Relevant e wij zigingen t en opzicht e van de Verordening op het St edeschoon 1997 de begripsomschrijvingen zijn daar waar mogelijk aangepast aan landelijke wetgeving; de nieuwe verordening geldt voor de gehele gemeente. De verordening uit 1997 gold uitsluitend voor reclames binnen de bebouwde kom; regels rondom de indiening van de aanvraag, beslistermijnen, voorschriften en beperkingen aan vergunningen, intrekken en wijzigen van een vergunning, de plichten van de vergunninghouder en handhaving zijn opgenomen in landelijke regelgeving (met name de Wabo). Voorschriften hierover zijn daarom grotendeels niet meer in deze verordening opgenomen; de algemene regel is en was dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag handelreclame te maken of te voeren. Op dit verbod gelden en golden uitzonderingen. Deze uitzonderingen zijn op onderdelen aangepast. Handelsreclameverordening 2011 (toegevoegd) Algemene voorwaarden voor vergunningvrije handelsreclame: 1 De handelsreclame: niet aanstootgevend is én voldoet aan dezelfde kenmerken (afmetingen, plaats, kleur e.d.) als waaraan handelsreclame zijnde bouwwerken conform de geldende welstandsnota (inclusief de excessenregeling) moet voldoen, dit ter beoordeling van de welstands en monumentencommissie én voldoet aan het geldende terrassenbeleid Valkenburg aan de Geul én voldoet aan het geldende gemeentelij ke beleidsplan bewegwij zering én voldoet aan de geldende beleidsregels inzake het voeren van propaganda bij verkiezingen. Verordening op het Stedeschoon 1997 (verwijderd) 1
Specifieke voorwaarden voor vergunningvrije handelsreclame 2 Handelsreclame aangebracht in abri s. Reclame die is aangebracht op of aan gebouwen en inrichtingen van openbaar vervoer, indien deze is aangebracht ten diensten van dat vervoer. 3 Handelsreclame niet in strijd met de criteria als opgenomen in het geldende gemeentelij ke beleidsplan bewegwij zering. 4 Handelsreclame niet in strijd met het geldende terrassenbeleid Valkenburg aan de Geul 5 Handelsreclame niet in strijd met het geldende terrassenbeleid Valkenburg aan de Geul die tevens aan dezelfde kenmerken (afmetingen, plaats, kleur e.d.) voldoet als waaraan handelsreclame zijnde bouwwerken conform de geldende welstandsnota (inclusief de excessenregeling) moet voldoen, dit ter beoordeling van de welstands en monumentencommissie. 6 Handelsreclame die aan dezelfde kenmerken (afmetingen, plaats, kleur e.d.) voldoet als waaraan handelsreclame zijnde bouwwerken conform de geldende welstandsnota moet voldoen, dit ter beoordeling van de welstands en monumentencommissie Reclame aangebracht op borden die voldoen aan de door de overheid gestelde regels ten aanzien van bewegwijzering. Reclame die is aan te merken als wandkaart mits: 1. niet meer dan 4 wandkaarten worden aangebracht; 2. elke wandkaart geen grotere oppervlakte dan 0,50 vierkante meter heeft; 3. de wandkaarten worden aangebracht tussen de boven en benedenzijde van de raamopeningen op begane grondniveau Reclame die is aangebracht op de volant van markiezen en zonweringen mits: 1. de markiezen en zonweringen zich bevinden op begane grond niveau; 2. de reclame niet hoger is dan 0,2 meter Reclame die is aangebracht op vlaggen of wimpels mits: 1. Niet meer dan 2 vlaggen of wimpels worden aangebracht 2. geen onderdeel van de vlaggen of wimpels zich minder dan 2,2 meter boven het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg bevindt; 3. geen onderdeel van de vlaggen of wimpels zich op minder dan 0,5 meter van het voor rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevindt. 7 Indien vergunning is verleend voor het aanbrengen van tijdelijke reclameborden op basis van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening (het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg in strijd met de publieke functie van de weg); 8 Handelsreclame ten behoeve van een tijdelijke gebeurtenis en geenszins gerelateerd aan enig permanent gebruik, op of aan een onroerende zaak (niet zijnde op, aan of boven de weg), voor zolang zij feitelijk betekenis heeft, doch niet langer dan 14 dagen mits: de handelsreclame niet is verlicht; niet meer dan twee handelsreclames aangebracht worden; elke handelsreclame geen oppervlakte heeft van meer dan 1 m2; indien één handelsreclame wordt aangebracht, deze handelsreclame geen oppervlakte heeft van meer dan 2 m2. 9 De handelsreclame voldoet aan de geldende beleidsregels inzake het voeren van propaganda bij verkiezingen. ten behoeve van een tijdelijke gebeurtenis en geenszins gerelateerd aan enig permanent gebruik, op of aan een onroerende zaak, voor zolang zij feitelijk betekenis heeft, doch niet langer dan 14 dagen mits: de reclame niet is verlicht; niet meer dan twee reclames aangebracht worden; elke reclame geen oppervlakte heeft van meer dan 1 m2. Ad 1. 2
Om te voorkomen dat een handelsreclame aanstootgevend is én om te voorkomen dat de handelsreclame in strijd is met gemeentelijke beleidsdocumenten zijn algemene criteria opgesteld waaraan een handelsreclame sowieso moet voldoen, wil sprake zijn van vergunningvrije handelsreclame. Pas wanneer wordt voldaan aan alle algemene voorwaarden (als aangegeven in de tabel op blz. 1) kan een beroep worden gedaan op de specifieke voorwaarden. Ter verduidelijking: een reclame in een abri kan pas vergunningvrij zijn wanneer aan alle algemene criteria wordt voldaan. Ad 2. Op basis van de Verordening op het Stedeschoon 1997 zou geen reclamevergunning nodig zijn voor het aanbrengen van reclame op of aan gebouwen ten behoeve van openbaar vervoer. Dit kan tot ongewenste situaties leiden omdat in deze verordening geen grenzen worden gesteld aan afmetingen. Voorgesteld wordt om de reclamecriteria af te stemmen op criteria die ook bij andere gebouwtypen worden gehanteerd. Omdat reclames in abri s voor zover bekend binnen onze gemeente niet tot ongewenste situaties hebben geleid, wordt voorgesteld om deze handelsreclame vergunningvrij te houden. Als algemene regel blijft onder meer gelden dat de handelsreclame niet aanstootgevend mag zijn. Reclames in abri s worden regelmatig gewijzigd. Bij iedere wijziging zou in geval van een vergunningplicht steeds opnieuw een vergunning moeten worden aangevraagd. Hierdoor zouden de administratieve lasten onnodig toenemen. Ad. 3 Om interpretatieverschillen te voorkomen is de tekst aangescherpt. Uit de tekst van de Verordening op het Stedeschoon 1997 kan wellicht worden opgemaakt dat op een vergund bord dat voldoet aan het bewegwijzeringsbeleid een reclame mag worden aangebracht. Bewegwijzering naar een bedrijf bijvoorbeeld een supermarkt, kan worden gezien als het voeren van handelsreclame. In het beleid met betrekking tot bewegwijzering wordt beschreven wanneer en onder welke voorwaarden bewegwijzering (als handelsreclame) mag worden aangebracht. Wordt niet aan deze voorwaarden voldaan, dan kan ingevolgde de weigeringsgronden van de nieuwe verordening de reclamevergunning worden geweigerd. Ad. 4, 5 en 6 In het nieuwe terrassenbeleid en het gewijzigde welstandsbeleid worden criteria rondom de aspecten als genoemd onder 4,5 en 6 benoemd. De criteria die in de Verordening op het Stedeschoon 1997 zij n opgenomen stroken hier niet mee. 3
Omdat de criteria genoemde beleidsdocumenten zijn geformuleerd en verwijzingen zijn gemaakt, hoeven deze criteria niet ook nog eens in deze verordening te worden opgenomen. In de welstandsnota is een excessenregeling opgenomen. Deze regeling geldt ook wijzigingen aan bouwwerken door vergunningvrije (bouw)werkzaamheden. In de onderstaande tabel zijn de criteria die betrekking kunnen hebben op handelsreclame. Wanneer sprake is van een exces kan het bevoegd gezag handhavend optreden. Van ernstige strijd met redelijke van eisen van welstand kan sprake zijn bij: 1. het dichttimmeren of afplakken van raam, glas of andere gevelopeningen; 2. het toepassen van felle of contrasterende kleuren: het toepassen van kleuren die niet aansluiten c.q. passen bij de architectuur van het bouwwerk c.q. niet aansluiten of passen in de omgeving; 3. een veelvoud aan reclames, te opdringerige reclames en intermitterende reclames. 4. een reclameuiting die een grove inbreuk maakt op: wat als passend bij de aard of omvang van het bouwwerk moet worden beschouwd; wat voor de omgeving kenmerkend is. 5. het ontsieren van een gevel door het aanbrengen van: vlaggen; schilderingen; (span)doeken; Ad. 7 Binnen onze gemeente geldt op basis van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) een vergunningplicht voor het plaatsen van voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg. Een dergelijke vergunning is thans vereist voor het op de weg plaatsen van tijdelijke reclameborden bedoeld voor de aankondiging van evenementen binnen de gemeente. De gemeente heeft in dit kader beleidsregels opgesteld voor het al dan niet verlenen van deze vergunning. Geadviseerd wordt om wanneer de betreffende vergunning op basis van de Apv is verleend geen separate vergunning voor het aanbrengen van handelsreclame is vereist. De initiatiefnemer zou anders (onnodig) twee keer een vergunning moeten aanvragen. Ad. 8 De verordening op het stedeschoon 1997 maakte geen onderscheid tussen tij delij ke reclameborden op, aan of boven de weg en tijdelijke reclameborden die niet op, aan of boven de weg zijn geplaatst. In 2006 zijn nieuwe beleidsregels opgesteld rondom het aanbrengen van tijdelijke reclameborden op, aan of boven de weg (zie onder ad. 7). In deze beleidsnotitie zijn regels opgenomen regels zoals de regel dat de borden slechts onder voorwaarden op door gemeente aangegeven locaties mogen worden geplaatst. Deze regels gelden niet voor tijdelijke reclameborden die niet op, aan of boven de weg zijn geplaatst. In het concept van de handelsreclameverordening 2011 is daarom een onderscheid gemaakt tussen tijdelijke handelsreclame op,aan of boven de weg en tijdelijke handelsreclame die niet op, aan of boven de weg wordt aangebracht. 4
Toegevoegd is dat in plaats van twee handelsreclames met een oppervlakte van 1 m 2 ook één handelsreclame met een oppervlakte van 2 m 2 mag worden geplaatst. Ad. 9 Onze gemeente beschikt over beleid met betrekking tot het voeren van propaganda bij verkiezingen. Geadviseerd wordt dat wanneer aan deze beleidsvoorschriften wordt voldaan, geen aparte vergunning nodig voor het aanbrengen van handelsreclame. Weigeringsgronden Op basis van de verordening uit 1997 diende de vergunning te worden geweigerd wanneer niet werd voldaan aan welstandscriteria en/of wanneer er geen functioneel verband bestond tussen de handelsreclame en de plaats waar deze werd aangebracht Op basis van een vrij stellingsartikel kon alsnog vergunning worden verleend. In het concept van de handelsreclameverordening 2011 is geen afzonderlijk vrij stellingsartikel meer opgenomen. In artikel 2.2 lid 1 van de handelsreclameverordening 2011 is vermeld wanneer een vergunning kan worden geweigerd. Het woordj e kan maakt het ontheffingsartikel overbodig. De nieuwe formulering geeft bovendien wat ruimte om in bijzondere gevallen toch een vergunning te verlenen. Wel dient steeds te worden gemotiveerd waarom wel of geen vrij stelling wordt verleend. 5