Inspectierapport BSO Rataplan (BSO) Dorpsweg 39 6956AN SPANKEREN Registratienummer 300132086 Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Rheden Datum inspectie: 25-06-2015 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 09-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. Tijdens het onderzoek is er gesproken met de beroepskracht en telefonisch met een manager. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van dit onderzoek. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over het kindercentrum BSO Rataplan is onderdeel van kinderopvangorganisatie Fris! Kinderdagverblijven. In maart 2013 is BSO Rataplan overgenomen van Kinderopvangorganisatie Kinderrij. De BSO is gesitueerd in de openbare Daltonschool Prinses Margriet. De BSO heeft een registratie voor 20 kindplaatsen. Er is basisgroep met twee vaste medewerkers. Inspectiegeschiedenis 2013 Aangekondigd onderzoek na registratie: geen overtredingen 2014 Onaangekondigd regulier onderzoek: geen overtredingen Bevindingen op hoofdlijnen De sfeer op de BSO is ontspannen en gezellig. Er is een open interactie tussen de kinderen en de beroepskracht waarbij de beroepskracht zowel aandacht heeft voor het individuele kind als voor de groep. Uit het huidige onderzoek is gebleken dat de houder, evenals voorgaande jaren, aan de getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldoet. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (versie Januari 2015). De cursief gedrukte tekst hieronder is afkomstig uit dit document. De observatie start aan het begin van de opvang. De beroepskracht haalt de jongste kinderen uit de klas op van de basisschool waar de opvang plaatsvindt. Vervolgens wordt er in de basisruimte gedronken en gegeten. De 9 kinderen helpen actief mee bij het klaarzetten van het drinken en het opruimen van de bekers. Ook worden de activiteiten besproken en groepen gevormd voor het middagprogramma. Pedagogische praktijk Pedagogisch beleidsplan De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan De beroepskracht weet wat de vier pedagogische basisdoelen inhouden. Zij weet in grote lijnen wat hierover in het pedagogisch beleid staat. Uit het interview blijkt dat de beroepskracht inhoudelijk op de hoogte is van het pedagogisch beleidsplan. Het pedagogisch beleidsplan wordt jaarlijks besproken en vastgesteld binnen het team. Emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen Begroeten (4-12) Elk kind wordt individueel begroet, op school of bij binnenkomst; beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. Observatie De jongere kinderen worden door de beroepskracht opgehaald in hetzelfde gebouw waar ook de buitenschoolse opvang is gevestigd. De beroepskracht reageert op de kinderen met een enthousiaste en op een persoonlijke manier. Zo zegt zij tegen een kindje: Wat heb jij een mooie jurk aan.' En tegen een ander kindje: 'Wat een mooie kroon heb je op, heb je die vandaag gemaakt?' En tegen nog een ander kindje: 'Ben je een beetje moe, je ziet wat bleek? Persoonlijke competentie Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen Voorspelbaarheid (4-12) De beroepskracht geeft duidelijke informatie over start, verloop en einde van een activiteit; de situatie is voor kinderen inzichtelijk. Observatie Tijdens het drinkmoment worden o.a. de activiteiten van deze middag besproken. Er wordt gebruik gemaakt van een planbord. Kinderen kunnen hun naam inplannen bij een activiteit. De kinderen kunnen kiezen uit Vrij spel; Sport/spel activiteit en Creatieve activiteiten. 4 van 10
Sociale competentie De kinderen zijn deel van de groep Participatie / kinderinspraak (4-12) Beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen (.). Observatie In overleg met de kinderen worden de taken verdeeld voor het inschenken van de limonade, het opruimen van de bekers en het schoonmaken van de tafels. Dit gebeurt op een ontspannen en vrolijke manier. Zo is er veel hilariteit, omdat er (te) veel limonadesiroop is ingeschonken waardoor de limonade wel erg zoet wordt. De beroepskracht lost dit op door een kindje de taak te geven om meer water bij de limonade te schenken of een nieuwe beker met limonade te geven. De kinderen ontvangen complimenten van de beroepskracht zoals: Wat maak je de tafel mooi schoon.' Overdracht van waarden en normen Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn Sociale oefenplaats (4-12) De beroepskrachten spreken kinderen aan op hun omgang met elkaar en de beroepskrachten, bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten. Kinderen worden aangezet tot sociaal gedrag (bv elkaar helpen, op je beurt wachten, anderen laten uitpraten) (.). Observatie Tijdens het aan tafel gaan is er een kruk te weinig. Tussen twee kinderen ontstaat er een meningsverschil wie op deze kruk mag zitten. De beroepskracht vraagt aan een ander kindje: Wil jij een kruk erbij pakken? Wanneer de kinderen door elkaar praten vraagt en zegt de beroepskracht: Wat is de afspraak? Naar elkaar luisteren en niet allemaal tegelijk praten, want dan kunnen wij elkaar niet horen. Op basis van deze observaties is geconstateerd, dat de pedagogische praktijk op alle competenties voldoet. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskracht) Landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen 5 van 10
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent gedrag (2) zijn ingezien en voldoen aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De diploma's van de beroepskrachten (2) zijn ingezien en voldoen aan de gestelde voorwaarden. Opvang in groepen Er is een basisgroep van maximaal 20 kinderen, Beroepskracht-kindratio Tijdens het onderzoek waren aanwezig 9 kinderen en 1 beroepskracht. Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag (17-06-2013 en 26-06-2013) Diploma's beroepskrachten (SPW 4 en SPW 3) Presentielijsten (week 26) Personeelsrooster (week 26) 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO Rataplan Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Fris! Kinderdagverblijven Adres houder : Linie 540 Postcode en plaats : 7325DZ Apeldoorn Website : www.friskdv.nl KvK nummer : 50860429 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Adres : Postbus 5364 Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM Telefoonnummer : 0800-8446000 Onderzoek uitgevoerd door : Hanneke Negenborn Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Rheden Adres : Postbus 9110 Postcode en plaats : 6994ZJ DE STEEG Planning Datum inspectie : 25-06-2015 Opstellen concept inspectierapport : 02-07-2015 Zienswijze houder : 09-07-2015 Vaststelling inspectierapport : 09-07-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 09-07-2015 Verzenden inspectierapport naar : 09-07-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 16-07-2015 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Dank voor de prettige samenwerking en ik kan me prima vinden in het inspectierapport. Hartelijke groet, Bianca van Balken Fris! Kinderdagverblijven Manager 06-11599395 10 van 10