CORRESPONDENTIE MET DE PENSIOEN- en UITKERINGSRAAD I.v.m. vermogensaftrek Ajalah-Israel (R.A) Aan Drs.R.Leopold, Directeur Pensioen- en Uitkeringsraad Postbus 9575 2300 RB Leiden Nederland 4 mei 2009 Geachte heer Leopold, beste Ronald, Het hoeft geen betoog dat het bestuur van Ajalah met voldoening kennis heeft genomen van de wijziging in verband met de vermogensaftrek met ingang van 1 januari 2009. Deze goede nieuwe regel roept echter ook vragen op over de situatie van personen waarbij vermogenstoeval vóór 1 januari 2009 heeft plaats gevonden en waarbij de aftrek na die datum als voorheen zal worden gecontinueerd. Het bestuur van Ajalah vraagt daarom uw aandacht voor het volgende: Het vastgestelde rendement van vier procent blijkt in de praktijk niet haalbaar, niet in het verleden en in de voorzienbare toekomst zelfs steeds minder. De grootte van het vermogen is voor het leven vastgesteld en daarmee de hoogte van de inhouding. In deze tijden van dalende opbrengst van dat vermogen, zal in steeds grotere mate het vermogen zelf aangesproken moeten worden. Voor velen is dit een punt van grote bezorgdheid en uiteindelijk ook van angst het niet meer te kunnen redden met het slinkende kapitaal juist in de laatste levensfase waarin vaak veel kosten moeten worden gemaakt in verband met verslechterde niet causale- gezondheidsklachten. Het lijkt daarom gewenst een regeling te vinden waarbij, na bijvoorbeeld het vijfenzestigste levensjaar, de 4-procent regel geleidelijk over een vast te stellen aantal jaren wordt verminderd of geheel wordt afgeschaft. Indien de wet een dergelijke regeling niet toestaat, kan mogelijk, als alternatief, het vrijlatingsbedrag verhoogd worden. Het bestuur van Ajalah verzoekt u om te bezien of bovengenoemd voorstel gerealiseerd zou kunnen worden. Bij voorbaat veel dank voor uw reactie, Met vriendelijke groet, Namens het bestuur van Ajalah, Marthi Hershler- de Wilde, voorzitter-secretaris
I.v.m. aftrek Wiedergutmachung (BEG) Ajalah-Israel (R.A) Mevrouw Dr. J. Bussemaker Staatssecretaris van het Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Nederland 29 juni 2009 Betreft: BEG Geachte mevrouw Bussemaker, Het bestuur van de stichting Ajalah-Israel vraagt uw aandacht voor het volgende probleem. Enkele van onze leden die een (BEG) uitkering van de Duitse overheid ontvangen, attendeerden ons er op dat hun uitkering wordt afgetrokken van de uitkering die zij op basis van de Wuv ontvangen. Daarentegen wordt de uitkering op basis van Artikel 2 van de Claims Conference die ook van de Duitse regering afkomstig is, niet afgetrokken. Personen die Wiedergutmachung ontvangen, kunnen niet in aanmerking komen voor een uitkering op basis van Artikel 2 want het is niet mogelijk om twee uitkeringen van de Duitse Overheid te ontvangen. Degenen onder onze leden die Wiedergutmachung ontvangen zijn van mening dat er hier met twee maten gemeten wordt want de ene Duitse uitkering wordt door de Pur wel van de uitkering afgetrokken en de andere niet. Wij verzoeken u vriendelijk om de wettelijke mogelijkheid te creeren waarbij van de BEG uitkering een bedrag wordt vrijgelaten dat gelijk is aan het bedrag van de Art. 2 uitkering, zodat de ontvangers van een BEG uitkering gelijk worden gesteld met degenen die een uitkering op basis van Artikel 2 van de Claims Conference ontvangen. U bij voorbaat vriendelijk dankend, Hoogachtend, Namens het bestuur van Ajalah-Israel, Marthi Hershler- de Wilde, voorzitter-secretaris CC: Drs. R.Leopold, algemeen secretaris/directeur van de Pur.
I.v.m. de uitvoering artikel 20 lid 3, vergoeding ouderhuizen Ajalah-Israel (R.A) Aan de Pensioen- en Uitkeringsraad t.a.v de heer drs. R.Leopold, Algemeen secretaris/directeur Pur Postbus 9575 2300 RB Leiden 17 september 2009 Geachte heer Leopold, Het bestuur van Ajalah heeft via de Clientenraad Israel, kennis genomen van het besluit van het College van Raadskamers d.d. april 2009 m.b.t. goedkeuring van ouderhuizen in Israel waardoor de vergoeding van verzorgingskosten op basis van artikel 20 lid 3 van de Wuv voor sheltered housing is komen te vervallen. Het bestuur heeft eveneens kennis genomen van de lijsten opgesteld door het Israelische Ministerie van Sociale Zaken, van resp. verzorgingshuizen en sheltered housing, waarvan de Pur de verzorgingshuizen in aanmerking laat komen voor een vergoeding op basis van artikel 20 lid 3. Wij zijn het er geheel mee eens dat een ouderhuis de volledige verzorging aan de inwoners van het huis moet kunnen bieden, maar wij willen u er toch op attenderen dat verreweg de meeste ouderhuizen die op de lijst van het Israelische Ministerie van Sociale Zaken voorkomen, qua inrichting, verzorging en sfeer geen ouderhuizen zijn die voldoen aan het niveau waaraan personen uit West-Europa gewend zijn. Deze goedgekeurde huizen zijn immers de instellingen waarvoor de Israelische Overheid de verzorgingskosten betaalt indien de oudere voordien een uitkering sociale bijstand ontving en de verzorgingskosten van een ouderhuis niet zelf kan bekostigen. De uit Nederland afkomstige oorlogsoverlevenden zijn gewend aan een bepaald levensniveau dat, dankzij de WUV, zoveel mogelijk kon worden voortgezet en het kan toch niet zo zijn dat zij op vergevorderde leeftijd "gestraft" worden met een dagelijkse omgeving waarin zij zich geheel niet zullen kunnen vinden. De twee Nederlandse ouderhuizen in Haifa en Herzlia, en in zekere zin ook Beth Bart in Jerusalem, maken qua niveau, een gunstige uitzondering op de overige verzorgingshuizen van die lijst. Tegenwoordig bestaan er echter voldoende goede prive ouderhuizen in Israel die voor uit Nederland afkomstigen een acceptabele levenskwaliteit kunnen bieden en die eveneens voldoen aan de criteria van artikel 20 lid 3. Een aantal Wuvgerechtigden woont al in een dergelijk huis. Wij zouden u daarom met klem willen verzoeken om, zoals al in de werkinstructie is aangegeven, een lijst te laten samenstellen van verzorgingshuizen, verspreid over geheel Israel, die, hoewel niet voorkomend op de lijst van het Israelische Ministerie van Sociale Zaken, wel in aanmerking kunnen komen voor vergoeding van de verzorgingskosten op basis van artikel 20 lid 3. Hiermee zal de keuze van een ouderhuis, voor de reeds bejaarde aspirant bewoners, aanmerkelijk kunnen worden vergemakkelijkt. Hoogachtend, namens het bestuur van Ajalah, M.Hershler-de Wilde voorzitter-secretaris CC: College van Raadskamers Wuv De heer J. J.M. van Rijckevorsel, directeur Nederlands Informatie Kantoor Mevrouw R.Polak-Wajsberg, bureauhoofd Nederlands Informatie Kantoor Leden Clientenraad Israel
I.v.m. de uitkering van de Israelische Overheid 1 Figure
N.a.v. de "Toelichting op de betalingsmededeling" Ajalah-Israel (R.A) Aan de Pensioen- en Uitkeringsraad, t.a.v. Mr. I. Wolfert, secretaris 5 januari 2010 Geachte heer Wolfert, Veel ongeruste leden van Ajalah hebben contact met het bestuur opgenomen in verband met de brief "Toelichting op de betalingsmededeling" die de Pur hen onlangs heeft gezonden. Men maakt zich vooral bezorgd over de mededeling dat door de vaststelling van de uitkering een bedrag te veel is betaald en dat men deze teveel ontvangen gelden moet terug betalen. Indien men het niet eens is met deze beschikking kan bezwaar worden ingediend maar aangezien er geen berekeningsbeschikking is bijgesloten kan men niet nagaan hoeveel de schuld bedraagt en op welke gronden het bezwaar moet worden ingediend. Het bestuur verzoekt u met klem om zo spoedig mogelijk aanvullende informatie naar de desbetreffende uitkeringsgerechtigden te sturen teneinde de ontstane onrust weg te nemen. U bij voorbaat dankend voor de te nemen maatregelen en met vriendelijke groet, Namens het bestuur van Ajalah, M.Hershler-de Wilde, voorzitter-secretaris Email 7 januari 2010 01 12 Geachte mevrouw Hershler, Dank voor uw signaal dat veel leden van Ajalah zich ongerust maken over de toelichting op de betalingsmededeling die onlangs naar onze cliënten in Israël is verzonden. Het probleem dat in veel beschikkingen die op 17 december zijn verstuurd staat dat er een bedrag te veel is uitgekeerd, is ons bekend. Wij hebben hier inmiddels aktie op ondernomen. Bij de cliënten waar deze mededeling ten onrechte is opgenomen is een excuusbrief met uitleg verstuurd. Deze brief is eind december verzonden. Een voorbeeld van een dergelijke brief treft u als bijlage bij deze e-mail aan. Wij hopen dat de boodschap in deze brief bij de meeste cliënten de ongerustheid heeft weggenomen. Mocht een cliënt deze brief niet hebben ontvangen, dan wil ik u vragen deze cliënt te adviseren om te wachten op het in de beschikking aangekondigde nadere bericht. Wanneer besloten wordt tot terugvordering of verrekening ontvangt men hiervan een beschikking waartegen bezwaar mogelijk is. Deze beschikking bevat ook meer informatie. Met vriendelijke groet, Namens de Pensioen- en Uitkeringsraad,
College van Raadskamers Mr. I. Wolfert Secretaris