25-9-2013. Permanente educatie SEH. Lindenhaeghe. Introductie en werkafspraken. Geen voorstelronde maar

Vergelijkbare documenten
Aandachtspunten in de eigenwoningregeling bij doorstromen

Mutaties in de (fiscale) aflossingsverplichting van de eigenwoningschuld

Inkomstenbelasting. 16 december Intermediairdagen.nl

Informatieblad Eigen woning in 2014

PE Plus Hypothecair Krediet oefenexamen

Aanstaande wijzigingen in de fiscale afhandeling van hypotheekrenteaftrek per

Actualiteiten rond de eigen woning

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Kredieter Hypotheken & financiële planning

Complexe fiscale situaties in de eigenwoningregeling. Rob Timmermans MFP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Uw hypotheek en de belasting in 2014

Actualiteiten rond de eigen woning. Erasmus Universiteit Rotterdam 12 februari 2014 Alumni Mfp

Vragen en antwoorden Intermediairdagen 2012 sessie Inkomstenbelasting

Informatiewijzer Jaaropgave 2015 Uw hypotheek en de belasting in 2015

PE Plus Hypothecair Krediet oefenexamen

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Wat zijn de voorgestelde veranderingen voor hypotheken?

Eigen woning in Strop of paradijs? whitepaper

U of uw fiscale partner verkoopt een eigen woning of heeft een eigenwoningreserve

Welkom Het aandeel in de eigenwoningschuld in de praktijk

Je hypotheek en de belasting in 2015

Uw hypotheek en de belasting in 2015

Informatiewijzer Jaaropgave 2016 Uw hypotheek en de belasting in 2016

Workshop Echtscheiding. Erasmus Universiteit Rotterdam 19 juni 2015

Casus 1. EW en verkoop, 3.111, lid 2. Aanstaande EW, 3.111, lid 3

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Je hypotheek en de belasting in 2016

Welke regels van toepassing zijn, is afhankelijk van uw individuele situatie. In deze advieswijzer komen verschillende situaties aan bod.

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning

Eigen woning Strop of paradijs?

2) Wanneer gaan de verschillende maatregelen in? Per 1 januari 2013

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

Eindejaarsspecial tips eigen woning

De eigen woning. Programma. Wat is een Eigen Woning, 3.111, lid 1. Algemeen Echtscheiding Bijleenregeling & Kapitaalverzekering

Belastingplan 2013: Wet herziening fiscale behandeling eigen woning

Eigen woning in Strop of paradijs? advieswijzer

Overzicht gevolgen Wet Herziening fiscale behandeling Eigen Woning

Verantwoord lenen bij Delta Lloyd

Inkomstenbelasting - niet-winst -- Deel 2

Toelichting bij het jaaroverzicht van je hypotheek

Informatiewijzer Jaaropgave 2017 Uw hypotheek en de belasting in 2017

Marktwaarde op moment oversluiten ,- Oversluitkosten + kosten nieuwe lening ,- Verbouwing ,- + Totaal te financieren 360.

Wat kunt u wanneer als aftrekposten voor uw huis opvoeren? En wat niet?

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

Inhoud. Gebruikte begrippen en afkortingen 3. A Inleiding 3. B BHW-kapitaalverzekeringen 4. C De KEW, de SEW en het BEW 5

Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW

Fiscale wetsvoorstellen. Voor 2014 en volgende jaren

Uitwerking 2: Trouwen in gemeenschap van goederen met gedeeltelijke overgang EWS verleden

Verhoging AOW- en pensioenleeftijd: wat betekent dat voor mijn adviespraktijk? Erik Schouten AEGON Adfis 26 september 2012

Om de bijleenregeling uit te leggen worden de volgende termen gebruikt:

Toelichting jaaropgave hypotheken

C. In artikel 2.5, tweede lid, wordt de artikelen 3.60, 3.83, 3.116, vierde lid, vervangen door: de artikelen 3.60, 3.83,

Voor vragen of opmerkingen over deze uitgave kunt u zich wenden tot de samensteller: ruben.stam@chello.nl.

A Inleiding 3 B BHW-kapitaalverzekeringen 4 C De KEW, de SEW en het BEW 5 D Wijzigingen 6 E Vragen 8 Belastingdienst

Wijzigingen NHG en Kredietbeleid Florius per 1 januari 2013

De assurantie-adviseur is dood!

Mark en Veronique gaan samenwonen (na verkoop van de woning van M in een huurwoning, duur paar maanden)

Je hypotheek en de belasting in 2017

Hoe zit het met op al bestaande hypotheken vanaf ?

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verantwoord lenen bij OHRA

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Algemene informatie hypotheken (starter)

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

Uw hypotheek nu en in de toekomst

Nieuwbouw Hypotheek. Koopt u een nieuwbouwwoning? Of gaat u uw woning verbouwen? Dan is de Nieuwbouw Hypotheek geschikt voor u.

Kleiner wonen: Mr. Kees Roest FB

Als u een woning koopt

Uw hypotheek nu en in de toekomst

VRAGEN WONINGMARKT / KOPEN VAN EEN WONING NOVEMBER 2012

Fiscale en financiele aspecten bij echtscheiding. PFP Forum 30 januari 2008 mr. Frits van der Kamp

Compendium van de nieuwe eigenwoningregeling


Algemene informatie. Hypotheken - starter VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN

Binnenkort heb je een afspraak met één van onze adviseurs. Om je goed van dienst te kunnen zijn, hebben wij informatie van je nodig.

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement

Bankspaarhypotheek PAUL SPATZKER HYP O THEEKA D VIES

De overheid verandert de regels voor hypotheken, zodat minder woningbezitters in financiële problemen komen.

DrieSterrenHypotheek. Wilt u een lening met een scherpe rente én flexibiliteit? Dan is de DrieSterrenHypotheek geschikt voor u.

Voorbeeld gebaseerd op een goede adviespraktijk m.b.t. bruto/netto berekening: man, 44 jaar en vrouw, 40 jaar Verstrekte hypotheek in

COMFORT HYPOTHEEK VRIJHEID IN HYPOTHEKEN

Klantinformatie hypotheekrente wijzigen

PE+ Actualiteiten 2015 Wft Basis

Binnenkort hebt u een afspraak met één van onze adviseurs. Om u goed van dienst te kunnen zijn, hebben wij informatie van u nodig.

Verdiepende special Exit tijdklemmen voor KEW, SEW en BEW. En nu?

Ondernemers Hypotheek

Toelichting bij het jaaroverzicht van je hypotheek

Nieuwsbrief kwartaal 4 Prinsjesdag Bron: Dukers & Baelemans Pagina 1. U als particulier: Algemene heffingskorting en de arbeidskorting

Wft Hypothecair Krediet oefenexamen

Nieuwe Gedragscode Hypothecaire Financieringen (Bron: De Hypotheekshop)

Vierluik eigen woning vanuit fiscaal perspectief

KLANTPROFIEL VOOR 2 personen

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning

Nu kiezen voor zekerheid. Straks wonen tegen aantrekkelijke maandlasten. Fiscaal Voortzetten. in de BankSpaar Plus Hypotheek

Nieuwsbrief Fiscaal Juridisch Adviesbureau Informatiebulletin over de eigen woning en inkomensvoorzieningen

Transcriptie:

Permanente educatie SEH Lindenhaeghe Introductie en werkafspraken Geen voorstelronde maar 3 1

Agenda Sociale zekerheid ( AOW/ANW/WW ) Tijdelijke meerdere woningen (crisismaatregel) LTI/LTV Normering 2013 Aftrekbeperking nieuwe hypotheken KEW/SEW/BEW 30 jaarstermijn renteaftrek Restschuld in de praktijk Beklemmingen KEW/SEW/BEW Praktische vertaling in de praktijk 4 Actualiteiten 5 Belastingplan 2014 1. Verhoging tarief 1 e schijf box 1 2. Aanpassing algemene heffingskorting 3. Aanpassing arbeidskorting 4. Accijnsverhoging 5. Aanpassing motorrijtuigenbelasting 6. Aanpassing stamrechtregeling 7. Geen inflatiecorrectie IB/LB 8. Verlenging pseudo-eindheffing 9. Extra vrijstelling schenkbelasting 6 2

Actualiteiten pijler 1 7 Voorzieningen AOW ANW WW 8 AOW- leeftijd Sinds 1/4/2012 vanaf dag waarop men 65 jaar wordt AOW-pensioenleeftijd gefaseerd omhoog met inwerkingtreding van Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd op 1/1/2013 Wettelijke AOW leeftijd al in 2018 verhoogd naar 66 jaar! 9 3

AOW-leeftijd (Wet) 10 Geboren AOW in: Start AOW Voor 1 januari 1948 2012 of eerder 65 Na 31 december 1947 en voor 1 december 1948 2013 65 + 1 mnd Na 30 november 1948 en voor 1 november 1949 2014 65 + 2 mnd Na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 65 + 3 mnd Na 30 september en voor 1 augustus 1951 2016 65 + 5 mnd Na 31 juli 1951 en voor 1 juni 1952 2017 65 + 7 mnd Na 31 mei 1952 en voor 1 april 1953 2018 65 + 9 mnd Na 31 maart 1953 en voor 1 januari 1954 2019 66 Na 31 december 1953 en voor 1 oktober 1954 2020 66 + 3 mnd Na 30 september 1954 en voor 1 juli 1955 2021 66 + 6 mnd Na 30 juni 1955 en voor 1 april 1956 2022 66 + 9 mnd Na 31 maart 1956 en voor 1 januari 1957 2023 67 Na 31 december 1956 2023 Nog niet bekend* * De AOW-leeftijd na 2024 is afhankelijk van de levensverwachting. Vanaf 2024 wordt de AOW-leeftijd steeds 5 jaar tevoren vastgesteld AOW-leeftijd (Herfstakkoord) 11 Geboren AOW in: Start AOW Voor 1 januari 1948 2012 of eerder 65 Na 31 december 1947 en voor 1 december 1948 2013 65 + 1 mnd Na 30 november 1948 en voor 1 november 1949 2014 65 + 2 mnd Na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 65 + 3 mnd Na 30 september 1950 en voor 1 juli 1951 2016 65 + 6 mnd Na 31 juni 1951 en voor 1 april 1952 2017 65 + 9 mnd Na 31 maart 1952 en voor 1 januari 1953 2018 66 Na 31 december 1952 en voor 1 september 1953 2019 66 + 4 mnd Na 31 augustus 1953 en voor 1 mei 1954 2020 66 + 8 mnd Na 30 april 1954 en voor 1 januari 1955 2021 67 Na 31 december 1954 2022 67 Na 31 december 1954 2023 67 * De AOW-leeftijd na 2024 is afhankelijk van de levensverwachting. Vanaf 2024 wordt de AOW-leeftijd steeds 5 jaar tevoren vastgesteld Voorbeeld Jan is geboren op 10/10/1953 Tot vorig jaar ging Jan ervan uit dat hij per 1 e van de maand waarin hij 65 wordt AOW ontvangt Door het verschuiven van de AOWleeftijd start de AOW pas als hij 66 jaar is NB. bij het Herfstakkoord pas bij 66 jaar en 8 maanden 12 4

ANW 13 Actualiteiten ANW Kabinet wil uitkeringstermijn beperken tot 1 jaar Wet vereenvoudiging regeling SVB: verval halfwezenuitkering 14 Recht op halfwezenuitkering Als partner is overleden en nabestaande eigen kind heeft jonger dan 18 jaar Ook als partners gescheiden waren Ook als partners niet meer samenwoonden Uitkering vervalt niet door huwelijk of samenwonen 15 5

Verval halfwezenuitkering Voor oorspronkelijk rechthebbenden nabestaandenuitkering omhoog Indien op of na 1 april 2013 voor het eerst recht op nabestaandenuitkering, geldt deze verandering per 1/7/2013 Indien voor 1 april 2013 al recht op halfwezenuitkering, dan geldt deze verandering per 1/10/2013 16 En wat betekent dat dan? Voorheen was er een uitkering voor de partner van 1.136 per maand en een halfwezenuitkering van 250 per maand. Huidig is de uitkering 1.386 per maand. Maar de hoogte is wel inkomensafhankelijk!! 17 Sociale zekerheid na ontslag 18 6

Werkeloosheidswet (WW) WW wordt gezien als overbrugging tussen twee banen Recht op WW-uitkering: 1. werknemerseis 2. werkeloosheidseis 3. weken-/jareneis Duur: minimaal 3 en maximaal 38 maanden 19 Sociaal akkoord 11/4/2013 Uitkeringsduur: Maximaal 24 maanden per 1/1/2019 Afbouw van 38 maanden naar 24 maanden, per 2016 met 1 maand per kwartaal Aanvulling op deze regeling geregeld tussen werkgevers en werknemers blijft mogelijk 20 Wijzigingen IOAW en IOW In het sociaal akkoord is afgesproken dat IOAW blijft bestaan voor werknemers (50+ op eerste dag werkeloosheid) die vóór 1 januari 1965 zijn geboren Kabinet-Rutte-Asscher wil dat 55+ vanaf 2014 ook recht kunnen krijgen op IOW (tijdelijke regeling vanaf 1 december 2009 tot 1 juli 2016) 21 7

Verschil IOW en IOAW IOAW Voor langdurig werklozen van 50 tot AOW-leeftijd Hoogte uitkering afhankelijk van eigen inkomen oudere werkloze en inkomen partner Sollicitatieplicht partner Doorlopende regeling Gemeente voert uit IOW Voor mensen tussen 60 en AOW- leeftijd. Inkomen partner buiten beschouwing Partner niet verplicht te solliciteren Tijdelijke regeling UWV voert uit 22 Actualiteiten pijler 2 23 Aanpassing Witteveenkader Wetsvoorstel aanpassing in 2015 Pensioenleeftijd 67 jaar Eindloon:1,9% (2014) en wordt wellicht 1,55% in 2015 Middelloon:2,15% (2014) en wordt wellicht 1,75% in 2015 Geen fiscaal gefaciliteerde pensioen-opbouw over inkomen boven 100.000 (wordt wellicht 60.000) Beschikbare premie wordt gericht op 40 jaren opbouw en mag niet meer zijn dan 70% van gemiddeld pensioengevend salaris 24 8

Actualiteiten pijler 3 25 Jaarruimte: 2013: 17%(IG-AF) - 7,5A - F - VB 2014: 15,5%(IG-AF) - 7,2A - F - VB 2015: 12,7%(IG-AF) - 6,4A - F - VB Max.premiegrondslag naar 100.000 Dotatie oudedagsreserve: In 2013 12% in 2014 10,9% in 2015 8,9% Herziene eigenwoningregeling 26 Annuïteiten Bijleenregeling Aflossingsstand Aflossingsachterstand Verhuisregelingen Informatieplicht Restschuld Overgangsrecht KEW/SEW Overgangsrecht EWS Crisismaatregel Tot wanneer? 27 9

Crisismaatregel Tijdelijke verhuur in verkoop staande woning? Woning naar Box 3 Geen bijleenregeling Bij einde verhuur weer naar Box 1 Tot wanneer? 28 Crisis maatregel (2) Vroegere eigen woning staat leeg: Woning max.2 jaar (+ kalenderjaar) als eigen woning aangemerkt, indien: 1) belastingplichtige aannemelijk maakt dat de woning bestemd is voor verkoop 2) de vroegere woning niet tijdelijk wordt verhuurd N.B. geen EWF, wél aftrek rente. Crisismaatregel? Tot wanneer? 29 30 Crisismaatregel (3) Toekomstige eigen woning nog niet bewoonbaar: Woning max.2 jaar (+ kalenderjaar) als eigen woning aangemerkt, indien: 1) belastingplichtige aannemelijk maakt dat de woning leeg staat, of 2) in aanbouw is. N.B. geen EWF, wel aftrek rente. Crisis maatregel? Tot wanneer? 10

Casus Anne en Wim wonen al in de nieuwe woning, terwijl de oude woning te koop en leeg staat. De EWS op de oude woning is 150.000 en WEV is 200.000. De hypotheek op de nieuwe woning is 250.000 1. Hoeveel EWS is er aan aanwezig en voor hoelang? Stel de woning wordt verhuurd per 1 april 2013 voor een jaar. 2. Wat zijn hiervan de fiscale gevolgen? 31 Antwoord 32 1. In totaal is er 400.000 (150+250) EWS voor een periode van het lopende kalenderjaar plus 2 jaar. NB. crisismaatregel duurt maximaal tot 1 januari 2014 en betreft de woningen die in 2010 te koop zijn gezet. 2. Bij verhuur van de woning per 1 april 2013 gaat oude woning naar Box 3 en is er direct sprake van EWR van 50.000 (200-150). De woning komt nooit meer in box 1. Denk weer aan crisismaatregel. Tijdelijke oplossing is huurcontract t/m 31 december 2013 dan nog geen toepassing EWR, maar per 1 januari 2014 Wetgeving herziening Aflossingsstand Art 3.119d Bijleenregeling Art.3.119aa Art 3.119c Overgangsrecht SEW/KEW Art 10bis.2 e.v. Aflossingsachterstand Art 3.119e Annuïtaire systematiek Art.3.119a Art 3.119c Overgangsrecht EWS Art 10bis.1 Verhuisregelingen Art 3.119f Informatieplicht Art 3.119g Restschuld Art 3.120a 11

Geschiedenis 31 december 1995: consumptief 1 januari 2001: 30-jaarstermijn 1 januari 2004: bijleenregeling 29 oktober 2012: restschuld 1 januari 2013: annuïteit 1 juli 2013: NHG 290.000 1 januari 2014: 0,5% aftrekbeperking 1 juli 2014: NHG 265.000 34 Herziene eigenwoningregeling Per 1 januari 2013 Eerst de nieuwe regeling Dus (nog) GEEN overgangsrecht 35 LTI / LTV Normering 2013 GHF en NHG waren altijd leidend Sinds 12 december 2012: Tijdelijke Ministeriele Regeling: FM/2012/1887M van MinvFin 36 12

LTI (Loan To Income) Bij twee inkomens: financieringslastpercentage van hoogste inkomen plus 33,33% van laagste inkomen Bij studieschuld: 0,75% van oorspronkelijke studieschuld meenemen als last 37 LTV (Loan To Value) Hoogte Hypothecair krediet t.o.v. waarde woning: 105% vanaf 1 januari 2013 104% vanaf 1 januari 2014 103% vanaf 1 januari 2015 102% vanaf 1 januari 2016 101% vanaf 1 januari 2017 100% vanaf 1 januari 2018 38 Voorwaarden EWS Art 3.119a-119g Wet IB 2001 Aflossen tenminste annuïtair in 30 jaar Contractueel overeengekomen Voorwaarden gelden per leningdeel Aflossingsverplichting moet worden nageleefd Speciale regeling bij achterstand 39 13

Tijdelijke (betalings)problemen Aflossingsachterstand moet uiterlijk hersteld worden aan einde kalenderjaar jaar van ontstaan van achterstand (31/12/jaar 2) Indien niet hersteld, vervalt recht op renteaftrek per 1 januari van jaar 3 Jaar achterstand Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 40 Onbedoelde fout in betaling Bij achterstand door onbedoelde fout binnen 2 jaar na ontstaan ervan herstellen Indien niet hersteld, vervalt recht op renteaftrek na afloop van 2-jaars tijdvak (vanaf moment achterstand) Bewijslast belastingplichtige Jaar achterstand Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 41 Onvoldoende betalingscapaciteit Herstel door uiterlijk aan einde kalenderjaar jaar 3 nieuw aflossingsschema vast te stellen samen met schuldeiser Bij uitblijven nieuw aflossingsschema vervalt renteaftrek per 1/1 jaar 3. Bewijslast belastingplichtige Jaar achterstand Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 42 14

Uitzondering betalingsuitstel Indien niet hersteld per 1/1 jaar 3 en op 31/12 jaar 3 geen aflosschema opgesteld, renteaftrek mogelijk mits schuldeiser instemt met betalingsuitstel tot uiterlijk einde jaar 4 (31/12/jaar 4) Als schuldeiser niet instemt, vervalt renteaftrek per 1/1 jaar 5 Bewijslast belastingplichtige Jaar achterstand Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 43 Informatieplicht 44 Over gedane aflossingen Over wijzigingen leningvoorwaarden Renseigneringsplicht voor professionele geldverstrekkers Bij overige geldverstrekker doorgeven: via modelformulier binnen maand na afloop kalenderjaar bij uitblijven verlies aftrek in dat jaar Vraag Hoe werkt het nu als er sprake is van nieuwbouw en dat rekening gehouden moet worden met bouwrente? 45 15

Aflossingseis Stand eigenwoningschuld (EWS) wordt standaard getoetst op: 31 december kalenderjaar Extra toetsmomenten: bij vervreemding eigenwoning bij wijziging rentevoet bij oversluiting 46 Aflossingsstand (AFS) Artikel 3.119d Wet IB 2001 Bedrag en stand van resterende looptijd Vast te stellen bij beschikking door de belastingdienst Al dan niet op verzoek van de inspecteur Met name toe te passen bij doorstromen 47 48 Voorbeeld 1 Aflossingsstand Albert koopt op 1/1/2013 een woning: EWS 200.000 Verkoop op 1/2/2018 (geen EWR): EWS 180.000 Op 1/12/2018 koopt Albert een nieuwe woning voor 180.000 Albert gaat tijdelijk in een huurwoning Nieuw aflossingsschema: 360 -/- ((5 x 12) + 1) = 299 mnd In de periode 1/2/2018-1/12/2018 geldt géén aflossingseis 16

30-jaarstermijn Gewijzigde werking 30-jaarstermijn Voor 2013: uitgangspunt oorspronkelijke hoofdschuld Vanaf 2013: uitgangspunt eindbedrag annuïteit voor resterende termijn (in maanden) 49 50 Vraag 1 Emile koopt op 1/1/2013 een woning (EWS 200.000). Verkoop vindt plaats op 1/2/2018 (EWS 180.000). De EWR bedraagt dus 20.000. Op 1 december 2018 koopt Emile een nieuwe woning voor koopsom 280.000. Wat is de aflossingsstand? a) Deel 1 180.000 voor 299 maanden, deel 2 80.000 voor 360 maanden b) Deel 1 160.000 voor 299 maanden, deel 2 100.000 voor 360 maanden 51 Vraag 1 Emile koopt op 1/1/2013 een woning (EWS 200.000). Verkoop vindt plaats op 1/2/2018 (EWS 180.000). De EWR bedraagt dus 20.000. Op 1 december 2018 koopt Emile een nieuwe woning voor koopsom 280.000. Wat is de aflossingsstand? a) Deel 1 180.000 voor 299 maanden, deel 2 80.000 voor 360 maanden b) Deel 1 160.000 voor 299 maanden, deel 2 100.000 voor 360 maanden 17

Vraag 2 goedkoper wonen 52 Rayan koopt op 1/1/2013 een huis (EWS 200.000). Op 1/1/2018 gaat hij verbouwen (kosten 50.000). EWS (1) bedraagt dan 180.000. EWS (2) bedraagt 50.000. Op 1/1/2023 gaat Rayan goedkoper wonen (geen EWR). EWS (1) is dan 150.000 en EWS (2) 45.000. De koopsom bedraagt 160.000. Wat is de juiste aflossingsstand? a)ews(1) 150.000 voor 240 maanden en EWS(2) 10.000 voor 300 maanden b)ews(1) 115.000 voor 240 maanden en EWS(2) 45.000 voor 300 maanden Vraag 2 goedkoper wonen 53 Rayan koopt op 1/1/2013 een huis (EWS 200.000). Op 1/1/2018 gaat hij verbouwen (kosten 50.000). EWS (1) bedraagt dan 180.000. EWS (2) bedraagt 50.000. Op 1/1/2023 gaat Rayan goedkoper wonen (geen EWR). EWS (1) is dan 150.000 en EWS (2) 45.000. De koopsom bedraagt 160.000. Wat is de juiste aflossingsstand? a)ews(1) 150.000 voor 240 maanden en EWS(2) 10.000 voor 300 maanden b)ews(1) 115.000 voor 240 maanden en EWS(2) 45.000 voor 300 maanden Vraag 3 Goedkoper wonen + EWR 54 Tanja koopt op 1/1/2013 een huis (EWS 200.000). Op 1/1/2018 gaat zij verbouwen (kosten 50.000). EWS (1) bedraagt dan 180.000 en EWS (2) 50.000. Op 1/1/2023 gaat Tanja goedkoper wonen (EWR 20.000). EWS (1) bedraagt op dat moment 150.000 en EWS(2) 45.000. De koopsom bedraagt 160.000 Wat is de juiste aflossingsstand? a) EWS(1) 140.000 voor 240 maanden b) EWS (1) 115.000 voor 240 maanden en 25.000 voor 300 maanden 18

Vraag 3 Goedkoper wonen + EWR 55 Tanja koopt op 1/1/2013 een huis (EWS 200.000). Op 1/1/2018 gaat zij verbouwen (kosten 50.000). EWS (1) bedraagt dan 180.000 en EWS (2) 50.000. Op 1/1/2023 gaat Tanja goedkoper wonen (EWR 20.000). EWS (1) bedraagt op dat moment 150.000 en EWS(2) 45.000. De koopsom bedraagt 160.000 Wat is de juiste aflossingsstand? a) EWS(1) 140.000 voor 240 maanden b) EWS (1) 115.000 voor 240 maanden en 25.000 voor 300 maanden Voorbeeld 2 Aflossingstand Sander koopt in 2013 een woning voor 200.000 (EWS 200.000). Hij verkoopt in 2018 voor 220.000 Beschikking Aflossingstand: EWS = 180.000 (EWR 40.000) Restduur = 300 maanden In 2023 koopt Sander een nieuwe woning voor 225.000 (EWR is vervallen) EWS (1) = 180.000, duur 300 mnd EWS (2) = 45.000, duur 360 mnd 56 57 Vraag Willem koopt een woning voor 300.000 en financiert volledig. Na vijf jaar gaat Willem trouwen met Keet. Vlak voor het huwelijk bedraagt de EWS 270.000. Stel ze trouwen in gemeenschap van goederen. Hoe wordt dan de EWS verdeeld en voor welke duur? a) Willem EWS 270.000 duur 25 jaar b) Willem EWS 135.000 duur 25 jaar en Keet 135.000 duur 25 jaar c) Willem EWS 135.000 duur 25 jaar en Keet 135.000 duur 30 jaar 19

Vraag 58 Willem koopt een woning voor 300.000 en financiert volledig. Na vijf jaar gaat Willem trouwen met Keet. Vlak voor het huwelijk bedraagt de EWS 270.000. Stel ze trouwen in gemeenschap van goederen. Hoe wordt dan de EWS verdeeld en voor welke duur? a) Willem EWS 270.000 duur 25 jaar b) Willem EWS 135.000 duur 25 jaar en Keet 135.000 duur 25 jaar c) Willem EWS 135.000 duur 25 jaar en Keet 135.000 duur 30 jaar Economische benadering 59 Sinds 1/1/2013 voor 1 e eigenwoning In bepaalde gevallen gaat vermogen inclusief fiscaal verleden over naar andere partner Dus eigenwoning inclusief EWS, EWR en AFS Voorbeelden: boedelmenging door huwelijk vererving tussen partners Vraag overlijden Ad en Bep zijn in gemeenschap van goederen gehuwd. Zij hebben een woning gekocht voor 300.000. Na tien jaar overlijdt Ad. Bij overlijden is de waarde van de woning 400.000. Bep is enig erfgenaam. EWS bij overlijden is 270.000. Wat is de EWS van Bep na overlijden van Ad en voor hoelang? Optie 1 EWS(1) = 135.000 (20 jr) EWS(2) = 135.000 (30 jr) Optie 2 EWS = 270.000 (20 jr) 60 20

Vraag overlijden Ad en Bep zijn in gemeenschap van goederen gehuwd. Zij hebben een woning gekocht voor 300.000. Na tien jaar overlijdt Ad. Bij overlijden is de waarde van de woning 400.000. Bep is enig erfgenaam. EWS bij overlijden is 270.000. Wat is de EWS van Bep na overlijden van Ad en voor hoelang? Optie 1 EWS(1) = 135.000 (20 jr) EWS(2) = 135.000 (30 jr) Optie 2 EWS = 270.000 (20 jr) 61 Vraag 1 echtscheiding Raf en Sil zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Na vijf jaar gaan Raf en Sil scheiden. Op dat moment is de waarde van de woning 400.000 en de EWS 300.000. Raf blijft in de woning wonen. En Sil koopt een nieuwe woning voor 210.000 Wat is de EWS van Raf na de scheiding? Optie 1 EWS (1) = 150.000 (25 jr) EWS (2) = 200.000 (30 jr) Optie 2 EWS(1) = 300.000 (25 jr) EWS(2) = 50.000 (30 jr) 62 Vraag 1 echtscheiding Raf en Sil zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Na vijf jaar gaan Raf en Sil scheiden. Op dat moment is de waarde van de woning 400.000 en de EWS 300.000. Raf blijft in de woning wonen. En Sil koopt een nieuwe woning voor 210.000 Wat is de EWS van Raf na de scheiding? Optie 1 EWS (1) = 150.000 (25 jr) EWS (2) = 200.000 (30 jr) Optie 2 EWS(1) = 300.000 (25 jr) EWS(2) = 50.000 (30 jr) 63 21

Vraag 2 echtscheiding Raf en Sil zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Na vijf jaar gaan Raf en Sil scheiden. Op dat moment is de waarde van de woning 400.000 en de EWS 300.000. Raf blijft in de woning wonen. En Sil koopt een nieuwe woning voor 210.000 Wat is de EWS van Syl na de scheiding? Optie 1 EWS (1) = 150.000 (25 jr) EWS (2) = 60.000 (30 jr) Optie 2 EWS(1) = 150.000 (25 jr) EWS(2) = 10.000 (30 jr) Optie 3 EWS(1) = 160.000 (30 jr) Optie 4 EWS(1) = 210.000 (30 jr) 64 Vraag 2 echtscheiding Raf en Sil zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Na vijf jaar gaan Raf en Sil scheiden. Op dat moment is de waarde van de woning 400.000 en de EWS 300.000. Raf blijft in de woning wonen. En Sil koopt een nieuwe woning voor 210.000 Wat is de EWS van Syl na de scheiding? Optie 1 EWS (1) = 150.000 (25 jr) EWS (2) = 60.000 (30 jr) Optie 2 EWS(1) = 150.000 (25 jr) EWS(2) = 10.000 (30 jr) Optie 3 EWS(1) = 160.000 (30 jr) Optie 4 EWS(1) = 210.000 (30 jr) 65 Vraag 66 Vincent koopt op 1/1/2013 woning van 200.000 (EWS 200.000 op basis van SEW). Hij verkoopt de woning op 1/1/2018 voor 220.000. De Beschikking AFS luidt: EWS 180.000, restduur 25 jaar, EWR 40.000. Vincent gaat in een huurwoning wonen en vindt een partner, Melissa. Op 1/1/2019 trouwen zij in gemeenschap van goederen. Op 1/1/2020 kopen zij een nieuwe woning voor 250.000. Wat is de aflossingsstand voor Vincent en Melissa? a) Vincent: EWS 85.000 voor 300 maanden en Melissa: 125.000 voor 360 maanden b) Vincent: EWS(1) 90.000 voor 300 maanden en EWS(2) 15.000 voor 360 maanden en Melissa: EWS(1) 90.000 voor 300 maanden en EWS(2) 15.000 voor 360 maanden 22

Vraag 67 Vincent koopt op 1/1/2013 woning van 200.000 (EWS 200.000 op basis van SEW). Hij verkoopt de woning op 1/1/2018 voor 220.000. De Beschikking AFS luidt: EWS 180.000, restduur 25 jaar, EWR 40.000. Vincent gaat in een huurwoning wonen en vindt een partner, Melissa. Op 1/1/2019 trouwen zij in gemeenschap van goederen. Op 1/1/2020 kopen zij een nieuwe woning voor 250.000. Wat is de aflossingsstand voor Vincent en Melissa? a) Vincent: EWS 85.000 voor 300 maanden en Melissa: 125.000 voor 360 maanden b) Vincent: EWS(1) 90.000 voor 300 maanden en EWS(2) 15.000 voor 360 maanden en Melissa: EWS(1) 90.000 voor 300 maanden en EWS(2) 15.000 voor 360 maanden Vervolgvraag Wat is het antwoord, als hij koopt op 1 januari 2012? 68 Overgangsrecht EWS Art. 10bis.1 Wet IB 2001 69 23

Overgangsrecht EWS Alle op 31 december 2012 tot EWS van belastingplichtige behorende schulden worden aangemerkt als bestaande EWS 70 Vier aanvullingen 1. Indien voorafgaand aan vervreemding van EW in 2012 EWS aanwezig was en voor 31/12/2003 weer nieuwe EWS 2. Indien EWS in 2013 is ontstaan tgv. op 31 december 2012 bestaande onherroepelijke, schriftelijke koopof aanneemovereenkomst 71 Vraag bij 2 Hoe kan er gebruik gemaakt worden van het oude regime bij (echt)scheidingensprocedure, terwijl er nog geen koopovereenkomst in? 72 24

Vier aanvullingen 3. EWS die in 2013 ontstaat tgv. op 31/12/2012 bestaande schriftelijke, onherroepelijke overeenkomst van belastingplichtige voor verbetering of onderhoud van EW 4. Indien belastingplichtige op 31/12/2012 twee woningen heeft, wordt op overblijvende woning rustende EWS aangemerkt als bestaande EWS 73 Stappenplan bij wijzigingen 1. Vaststellen EWS 2. Vaststellen aflossingsvorm 31/12/12 3. Vaststellen restant 30-jaarstermijn 4. Vaststellen nieuwe aflossingsvorm 74 Vraag Voor Pieter geldt het volgende: 1/1/2002: koop woning voor 300.000 (EWS 300.000); hypotheekvormen: AV 200.000/KEW 100.000 1/1/2014: verkoop voor 300.000 (EWS 300.000) 1/3/2014:koop nieuwe eigenwoning voor 360.000 (EWS 360.000) Hoe moet Pieter zijn hypotheek afsluiten om maximaal gebruik te maken van het overgangsrecht en renteaftrek? 75 25

76 Antwoord Stap 1: EWS EWR = 0, dus EWS (nieuw) = 360.000 Stap 2: aflossingvorm 200.000 AV/100.000 KEW Stap 3: reststand 30-jaar 300.000 duur 216 maanden Stap 4: nieuwe aflossingsvorm 200.000 AV/100.000 KEW duur 216 mnd 60.000 Annuïteiten duur 360 mnd Bij welke verstrekker ga je dit regelen? Vervolg antwoord Nee!!!! Gedragscode schrijft voor max.50% van waarde van woning aflossingsvrij Dus nu: 180.000 AV duur 216 mnd 100.000 KEW duur 216 mnd 20.000 Ann. duur 216 mnd 60.000 Ann. duur 360 mnd 77 78 Vraag Mark en Josine hebben op 1/1/2003 een EW gekocht en gefinancierd met een aflossingsvrije financiering van 200.000. De bestaande EWS per 31/12/2012 bedraagt 200.000. Op 1/1/2013 hebben zij vrijwillig 20.000 afgelost. Per 1/1/2018 verkopen zij de woning voor 250.000 en aansluitend kopen zij een woning voor 300.000. Wat is de AFS per 1/1/2018? 26

Antwoord Eigenwoningreserve bedraagt 250.000-180.000 = 70.000 Oude lening van 180.000 heeft nog looptijd van 15 jaar Deze lening hoeft niet annuïtair te worden afgelost Nieuwe lening van 50.000 moet in ten hoogste 360 maandelijkse termijnen worden afgelost 79 80 Vraag Henk heeft op 1/1/2006 een eigen woning gekocht voor 400.000. Hij sloot een aflossingsvrije hypotheek van 400.000 (EWS). Op 1/1/2016 verkoopt Henk de woning voor 400.000. De EWS bedraagt dan nog steeds 400.000. Henk koopt in 2016 een nieuwe woning voor 500.000 en sluit hiervoor een hypotheek van 500.000. 1) Bereken de EWS en aflossingsvorm in 2016 en de restant van de 30-jaarstermijn 2) Wat zijn de gevolgen, als Henk pas in 2018 een nieuwe woning koopt? Antwoord 1 Stap 1: EWS 500.000 (EWR = 0) Stap 2: 400.000 AV Stap 3: 400.000 duur 240 maanden Stap 4: 400.000 AV duur 240 maanden en 100.000 Ann. duur 360 maanden NB. Gedragscode, dus 81 27

Antwoord 2 Verlies overgangsrecht dus: 400.000 Ann. duur 240 maanden, maar sinds nieuwe besluit mag ook 360 maanden. 100.000 Ann. duur 360 maanden. 82 Geen verlies overgangsrecht Artikel 10bis.1 Wet IB 2001 EWS wordt niet verlaagd met aflossing Als in kalenderjaar geheel wordt afgelost En uiterlijk volgende kalenderjaar Ten minste voor dat bedrag Opnieuw schuld wordt aangegaan In verband met eigen woning (oversluiten) 83 84 Om het makkelijker te maken Eduard heeft op 1/1/2001 een eigen woning (EWS 150.000). Op 1/4/2006 heeft hij de woning verkocht voor 180.000. Op 1/7/2008 koopt hij een nieuwe woning voor 210.000. Deze woning houdt hij totdat hij op 1/5/2011 de woning verkoopt aan zijn vriend Berend voor 230.000. Op 1/9/2013 koopt Eduard een woning voor 260.000. 1. Wat is de maximale EWS? 2. Welke aflossingsvorm is vereist? 3. Wat is de restant 30-jaarstermijn? 28

Eigenwoningschuld Eduard Verkoop 1 e woning 180.000 EWS 1 e woning 150.000 - EWR 1 e woning 30.000 Aankoop 2 e woning 210.000 EWR 1 e woning 30.000 - EWS 2 e woning 180.000 Verkoop 2 e woning 230.000 EWS 2 e woning 180.000 - EWR 2 e woning 50.000 Aankoop 3 e woning 260.000 EWR 2 e woning 50.000 EWS 3 e woning 210.000 85 Aflossingsvorm Stap 1: EWS 3 e woning is 210.000. Stap 2: Per 31/12/2012 was er geen EWS. Er was geen vervreemding in 2012 dus geen overgangsrecht Stap 3: Verplichte (minimaal) annuïtaire aflossing van 210.000: 150.000 duur 263 maanden, 30.000 duur 326 maanden 30.000 duur 360 maanden 86 30-jaarstermijn Weet Eduard op de maand nauwkeurig hoe lang er voor welk deel renteaftrek is genoten? NB. bij 1 e EWS vanaf 2013: uiterst belangrijk voor bepalen van looptijd van annuïteit gebeurt dit niet juist dan verhuist gehele lening naar box 3 en verliest Eduard renteaftrek 87 29

Overgangsrecht KEW/SEW/BEW Art. 10bis.2 e.v. Wet IB 2001 88 Definitie KEW, BEW, SEW Artikel 10bis.2 Wet IB 2001 KEW, SEW of BEW Op 31 december 2012 bestaand Indien overeengekomen garantiekapitaal op 31/12/2012 of te betalen bedrag, nadien niet is verhoogd en de looptijd na 31/12/2012 niet is verlengd 89 Overgangsrecht KEW/BEW/SEW Twee aanvullingen: Indien uitkering wordt aangewend voor aflossing van na 31/12/2012 gesloten hypotheek waarvoor al op 31/12/2012 onherroepelijke koopovereenkomst bestond Op 31/12/2012 bestaande KEW, SEW of BEW mag worden omgezet in een andere KEW, SEW of BEW, mits kapitaal niet wordt verhoogd 90 30

SEW/BEW zonder EW Door invoering van artikel 10bis.5 is er gelijkstelling gekomen voor SEW en BEW t.o.v. KEW Om gebruik te maken van vrijstelling hoeft er geen sprake te zijn van eigen woning Dit was al van toepassing op KEW 91 Vervallen tijdklemmen Belastingplichtige kan gebruik maken van vrijstellingen ook als niet voldaan aan 15/20 jaar premieduur Met name in onderstaande situaties: bij (echt)scheiding en beëindiging fiscaal partnerschap als belastingplichtige gebruikmaakt van vorm van schuldhulpverlening bij restschuld na verkoop EW 92 Niet altijd gunstig Bij afkoop kan bedrag tegenvallen Na afkoop nieuwe KEW, SEW, BEW niet meer mogelijk (tenzij overgangsrecht ) Bedrag gebruiken ter aflossing EWS Uitkering imputeert op vrijstelling Over aflossing geen renteaftrek meer Buiten eventuele boete op geldlening bij vervroegde aflossing, mogelijk boete bij afkoop polis 93 31

94 Vraag Annie heeft op 1 april 2009 een woning gekocht voor 225.000. Op dat moment heeft zij een spaarhypotheek gesloten voor 225.000 (EWS). De EWS op 31/12/2012 bedroeg nog steeds 225.000. Op 1 april 2014 verkoopt Annie haar huis voor 300.000. Zij besluit tijdelijk te gaan huren 1. Binnen welke termijn moet Annie weer een woning kopen om nog gebruik te kunnen maken van de spaarhypotheek? 2. Wat zijn de fiscale gevolgen? Restschuld Art. 3.120a Wet IB 2001 95 96 Vraag Jan heeft sinds 1/2/2003 een EW met EWS van 325.000 (KEW). Hij besluit zijn woning op 1/8/2013 te verkopen voor 300.000 (EWS 325.000). Hij koopt een nieuwe EW voor 350.000 en sluit een hypotheek van 350.000. 1. Wat is de EWS? 2. Wat is de aflossingvorm? 3. Wat is de restant van de 30- jaarstermijn? 32

Antwoord Vraag 1: negatieve EWR: - 25.000, dus nieuwe EWS 350.000 Vraag 2: aflossingsvorm in overgangsrecht dus KEW, restant Ann. Vraag 3: 325.000 KEW duur 234 maanden 25.000 Ann. duur 360 maanden 25.000 AV duur 120 maanden 97 Aftrekbare kosten restschuld Art 3.120a Wet IB 2001 Renten en kosten van restschulden aftrekbaar in box 1 Vanaf tijdstip vervreemding Gedurende maximaal 10 jaar Mits ontstaan tgv vervreemding EW in periode 29/10/2012 31/12/2017 NB. er geldt geen aflossingseis! 98 Amortiseren Een hulpmiddel voor de adviseur om cijfermatig inzicht te krijgen in aflossingen, rentebetalingen en restschulden bij annuïtaire geldleningen. 99 33

Hulpmiddel (HP 10 II B) 100 Annuïteit Voorbeeld: Nieuwe lening van 300.000 met een looptijd 30 jaar en een rente van 5%. Wat is de restschuld na 250 maanden? 101 Amortiseren 102 34

Casus Hugo 103 Stappenplan 1. Bepaal de nieuwe EWS: 300.000 52.000 = 248.000 2. Bepaal de resterende termijn voor de renteaftrek: 360 mnd 143 mnd = 217 mnd 3. Bepaal de aflossingseis: Overgangsrecht niet van toepassing, dus verplicht annuïtair aflossen 104 Stappenplan 4. Bepaal duur nieuwe geldlening Hugo mag, ivm. gewenste lage maandlast, lening in 360 maanden aflossen 5. Bepaal restant hoofdsom na 217 maanden 105 35

Stappenplan Restant geldlening is 144.924 6. Bepaal of lening verantwoord is obv. inkomen (geen fiscaal voordeel meer, dus netto lasten toetsen ) Maximale lening is 123.229 106 Stappenplan 7. Lening lijkt dus o.b.v. verantwoorde woonlast niet haalbaar. Maar wat is verantwoord? Hugo mag maandelijks 676,67 verwonen ( 35.000 x 23,2% ) o.b.v. netto lasten. De restant lening van kan ook worden omgezet naar aflossingsvrij met een bijbehorende last van 628,01 ( renteaftrek is toch niet meer van toepassing ) 107 Gekregen wat u kwam halen? 108 36

Bedankt voor uw aandacht! Wordt lid van het Lindenhaeghe Kennis Netwerk op LinkedIn 109 37