Wijzigingen Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen

Vergelijkbare documenten
Wijzigingen Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen

Wijzigingen Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen:

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave

Conform hetgeen is vastgelegd in artikel 2.6 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning Lansingerland

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk > 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen 2018

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland Ingangsdatum 1 januari 2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede. 8 februari 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012;

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

a. op grond van aanwijzingen het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

Toelichting. Artikel 2

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oud-Beijerland,

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint-Oedenrode 2015, versie 3

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere regels voor de algemene vervoersvoorzieningen en de individuele voorzieningen uit de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2016

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden-v2

Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning

Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen.

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar

Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008

WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest januari 2013

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

FINANCIEEL BESLUIT. maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2012.

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek.

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem

b e s l u i t: Vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2017

Non-Professional. Artikel 2. Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Begeleiding Individueel

Artikel 1. Begripsbepalingen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING RHENEN 2013

CVDR. Nr. CVDR300157_2. Wmo verordening 2013

1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van belanghebbende.

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2016

VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 april 2011;

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE UITGEEST 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit maatschappelijke ondersteuning

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

Bijlage 1 van de nadere regels maatschappelijke ondersteuning. Uitleg eigen bijdrage systematiek

Verordening Individuele verstrekkingen In het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Gemeente Beek

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

Besluit maatschappelijke ondersteuning. gemeente Nunspeet 2010

Verordening voorzieningen gehandicapten

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Wet maatschappelijke ondersteuning

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

KNDK/2011/3946. Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Korendijk

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft,

Transcriptie:

Wijzigingen Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen Wijziging nr. 1: Paragraaf 2.1. Verschillende wijzen om voorzieningen te verstrekken. Subparagraaf: Omvang van het Persoonsgebonden budget. Tekst: Na de verantwoording zoals bedoeld in artikel 2 lid 4 onder a. wordt het Persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van de rechtmatige besteding vermeerderd met het vrij besteedbare bedrag en een eventuele overheveling van 10% van het toegekende budget naar het volgende jaar. Het vastgestelde Persoonsgebonden budget bedraagt maximaal het toegekende Persoonsgebonden budget. vervangen door: Na de verantwoording zoals bedoeld in artikel 2 lid 4 onder a. wordt het Persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van de rechtmatige besteding vermeerderd met het vrij besteedbare bedrag. Het vastgestelde Persoonsgebonden budget bedraagt maximaal het toegekende Persoonsgebonden budget. Tekst: Wat betreft de voorzieningen afkomstig uit de Wvg zal per toekenning een berekening gemaakt moeten worden. De kosten van de voorziening, als de voorziening in natura zou worden verstrekt zijn daarbij uitgangspunt. Dat kan afgeleid worden van bijvoorbeeld een offerte. Daarbij kunnen bedragen geteld worden voor het onderhoud en de reparaties van de voorziening, voor zover daar sprake van kan zijn. Deze bedragen zijn ofwel bij verstrekking in eigen beheer bekend vanuit het verleden, ofwel kunnen bij verstrekking via een leverancier bij de leverancier worden opgevraagd. Laten vervallen. Wijziging nr. 2: 3.1. Inleiding. Bij deze Beleidsregels zijn vier bijlagen opgenomen die bij dit hoofdstuk horen: 1. Tijdelijke situaties overgangsrecht ex artikel 41 Wmo; 2. Handreiking normering hulp bij het huishouden; 3. Protocol gebruikelijke zorg; 4. Protocol indicatiestelling voor Huishoudelijke verzorging. Bij deze Beleidsregels zijn vier bijlagen opgenomen die bij dit hoofdstuk horen: 1. reserveren; 2. Handreiking normering hulp bij het huishouden; 3. Protocol gebruikelijke zorg; 4. Protocol indicatiestelling voor Huishoudelijke verzorging. Wijziging nr. 3: Paragraaf 3.2. Mogelijke voorzieningen. Subparagraaf: Hulp bij het huishouden in natura, door middel van een Persoonsgebonden budget of een financiële vergoeding voor het inschakelen van een Alphahulp Tekst: Ook mag een budgethouder de hulp verspreid over het jaar flexibel inzetten en de ene periode meer hulp inkopen dan een andere periode. Budgethouders mogen 10% van hun budget meenemen (overhevelen) naar een volgend kalenderjaar, als ze het in het lopende jaar niet kunnen of willen besteden. 1

Ook mag een budgethouder de hulp verspreid over het lopende kalenderjaar flexibel inzetten en de ene periode meer hulp inkopen dan een andere periode. Wijziging nr. 4: Paragraaf 3.3. Gebruikelijke zorg en omvang hulp bij het huishouden. Aan het eind van de paragraaf de volgende tekst toevoegen: niet-adequate woning In bijlage 2 wordt bij zwaar huishoudelijk werk voor de omvang van de hulp bij het huishouden primair uitgegaan van standaardsituaties: - een eenpersoonshuishouden en een huis met 2 kamers; - meerpersoonshuishouden en een huis met meer dan 3 kamers. Tegelijkertijd wordt aangegeven dat extra uren ingezet kunnen worden. Dit wordt als volgt aangeduid: In grote woningen met een hoge bezettingsgraad, bij een hoge vervuilingsgraad (door de situatie, niet door verwaarlozing), bij COPD-problematiek in een gesaneerde woning of bij aanwezigheid van jonge kinderen, kunnen extra uren, afhankelijk van de situatie, worden toegekend. Verzorging huisdieren wordt meegenomen en niet extra geïndiceerd. Dit houdt in dat de grootte van een woning zonder dat er bijzondere omstandigheden zijn - niet betekent dat er extra uren hulp bij het huishouden worden verstrekt. Ook dat bij woningen met meerdere badkamers of een inefficiënte inrichting er zonder dat er bijzondere omstandigheden zijn geen extra uren hulp bij het huishouden worden verleend. Wijziging nr. 5: Paragraaf 4.1. Uitsluitingen Paragraaf 4.1. Uitsluitingen Voor alles zal bepaald moeten worden of één van de uitsluitingen van artikel 18 van de verordening van toepassing is: De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden. Door dit artikel zijn enerzijds alle woonsituaties die niet gericht zijn op een permanent zelfstandig hoofdverblijf uitgesloten. Anderzijds zijn uitgesloten situaties waarbij gezien de aard van het soort gebouw verondersteld mag worden dat bepaalde voorzieningen standaard aanwezig zijn. Is er sprake van één van deze mogelijkheden dan is afwijzing op voorhand mogelijk. Paragraaf 4.1. Uitsluitingen en beperkingen. Voor alles zal bepaald moeten worden of één of meer van de uitsluitingen van artikel 18 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen en/of één of meer van de beperkingen van artikel 20 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen van toepassing zijn. In artikel 18 is aangegeven: De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen. Door dit artikel zijn enerzijds alle woonsituaties die niet gericht zijn op een permanent zelfstandig hoofdverblijf uitgesloten. Anderzijds zijn uitgesloten situaties waarbij gezien de aard van het soort gebouw verondersteld mag worden dat bepaalde voorzieningen standaard aanwezig zijn. Daarbij gaat het om bijvoorbeeld automatische 2

deuropeners, goede toegankelijkheid (geen drempels) en doorgankelijkheid (voldoende manoeuvreerruimte) voor onder meer gebruikers van rolstoelen en scootmobielen, stallingruimte voor scootmobielen e.d. Maar er kan ook gedacht worden aan bijvoorbeeld wandbeugels bij een lift. Is er sprake van één van deze mogelijkheden dan is afwijzing op voorhand mogelijk. In artikel 20 worden beperkingen genoemd waarbij de aanvraag voor een woonvoorziening geweigerd kan worden. In de toelichting van de verordening worden ze nader toegelicht. De betekenis van één van de beperkingen wordt hier kort naar voren gehaald, namelijk d: d. de woonvoorziening aangevraagd wordt op een moment dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodzaak; In een situatie zoals bedoeld onder d. wordt de woonvoorziening in beginsel geweigerd. Zo n woonvoorziening kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een woningaanpassing of op een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten. Hieronder volgt een nadere uitleg. Op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie kan voorzien worden dat in de toekomst de situatie ontstaat waarin voorzieningen nodig zijn dan wel bijvoorbeeld er een andere woonsituatie (bijvoorbeeld een gelijkvloerse woning) noodzakelijk is (een verhuizing die dus te voorzien is). Omdat het te voorzien is dat dit kan gebeuren bestaat er voor betrokkene tijd om te anticiperen op zo n toekomstige situatie (bijvoorbeeld een verhuizing naar een gelijkvloerse woning). Een voorbeeld. Als traplopen voor een betrokkene nu al lastig is, dan weet de betrokkene dat bijvoorbeeld, binnen 5 jaar of korter, traplopen wellicht onmogelijk gaat worden. En dus mag verwacht worden dat de betrokkene op tijd maatregelen neemt en gaat zoeken naar een alternatieve woning. Wachten tot het niet langer kan, gaat aan de eigen verantwoordelijkheid voorbij. Bij een aanvraag voor een woonvoorziening zal deze dan ook in beginsel worden afgewezen. Op dit punt wordt dus primair uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager. Een situatie zoals in het voorbeeld komt vooral voor bij ouderen. Het op tijd anticiperen betekent dat ouderen (van bijvoorbeeld 70 jaar en ouder) in de praktijk niet of nauwelijks aanvragen voor woningaanpassingen indienen. Of indien ze niet geanticipeerd hebben, daarmede zelf de keuze gemaakt hebben en de verantwoordelijkheid hebben noodzakelijke woningaanpassingen en/of verhuizing voor eigen rekening te laten komen. Voor zover het voor de hierboven bedoelde ouderen gaat om woonvoorzieningen die ook bij een gelijkvloerse woning noodzakelijk zijn, blijft een woonvoorziening tot de mogelijkheden behoren. Het betekent tegelijkertijd, dat wanneer iemand er niet voor kiest om zijn/haar woonsituatie aan te passen én er door plotseling optredende beperkingen ten gevolge van een ziekte of aandoening voor de betrokkene alsnog of acute noodzaak ontstaat voor een verhuizing dan wel aanpassing van zijn/haar woning, de verantwoordelijkheid daarvoor bij de betrokkene ligt. In die situatie wordt een aanvraag voor een woonvoorziening in beginsel afgewezen. In de praktijk kunnen verschillende woonvoorzieningen gefaseerd aan de orde komen. Het verstrekken van eenvoudige (bijvoorbeeld een niet bouwkundige) woonvoorziening betekent niet automatisch dat andere meer vérstrekkende woonvoorzieningen in een later stadium alsook verstrekt zouden moeten worden. Bij het verstrekken van een woonvoorziening geldt steeds een bepaalde afweging (zie bijvoorbeeld onder paragraaf 4.2. subparagraaf primaat verhuizing). Bij het verstrekken van eenvoudige woonvoorzieningen is het in de meeste gevallen al voorzienbaar om vanuit de eigen verantwoordelijkheid in de komende periode maatregelen te nemen en de woonsituatie aan te passen. Toekomstige aanvragen voor woonvoorzieningen zullen derhalve in beginsel afgewezen worden. Wijziging nr. 6: 4.2. Vormen van woonvoorzieningen Subparagraaf verhuizing en algemeen gebruikelijk toevoegen aan het eind van de tekst: Voor een nadere uitleg wordt verwezen naar Paragraaf 4.1. Uitsluitingen en beperkingen. 3

Wijziging nr. 7: 4.2. Vormen van woonvoorzieningen Tekst: De bediening van de woning. Ook de bediening van de woning kan problemen opleveren vanwege ondervonden ergonomische belemmeringen. Voorbeelden van aanpassingen die de bediening van de woning betreffen, zijn het hang- en sluitwerk van ramen en deuren. Ook het aanbrengen van een intercom om de voordeur te kunnen openen en afstandsbediening van licht, gordijnen en zonwering kan tot de mogelijkheden behoren. Daarbij doet zich allereerst de vraag voor of de betrokkene ergonomische belemmeringen ondervindt en zonder zo'n woningaanpassing niet zelfstandig in de woning kan functioneren. Voor zover bediening van de woning algemeen gebruikelijk is wordt er geen tegemoetkoming verleend. Daarnaast geldt de beoordeling dat in woongebouwen, die mede op huisvesting van gehandicapten en ouderen zijn gericht, voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen aan of in de betrokken woonruimte(n), die bij (nieuw)bouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen (hadden) kunnen worden. Is dat het geval dan zal geen vergoeding verstrekt worden. vervangen door: De bediening van de woning. Ook de bediening van de woning kan problemen opleveren vanwege ondervonden ergonomische belemmeringen. Voorbeelden van aanpassingen die de bediening van de woning betreffen, zijn het hang- en sluitwerk van ramen en deuren. Ook het aanbrengen van een intercom om de voordeur te kunnen openen en afstandsbediening van licht, gordijnen en zonwering kan tot de mogelijkheden behoren. Daarbij doet zich allereerst de vraag voor of de betrokkene ergonomische belemmeringen ondervindt en zonder zo'n woningaanpassing niet zelfstandig in de woning kan functioneren. Voor zover bediening van de woning algemeen gebruikelijk is wordt er geen tegemoetkoming verleend. Daarnaast wordt er geen vergoeding verstrekt voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen aan of in de betrokken woonruimte(n) in woongebouwen, die mede op huisvesting van gehandicapten en ouderen zijn gericht. Wijziging nr. 8: 4.3. Beperkingen Subparagraaf overige beperkingen woonvoorzieningen. Toevoegen aan het eind van de tekst: Voor een nadere uitleg wordt verwezen naar Paragraaf 4.1. Uitsluitingen en beperkingen. Wijziging nr. 9: Toevoegen: 4.10. Omvang tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten. De hoogte van het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in artikel 15 onder a van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen bestaat uit: a. een vast bedrag voor de kosten van stoffering en verven/behangen van de nieuwe woning. De hoogte van de financiële tegemoetkoming is afhankelijk van de gezinsgrootte; b. een bedrag voor de kosten van verhuizing. In het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen wordt aangegeven welke bedrag maximaal kan worden verstrekt voor ad a. en ad b. Bij ad a. gaat het om een vast bedrag en bij ad b. om een maximum bedrag. Bij de toekenning van een financiële tegemoetkoming voor verhuizing zal worden nagegaan welke kosten noodzakelijk zijn. Daarbij wordt uitgegaan van de goedkoopst adequate oplossing. Bij de beoordeling daarvan wordt onder meer met het inschakelen van het eigen netwerk rekening gehouden maar ook het hergebruik van de inrichting uit de oude woning. Tot slot wordt bij de vaststelling van de financiële tegemoetkoming uitgegaan van de werkelijke kosten. 4

Het verhuizen kan leiden tot dubbele huur. Bij de financiële tegemoetkoming kan voorts maximaal één maand dubbele huur vergoed worden. Daarbij wordt uitgegaan van de werkelijke kosten van de woonruimte met de laagste huurlasten. Is er slechts sprake van een gedeelte van een maand waarin de huur overlapt, dan wordt bij de vaststelling uitgegaan wordt van de werkelijke kosten. Wijziging nr. 10: 5.2. Algemene beleidsregels Subparagraaf: Vaststelling directe woon- en leefomgeving. De gemeente Strijen heeft de directe woon- en leefomgeving vastgesteld op: a. een gebied bestaande uit 5 OV-zones vanaf het woonadres; b. een corridor naar Spijkenisse, Rotterdam en Dordrecht ten aanzien van een aantal basisvoorzieningen zoals een NS-station met dienstverlening, een sporthal of een zwembad waar ook gehandicaptensport plaatsvindt, winkels van grote winkelketens en het ziekenhuis. Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt, ten aanzien van de vervoerbehoefte voor de maatschappelijke participatie, uitsluitend rekening gehouden met verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alle dag. De gemeente Strijen heeft de directe woon- en leefomgeving vastgesteld op: 1. De Hoeksche Waard; 2. Bestemmingen tot maximaal 20 kilometer, enkele reis, vanaf het woonadres. De afstand wordt berekend op basis van de kortste route op basis van de ANWB-routeplanner. Overige bestemmingen vallen buiten de directe woon- en leefomgeving en komen niet voor vergoeding in aanmerking. Een vergoeding voor gebruik van de eigen auto wordt alleen verstrekt als de aanvrager, of een meerderjarige huisgenoot van de aanvrager, beschikt over een geldig rijbewijs en een te naamgestelde auto. Wijziging nr. 11: 5.2. Algemene beleidsregels Subparagraaf : Geen verstrekking algemeen gebruikelijke voorziening. Artikel 25 lid 2 is bepaald dat bij een inkomen tussen de 1,5 en 1,7 x de geldende inkomensgrens een gedeeltelijke verstrekking mogelijk is. Laten vervallen. Wijziging nr. 12: 5.4. Financiële tegemoetkomingen/pgb in de kosten van vervoer. Toevoeging subparagraaf Aanvulling op standaard Pgb, verantwoording Pgb aanvulling op standaard Pgb, en (aanvullende) voorziening op declaratiebasis. Bij voorzieningen voor gebruik taxi, rolstoeltaxi en begeleidingskosten wordt in de regel een standaard Pgb verstrekt (tenzij er redenen zijn om de voorzieningen op declaratiebasis te verstrekken). Op het standaard Pgb kan een aanvulling gevraagd worden. Daarbij dient: - een verantwoording afgelegd te worden over de besteding van het standaard Pgb; - de gevraagde aanvulling op het standaard Pgb onderbouwd te worden. De aanvulling op het standaard Pgb wordt overigens op declaratiebasis verstrekt en dient dus steeds verantwoord te worden. 5

Op welke wijze kan de aanwending van een standaard Pgb, een aanvulling op het standaard Pgb en een voorziening op declaratiebasis worden verantwoord? Dat kan op de volgende manieren: - bewijsstukken in de vorm van taxibonnen; - afgetekende bonnen of verklaringen in het kader van vrijwilligersvervoersprojecten in de Hoeksche Waard. Bij de verantwoording door de belanghebbende dienen voorts ook het vertrekadres en bestemmingsadres aangegeven te worden. Bij de te verstrekken vervoersvoorziening (standaard Pgb en eventuele aanvulling) wordt ten aanzien van de vervoerbehoefte voor de maatschappelijke participatie uitsluitend rekening gehouden met verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alle dag (zie paragraaf 5.2. subparagraaf Vaststelling directe woon- en leefomgeving). Wijziging nr. 13: 5.4. Financiële tegemoetkomingen/pgb in de kosten van vervoer. Toevoeging subparagraaf Vergoeding voor eigen auto Bij de vergoeding wordt uitgegaan van een kilometrage van 1.500 km tegen een vergoeding van 0,28 per kilometer. Dat levert een vergoeding van 420,00 op. Ook hier geldt dat er bijzondere omstandigheden kunnen zijn waarbij bij de hoogte van de vergoeding rekening gehouden wordt en die kan leiden tot een hogere vergoeding. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het verrichten van vrijwilligerswerk, aan omstandigheden in gezinnen met kleine kinderen. In feite dient aangetoond te worden dat de vervoersbehoefte uitstijgt boven een kilometrage van 1.500 km. Het verlenen van een hogere vergoeding is mogelijk met de toepassing van de hardheidsclausule. Wijziging nr. 14: 5.4. Financiële tegemoetkomingen/pgb in de kosten van vervoer. Toevoeging subparagraaf vaststelling inkomen In artikel 25 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen wordt aangegeven dat er voor de financiële tegemoetkomingen voor vervoer een inkomensgrens is. In het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen wordt dat nader ingevuld. Dit betekent dat bij een aanvraag moet worden vastgesteld of de belanghebbende een inkomen onder of boven de inkomensgrens heeft. In artikel 8 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen wordt aangegeven wat onder inkomen verstaan wordt. Voor de vaststelling van dat inkomen wordt de volgende werkwijze gehanteerd: - de aanvrager overlegt bij de aanvraag gegevens over zijn inkomen door een kopie van de definitieve of voorlopige aanslag van de belastingdienst. Het gaat daarbij om de meest recente aanslag. In de praktijk betekent dit dat in de eerste maanden van een kalenderjaar (bijvoorbeeld 2011) het zal gaan om de aanslag van het voorvorige jaar (in het voorbeeld de aanslag over het jaar 2009). Na deze periode zal in veel gevallen de aanslag van het vorige jaar al bekend zijn. Indien belanghebbende een fiscale partner heeft (zie artikel 8 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen) dient ook de aanslag van de fiscale partner overgelegd te worden. - voor zover de belanghebbende (en/of de echtgenoot) geen aangifte heeft gedaan dient een zogenaamd IB-60 verklaring van de belastingdienst overgelegd te worden. Een IB-60 verklaring kan via de belastingtelefoon bij de belastingdienst aangevraagd worden. - op basis van de gegevens uit de aanslag (aanslagen) en/of IB-60 verklaring (verklaringen) wordt overeenkomstig artikel 8 lid 1 en lid 2 het netto-inkomen vastgesteld. Indien het huidig inkomen, door wijziging van omstandigheden, afwijkt van het inkomen in voorgaande jaren, wordt het inkomen vastgesteld op basis van andere bewijsstukken (bankafschriften, salarisspecificaties e.d.) al dan niet in combinatie met gegevens uit belastingaanslag(en) en/of IB-60 verkla(a)ring(en). 6

Wijziging nr. 15: 5.12. Parkeerfaciliteiten. De kosten van een medisch onderzoek voor een landelijke of gemeentelijke parkeerontheffing worden voor rekening van de gemeente genomen wanneer de belanghebbende een vervoersvoorziening in het kader van de Wmo is (of zal worden) toegekend. De kosten van een medisch onderzoek voor een landelijke of gemeentelijke parkeerontheffing komen voor rekening van de aanvrager. Wijziging nr. 16. 6.3. Specifieke beleidsregels voor rolstoelen Toevoegen aan de tekst aan het eind van het tekstblok onder a. handbewogen rolstoel of duwwandelwagen, al dan niet aangepast. : In beginsel wordt aan een belanghebbende één rolstoel of één scootmobiel verstrekt. In uitzonderingssituaties kan maatwerk geleverd worden en kan een transportrolstoel naast de rolstoel of scootmobiel verstrekt worden. In zo n situatie zal beoordeeld worden: - of de eerste rolstoel ingezet kan worden voor het vervoer waarvoor de tweede rolstoel aangevraagd wordt; - er aantoonbaar regelmatig (minimaal eenmaal per week) gebruik gemaakt dient te worden van de tweede rolstoel. Bij incidenteel gebruik zal geen tweede rolstoel verstrekt worden; - of er mogelijkheden zijn om in redelijkheid de tweede rolstoel te huren of in bruikleen te nemen. Wijziging nr. 17: Hoofdstuk 7. Het medisch advies Verordening: 2. Het college vraagt aan de GGD om advies indien: a. de gevraagde voorziening om medische redenen wordt afgewezen; b. het college dat overigens gewenst vindt. 2. Het college vraagt aan een medisch adviseur om advies indien: a. de gevraagde voorziening om medische redenen wordt afgewezen; b. het college dat overigens gewenst vindt. Wijziging nr. 18: Bijlage I bij hoofdstuk 2; lijst van algemeen gebruikelijke voorzieningen. De huidige lijst vervangen door: Bijlage I bij hoofdstuk 8: lijst van algemeen gebruikelijke voorzieningen Kenmerken algemeen gebruikelijke voorziening 1 De voorziening behoort voor iemand zonder beperkingen ook tot het normale aanschaffingspatroon. 2 De voorziening is niet speciaal bedoeld voor mensen met beperkingen. 3 Het product is gewoon te koop in reguliere winkels. 7

4 De voorziening is niet duurder dan soortgelijke producten. Dit betreft in ieder geval: Voorziening Aangepaste box Aankleedtafel voor kinderen en volwassenen Alarmeringsapparatuur Anti-slip-tegel / coating Automatische transmissie Bromfiets Brommobiel Centrale verwarming Click and go-systeem Dieetkosten indien dieetproducten Dieetproducten Eénhendelmengkraan Eenvoudige (wand-)beugel Elektrisch bedienbare ramen Fiets met trapondersteuning (in de vorm van een hulpmotor) en lage instap Fiets met lage instap Hobbyruimte (aanpassing) Hobbyvoorziening Inductiekookplaat Inkomensondersteunende voorzieningen Internet Kinderstoel Kledingslijtage Ligfiets Maaltijdvoorziening Mobiele telefoon Orthopedische matrassen Personenalarmering Rolstoelhandschoenen 2e rolstoel AWBZ-bewoners (muv. GVT en RIBW) Sociale honden (SOHO) Spartamet Stookkosten Stuurbekrachtiging Tandem (ontwikkeling en ontspanning) Thermostatische mengkraan Toiletverhoger Vakantiewoning (aanpassing) Vergoeding voor extra stookkosten Vergoeding voor extra kledingslijtage Verhoogde toiletpot Vervangen van lavet door douche Wasdroger Waterbed Zonwering Kosten aangepaste box minus besparingsbijdrage Kosten aangepaste aankleedtafel minus besparingsbijdrage Met medische indicatie: AWBZ Zonder indicatie: algemeen gebruikelijk Geen vergoeding mogelijk, woningaanpassing betreft het normale gebruik van de woning Eventueel bijzondere bijstand Voorliggende voorziening (tafeltje dekje) Met medische indicatie: AWBZ Zonder indicatie: AWBZ Geen vergoeding Geen vergoeding mogelijk 8

Inwerkingtreding De wijzigingen treden in werking met ingang van 1 januari 2012. 9