info voor patiënten Ik krijg een pacemaker
Inhoud 01 Algemene informatie... 04 02 De opname... 04 03 De ingreep... 09 04 Het verblijf... 10 05 Wat te doen nadien?... 10 06 Praktische richtlijnen... 11
01. Algemene informatie Uw behandelend arts heeft met u besproken dat u een pacemaker nodig heeft. Een pacemaker wordt geplaatst bij patiënten met een te traag hartritme. Een pacemaker bestaat uit een pacemakerbatterij die verbonden is met 1 of 2 elektroden in het hart, respectievelijk in de rechtervoorkamer (of atrium) en rechterkamer (of ventrikel). Tegenwoordig kan ook een pacemaker geplaatst worden bij patiënten met hartfalen als gevolg van een verzwakte hartfunctie. Bij deze patiënten trekken de rechter- en linkerhartkamers (of ventrikels) niet meer gelijktijdig samen. In dit geval wordt een derde elektrode geplaatst in de linkerhartkamer. We spreken dan van een biventriculaire pacemaker of cardiale resynchronisatie therapie (= CRT-P). 02. De opname Voor de plaatsing van een pacemaker wordt u gewoonlijk 1 dag en 1 nacht in het ziekenhuis opgenomen. Op de dag van de ingreep meldt u zich om 8 uur of op het afgesproken uur nuchter aan. U schrijft zich in aan de aanmeldzuilen (ingang 12, gebouw K12, gelijkvloers). Daarna wordt u opgenomen op de afdeling Cardiologie. Medicatie-inname gebeurt volgens afspraak met uw arts.
IK KRIJG EEN PACEMAKER 5
Toestemmingsformulier voor een invasief hartonderzoek en/of behandeling Ik, ondergetekende, bevestig hierbij dat ik over het geplande invasief hartonderzoek en/of behandeling de nodige informatie en alle inlichtingen die wettelijk voorzien zijn, heb gekregen van de beroepsbeoefenaar en: Geef mijn toestemming om het voorgestelde invasieve hartonderzoek en/of de behandeling te ondergaan Weiger hierbij het voorgestelde onderzoek en/of de behandeling te ondergaan. Deze weigering sluit de garantie op een verdere kwaliteitsvolle dienstverlening niet uit. Weiger een bloedtransfusie. De zorgverstrekkers zullen zich houden aan het advies 16. Brussel: Raadgevend Comité voor Bio Ethiek. 25 maart 2002 Handtekening van de patiënt (of zijn voogd of zijn vertegenwoordiger, zoals bedoeld in artikel 14 van de wet van 22 februari 2002)
Datum: / /20 Opmerkingen: IK KRIJG EEN PACEMAKER 7
03. De ingreep Bij de opname plaatst de verpleegkundige een infuus. De plaatsing van de pacemaker zelf gebeurt in een speciaal uitgeruste katheterisatiezaal waar fl uoroscopie (X-stralen) beschikbaar is. De plaatsing gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving. Als u zwanger bent, mag u deze ingreep niet ondergaan. U wordt steeds door 1 of 2 verpleegkundigen en 1 of 2 cardioloog-elektrofysiologen begeleid. Nadat u hebt plaatsgenomen op de onderzoekstafel (zie foto), wordt de regio onder het linker- (of rechter-) sleutelbeen ontsmet en afgedekt met steriele doeken. Vervolgens maakt de cardioloog onder lokale verdoving een kleine insnede van een 5-tal centimeter in de huid. Via de grote ader onder het sleutelbeen worden dan volgens noodzaak 1, 2 of 3 elektroden tot in het hart gebracht. De elektroden worden vervolgens ter hoogte van de schouder aan de pacemakerbatterij gekoppeld. Deze batterij wordt dan onder de huid geplaatst. De wonde wordt gehecht en afgedekt met een steriel verband. IK KRIJG EEN PACEMAKER 9
04. Het verblijf Na de plaatsing van de pacemaker wordt u terug naar uw kamer gebracht. U blijft best tot de volgende dag in bed. We vragen u dan om de arm aan de zijde van de pacemaker zo weinig mogelijk te gebruiken. De dag na de plaatsing van de pacemaker gebeuren nog enkele controles: er wordt een elektrocardiogram (ECG) gemaakt, er wordt een radiografie van de borstkas gemaakt op de dienst Radiologie en de werking van de pacemaker wordt gecontroleerd. Afhankelijk van het resultaat van deze controles beslist de arts of u nadien naar huis kan. Bij het ontslag krijgt u een ontslagbrief voor uw huisarts en een medicatielijst mee. 05. Wat te doen nadien? Uw huisarts mag de hechtingen of draadjes tien dagen na de operatie verwijderen, tenzij uw cardioloog dit anders voorgeschreven heeft. De wonde wordt na de operatie steriel afgedekt. Het steriel verband blijft ter plaatse tot de eerste controle bij uw huisarts na tien dagen. Het verband mag zeker niet vuil of nat worden. Bij twijfel neemt u best contact op met uw huisarts of met uw behandelende cardioloog. Als het litteken rood of gezwollen is of als er vocht uit de wonde komt moet u zo snel mogelijk contact opnemen met uw huisarts of cardioloog. Probeer de arm aan de kant van de pacemaker de eerste maand niet boven schouderhoogte te bewegen. Voor een goede genezing vermijdt u ook best om zware voorwerpen te heffen. Na 1 maand volgt een eerste controle bij uw cardioloog. U krijgt deze afspraak mee bij ontslag. Nadien zal u om de zes maanden op controle komen, tenzij uw behandelende cardioloog daar samen met u anders over beslist.
06. Praktische richtlijnen Er is een wettelijk rijverbod tot 1 maand na de ingreep. U krijgt bij ontslag of bij de eerste controle een pacemaker-identificatiekaart. U moet dit kaartje altijd bij u houden. Een pacemaker vormt GEEN probleem bij: - het gebruik van de meeste huishoudelijke apparatuur (broodrooster, magnetron, mixer, tv, elektrische garagepoorten, stofzuiger, elektrische kachel, elektrisch deken ) en kantoorapparatuur. - de volgende medisch-technische onderzoeken: gewone radiografie, CT-scan, echografie, bezoek aan de tandarts en gebruik van een boor (pneumatische motor), bezoek aan de oogarts en behandeling met laser. - het dragen van een hartslagmeter met borstband. - het gebruik van een gsm (niet in borstzak boven pacemaker). - antidiefstalsysteem (niet in de buurt blijven stilstaan, gewoon doorlopen). Een pacemaker vormt WEL een probleem bij: - de volgende medisch-technische onderzoeken of behandelingen: MRI-onderzoek (afhankelijk van het type pacemaker), niersteenverbrijzelaar, behandeling met elektrische stroom. - elektrisch lassen, zware elektrische motoren (magnetisch veld), radar op schepen, hoogspanningscabine, krachtige zendapparatuur, - zware luidsprekers. - luchthaven: metaaldetectoren. - elektrocauterisatie tijdens operaties. Vraag in deze gevallen of bij twijfel advies aan uw cardioloog! Neem ook contact op met uw cardioloog als u een operatie moet ondergaan. IK KRIJG EEN PACEMAKER 11
Secretariaat Interventionele Cardiologie en Elektrofysiologie Tel: 09 332 44 05 Fax: 09 332 49 99 secretariaat.interventionelecardiologie@uzgent.be Verpleegafdelingen Nefrologie/Endocrinologie/Cardiologie Ingang 12 (gebouw K12A, 8ste verdieping) Tel: 09 332 31 72 Cardiologie Ingang 12 (gebouw K12B, 8ste verdieping) Tel: 09 332 46 87 Hartbewaking Ingang 12 (gebouw K12A, 12de verdieping) Tel: 09 332 47 70 Dagziekenhuis Metabole en Cardiovasculaire Aandoeningen Ingang 12 (gebouw K12E, 5de verdieping) Tel: 09 332 00 62 Deze brochure werd enkel ontwikkeld voor gebruik binnen het UZ Gent. Alle rechten voorbehouden.niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het UZ Gent. Nevelland Graphics cvba-so 118851 maart 2016 - versie 3 v.u.: Eric Mortier, afgevaardigd bestuurder UZ Gent, De Pintelaan 185, 9000 Gent UZ Gent Postadres De Pintelaan 185 Toegang C. Heymanslaan B 9000 Gent T: +32 (0)9 332 21 11 info@uzgent.be www.uzgent.be volg ons op