HOOFDSTUK 1 : ALGEMEEN De omloop 2 2. Kleding 2 3. Berijding en paard 3 HOOFDSTUK 2 : REGLEMENT 3

Vergelijkbare documenten
Reglement Special Olympics Belgium. Paardrijden. December Belgium

Reglement Special Olympics Belgium. Paardrijden. Januari Belgium

SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) A-BREVET

SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) A-BREVET

SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) ALGEMEEN

ASPRAKEN BIJ HET AFNEMEN VAN KLASSIEKE RUITERBREVET EXAMENS (= slagingscriteria ruiterbrevet A&B) RUITERBREVET A

proeven website Pagina 1

Wedstrijdreglement FNRS-ruiteropleidingen

Jurycursus FNRS F1 t/m F12. Les 1

Reglement Communautaire eventingwedstrijden 2015

Opmerkingen/ tips : 1:rijbaan betreden & Opstellen. 2:a-B stap. 3: B-C snelle stap. 4: halve cirel om C. 5: stop bij A. 6: backup.

INWENDIG REGLEMENT DAP.-VZW - SEIZOEN 2016

Groep 1. cijfer corr. opmerkingen

2.) Heg springen : Uitvoeringsfouten ( -1 per fout ) Beoordeling ( +2 per uitvoering ) 3.) Smalle doorgang : Reglement Cross Challenge TREC:

Reglement Communautaire eventingwedstrijden 2013

Totaal technische presentatie te delen door 1,5 100 Totaal artistieke presentatie te delen door 1,5 100 EINDRESULTAAT 200

Protocol voor de ringmeesters van de Pavo Cup tijdens de voorselectiewedstrijden

REGLEMENT JEUGD CUP DRESSUUR 2010

De dressuurproef klasse B

VLAAMSE LIGA PAARDENSPORT. Reglement VLP Elite Cup SELECTIEWEDSTRIJDEN

Wedstrijd bestgaande rijpony Antwerpen & Limburg 5 JUNI PULDERBOS

1. De principes. 2. De houding. Boekverslag door J woorden 3 oktober keer beoordeeld

Niveau s van de sportlessen

F.E.I. REGLEMENT JUMPING

Wedstrijd bestgaande rijpony Brabant - Wallonië Zaterdag 1 juni Lubbeek

Wedstrijd bestgaande rijpony Oost- en West-Vlaanderen 9 JUNI Maldegem

R.C. De Trens vzw R C DE TRENS JUMPING 2012

Wedstrijd bestgaande rijpony Brabant

Algemene voorwaarden Barokke Kür op muziek. Baroque Event Moravita en 30 september 2012

HERFSTVAKANTIE 2014 CLUBTRAININGEN

KÜR 1. Ruiter:. Paard: Totaal Opmerkingen. Punten /10 (*) Uit te voeren oefeningen (technische uitvoering) Coëff

ALGEMEENHEDEN 2. SPECIFIEK REGLEMENT 2 Artikel 1: de renner 2. Artikel 2: de fiets 2

R.C. De Trens vzw R C DE TRENS JUMPING 2011

HORSEFOOD DRESSUUR TALENT

Niveau s van de sportlessen

HORSEFOOD DRESSUUR TALENT

OEFENMARATHON BIEN VENUE D.D. 28 oktober 2012

Protocol voor de ringmeesters van de Pavo Cup tijdens de voorselectiewedstrijden

Eventing Dressuurproef KBRSF J Nationaal

Algemeen Reglement v

Romisan Dressuur Talenten Bokaal

Zijn steeds een initiatief van de inrichter en vallen onder zijn aansprakelijkheid.

R.C. De Trens vzw R C DE TRENS JUMPING 2013

Proefnr 3. Klasse B1. 1 A-F-B Binnenkomen in arbeidsdraf op de linkerhand 2 B-E-B Grote volte

NMPRS klassenlijst 2014

VJF REGLEMENT KATA Tornooien.

Reglement Bruikbaarheidtest Haflingerhengsten

WEDSTRIJDEN: Locatie: Manege de Vosberg, Ninnesweg 176, 5981PD, Panningen.

Oud-Heverlee, 2 september Beste ponyfokker-eigenaar,

Dressuur wedstrijden. Pony wedstrijden: t/m groep 8 basisschool. Junioren wedstrijden: middelbare school t/m 16. Senioren wedstrijden: vanaf 16 jaar

Het is de bedoeling dat het paard actief aan de longe leert gaan met een regelmatige gang.

Versie maart 2015 definitief TREC club Nederland TREC Hindernis beschrijvingen

De brevettenwerking van A tot A

Januari Springwedstrijd. E. Kerkstra Wedstrijdsecretariaat RSC de Schimmelkroft

P A A R D E N S P O R T V E R E N I G I N G J E A N N E D A R C - Z O E T E R W O U D E

Proefnr 11. Klasse L2

Reglement Communautaire eventingwedstrijden 2011

REGLEMENT Leer paardrijden met plezier deel 2 (zilver)

Reglement Communautaire eventingwedstrijden 2012

Vangheluwe. Vandewalle Louagie. Gheysens. Voet. Dennis Siebe. Arthur Jules. Jinthe

R C DE TRENS JUMPING 2016

Hippo Revue. Reglement Communautaire Eventingwedstrijden Reglement communautaire eventingwedstrijden VLP

PTV hindernis beschrijvingen basis -TREC

Introductie. Nieuwe dressuurproeven. Regio Groningen & Friesland Tolbert 2016

Opleiding Tafelofficial. Papieren wedstrijdformulier. 29 augustus en 5 september 2019

INFORMATIE OVER BREVETTEN

D-proeven rijden. Beoordeling

VZW Vlaamse Judofederatie

Uitvoeringsbesluit KWPN Hengstencompetitie dressuur en springen

AVS Western Riding Cup Horse & Dog Trail. Start and Finish. Walk Jog Lope Backup Sidepass. See description. Dawra

Uitvoeringsbesluit KWPN Hengstencompetitie dressuur en springen

Stapsgewijs meer plezier in paardrijden!

1. SPRINGPARCOURS AAN HET HALSTER

Jury: De boordeling vindt plaats door een of twee juryleden in onderling overleg.

Er worden figuren gereden, die je al kent, of welke je nog leert en oefent in de (manege)lessen. (zie figuren)

KÜR OP MUZIEK 28 NOVEMBER 2015

Algemeen Reglement v

AFDELINGSDRESSUUR Versie 2018

Om hieruit te komen heb ik de reglementen bekeken en mijn opzoeking heb ik hieronder gebundeld. Eerst hebben wij het nationaal geglement:

Reglement Clubkampioenschap

Afdelingsdressuur 2017

Wijzigingen FEI voor 2006 Toepassing in alle wedstrijden in België

Reglement Subli Competitie 2017

1. Reglement Wijzigingen reglement Mededelingen ruiters Buiten wedstrijd in de klasse 3 welke licentie. 5.

FNRS proeven \ Diplomarijden. FNRS proeven \ Promotiepunten

Koninklijke Vereniging Het Nederlandse Trekpaard en de Haflinger

Handboekje IBOP RP DRESSUUR- EN SPRINGEN DRESSUUR

G-JUDO REGLEMENT VLAANDEREN Ontwerp Alain Durinck LAATSTE AANPASSING G commissie 3 maart 2014

Proefgericht rijden. Thema November 2018

Bijscholing parcoursbouwers2014

Uitvoeringsbesluit KWPN Hengstencompetitie dressuur en springen

Reglement Team penning 2016 Belgian Team Penning Association

Noordbrabantse Federatie van Schuttersgilden. Commissie voor het standaardrijden

Reglement Special Olympics Belgium. Wielrennen. Juni Belgium

Reglement Subli Competitie Jonge Dressuurpaarden 2019

Reglement Clubkampioenschap

SPECIAAL REGLEMENT VLP PONY JUMPING

Wedstrijdreglement Voltige

FNRS Wedstrijdreglement april 2014

JUIST OF FOUT correctiemodel

Transcriptie:

HOOFDSTUK 1 : LGEMEEN 2 1. De omloop 2 2. Kleding 2 3. Berijding en paard 3 HOOFDSTUK 2 : REGLEMENT 3 1. De ring binnenkomen 3 2. De uitvoering van de proef 3 3. De groet 4 4. Halthouden 4 5. Jurybladen 4 6. Quotering 5 7. Hulpmiddelen 5 8. Verboden gedienstigheidshulp 6 9. Enkele bepalingen in verband met de coach 6 HOOFDSTUK 3 : PRESELETIES 7 HOOFDSTUK 4 : WEDSTRIJDEN 7 1. De stap 7 2. De draf 7 3. De galop 7 4. De figuren 7 5. De proeven 9 6. De gymkana 9 1

HOOFDSTUK 1 : LGEMEEN 1. De omloop - De piste is 30m x 15m (proeven in stap) of 40m x 20m (proeven in draf of galop), naargelang de mogelijkheden. - De plattegrond van de piste ziet er als volgt uit: Letters Tekeningen Kleuren paard zwart K kers rood E druif blauw H bloem wit beer bruin M banaan geel B appel groen F sinaasappel oranje (Bovenaan een gekleurde streep, met daaronder een zwarte letter en bijhorende tekening op een witte achtergrond.) Opmerking: X = denkbeeldig middelpunt tussen B en E G = denkbeeldig middelpunt tussen H en M 2. Kleding Volgende kleding is verplicht: 1. Zwarte of marineblauwe kap met kinband 2. Wit hemd, witte das of bef, zwarte of donkerblauwe rijvest of pull 3. Lichtkleurige rijbroek (wit, beige) 4. Zwarte rijlaarzen of rijschoenen met chaps 5. Witte handschoenen Opmerking: In geval van extreme temperaturen kan de jury toestaan de proeven in hemd uit te voeren. 2

3. Berijding en paard 1. In overleg met de coach beslist de paddockmeester welk paard het best geschikt is voor de deelnemer en welke hulpmiddelen mogen gebruikt worden. 2. De deelnemer mag gebruik maken van zijn eigen paard. Hij is echter volledig zelf verantwoordelijk. Indien dit paard bereden wordt door meerdere deelnemers, moet de club vooraf de manager hiervan op de hoogte brengen. HOOFDSTUK 2 : REGLEMENT 1. De ring binnenkomen 1. De ruiters dienen een kwartier voor aanvang van de proef aanwezig te zijn in de oproepkamer. Het is verboden de piste te betreden buiten de voorziene periode. 2. De ruiter mag de piste onmiddellijk betreden nadat de voorafgaande ruiter zijn proef heeft beëindigd. Na het belsignaal dient de ruiter langs de kortst mogelijke weg zijn proef aan te vangen. Bij overschrijding van 60sec. tussen het belsignaal en de start van de proef wordt de ruiter uitgesloten. 2. De uitvoering van de proef 1. Wanneer een deelnemer een trajectfout begaat (naar de verkeerde kant draait, een beweging vergeet, ) waarschuwt de jury hem met een belsignaal; indien nodig geeft de jury aan op welk punt hij de proef en de daaropvolgende beweging moet hernemen. Vervolgens laat de jury hem alleen doorgaan. 2. Fouten die te wijten zijn aan een verkeerd dicteren, worden bestraft. Iedere trajectfout moet worden bestraft: eerste keer met 2 punten tweede keer met 4 punten derde keer met 8 punten Gebeurt het een vierde keer, dan wordt de deelnemer uitgesloten. Hij mag zijn omloop voortzetten buiten wedstrijd en wordt verder gequoteerd tot het einde van de proef. 3. Proeffouten (vb. teugels niet in één hand houden bij het groeten) zullen door de jury in de figuurscore verwerkt worden, rekening houdend met de handicap van de deelnemer. 4. Bij twijfel geniet de deelnemer het voordeel. (vb. wanneer de jury zich geen rekenschap geeft van een fout) 3

5. Indien paard en/of ruiter vallen, wordt de deelnemer niet uitgesloten. De oorzaak van de val is van doorslaggevend belang voor de score van de reeds begonnen figuur. 6. In geval van manklopen zal de jury, in overleg met de paddockmeester en/of de manager, de ruiter een ander paard toewijzen. 7. Na afloop van de proef moet de volgende ruiter onmiddellijk de piste kunnen betreden. 3. De groet 1. De deelnemers nemen de teugels in de linker- of rechterhand tijdens het groeten. (indien fysiek mogelijk) 2. Ruiters buigen het hoofd terwijl ze hun arm laten zakken tot op bilhoogte. Omwille van veiligheidsredenen gebeurt dit voor jongens en meisjes op dezelfde manier. 4. Halthouden 1. Bij het halthouden moet het paard gedurende 4 seconden onbeweeglijk blijven staan in de lijn van de laatste beweging. 5. Jurybladen 1. Jurybladen hebben 2 zijden: Voorzijde: score per figuur + kolom voor opmerkingen chterzijde:waardering voor het toekennen van de linten (eventueel score per figuur + kolom voor opmerkingen) 4

6. Quotering 1. Ieder jurylid kent een score toe van 1 tot 10. De quoteringsschaal is de volgende: 10 Uitstekend 4 Onvoldoende 9 zeer goed 3 vrij slecht 8 goed 2 slecht 7 vrij goed 1 zeer slecht 6 bevredigend 0 niet uitgevoerd 5 voldoende 1. De waardering voor de gehele proef voor het toekennen van de linten gebeurt op basis van: respect voor het paard kledij van de ruiter kledij van de coach (zie ook punt IX.6) algemene indruk houding en zit van de ruiter belang van de geboden hulp mate van tussenkomst van buitenaf (rekening houdend met de handicap) Hier wordt dezelfde quoteringsschaal van 1 tot 10 toegepast. 2. In geval van ex aequo s zullen de scores van de figuren vergeleken worden te beginnen bij de laatste figuur tot er een verschil optreedt. Enkel in geval van gelijke scores voor alle figuren worden de ruiters op dezelfde plaats gerangschikt. 7. Hulpmiddelen 1. Paarden worden met een zadel bereden. Deelnemers kunnen, mits een speciale aanvraag bij de manager en/of de paddockmeester, hun eigen zadel gebruiken. 2. Het gebruik van een zweep of sporen is verboden. 3. Het gebruik van dichte beugels is toegestaan (door de deelnemer zelf mee te brengen). 4. Het gebruik van een hulpteugel kan om veiligheidsredenen toegestaan worden door de managers. (Dit geldt enkel voor paarden die ter beschikking worden gesteld door Special Olympics!) 5

8. Verboden gedienstigheidshulp 1. Verboden gedienstigheidshulp is elk ingrijpen door derden, gevraagd of ongevraagd, met als doel de deelnemer of zijn paard tijdens de uitvoering van de proef te helpen. 2. Gedienstigheidshulp is toegestaan: Voor de proeven EQSB en EQST. De coach mag de proef dicteren vanop een afstand van 3 meter van het paard. Hij/zij mag de richting die ingeslagen moet worden eenvoudig verwoorden zonder gebaren te gebruiken. Een uitzondering op deze laatste maatregel wordt toegestaan voor doven en slechthorenden (vooraf melden aan de jury). De ruiter mag, zonder overdrijving, gebruik maken van zijn stem. Voor de proeven EQT1, EQT2 en EQG mag de coach aanwezig zijn op de piste en mag de oefening dicteren met een minimum aan instructies. Hij mag echter geen extra aanwijzingen geven. 9. Enkele bepalingen in verband met de coach 1. De coach dicteert de proef met een minimum aan instructies om het te volgen parcours aan te geven. De wijze van dicteren zal voor de jury als een criterium gelden bij het toekennen van een score. Elke overdreven tussenkomst, bedoeld om het paard of de ruiter aan te sporen, zal worden bestraft. 2. De coach zorgt voor een minimumafstand van 3 meter. Hij moet zich aan de binnenzijde van de piste bevinden, in de buurt van X, om indien nodig in te kunnen grijpen. Zijn dicteren blijft beperkt tot het weergeven van de oefeningen. l het andere zal beschouwd worden als hulp van buitenaf. 3. De plaats van de coach mag niet dienen als hulp voor de ruiter (vb. zich zo opstellen dat de ruiter de hoeken goed zou kunnen uitrijden of draaien rond de coach bij een volte gaat, is niet toegelaten). Zo niet zal hier bij het quoteren rekening mee worden gehouden. 4. Wanneer de toegang tot de piste zich niet bij bevindt, zal de coach zijn ruiter naar brengen en hem daar klaarzetten voor de start. 5. Wanneer, per toeval, 2 ruiters van eenzelfde coach na elkaar hun proef moeten afwerken moet de tussenkomst van een derde persoon voorzien worden. Deze begeleidt de ruiter die zijn proef gereden heeft, zodat de coach onmiddellijk kan beginnen met het dicteren van de proef van zijn volgende ruiter. 6. Volgende uitrusting is aangewezen voor de coach: rijbroek (grijs, wit of beige) rijvest of pull wit hemd rijlaarzen of rijschoenen met chaps 6

HOOFDSTUK 3 : PRESELETIES Ruiters die voor de eerste keer deelnemen aan nationale Special Olympics Spelen zullen uitgenodigd worden voor een preselectiewedstrijd. De managers zullen het tijdstip én de locatie tijdig meedelen aan de betreffende clubs. Deelname aan de preselecties is verplicht! HOOFDSTUK 4 : WEDSTRIJDEN 1. De stap 1. De stap is een gelopen gang (stapvoets). 2. De draf 1. De draf is voorbehouden voor deelnemers aan de proeven EQT1, EQT2 en EQG. 2. De draf kan, naargelang gevraagd, uitgevoerd worden: lichtrijdend doorzittend 3. De galop 1. De galop wordt enkel uitgevoerd door de deelnemers ingeschreven voor de proef EQG. 4. De figuren 1. De volte halve baan De volte is een cirkel (tot in X) met een diameter van 7,5 meter (EQSB en EQST) of 10 meter (EQT1, EQT2 en EQG). X 7

2. De grote volte De grote volte is een cirkel over de volledige breedte van de piste met een diameter van 15 meter (EQSB en EQST) of 20 meter (EQT1, EQT2, EQG). 3. Links- of rechtsomkeert Links- of rechtsomkeert is een halve volte halve baan tot op de middellijn en vervolgens een schuine lijn tot op de hoefslag (tot bij F, K, H of M) om zo van hand te veranderen. X 4. Door een S van hand veranderen De ruiter start met een halve volte halve baan, bij de eerste letter of figuur zoals gevraagd, om vervolgens over X een halve volte halve baan uit te voeren in de andere draairichting, om zo van hand te veranderen. X 5. Van hand veranderen Het van hand veranderen begint bij de aangegeven letter. De ruiter rijdt diagonaal in een rechte lijn, door X, naar de tegenovergestelde letter (vb.: F 8

naar H, K naar M) X 6. Gebroken lijn De ruiter vertrekt, bij de aangegeven letter, diagonaal over de piste tot X. Bij X zet hij zijn weg verder naar de hoekletter op dezelfde lange zijde (vb. F- X-M, K-X-H) X 5. De proeven 1. Proef EQSB: proef stap voor beginners (zie bijlage 1) 2. Proef EQST: proef in stap (zie bijlage 2) 3. Proef EQT1: proef in draf (zie bijlage 3) 4. Proef EQT2: proef in draf (zie bijlage 4) 5. Proef EQG: proef in galop (zie bijlage 5) 6. De gymkana 1. De gymkana is een behendigheidsomloop die bestaat uit verschillende hindernissen. Het parcours zal op voorhand naar de deelnemers en de coaches gecommuniceerd worden. 2. Ruiters en coaches krijgen vooraf de gelegenheid om het parcours te voet te verkennen, eventueel met het eigen paard aan de hand. De managers zullen het tijdstip voor de verkenning via het uurrooster communiceren. 9

3. Voor de gymkana mag iedere ruiter begeleid worden door zijn coach. De coach respecteert de minimumafstand van 3 meter en mag de nodige instructies geven om het parcours aan te duiden. Hij mag zijn ruiter echter geen raadgevingen geven in moeilijke rijsituaties. In dergelijke situaties mag de coach het paard enkel fixeren op een teken van de begeleidende scheidsrechter. 4. Indien er omwille van de handicap van de ruiter gevaarlijke situaties te verwachten zijn, kan er met de coach afgesproken worden om de minimumafstand te verkleinen. (vooraf melden aan de begeleidende scheidsrechter). 5. Toeschouwers mogen de wedstrijd volgen langs het parcours, maar dienen in de daarvoor bestemde zone te blijven. 10