Les 7 voor 12 november 2016
Vergeldende straf is een evenredige straf als reactie op een slechte daad. Jobs vrienden geloofden en verdedigden dat God Job strafte vanwege een vreselijke daad of een verborgen zonde. God voerde meerdere malen vergeldende straffen uit in de Bijbel. Waarom redeneerden Bildad en Zofar toch verkeerd? Vergeldende straf volgens Bildad. Job 8. Vergeldende straf volgens Zofar. Job 11. Vergeldende straf volgens God: De zondvloed. Gen. 6:5-8. Sodom en Gomorra. Gen. 19:24-25. Korah, Dathan en Abiram. Num. 16:1-33. De tweede dood. 2 Petr. 3:5-7.
Alles wat Bildad zei was op de Bijbel gebaseerd. Waarom was hij dan verkeerd? Als je kinderen tegen Hem gezondigd hebben, heeft Hij hen overgegeven aan de straf van hun eigen overtreding. (Job 8:4) Wat waren de belangrijkste punten van de toespraak van Bildad (Job 8)? Als je kinderen tegen Hem gezondigd hebben, heeft Hij hen overgegeven aan de straf van hun eigen overtreding. (v 4) "Immers, wij zijn van gisteren en weten niets; want onze dagen op aarde zijn een schaduw. (vers 9) "Hij zal walgen van waar hij eerst zijn hoop op stelde; zijn vertrouwen zal spinrag blijken te zijn."(v. 14)" "Want het loon van de zonde is de dood." (Romeinen 6:23) "Want hoe is uw leven? Het is immers een damp, die voor een korte tijd verschijnt en daarna verdwijnt." (Jakobus 4:14) Vervloekt is de man die vertrouwt op een mens, en die een schepsel tot zijn arm stelt, terwijl zijn hart van de HEERE afwijkt. (Jeremia 17: 5)
Als je kinderen tegen Hem gezondigd hebben, heeft Hij hen overgegeven aan hun eigen overtreding. (v 4) Bildad had gelijk ten aanzien van Gods karakter en hoe Hij met ons omgaat... maar hij miste een zeer belangrijk punt. Hij sprak over goddelijke gerechtigheid, maar vergat barmhartigheid en genade (Lucas 11:42). Het ontbrak hem aan mededogen. Hij zei tegen een vader die net zijn kinderen had verloren, "Ze verdienden het"! Zelfs als de kinderen van Job hadden gezondigd, was hun vader voor hun aan het pleiten en hij heiligde hen (Job 1: 5). Vertrouwde Job niet op goddelijke genade en vergeving?
Zofar baseerde zich net zo op de Bijbel zoals Bildad deed. Waarom dwaalde Zofar dan ook? Maar och, sprak God Zelf maar, en opende Hij Zijn lippen maar tegen je. Maakte Hij jou de verborgenheden van de wijsheid maar bekend, want de wijsheid is nog dubbel zo groot! Weet dat God ter wille van jou veel van je ongerechtigheid vergeet. (Job 11:5-6) Zofar werd verontwaardigd over Jobs woorden, dus verdedigde hij God: God zou Zijn wijsheid aan Job moeten openbaren (v. 5-6) "Waar was u toen Ik de aarde grondvestte? Maak het bekend, als u echt inzicht hebt. (Job 38: 4) God heeft je minder gestraft dan je verdient (v. 6) De HEERE heeft mij wel zwaar gestraft, maar aan de dood heeft Hij mij niet overgegeven. "(Psalm 118: 18) Niemand kan zo veel weten als God (v. 7-9) "Met wie heeft Hij beraadslaagd dat hij Hem inzicht zou geven, Hem het pad van het recht zou leren, Hem kennis bij zou brengen of Hem de weg van veel verstand zou doen kennen? "(Jesaja 40:14)
En de Here zei: Ik zal de mens die Ik geschapen heb, verdelgen van de aardbodem, van de mens tot het vee, tot het kruipend gedierte en tot het gevogelte des hemels toe; want het berouwt Mij dat Ik hen gemaakt heb. (Genesis 6:7) De vloed is een duidelijk voorbeeld van een vergeldende straf voor de zonde, aangezien elke intentie van de gedachten van zijn hart ten alle dagen alleen boos was. Genesis 6:5) Zowel Job als zijn vrienden wisten van de Zondvloed. Ondanks dat vergaten Jobs vrienden dat God Noach had gered omdat hij genade had gevonden in de ogen van de Here. (Genesis 6:8) Ezechiël vergeleek Job met Noach (Ezechiël 14:14). God is genadig over diegenen die dicht bij Hem komen te midden van een wijdverspreid kwaad.
Toen liet de HEERE zwavel en vuur over Sodom en Gomorra regenen. Het kwam van de HEERE uit de hemel (Genesis 19:24) De twee voorbeelden die we bestudeerden bewijzen dat God recht doet en dat Hij de zonde straft. Toch voerden Jobs vrienden een onjuiste discussie, omdat zij God de schuld gaven van een straf die werd toegebracht door Satan. Sodom en Gomorra zijn een ander voorbeeld van de goddelijke vergeldende straf die Job en zijn vrienden kenden. God was bereid om die steden te vergeven als Hij tien rechtschapen mensen in hen vond (Genesis 18: 23-32). God heeft die tien mensen niet gevonden, maar Hij redde Lot en zijn familie. Rechtvaardigheid werd wederom in toom gehouden door barmhartigheid.
Maar als de HEERE iets nieuws zal scheppen, zodat de aardbodem zijn mond zal opensperren, en hen en alles wat van hen is, zal verzwelgen en zij levend naar het graf zullen afdalen, dan zult u weten dat deze mannen de HEERE verworpen hebben. (Numerie 16:30) Jobs vrienden hadden gelijk over Gods beloften. De Bijbel staat vol beloften van zegen en voorspoed voor Gods volk als zij Hem gehoorzamen. Er zijn ook voorbeelden van de straf die God aan bepaalde mensen toebracht als gevolg van hun rebellie (Nadab en Abihu, Korah, Dathan en Abiram, Uza, Gehazi; Sanherib's leger, Ananias en Saffira...). Er is een gemeenschappelijk punt in al die gevallen: God is Degene die beslist wie en hoe Hij straft. We kunnen niet beoordelen wie de zegeningen of de straffen verdient, zoals de vrienden van Job wel deden.
Maar de hemelen die er nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde Woord als een schat weggelegd en worden voor het vuur bewaard tot de dag van het oordeel en van het verderf van de goddeloze mensen. (2 Petrus 3:7) Het grootste voorbeeld van vergeldende straf zal plaatsvinden aan het eind der tijden, wanneer de goddelozen zullen worden vernietigd. De Bijbel noemt dat "de tweede dood" (Openbaring 20: 6). Dan zal God IEDEREEN vernietigen die zich niet heeft willen bekeren van zijn zonden. Nu kunnen wij niet elk lijden als een vergeldende straf van God bestempelen (hoewel het zelden op die manier gebeurt). We kunnen er zeker van zijn dat ongeacht waarom wij met bepaalde omstandigheden worden geconfronteerd, God zoveel van ons houdt, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft om het kwaad uit te roeien en het lijden voor eeuwig tot een einde te brengen.
Jobs zogenoemde vrienden waren slechte troosters, die zijn situatie bitterder en ondraaglijker maakten, en Job was niet schuldig zoals zij veronderstelden... Het meest beklagenswaardig is de toestand van iemand die lijdt onder wroeging; Hij is als een verdoofde, wankelend, zinkend in het stof. En velen die veronderstellen zelf rechtvaardig te zijn, worden ergerlijke troosters; zij gaan hard om met deze zielen. In het manifesteren deze hardheid van het hart in het beledigen en onderdrukken, doen ze precies hetzelfde werk dat Satan zich verheugt te doen. De beproefde, verzochte ziel kan niets duidelijk zien. De geest is in de war; hij weet niet precies welke stappen te nemen. Oh, laat er dan geen woord gesproken worden om diepere pijn veroorzaken! E.G. White (Testimonies to Ministers and Gospel Workers,Hfdst. 14 Appeals for Truth and Loyalty, The Present Order Must Change, blz. 350)