Inspectierapport Villa Poespas BSO (BSO) Hoofdstraat 141 6881TG VELP GLD Registratienummer 222610116 Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Rheden Datum inspectie: 07-06-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 18-07-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. Beschouwing Villa Poespas wordt geëxploiteerd door een particuliere houder, Kinderopvang Poespas, welke nog 2 kinderopvanglocaties runt in de gemeente Rheden. De kleinschalige buitenschoolse opvang Villa Poespas is gevestigd in een vrijstaand pand te Velp en heeft momenteel een registratie voor maximaal 7 kindplaatsen. In hetzelfde pand wordt tevens kinderdagopvang aangeboden. Hiervoor is een apart inspectierapport opgesteld. Inspectiegeschiedenis Onderzoek na registratie d.d. 13-05-2014 Tekortkoming op domein ouderrecht; klachten. Regulier onderzoek d.d. 20-04-2015 Geen tekortkomingen. Buitenschoolse opvang Villa Poespas voldoet aan alle getoetste items. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum ( versie Januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Tijdens de observatie kwamen de kinderen in 2 groepjes uit school. Ze kregen wat te eten en te drinken en er was gelegenheid tot vrij spel. Pedagogische praktijk Emotionele veiligheid "De beroepskrachten kennen ieder kind in de groep; ze kennen hen bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden (bijv. karakter, hobby, allergieën). In het contact met het kind wordt die kennis gebruikt". In de gesprekken met de kinderen noemen de beroepskrachten de kinderen bij hun voornaam. De beroepskrachten kennen ook de thuissituatie van de kinderen. Tijdens de observatie is gezien dat de beroepskracht voldoende emotionele veiligheid biedt. De communicatie is positief en de beroepskracht reageert sensitief en responsief. De signalen die de aanwezige kinderen uitzenden worden opgevangen door de beroepskracht. Een kind is net 4 geworden en gaat de basisschool. Wanneer hij op de BSO arriveert is hij erg moe. De beroepskracht neemt hem op schoot en vraagt wat hij wil doen. Hij zegt: ik wil gewoon lekker zitten. De beroepskracht zegt: ja. je bent moe, hè. Zal ik een boekje voor je pakken"? Het jongetje bladert door het boekje. Zal ik je voorlezen, vraagt de beroepskracht. Het jongetje knikt. Persoonlijke competentie De beroepskrachten sluiten aan op wensen en ideeën van een kind bij het organiseren van activiteiten. Zij begeleiden een kind om zelf te (leren) kiezen en initiatief te nemen. De kinderen kiezen welke activiteit zij willen doen zoals kleuren, een spelletje. Wanneer een kind gewoon even rustig op de bank wil zitten dan mag dat. De beroepskracht leest een kleuter een boekje voor. Het is een boekje waarbij tellen gestimuleerd wordt. Het kind mag steeds het aantal dieren op de bladzijde tellen. Sociale competentie "De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes aan. (...)". Een meisje zit met de beroepskracht aan tafel een spelletje te spelen. Een jongetje komt moeilijk tot spel. Ze nodigt het jongetje uit om mee te doen met het spel. Ze legt het spel uit. Wanneer beide kinderen goed in het spel zitten gaat de beroepskracht naar kinderen die net op de BSO gearriveerd zijn. De twee kinderen spelen het spel met elkaar verder. Normen en waarden Eenduidig handelen De beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen (...) De kinderen lijken goed op de hoogte te zijn van de afspraken en regels die binnen de BSO gelden. Op het moment dat het nodig is herinnert de beroepskracht het betreffende kind aan een afspraak. Op basis van bovenstaande observaties kan geconcludeerd worden dat de pedagogische praktijk op alle competenties voldoet. 4 van 10
Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Observaties 5 van 10
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Van de houder en 9 beroepskrachten is de verklaring omtrent het gedrag ingezien. Ze beschikken allen over een geldige verklaring omtrent het gedrag, afgegeven op 27 februari 2014, 3 maart 2014, 11 februari 2015, 26 februari 2015, 2 maart 2015, 22 juni 2015, 22 december 2015, 3 maart 2016,14 maart 2016 en 22 maart 2016. Tevens is van de stagiaire de verklaring omtrent het gedrag ingezien. Zij beschikt over een geldige verklaring omtrent het gedrag, afgegeven op 19 februari 2016. Passende beroepskwalificatie Van 9 beroepskrachten is het diploma ingezien. Zij beschikken allen over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in 1 basisgroep van maximaal 7 kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Hiermee wordt aan de voorwaarden voldaan. Beroepskracht-kindratio Er wordt 1 beroepskracht ingezet op 7 kinderen. Hiermee wordt aan de voorwaarden voldaan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Villa Poespas BSO Website : http://www.kinderopvangvelp.nl Aantal kindplaatsen : 7 Gegevens houder Naam houder : Teunissen Website : www.poespas.nl KvK nummer : 09168998 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Adres : Postbus 5364 Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM Telefoonnummer : 0800-8446000 Onderzoek uitgevoerd door : Josephine Lindner Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Rheden Adres : Postbus 9110 Postcode en plaats : 6994ZJ DE STEEG Planning Datum inspectie : 07-06-2016 Opstellen concept inspectierapport : 01-07-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 18-07-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 18-07-2016 Verzenden inspectierapport naar : 18-07-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 25-07-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10