II (eventueel met een toelichting). Indien de werknemer besluit gebruik te maken van de mogelijkheid tot waarde-overdracht, stuurt hij formulier II binnen twee maanden na ontvangst getekend retour naar PUO-N. PUO-N stuurt een kopie van het ondertekende formulier II naar PUO-O en verzoekt PUO-O de overdrachtswaarde over te maken. PUO-O maakt het bedrag van de overdrachtswaarde, vermeerderd met intrest vanaf de overdrachtsdatum, over aan PUO-N. De overdracht moet binnen drie maanden na ontvangst van formulier II zijn gerealiseerd. PUO-N stelt de werkgever/werknemer in kennis van de effectuering van de overdracht. 6

3. Rekenregels 3.1 Uitgangspunten De rekensystematiek is gebaseerd op de regels van het wettelijk recht. Uitgangspunt daarbij is dat de nominale pensioenaanspraken na overdracht in totaal actuarieel gelijkwaardig zijn aan de nominale pensioenaanspraken die door de vorige werkgever bij ontslag zijn meegegeven. Daardoor zijn bij aansluitende overdracht tussen twee identieke pensioenregelingen, bij gelijke pensioengrondslag, de pensioenaanspraken na overdracht dezelfde en is tevens het aantal in te kopen pensioenjaren (overdrachtsjaren) in de nieuwe pensioenregeling gelijk aan het aantal in de oude regeling tot de ontslagdatum meetellende pensioenjaren. Deze situatie zal zich echter niet vaak voordoen. Bij wisseling van werkgever stijgt veelal het salaris en dientengevolge de pensioengrondslag. Daarnaast kunnen er nog diverse andere verschillen in de pensioenregelingen zijn, zoals bijvoorbeeld de pensioen(richt)leeftijd. Het is daarom van wezenlijk belang dat in de voorlichting aan de werknemer gewezen wordt op mogelijke verschillen tussen twee pensioenregelingen, waardoor het pensioen voor en na overdracht niet gelijk zal zijn. De overdrachtsjaren zullen dientengevolge veelal ook afwijken. In bijlage 6 zijn door middel van voorbeelden diverse situaties van overdrachten nader uitgewerkt. De regels van Het Circuit zijn gebaseerd op de wettelijke minimumregels. De termijn waarbinnen het verzoek tot waarde-overdacht moet zijn ingediend is echter ruimer gesteld. Deze is zes in plaats van twee maanden. 3.2 Afwikkeling oude pensioenuitvoerder 3.2.1 Aanspraak bij ontslag Voor de berekening van de over te dragen waarde wordt uitgegaan van de ingevolge de PSW bij ontslag verkregen nominale pensioenaanspraken, plus meeverzekerde onvoorwaardelijke toegezegde verhogingen waarvan de hoogte in absolute of procentuele zin vaststaat, ongeacht of de financiering ervan is voltooid. (Vormen van) wezenpensioen, invaliditeitspensioen en hiatenpensioen worden hierbij buiten beschouwing gelaten (op nul gesteld). 3.2.2 Aanspraak op nabestaandenpensioen De aan een ex-partner toegekende aanspraak op een bijzonder nabestaandenpensioen (BNP) wordt niet overgedragen, tenzij alle betrokkenen hiermee instemmen. Hetzelfde geldt voor een nabestaandenpensioen dat achterblijft (NPa) als de partner geen medewerking aan de overdracht verleent. Er zal eventueel een splitsing gemaakt dienen te worden in het over te dragen nabestaandenpensioen. Als een deel van het nabestaandenpensioen niet uitgeruild kan worden ( art 2 b PSW) dan dient opgegeven te worden het nabestaandenpensioen met uitruilmogelijkheid en zonder uitruilmogelijkheid. Bijzonder / achterblijvend nabestaandenpensioen (BNP / Npa) De waarde van deze pensioenaanspraken wordt altijd berekend, en wel met de rekenregels op basis van de technische grondslagen van bijlage 4. De waarde wordt op formulier I apart vermeld. Fictief nabestaandenpensioen (NPf) Ingeval van een regeling met een nabestaandenpensioen volgens het bepaalde partnersysteem wordt voor een deelnemer zonder partner een fictieve aanspraak op nabestaandenpensioen vastgesteld als ware de deelnemer vanaf de opneming in de regeling gehuwd. Deze aanspraak wordt verminderd met reeds bestaande aanspraken op (bijzonder) nabestaandenpensioen. 7

De waarde van deze fictieve aanspraak (Npf) wordt uiteraard niet overgedragen, maar telt wel mee voor de bepaling van de overdrachtsjaren. NB. Indien het nabestaandenpensioen wordt gefinancierd op risicobasis hoeft hier geen fictieve aanspraak voor vastgesteld te worden. 3.2.3 Bepaling afkoopwaarde (AW) De AW van de bij ontslag verkregen aanspraken wordt berekend per de overdrachtsdatum (dit is de opnamedatum in nieuwe pensioenregeling). De berekening geschiedt overeenkomstig de voorwaarden die met betrekking tot incidentele afkoop tussen de oude werkgever/ pensioenfonds en PUO-O zijn overeengekomen. AW heeft alleen betrekking op het gefinancierde deel van de bij ontslag verkregen pensioenaanspraken. 3.2.4 Bepaling overdrachtswaarde (OW) OW is gelijk aan de contante waarde van de over te dragen aanspraken en wordt normaal afgerond in euro s. OW wordt berekend op basis van het wettelijke standaardtarief. Bijlage 5 geeft de contante waardefactoren volgens dat standaardtarief voor een aantal verzekeringsvormen. In bijlage 4 zijn de gebruikte grondslagen en formules vermeld. Voor niet vermelde verzekeringsvormen kunnen de factoren op basis van bijlage 4 worden bepaald. Bij de bepaling van OW blijven buiten beschouwing: toekomstige aanpassingen van de aanspraken, niet zijnde meeverzekerde onvoorwaardelijk toegezegde verhogingen waarvan de hoogte in absolute of procentuele zin vaststaat; wezenpensioen, ANW-hiaten-pensioen en ander nabestaandenpensioen op risicobasis, invaliditeitspensioen en WAO-hiaten-pensioen (zie 3.2.1.); BNP, Npa en Npf (zie 3.2.2). Omdat de achterblijvende en fictieve aanspraken op nabestaandenpensioen medepalend kunnen zijn voor de inbouw in de nieuwe regeling wordt de waarde van deze pensioenaanspraken apart berekend als fictieve overdrachtswaarde (zie 3.2.5). Als voor een bepaalde pensioenvorm OW niet rechtstreeks kan worden bepaald door toepassing van de grondslagen van het wettelijke standaardtarief, kan op basis van door de oude pensioenuitvoerder gehanteerde grondslagen de betreffende pensioenvorm eerst worden omgezet in de meest gerede pensioenvorm, waarvan het standaardtarief is vermeld in bijlage 5, of kan worden bepaald op basis van de formules in bijlage 4. Aangezien de grondslagen van het standaardtarief geen bepalingen bevatten omtrent onvoorwaardelijke stijgingen en eventuele bijzondere pensioenvormen, zal in voorkomende gevallen alleen de laatst omschreven methode kunnen worden toegepast. 3.2.5 Bepaling fictieve overdrachtswaarde nabestaandenpensioen (Owf) De waarden van BNP, Npa en Npf worden berekend conform het in 3.2.4 gestelde. Het totaal van de uitkomsten dient als fictieve overdrachtswaarde afzonderlijk te worden vermeld in rubriek III van formulier I. 3.2.6 Bepaling aanvullingskoopsom-oud De aanvullingskoopsom-oud is gelijk aan OW minus AW. Een positief bedrag komt ten laste en een negatief bedrag ten gunste van de oude werkgever (of diens pensioenfonds). 8

3.2.7 Intrestcompensatie Over de periode tussen de overdrachtsdatum en de datum waarop de overdrachtswaarde door PUO-O aan PUO-N wordt betaald, vindt intrestcompensatie plaats. De door PUO-O aan PUO-N verschuldigde intrest wordt berekend op basis van het rendement "u" als geldend per 1 januari in het jaar van overdracht, over de periode tussen overdrachts- en betalingsdatum. De periode wordt vastgesteld in maanden en afgerond naar beneden. Hierbij wordt een kalendermaand op 30 dagen gesteld. Afronding van de intrestcompensatie vindt vervolgens plaats in eurocenten normaal. 3.3 Invoer in nieuwe pensioenregeling 3.3.1 Omzetting overdrachtswaarde in pensioenaanspraken volgens de nieuwe pensioenregeling De door PUO-O opgegeven OW wordt, ongeacht uit welke regeling die voortkomt, aangewend voor pensioenaanspraken op basis van de nieuwe pensioenregeling. De formules voor de berekening van de uit de overdracht te verkrijgen pensioenaanspraken zijn hierna gegeven. De in de formule mee te nemen pensioenvormen zijn die welke ook bij ontslag worden meegegeven. Voorts worden de pensioenaanspraken die bij de vaststelling van OW/Owf buiten beschouwing worden gelaten (zie 3.2.4) ook hier in de berekening niet meegenomen. OP nw, NP nw en OV nw symboliseren de aanspraak op oudedagspensioen, nabestaandenpensioen en overige pensioenvormen, voorzover niet op basis van het voorgaande uitgesloten. α en β zijn hierbij de verhoudingen tussen die pensioenvormen uit de nieuwe pensioenregeling. In veel gevallen zal β deelnemerafhankelijk zijn. Als voor een bepaalde pensioenvorm niet rechtstreeks gebruik kan worden gemaakt van de grondslagen van het wettelijke standaardtarief, kan op basis van door de nieuwe uitvoerder gehanteerde grondslagen de betreffende pensioenvorm eerst worden omgezet in de meest gerede pensioenvorm, waarvan het standaardtarief is vermeld in bijlage 5, of kan worden bepaald op basis van de formules in bijlage 4. Kps-OP, kps-np en kps-ov zijn de koopsommen per eenheid gebaseerd op het standaardtarief met pensioen(richt)leeftijd en uitstelduur van de nieuwe regeling. Het te verkrijgen nabestaandenpensioen uit de waardeoverdracht is een pensioen waar de mogelijkheid van uitruil (art. 2 b PSW) van kracht is. OPnw= NP OW +OWf kps - OP + α x kps - NP + β x kps - OV OWf = x OPnw - kps - NP nw α OV nw= β x OP nw Indien NP nw negatief zou worden, wordt NP nw op nul gesteld en wordt alleen OW aangewend voor OP nw en OV nw. De gevonden pensioenbedragen worden normaal afgerond op eurocenten. Wanneer een deelnemer zonder partner maar met een aanspraak op nabestaandenpensioen overgaat naar een pensioenregeling met bepaalde partnersysteem (dat wil zeggen de betrokkene verkrijgt uit de overdracht geen reguliere aanspraak op nabestaandenpensioen) dan 9

wordt de berekening uitgevoerd alsof er wel sprake is van een partner. Ten aanzien van het berekende NP nw zijn er twee mogelijkheden: 1. NP nw wordt alsnog als aanspraak toegekend ten behoeve van een eventuele toekomstige partner; 2. NP nw wordt omgezet in een aanspraak op ouderdomspensioen. Deze aanspraak wordt behandeld als een ontslagaanspraak. Als in de toekomst een aanspraak op nabestaandenpensioen ontstaat, dan kan deze extra aanspraak ter financiering daarvan worden gebruikt. De gevonden pensioenbedragen worden vermeld op het formulier II. 3.3.2 In te kopen pensioenjaren Het aantal in te kopen pensioenjaren voor de nieuwe regeling, ook wel aangeduid als "overdrachtsjaren", wordt als volgt bepaald: OPnw (zie 3.3.1) overdrachtsjaren = regl.op per pens.jr. Het aantal overdrachtsjaren wordt bepaald in eenheden (dagen, weken, maanden) volgens de nieuwe regeling (naar boven afgerond). Is het totaal aantal pensioenjaren in de nieuwe regeling inclusief overdrachtsjaren groter dan het maximaal aantal dienstjaren in die regeling, dan wordt het aantal overdrachtsjaren dusdanig vastgesteld dat het maximaal aantal pensioenjaren niet wordt overschreden. Bedacht moet worden dat het maximum aantal pensioenjaren per pensioenvorm kan verschillen. In dat geval gaat de waarde voor die bepaalde pensioenvorm dat betrekking heeft op het deel boven het desbetreffende maximum over op de overige pensioenvormen. Overigens zal deze berekening alleen plaatsvinden als de nieuwe pensioenvoorziening een eindloonregeling is. Het gevonden aantal overdrachtsjaren wordt vermeld op het formulier II. 3.3.3 Extra pensioen Wordt het aantal overdrachtsjaren beperkt in verband met het bereiken van het maximaal aantal dienstjaren, dan wordt een evenredig deel van de pensioenaanspraken uit overdracht als extra pensioen verzekerd. Dit extra pensioen wordt behandeld als een ontslagaanspraak. Indien het maximum aantal pensioenjaren per pensioenvorm verschilt, wordt het extra pensioen pas verzekerd indien alle maximale pensioenjaren voor de diverse pensioenvormen zijn bereikt (zie ook 3.3.2). Het extra pensioen wordt op formulier II vermeld als "extra pensioen". 3.3.4 Bepaling aanvullingskoopsom-nieuw Per de overdrachtsdatum wordt een inkoopsom (IK) vastgesteld voor de volgens 3.3.1 berekende aanspraken uit overdracht. De berekening vindt plaats overeenkomstig de voorwaarden die betrekking hebben op inkoop van pensioen tussen de nieuwe werkgever/pensioenfonds en diens pensioenuitvoerder. De aanvullingskoopsom-nieuw is gelijk aan het verschil tussen IK en OW. Een positief verschil komt ten laste en een negatief verschil ten gunste van de nieuwe werkgever (of diens pensioenfonds). 10

4. Bijzondere situaties 4.1 Samenloop premievrijstelling en waarde overdracht Ingeval er sprake is van een gedeeltelijk dienstverband naast bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid waarvoor gedeeltelijke premievrije opbouw is verleend, dan worden bij waarde-overdracht slechts de opgebouwde aanspraken, toe te wijzen aan het actieve dienstverband, overgedragen. Aanspraken toe te wijzen aan de premievrije opbouw blijven bij de oude pensioenuitvoerder achter en kunnen pas bij reactivering worden overgedragen. De verdeling van de pensioenaanspraken bij de oude pensioenuitvoerder dient als volgt te geschieden: de opgebouwde aanspraken worden naar evenredigheid gesplitst in een bij de premievrijstelling behorend deel en in een niet (meer) premievrijgesteld deel. 4.2 Gedeeltelijke fvp-voortzettingen Ingeval er sprake is van een gedeeltelijke FVP-voortzetting wordt de overdracht gerealiseerd bij beëindiging van de FVP-voortzetting en zodanig nadat de aanspraken welke aan de FVPbijdrage kunnen worden ontleend, zijn vastgesteld. 4.3 Excedent regelingen In principe dienen de verworven aanspraken in een excedent-regeling onderdeel uit te maken van de waarde-overdracht, tenzij de werkgever of diens pensioenfonds voor deze excedentregeling niet de regels van Het Circuit wenst te volgen. Of de aanspraken opgebouwd in de excedent-regeling overgedragen kunnen worden blijkt uit de deelnemerslijst. Indien de werkgever deze excedent-regeling heeft ondergebracht bij een andere verzekeraar dan waar de collectieve regeling is ondergebracht sluiten de werkgever en de verzekeraar een aparte aansluitovereenkomst voor de excedent-regeling. Indien de excedent-regeling is ondergebracht bij de pensioenuitvoerder van de collectieve regeling en de werkgever wil overdragen op basis van de voorwaarden van Het Circuit, dan dient de werkgever alleen een aansluitovereenkomst aan te gaan. 4.4 Beleggingsverzekeringen Ingeval van beleggingsverzekeringen of daarmee vergelijkbare verzekeringen wordt de overdrachtswaarde bepaald per de datum van afkoop en wordt geacht in deze waarde een intrestcompensatie begrepen te zijn vanaf de overdrachtsdatum. Voor de berekening van de pensioenen dient deze intrestcompensatie niet in de overdrachtswaarde te worden meegenomen. Indien de nieuwe pensioenregeling is gebaseerd op beleggingsverzekeringen of daarmee vergelijkbare verzekeringen dient zowel de overdrachtswaarde als de intrestcompensatie te worden aangewend als inkoopsom. De berekening van de verkrijging van pensioenaanspraken vindt dan plaats per de datum van inkoop. 11

5. Overdracht oude gevallen (Het Pluscircuit) 5.1 Inleiding Sinds 8 juli 1994 bestaat voor werknemers een wettelijk recht om hun opgebouwde pensioenaanspraken bij wisseling van werkgever mee te nemen. Dit recht op waardeoverdracht geldt niet voor wisselingen van werkgever die voor die tijd hebben plaatsgevonden. Het Pluscircuit biedt de mogelijkheid om op vrijwillige basis de pensioen-aanspraken in deze "oude gevallen" over te dragen. Het gaat hierbij dus om gevallen" van vóór 8 juli 1994. In situaties waarin om welke reden dan ook bij dienstverlating ná de datum van 8 juli 1994 geen waarde-overdracht tot stand is gekomen, hoewel er wel sprake is geweest van wisseling van werkgever, biedt het wettelijk recht altijd alsnog de mogelijkheid om waarde over te dragen, zodra zich een nieuwe gelegenheid tot waarde-overdracht voordoet, aldus een schriftelijke mededeling van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Voor deze "nieuwe oude gevallen" behoeft Het Pluscircuit dus geen voorziening te bieden. 5.2 Uitgangspunten 1. De overdrachtsdatum voor de "oude gevallen van vóór 8 juli 1994" is de eerste van de maand volgend op het tijdstip dat het verzoek om overdracht bij de nieuwe pensioenuitvoerder is ontvangen. 2. De over te dragen pensioenen zijn inclusief de verleende toeslagen op de verkregen pensioenaanspraken bij ontslag bij de oude pensioenuitvoerder. 3. De pensioengrondslag is de pensioengrondslag op de overdrachtsdatum. 4. De overdrachten gelden niet voor kleine pensioenaanspraken. Als grens geldt hierbij de aanspraak die volgens de PSW bij ingang van het ouderdomspensioen kan worden afgekocht. Voor 2004 ligt de grens bij een ouderdomspensioen van 350,56. 5. Door de nieuwe pensioenuitvoerder mag bij de werknemer een kostenvergoeding in rekening worden gebracht van maximaal 50,00. Dit geldt alleen voor de gevallen van vóór 8 juli 1994. De kostenvergoeding mag niet in mindering worden gebracht op de overdrachtswaarde. 5.3 Procedures en rekenregels De procedures (2) en de rekenregels (3) gelden met uitzondering van de uitgangspunten (5.2) eveneens voor deze waarde-overdrachten. 12

BIJLAGE 1 A: Begrippenlijst 13

Alfabetische lijst van in de handleiding gebruikte begrippen Aanvullingskoopsom nieuw Aanvullingskoopsom oud Bepaalde partnerregeling Bijzonder nabestaandenpensioen Extra pensioen Fictieve overdrachtswaarde In te kopen pensioenjaren (overdrachtsjaren) Leeftijd Nabestaandenpensioen Normale afronding Onbepaalde partnerregeling Overdrachtsjaren Overdrachtsdatum Overdrachtswaarde Verschil van de voor Regeling-nieuw verschuldigde inkoopsom en de ontvangen overdrachtswaarde. Verschil van de afkoopwaarde van de gefinancierde ontslagaanspraken en de overdrachtswaarde. Regeling waarbij nabestaandenpensioen wordt toegezegd aan uitsluitend deelnemers met partner ten behoeve van de huidige partner. Nabestaandenpensioen ten behoeve van een ex-partner van een deelnemer. Het deel van de overgedragen pensioenaanspraken dat, door het bereiken van het maximaal aantal pensioenjaren, niet tot overdrachtsjaren leidt. Waarde van een bijzonder nabestaandenpensioen, achterblijvend nabestaandenpensioen en/of een fictief nabestaandenpensioen. De pensioenjaren die in Regeling-nieuw worden verkregen op basis van de overgedragen pensioenaanspraken en die meetellen bij toekomstige pensioenaanpassingen. Het aantal wordt vastgesteld in eenheden (dagen, weken, maanden) volgens de nieuwe regeling, naar boven afgerond. Verschil tussen pensioen(richt)leeftijd en uitstelduur, in jaren en maanden. Weduwen- of weduwnaarspensioen, c.q. partnerpensioen. 0,5 wordt 1 < 0,5 wordt 0 Regeling waarbij nabestaandenpensioen wordt toegezegd aan alle deelnemers, ten behoeve van een eventuele bij overlijden achterblijvende partner. Zie "in te kopen pensioenjaren" Datum van opname in de nieuwe pensioenregeling. Op het standaardtarief berekende contante waarde van de bij ontslag verkregen pensioenaanspraken (indien nodig omgezet in standaard pensioenvormen), inclusief een eventueel nog te financieren gedeelte. Afronding normaal in euro s. 14

Partner Partnerpensioen Pensioen(richt)leeftijd Pensioenregeling nieuw Pensioenregeling oud Pensioenuitvoerder nieuw Pensioenuitvoerder oud Standaard pensioenvormen Standaardtarief Uitstelduur U-rendement De echtgenoot van een gehuwde deelnemer of de (geregistreerde) partner van de, volgens de pensioenregeling, ongehuwd samenwonende deelnemer. Nabestaandenpensioen ten behoeve van een partner. De in de regeling gedefinieerde leeftijd waarop het - pensioen (ouderdomspensioen, prépensioen, overbruggingspensioen) ingaat. De pensioenregeling van de nieuwe werkgever. De pensioenregeling van de oude werkgever. Pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij waar de nieuwe pensioenregeling is ondergebracht. Pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij waar de oude pensioenregeling is ondergebracht. Pensioenvormen waarvan het standaardtarief is vermeld in bijlage 5 of kan worden bepaald op basis van de formules in bijlage 4. Het in de overdrachtsprocedure door alle partijen te hanteren tarief op basis van de in de samenwerkingsovereenkomst vastgelegde grondslagen (zie bijlage 4 bij deze handleiding). Voor niet gehele leeftijden wordt lineaire interpolatie tussen de factoren voor de dichtstbijzijnde hele leeftijden toegepast. De factoren worden normaal afgerond in 3 decimalen. Verschil tussen de pensioen(richt)leeftijd en de overdrachtsdatum, in jaren en maanden, waarbij als volgt wordt afgerond: 16 t/m 30 dagen wordt 1 maand; 1 t/m 15 dagen vervalt. NB. Een kalendermaand wordt op 30 dagen gesteld. Het u-rendement zoals dit maandelijks wordt gepubliceerd door het Centrum voor Verzekerings- Statistiek van het Verbond van Verzekeraars. 15

BIJLAGE 1 B: Afkortingen 1

Alfabetische lijst van in de handleiding gebruikte afkortingen AW Afkoopwaarde BNP Bijzonder nabestaandenpensioen IK Inkoopsom Kps Contante waarde volgens het standaardtarief van 1,00 jaarlijks pensioen van de bedoelde vorm OP Ouderdomspensioen NP Nabestaandenpensioen Npa Achtergebleven nabestaandenpensioen Npf Fictief nabestaandenpensioen OV Pensioen van een andere vorm dan OP of NP OP nw NP nw OV nw premievrij pensioen volgens Regeling-nieuw OW Overdrachtswaarde Owf Fictieve overdrachtswaarde van een BNP, Npa of Npf PUO-O Pensioenuitvoerder oud PUO-N Pensioenuitvoerder nieuw 2

BIJLAGE 2 : Formulier I : Aanmeldingsformulier voor waarde-overdracht 3

Aanmeldingsformulier voor waarde-overdracht I In te vullen door deelnemer/nieuwe werkgever Gegevens deelnemer Naam en voorletters - Geboortedatum man / vrouw - Adres - Woonplaats - Burgerlijke staat Gehuwd Ongehuwd Gehuwd geweest - Sofi-nummer Vorige werkgever - Vestigingsplaats Vorige pensioenuitvoerder - Vestigingsplaats Polis-/registratienummer(s) Nieuwe werkgever - Vestigingsplaats - Datum indiensttreding Gegevens (ex-)partner Naam en voorletters - Geboortedatum - Adres - Woonplaats Datum Ondertekening II In te vullen door de ontvangende pensioenuitvoerder Gegevens ontvangende pensioenuitvoerder Naam Adres Vestigingsplaats Contactpersoon Bank-/girorekeningnummer Datum Ondertekening

Aanmeldingsformulier voor waarde-overdracht III In te vullen door de overdragende pensioenuitvoerder A. Over te dragen waarde B. Fictieve overdrachtswaarde: Standaard pensioen behorend bij A+B - Premievrij ouderdomspensioen - Premievrij nabestaandenpensioen -met uitruil ( art 2 B PSW) -zonder uitruil (art 2B PSW) - Premievrij tijdelijk ouderdomspensioen - Premievrij ongehuwden ouderdomspensioen - Bijzonder premievrij nabestaandenpensioen behorend bij fictieve overdrachtswaarde -met uitruil (art 2 B PSW) - zonder uitruil (art 2 B PSW) Achtergebleven nabestaandenpensioen behorend bij fictieve overdrachtswaarde -met uitruil ( art 2 B PSW) -zonder uitruil ( art 2 B PSW) Fictief nabestaandenpensioen behorend bij fictieve overdrachtswaarde Pensioen(richt)leeftijd Uitstelduur Aanvangsdatum deelnemerschap Einddatum deelnemerschap Waarde-overdracht na eerdere pensioenverevening Is er een ex-echtgeno(o)t(e) die wegens pensioenverevening rechtstreeks aanspraken heeft op de pensioenuitvoerder? ja nee -

Indien ja, dan bestaan die aanspraken uit: pensioen per jaar overdrachtswaarde Wordt dit pensioen in de overdracht betrokken? ja nee Indien ja, naam gerechtigde adres woonplaats geboortedatum Ontvangstdatum Datum Ondertekening -

BIJLAGE 3 : Formulier II : Verzoek tot waarde-overdracht premievrij pensioen -

Verzoek tot waarde-overdracht premievrij pensioen Naam deelnemer Adres Woonplaats Onderwerp: Opgave oude en nieuwe pensioenaanspraken Geachte heer en/of mevrouw, Op uw verzoek doen wij u een opgave van uw oude en nieuwe pensioenaanspraken toekomen als gevolg van een eventuele waarde-overdracht. Oude pensioenaanspraken Uw opgebouwde (premievrije) aanspraken bij uw oude pensioenuitvoerder zijn voor het ouderdomspensioen..., ingaand op...en voor het nabestaandenpensioen..., ingaand op.... fac: overige verzekeringsvormen Pensioenaanspraken bij waarde-overdracht Op basis van de door de oude pensioenuitvoerder bepaalde overdrachtswaarde bedraagt, bij overdracht van deze waarde naar uw nieuwe pensioenregeling, het ouderdomspensioen.... De grootte van het bijbehorende nabestaandenpensioen verkregen uit de waarde-overdracht is.... Hierbij zijn wij er van uit gegaan dat uw partner toestemt in de overdracht van het nabestaandenpensioen. Indien uw partner geen toestemming tot overdracht van het nabestaandenpensioen geeft, kennen wij aan u... overdrachtsjaren toe. Het hiermee corresponderende ouderdomspensioen bedraagt.... Indien u tot waarde-overdracht besluit, zullen bij toekomstige salarisverhogingen de overdrachtsjaren meetellen alsof u deze jaren in dienst bent geweest bij uw nieuwe werkgever. fac: fac: fac: fac: fac: overige pensioenvormen aantal overdrachtsjaren ( als de nieuwe regeling eindloonregeling is) extra pensioen (i.v.m. maximaal aantal pensioenjaren) bij overgang van FO naar FV van een ongehuwde: extra OP bijzonder nabestaandenpensioen Indien u tot waarde-overdracht wilt overgaan, dient u bijgevoegde brief vóór datum + 2 maanden ondertekend aan ons terug te zenden. Voor de overdracht van het nabestaandenpensioen dient uw eventuele partner mede te ondertekenen. Na ontvangst van deze brief zullen wij tot verdere afhandeling overgaan. Hoogachtend, Pensioenuitvoerder

Verzoek tot waarde-overdracht premievrij pensioen vervolg Ondergetekende,... verklaart hiermee akkoord te gaan met de overdracht van de bij oude pensioenuitvoerder verzekerde pensioenaanspraken naar nieuwe pensioenuitvoerder en afstand te doen van de aanspraken jegens oude pensioenuitvoerder. Betrokkene verklaart wel/geen 1 partner te hebben. Aldus naar waarheid ingevuld, Plaats : Datum : Handtekening betrokkene : Handtekening partner : 1 Doorhalen wat niet van toepassing is.

BIJLAGE 4 : Actuariële formules en gebruikte grondslagen

Actuariële formules en gebruikte grondslagen A. Formules 1. ouderdomspensioen N n a x = Dx x+n+ 1 2 2. tijdelijk ouderdomspensioen n a xm N = x+n+ 1 2 - N Dx x+n+m+ 3. ongehuwden-ouderdomspensioen n a ongehuwd x = (1- h x+n ) N 4. nabestaandenpensioen 1 2 1 x+n+ 2 + h Dx x+n D x+n a y+n x+n a h x y = n-1 t=0 ( M x+t - M x+t+1 ) h 1 x+t+ 2 D a x 1 y+t+ 2 + D x+n h x+n a x+n y+n (waarin x + n = leeftijd. pensionering) B. Grondslagen - Sterfte: Voor waardeoverdrachten waarbij de overdrachtsdatum is gelegen op of na 1 februari 2004 geldt de door het Actuarieel Genootschap gepubliceerde overlevingstafel GBM/GBV 1995-2000 zonder leeftijdscorrecties; (Waardeoverdrachten waarbij de overdrachtsdatum is gelegen vóór 1 februari 2004 geldt nog GBM/GBV 1990-1995). In verband met de steeds hoger wordende levenskansen zijn de factoren verhoogd met een forfaitaire opslag van 5%. - Rekenrente: 4% - Kosten: 0% - Partnerrelatie: De deelnemer wordt geacht een partner te hebben van een ander geslacht, waarbij de vrouw standaard 3 jaar jonger wordt verondersteld dan de man.

- Partnerfrequenties (h x ) waarvoor géén uitruil geldt in het kader van 2b PSW Bij de bepaling van de factoren voor het nabestaandenpensioen wordt uitgegaan van een partnerfrequentie. Deze is als volgt: mannen Vrouwen Leeftijden h x h x x < 18 0 0 18 x < 25 0,01 + 0,07(x-18) 0,05 + 0,10(x-18) 25 x < 30 0,50 + 0,04(x-25) 0,75 + 0,02(x-25) 30 x < 35 0,50 + 0,04(x-25) 0,85 35 x < 50 0,90 0,85 50 x 65 0,90 0,85-0,01(x-50) Indien uitruil geldt in het kader van 2b PSW wordt de partnerfrequentie (h x ) op leeftijd 65 op 1 gesteld. C. Symbolen In de bij A vermelde formules wordt gebruik gemaakt van de navolgende symbolen. 1. Leeftijden en duren Leeftijdsbepaling De leeftijd wordt in jaren en maanden bepaald, en wel door de pensioen(richt)leeftijd te verminderen met de uitstelduur. Deze uitstelduur wordt gerekend vanaf de opnamedatum in de nieuwe pensioenregeling tot de pensioeningangsdatum, in jaren en maanden, normaal afgerond. Onder normale afronding wordt hierbij verstaan: 0,5 of hoger wordt afgerond tot 1; kleiner dan 0,5 wordt 0; 16 t/m 30 dagen wordt 1 maand; 1 t/m 15 dagen vervalt. NB. Een volle maand wordt op 30 dagen gesteld. x de leeftijd van de deelnemer y de leeftijd van de verzorgde n de uitstelduur m de uitkeringsduur bij tijdelijk pensioen

2. Commutatietekens l x Dx = x 1,04 N x = -x ω t=0 D x+ t = Rx - R M x x+ 1 S x = ( - S 1,04 1 Rx x+1 ).1,04 2 S x = -x ω t=0 N x+ t = 0,5.( N + N 1 N x + x x+ 1 2 3. Lijfrentesymbolen 1 N x+ 2 ax = Dx a a D N x y xy = a y - a N x+ = D xy xy = l = y -x ω t=0 1 2 xy. D D xy 1 y+ 2 x x+t = 0,5.( a y+ t + a 1 a y + y y+ 1 2 ) )

BIJLAGE 6 : Voorbeelden

Voorbeelden In de volgende 5 voorbeelden worden de volgende situaties behandeld: Voorbeeld 1: gehuwde : onbepaalde partnerregeling bepaalde partnerregeling Voorbeeld 2: ongehuwde: onbepaalde partnerregeling bepaalde partnerregeling Voorbeeld 3: ongehuwde: bepaalde partnerregeling onbepaalde partnerregeling Voorbeeld 4: ongehuwde: bepaalde partnerregeling bepaalde partnerregeling Voorbeeld 5: gehuwde : onbepaalde partnerregeling onbepaalde partnerregeling waarbij overschrijding van het maximum aantal pensioenjaren plaatsvindt, en tevens het aantal pensioenjaren per pensioenvorm niet gelijk is. Er wordt uitgegaan van regelingen op basis van dienstjareneindloon en een nabestaandenpensioen dat de mogelijkheid van uitruil heeft.

Voorbeeld 1 Gegevens: werknemer: gehuwd, leeftijd 40 met 10 dienstjaren bij oude werkgever oude werkgever: nieuwe werkgever: onbepaalde partnerregeling bepaalde partnerregeling salaris : 22.500 salaris : 25.000 franchise : 12.950 franchise : 12.950 pensioen(richt)leeftijd : 65 pensioen(richt)leeftijd : 60 opbouwpercentage 1,75% per dienstjaar opbouwpercentage 2% per dienstjaar verzekerd: OP verzekerd: OP NP (70% van OP) NP (60% van OP) BNP van 250,00 TOP ( ß van OP) ß wordt op 15% gesteld Berekening oude pensioenuitvoerder Ontslagaanspraken: - ouderdomspensioen (OP) = 10 x 0,0175 * (22.500-12.950) = 1.671,25 - nabestaandenpensioen (NP) = 0,7 x 1671,25-250,00 = 919,88 - bijz. nabestaandenpensioen (BNP) = 250,00 = 250,00 Waarden: - overdrachtswaarde (OW) = 1.671,25 x 3.577 = 5.978,06 (OP) 919,88 x 2,725 = 2506,67 (NP) ------------- + 8485,00 (in hele euro s) ======== - fictieve overdrachtswaarde (OWf) = 250,00 x 2,725 = 681(in hele euro s) ======== Berekening nieuwe pensioenuitvoerder Premievrij pensioen volgens regeling nieuw: - OP = (OW + OWf) / (5,506 + 0,6 x 2,725 + 0,15 x 1,929) = 1233,59 - TOP = 0,15 x OP = 185,04 - NP = 0,6 x OP - BNP = 490,15 In te kopen pensioenjaren: - overdrachtsjaren = OP / OP per dienstjaar = 1233,59 / (0,02 x (25.000 12.950)) = 5 jaar en 2 maanden ================

Voorbeeld 2 Gegevens: werknemer: ongehuwd, leeftijd 40 met 10 dienstjaren bij oude werkgever oude werkgever: nieuwe werkgever: onbepaalde partnerregeling bepaalde partnerregeling salaris : 22.500 salaris : 25.000 franchise : 12.950 franchise : 12.950 pensioen(richt)leeftijd : 65 pensioen(richt)leeftijd : 60 opbouwpercentage 1,75% per dienstjaar opbouwpercentage 2% per dienstjaar verzekerd: OP verzekerd: OP NP (70% van OP) NP (60% van OP) TOP ( ß van OP) ß wordt op 15% gesteld Berekening oude pensioenuitvoerder Ontslagaanspraken: - ouderdomspensioen (OP) = 10 x 0,0175 * (22.500-12.950) = 1.671,25 - nabestaandenpensioen (NP) = 0,7 x 1.671,25 = 1.169,88 Waarden: - overdrachtswaarde (OW) = 1.671,25 x 3,577 = 5.978,06 (OP) 1.169,88 x 2,725 = 3.187,92 (NP) ------------ + 9166,00 (in hele euro s) ======= Berekening nieuwe pensioenuitvoerder Premievrij pensioen volgens regeling nieuw: - OP = OW / (5,506 + 0,6 x 2,725 + 0,15 x 1,929) = 1.233,59 - TOP = 0,15 x OP = 185,04 - NP = 0,6 x OP = 740,15 NP kan vervolgens worden omgezet in extra ouderdomspensioen: - OP-extra = (740,69 x 2,725) / 5,506 = 366,31 In te kopen pensioenjaren: - overdrachtsjaren = OP / OP per dienstjaar = 1.233,59 / (0,02 x (25.000 12.950)) = 5 jaar en 2 maanden ================

Voorbeeld 3 Gegevens: werknemer: ongehuwd, leeftijd 40 met 10 dienstjaren bij oude werkgever oude werkgever: nieuwe werkgever: bepaalde partnerregeling onbepaalde partnerregeling salaris : 22.500 salaris : 25.000 franchise : 12.950 franchise : 12.950 pensioen(richt)leeftijd : 65 pensioen(richt)leeftijd : 60 opbouwpercentage 1,75% per dienstjaar opbouwpercentage 2% per dienstjaar verzekerd: OP verzekerd: OP NP (70% van OP) NP (60% van OP) TOP ( ß van OP) ß wordt op 15% gesteld Berekening oude pensioenuitvoerder Ontslagaanspraken: - ouderdomspensioen (OP) = 10 x 0,0175 * (22.500-12.950) = 1.671,25 - fict. nabestaandenpensioen (NPf) = 0,7 x 1.671,25 = 1.169,88 Waarden: - overdrachtswaarde (OW) = 1.671,25 x 3,577 = 5.978,00 (in hele euro s) ======== - fictieve overdrachtswaarde (OWf) = 1.169,88 x 2,725 = 3.188,00 (in hele euro s) ======== Berekening nieuwe pensioenuitvoerder Premievrij pensioen volgens regeling nieuw: - OP = (OW + OWf) / (5,506 + 0,6 x 2,725 + 0,15 x 1,929) = 1.233,59 - TOP = 0,15 x OP = 185,04 - NP = 0,6 x OP - NPf = 429,73 negatief! Omdat NP negatief wordt, dienen de premievrije pensioenen herberekend te worden, waarbij alleen OW wordt aangewend voor OP en OPT: - OP = OW / (5,506 + 0,15 x 1,929) = 1.031,52 - TOP = 0,15 x OP = 154,73 - NP = nihil In te kopen pensioenjaren: - overdrachtsjaren = OP / OP per dienstjaar = 1.031,52 / (0,02 x (25.000 12.950)) = 4 jaar en 4 maanden ================

Voorbeeld 4 Gegevens: werknemer: ongehuwd, leeftijd 40 met 10 dienstjaren bij oude werkgever oude werkgever: nieuwe werkgever: bepaalde partnerregeling bepaalde partnerregeling salaris : 22.500 salaris : 25.000 franchise : 12.950 franchise : 12.950 pensioen(richt)leeftijd : 65 pensioen(richt)leeftijd : 60 opbouwpercentage 1,75% per dienstjaar opbouwpercentage 2% per dienstjaar verzekerd: OP verzekerd: OP NP (70% van OP) NP (60% van OP) TOP ( ß van OP) ß wordt op 15% gesteld Berekening oude pensioenuitvoerder Ontslagaanspraken: - ouderdomspensioen (OP) = 10 x 0,0175 * (22.500-12.950) = 1.671,25 - fict. nabestaandenpensioen (NP) = 0,7 x 1.671,25 = 1.169,88 Waarden: - overdrachtswaarde (OW) = 1.671,25 x 3,577 = 5..978,00 (in hele euro s) ======== - fictieve overdrachtswaarde (OWf) = 1.169,88 x 2,725 = 3.188,00 (in hele euro s) ======== Berekening nieuwe pensioenuitvoerder Premievrij pensioen volgens regeling nieuw: - OP = OW / (5,506 + 0,15 x 1,929) = 1.031,52 - TOP = 0,15 x OP = 154,73 (OWf wordt hier dus niet in betrokken) In te kopen pensioenjaren: - overdrachtsjaren = OP / OP per dienstjaar = 1.031,52 / (0,02 x (25.000 12.950)) = 4 jaar en 4 maanden ================

Voorbeeld 5 Gegevens: werknemer: gehuwd, leeftijd 55 met 35 dienstjaren bij oude werkgever oude werkgever: nieuwe werkgever: onbepaalde partnerregeling onbepaalde partnerregeling salaris : 22.500 salaris : 19.500 franchise : 12.950 franchise : 12.950 pensioen(richt)leeftijd : 65 pensioen(richt)leeftijd : 60 opbouwpercentage 1,75% per dienstjaar opbouwpercentage 1,75% per dienstjaar verzekerd: OP verzekerd: OP NP (70% van OP) NP (60% van OP) TOP (100,00 per pensioenjaar, opbouw vanaf leeftijd 50 tot 60) maximum aantal dienstjaren voor OP en NP: 40 Berekening oude pensioenuitvoerder Ontslagaanspraken: - ouderdomspensioen (OP) = 35 x 0,0175 * (22.500-12.950) = 5.849,38 - nabestaandenpensioen (NP) = 0,7 x 5.849,38 = 4.094,57 Waarden: - overdrachtswaarde (OW) = 5.849,38 x 6,761 = 39.547,65 (OP) 4.094,57 x 4,043 = 16.544,35 (NP) -------------- + = 56.102,00 (in hele euro s) ========== Berekening nieuwe pensioenuitvoerder OP per dienstjaar = 0,0175 x (19.500 12.950) = 114,63 Premievrij pensioen volgens regeling nieuw: - OP = OW / (10,407 + 0,6 x 4,043 + 100,00/114,63 x 3,646) = 3.503,43 - TOP = 100,00/114,63 x OP = 3.056,29 - NP = 0,6 x OP = 2.102,06 In te kopen pensioenjaren: - overdrachtsjaren = OP / OP per dienstjaar = 3.503,43 / 114,63 = 30 jaar en 7 maanden ===================

ECHTER: maximum aantal overdrachtsjaren TOP bedraagt 10 - (60-55) = 5 dus waarde t.b.v. TOP reduceren, waardoor de volgende opzet ontstaat: Premievrij pensioen volgens regeling nieuw wordt hierdoor: - OP = (OW - 5 x 100,00 x 3,646) / (10,407 + 0,6 x 4,043) = 4.229,71 - TOP = 5 x 100,00 = 500,00 - NP = 0,6 x OP = 2.537,83 In te kopen pensioenjaren (alleen voor OP en NP): - overdrachtsjaren = OP / OP per dienstjaar = 4.229,71/ 114,63 = 36 jaar en 11 maanden =================== ECHTER: maximum aantal overdrachtsjaren OP en NP bedraagt 40 - (60-55) = 35 dus er ontstaat een extra pensioen voor OP en NP Premievrij pensioen volgens regeling nieuw (op basis van 35 jaren) wordt hierdoor: - OP = 35 x 114,63 = 4.012,05 - TOP = 5 x 100,00 = 500,00 - NP = 0,6 x OP = 2.407,23 Extra pensioen volgens regeling nieuw: - OP = 4.229,71-4.012,05 = 217,66 - NP = 2.537,83-2.407,23 = 130,60

BIJLAGE 7 : Waarde-overdracht en pensioenverevening

Waarde-overdracht en pensioenverevening Inleiding Per 1 mei 1995 is de "Wet verevening pensioenrechten bij scheiding" (WVP) inwerking getreden. In deze wet is een regeling opgenomen aangaande de verevening van ouderdomspensioen voor alle scheidingen op of na 1 mei 1995 en voor een aantal scheidingen voor 27 november 1981. Scheidingen in de periode tussen 27 november 1981 en 1 mei 1995 vallen niet onder de regeling van deze wet. Onder "scheiding" wordt zowel scheiding van tafel en bed als echtscheiding verstaan. De hoofdregel van de WVP is dat bij scheiding het ouderdomspensioen wordt verevend. Verevening vindt plaats door aan de vereveningsgerechtigde echtgenoot de helft van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen van de vereveningsplichtige echtgenoot toe te kennen. Betreft het een scheiding voor 27 november 1981, dan moet een kwart van dit pensioen worden verevend. Partijen kunnen een andere verdeling overeenkomen, die dan in de berekening doorwerkt. Het nabestaandenpensioen blijft buiten beschouwing. Ook voor waarde-overdrachten heeft invoering van de wet zijn gevolgen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in pensioenverevening na eerdere waarde-overdracht (1) en waarde-overdracht na eerdere pensioenverevening (2). 1. Pensioenverevening na eerdere waarde-overdracht In geval van scheiding na waarde-overdracht wordt altijd uitgegaan van de feitelijke deelnemingsjaren in de betrokken pensioenregelingen. Een fictieve datum van aanvang van het deelnemerschap zoals die vastgesteld kan zijn bij het toekennen van extra pensioenjaren, is niet van belang. Rekenregels Bij pensioenverevening na waarde-overdracht waarbij huwelijksjaren of anders overeengekomen jaren zijn betrokken die gelegen zijn vóór de waarde-overdracht, bepaalt de nieuwe pensioenuitvoerder als volgt het voor de verevening in aanmerking te nemen pensioen: TEPs x HJ/DJ waarin TEPs = - voor deelnemers: TEP-aanspraak per datum scheiding - voor gewezen deelnemers : het ingegane pensioen of de bij einde deelnemerschap vastgestelde pensioenaanspraak vermeerderd met eventueel toegepaste verhogingen voorzover toe te rekenen aan de huwelijksperiode HJ = huwelijksjaren; dit zijn de jaren tot het tijdstip van de scheiding waarin vereveningsplichtige en vereveningsgerechtigde gehuwd waren en eerstgenoemde deelnemer was in de pensioenregelingen van de nieuwe en de oude pensioenuitvoerder. DJ = feitelijke deelnemersjaren van de vereveningsplichtige in de pensioenregelingen van de nieuwe en de oude pensioenuitvoerder, inclusief eventuele meetellende wachttijd, tot de datum van de scheiding. Wanneer het een scheiding betreft van vóór 27-11-1981 dan wordt het voor verevening in aanmerking te nemen pensioen als volgt bepaald: TEPm x HJ/DJ waarin TEPm = - voor deelnemers: TEP per de datum van ontvangst van de mededeling - voor gewezen deelnemers : het ingegane pensioen of de bij beëindiging van het deelnemerschap vastgestelde pensioenaanspraak vermeerderd met de eventueel daarna toegepaste verhogingen. HJ = zie boven

DJ = feitelijke deelnemersjaren vereveningsplichtige in de pensioenregelingen van de nieuwe en de oude pensioenuitvoerder, inclusief eventuele meetellende wachttijd, tot de datum van ontvangst van de mededeling pensioenverevening of de datum van beëindiging van het deelnemerschap in de regeling van de nieuwe pensioenuitvoerder, indien deze datum vóór de ontvangst van de mededeling ligt. De berekening moet in dagen nauwkeurig. Een jaar wordt gesteld op 360 dagen; een maand op 30 dagen. Onvolledige informatie Indien pensioenverevening plaatsvindt na een eerdere waarde-overdracht is niet altijd goed te bepalen welk deel van een pensioen is opgebouwd tijdens de huwelijkse periode. Aanvang deelnemerschap In de gevallen waarin de feitelijke datum van aanvang van het deelnemerschap voor zowel de overdragende pensioenuitvoerder als de ex-echtgenoten onbekend is, wordt als aanvang van het deelnemerschap de 25-ste verjaardag van de vereveningingplichtige gehanteerd, of indien de pensioenregeling op een later tijdstip werd ingevoerd, de datum van invoering van de pensioenregeling. Beëindiging deelnemerschap Wanneer de datum van beëindiging van het deelnemerschap in de regeling van de overdragende pensioenuitvoerder niet bekend is, omdat de waarde-overdracht niet aansluitend op de datum van beëindiging van het deelnemerschap heeft plaatsgevonden, moet aan de vereveningsplichtige en/of vereveningsgerechtigde om dit gegeven worden gevraagd. Indien ook deze dit gegeven niet kan leveren, dan wordt uitgegaan van de datum van opneming in de regeling van de overnemende pensioenuitvoerder. Indien de ontbrekende gegevens binnen een maand door de vereveningsplichtige of vereveningsgerechtigde worden verstrekt, wordt het te verevenen pensioen en het recht op uitbetaling (opnieuw) bepaald. Om voor toekomstige scheidingen de benodigde informatie vast te houden, dient bij een waarde-overdracht de overdragende pensioenuitvoerder de aanvangsdatum van het deelnemerschap en de einddatum daarvan behoren door te geven aan de ontvangende pensioenuitvoerder, uiteraard naast de overige voor de waardeoverdracht relevante gegevens. De ontvangende pensioenuitvoerder is verplicht deze gegevens te bewaren. 2. Waarde-overdracht na eerdere pensioenverevening Bij waarde-overdracht na pensioenverevening wordt de totale overdrachtswaarde van het pensioen aan de overnemende pensioenuitvoerder overgedragen, inclusief de overdrachtswaarde van het deel dat vanaf de pensioendatum aan de vereveningsgerechtigde zal worden uitgekeerd. Het recht op uitbetaling van de vereveningsgerechtigde wordt aangepast aan de nieuwe situatie. De verplichting tot het uitbetalen van het aan de vereveningsgerechtigde toekomende deel van het ouderdomspensioen berust na de waarde-overdracht bij de overnemende pensioenuitvoerder. De overdragende pensioenuitvoerder stelt de overdrachtswaarde van dit laatstgenoemde deel vast, geeft deze waarde op aan de overnemende pensioenuitvoerder en verstrekt aan deze de gegevens van de vereveningsgerechtigde. De overnemende pensioenuitvoerder stelt vast met welk nieuw recht op uitbetaling de overdrachtswaarde correspondeert in de nieuwe pensioenregeling. Dit hoeft nominaal niet gelijk te zijn aan het voor de waarde-overdracht vastgestelde recht op uitbetaling, maar is wel actuarieel gelijkwaardig. Om het ouderdomspensioen dat toekomt aan de vereveningsgerechtigde te onderscheiden van het ouderdomspensioen voor de vereveningsplichtige kan voor het eerstgenoemde ouderdomspensioen gebruik worden gemaakt van de term "verevend ouderdomspensioen".