Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

Vergelijkbare documenten
De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

1. De opleiding wordt in het Frans en Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Keltische talen en cultuur

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Literatuurwetenschap. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecfiek deel BA Franse taal en cultuur. colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecfiek deel BA Duitse taal en cultuur. colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Literatuurwetenschap. Artikel Tekst uit OER Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, Duitse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

1. De opleiding omvat een gedeelte (major) met een studielast van 135 studiepunten, dat betrekking heeft op Taalwetenschap. Van de major dienen

Opleidingsspecfiek deel BA Portugese taal en cultuur. colloquium doctum

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Taalwetenschap. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Islam en Arabisch. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

Opleidingsspecfiek deel BA Italiaanse taal en cultuur. colloquium doctum

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur

Opleidingsspecifiek deel MA Geschiedenis. toelatingseisen opleiding

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Opleidingsspecifiek deel MA Portugese taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau: Wiskunde A of B, en Engels.

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifiek deel MA Engelse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Opleidingsspecifiek deel MA Religie en theologie. toelatingseisen opleiding

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Engelse Taal en Cultuur:

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Spaanse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in

Opleidingsspecfiek deel BA Taal- en cultuurstudies. colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER BA Media en cultuur

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Franse taal en cultuur

Opleidingsspecfiek deel BA Theater-, film- en televisiewetenschap. colloquium doctum

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Franse taal en cultuur

Opleidingsspecifiek deel MA Italiaanse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur

Opleiding / programma: BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Nederlandse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Italiaanse taal en cultuur

De afgestudeerde in de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur:

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

BA Nederlandse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

2. De afgestudeerde in de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur:

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015.

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Italiaanse taal en cultuur

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Geschiedenis. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

Opleiding / programma: BA Taal- en cultuurstudies. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Engelse taal en cultuur:

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

1. De opleiding omvat een gedeelte (major) met een studielast van 120 studiepunten, dat betrekking heeft op Literatuurwetenschap.

2. De afgestudeerde in de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur:

Opleidingsspecfiek deel BA Engelse taal en cultuur. colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER Opleiding / programma: BA Taalwetenschap. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B, en Engels.

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de

de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht per 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER)

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Engelse taal en cultuur:

Opleidingsspecifiek deel MA Nederlandse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Transcriptie:

Opleidingsspecfiek deel Art.2.3 colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: Nederlands, Duits, Engels, Frans, Geschiedenis en Latijn Art.3.1 doel van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd: o kennis, vaardigheid en inzicht op het gebied van de Kunstgeschiedenis, en het bereiken van de eindkwalificaties genoemd in het tweede lid. o academische vorming. Hieronder wordt verstaan het ontwikkelen van competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) ten aanzien van: - academisch denken, handelen en communiceren; - hanteren van relevant wetenschappelijk instrumentarium; - (wetenschappelijk) communiceren in de eigen taal; - hanteren van specifieke kennis van een vakgebied in een bredere wetenschappelijke, wetenschapsfilosofische, en maatschappelijk/culturele context. o voorbereiding op een verdere studieloopbaan 2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in het vakgebied Kunstgeschiedenis; o heeft kennis van en inzicht in de theoretische en methodologische grondslagen van de Kunstgeschiedschrijving; o beschikt over algemene academische vaardigheden, in het bijzonder met betrekking tot de Kunstgeschiedenis; o is in staat om kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien; o kan een praktijkvraag of probleem op het vakgebied herformuleren tot een duidelijke en onderzoekbare probleemstelling; de daarin vervatte begrippen op adequate wijze operationaliseren; een onderwerp zowel theoretisch als empirisch bestuderen, in onderlinge samenhang; het resultaat weergeven in een coherent betoog dat wordt afgesloten met een heldere, synthetiserende conclusie; de resultaten gebruiken voor het beantwoorden van de praktijkvraag of het bijdragen aan verheldering en zo mogelijk oplossing van het probleem; vormt een oordeel dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. o is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. o bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een masteropleiding aan te gaan. Art.3.2 vorm van de opleiding De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd. Art.3.3 taal waarin de opleiding wordt verzorgd 1. De opleiding wordt in het Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding in het Engels worden verzorgd indien de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt. 1

Art.3.5 major 1. De opleiding omvat een gedeelte (major) met een studielast van 135 studiepunten, dat betrekking heeft op kunstgeschiedenis. Van de major dienen onderdelen deel uit te maken die mede betrekking hebben op de wetenschappelijke en maatschappelijke context van kunstgeschiedenis met een studielast van ten minste 30 studiepunten. 2a) In de major zijn de in de bijlage onder 1 aangewezen onderdelen met een totale studielast van 75 studiepunten verplicht (hiervan zijn 15 studiepunten aangewezen als academische context). 2b) In de major zijn in de bijlage onder 2 majorgebonden keuzeonderdelen aangewezen. Hieruit kiest de student voor tenminste 45 studiepunten. 2c) In de major zijn in bijlage onder 3 academische context keuze onderdelen aangewezen. Hieruit kiest de student voor tenminste 15 studiepunten 3. Binnen de major is een eindwerkstuk met een studielast van 7,5 studiepunten op gevorderd niveau verplicht. Dit wordt geschreven binnen het kader van een van de onderzoekswerkgroepen. 4. De onderdelen van de major verplichte, majorgebonden keuze en academische context onderdelen- dienen voor ten minste 37,5 studiepunten op verdiepend niveau te liggen en voor ten minste 45 studiepunten op gevorderd niveau. Art.6.7 toegang tot aansluitende masteropleiding De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Kunstgeschiedenis van de Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden die vereist zijn voor toelating tot de masteropleidingen op het gebied van de Kunstgeschiedenis en kan uit dien hoofde worden toegelaten tot die masteropleidingen. Art.7.4.3 (bindend) studieadvies Aan het einde van het academisch jaar, doch uiterlijk op 31 augustus, ontvangt de voltijdstudent een tweede schriftelijk advies over de voortzetting van zijn opleiding. De deeltijdstudent ontvangt het tweede schriftelijk advies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving. Onverminderd het bepaalde in lid 8, 9, en 10 wordt aan dit studieadvies een afwijzing met een bindend karakter verbonden, indien de student minder dan 37,5 studiepunten heeft behaald. De afwijzing geldt gedurende een termijn van 4 studiejaren. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten als bedoeld in lid 1 en lid 3 tellen alleen de studiepunten van de cursussen die deel uitmaken van het eerste jaar van de opleiding Kunstgeschiedenis. Art.7.5 portfolio Iedere student houdt een portfolio bij. Bijlagen Bijlage 1 (art.3.5) verplichte onderdelen major MAJOR VERPLICHT 200500241 Kun-Iconografie I 1 7,5 2 2

200500239 Kun-Iconografie II 1 7,5 3 200300525 Kun-Kunst van het westen I 1 7,5 1 200300580 Kun-Kunst van het westen II 1 7,5 2 200500236 Kun-Kunsttechnieken 1 7,5 1 200300667 Kun-Typologie architectuur en stedenbouw 1 7,5 3 ACADEMISCHE CONTEXT VERPLICHT 200900006 Kun-Bezit en behoud 2 7,5 4 200500264 Kun-Excursie binnenland 2 7,5 4 Bijlage 2 (art.3.5) verplichte keuzeonderdelen major MAJOR VERPLICHTE KEUZE C 200700220 Kun-Hemel, hel en vagevuur 2 7,5 2 200900016 Kun-Het meesterwerk in moderne kunst. 2 7,5 2 200700219 Kun-Hofcultuur in de middeleeuwen 2 7,5 1 200501043 Kun-Moderne kunst in de V.S. 2 7,5 2 200600271 Kun-Individueel werk 3 2 1 2 3 4 200600272 Kun-Individueel werk 3 7,5 1 2 3 4 200600273 Kun-Individueel werk 3 15 1 2 3 4 200500349 Kun-Kunst, nieuwe media en massacultuur 3 7,5 4 200500352 Kun-Modernisme, avantgarde, postmodern. 3 7,5 3 MAJOR VERPLICHTE KEUZE B 200600133 Kun-Kernproblemen 0-1400 2 7,5 1 200500266 Kun-Kernproblemen 1400-1600 2 7,5 1 200500345 Kun-Kernproblemen 1600-1750 2 7,5 2 200501099 Kun-Kernproblemen 1750-1900 2 7,5 3 200500267 Kun-Kernproblemen 1900-heden 2 7,5 3 MAJOR VERPLICHTE KEUZE A 200501162 Kun-Excursie buitenland 3 15 4 MAJOR VERPLICHTE KEUZE 200900232 Kun-OWG I: Architectuurgeschiedenis 3 15 1 2 200900233 Kun-OWG I: Beeldende kunst 3 15 1 2 200900234 Kun-OWG I: Florence (NIKI) 3 15 2 200900014 Kun-OWG I: moderne kunst A 3 15 3 4 200900015 Kun-OWG I: moderne kunst B 3 15 3 4 Bijlage 3 (art.3.5) academische context onderdelen 3

200900236 Kun-OWG II: Architectuurgeschiedenis 3 15 1 2 200900238 Kun-OWG II: Beeldende kunst A 3 15 1 2 200900235 Kun-OWG II: Beeldende kunst B 3 15 1 2 200900007 Kun-OWG II: Middeleeuwse kunst 3 15 3 4 Bijlage 4 Gelijkwaardige opleidingen Zie facultaire deel van de OER. Bijlage 5 - Overgangsregelingen Algemene opmerkingen Voor studenten die gestart zijn vóór 2006-2007 zijn geen overgangsregelingen opgenomen. Zij dienen te overleggen met de examencommissie van de opleiding. Overgangsregelingen vervallen na een bepaalde termijn. Voor voltijd bacheloropleidingen is de termijn vastgesteld op vier jaar, voor deeltijd bacheloropleidingen is deze vastgesteld op zeven jaar. Na vier jaar (zeven in deeltijd) is de opleiding niet meer verplicht een vervangende cursus aan te bieden. Indien een onderwijsprogramma ingrijpend wijzigt, dan wordt dat programma omgezet naar een nieuw programma. Het oude programma komt net als de overgangsregelingen na een bepaalde periode te vervallen. Hiervoor worden dezelfde termijnen gehanteerd als voor de overgangsregelingen. Een student die niet binnen de gestelde termijn het oude onderwijsprogramma afrondt, dient over te stappen naar het dan nieuwste programma. De examencommissie van de opleiding bekrachtigt die overstap. Overgangsregelingen voltijd die ingaan per 1 september 2009 gelden vanaf dat moment vier jaar (deeltijd zeven jaar). Dit houdt in dat vanaf 2013 de regeling stopt (deeltijd 2016). Hetzelfde geldt voor een onderwijsprogramma dat vanaf per 1 september 2009 is omgezet naar een nieuw programma. Een onderwijsonderdeel kan in een nieuw onderwijsprogramma terugkomen op een andere plek in het curriculum, terwijl de cursus ongewijzigd blijft (bijv. verschuiving van verplicht naar verplichte keuze of andersom). Indien u een onderdeel heeft behaald dat in uw programma op een bepaalde plek stond (bijv. verplicht) dan blijft deze cursus voor u op diezelfde plek geregistreerd staan. Indien u dit onderdeel nog niet heeft behaald, ook dan blijft dit onderdeel voor u een verplicht onderdeel, ook al geldt het onderdeel voor studenten gestart in een ander studiejaar als een keuzeonderdeel. Een onderdeel kan nooit twee keer behaald worden, ook al is de plek in het curriculum veranderd. Overgangsregeling voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2006-2007 (cohort 2006) Studenten die gestart zijn in studiejaar 2006-2007, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2006-2007. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige studiejaar 2009-2010 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling*. Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige studiejaar (2009-2010). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het 4

onderwijsprogramma 2009-2010 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. 1) Verplichte onderdelen major ICT-webpagina s maken en ICT-basis tekstverwerking en digitale presentatie ICT module-kun 200800245 Let op: hebt u nog geen onderzoekwerkgroep I gevolgd of niet behaald dan dient u een keuze te maken uit het nieuwe aanbod van het huidige studiejaar. 2) Academische context verplicht Bezit en behoud 200500245 Bezit en behoud 200900006 3) Verplichte keuzeonderdelen major De keuzeonderdelen van de major behoeven geen overgangsregeling. Hebt u één of meerdere major keuzecursussen niet behaald, dan dient u een keuze te maken uit het nieuwe major keuzeaanbod. Let erop dat u geen cursus kiest die inhoudelijke overlap vertoont met al afgeronde examenonderdelen. 4) Academische context keuze De keuzeonderdelen van de academische context behoeven geen overgangsregeling. Hebt u nog geen onderzoekwerkgroep II gevolgd of niet behaald dan dient u een keuze te maken uit het nieuwe aanbod van het huidige studiejaar. * Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met uw studieadviseur. ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met uw studieadviseur. Overgangsregeling voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2007-2008 (cohort 2007) Studenten die gestart zijn in studiejaar 2007-2008, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2007-2008. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige studiejaar 2009-2010 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling.* Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige studiejaar (2009-2010). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2009-2010 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. 1) Verplichte onderdelen major 5

ICT-webpagina s maken en ICT-basis tekstverwerking en digitale presentatie ICT module-kun 200800245 Let op: hebt u nog geen onderzoekwerkgroep I gevolgd of niet behaald dan dient u een keuze te maken uit het nieuwe aanbod van het huidige studiejaar. 2) Academische context verplicht Bezit en behoud 200500245 Bezit en behoud 200900006 3) Verplichte keuzeonderdelen major De keuzeonderdelen van de major behoeven geen overgangsregeling. Hebt u één of meerdere major keuzecursussen niet behaald, dan dient u een keuze te maken uit het nieuwe major keuzeaanbod. Let erop dat u geen cursus kiest die inhoudelijke overlap vertoont met al afgeronde examenonderdelen. 4) Academische context keuze De keuzeonderdelen van de academische context behoeven geen overgangsregeling. Hebt u nog geen onderzoekwerkgroep II gevolgd of niet behaald dan dient u een keuze te maken uit het nieuwe aanbod van het huidige studiejaar. * Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met uw studieadviseur. ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met uw studieadviseur. Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2008-2009 (cohort 2008) Studenten die gestart zijn in studiejaar 2008-2009, dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2008-2009. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige studiejaar 2009-2010 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling*. Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige studiejaar (2009-2010). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2009-2010 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding**. 1) Verplichte onderdelen major De verplichte onderdelen van de major zijn ongewijzigd. Let op: hebt u nog geen onderzoekwerkgroep I gevolgd of niet behaald dan dient u een keuze te maken uit het nieuwe aanbod van het huidige studiejaar. 2) Academische context verplicht Bezit en behoud 200500245 Bezit en behoud 200900006 3) Verplichte keuzeonderdelen major 6

De keuzeonderdelen van de major behoeven geen overgangsregeling. Hebt u één of meerdere major keuzecursussen niet behaald, dan dient u een keuze te maken uit het nieuwe major keuzeaanbod. Let erop dat u geen cursus kiest die inhoudelijke overlap vertoont met al afgeronde examenonderdelen. 4) Academische context keuze De keuzeonderdelen van de academische context behoeven geen overgangsregeling. Hebt u nog geen onderzoekwerkgroep II gevolgd of niet behaald dan dient u een keuze te maken uit het nieuwe aanbod van het huidige studiejaar. * Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met uw studieadviseur. ** Als u dit overweegt, neem dan contact op met uw studieadviseur. 7