Deze handleiding is onderdeel van het product en moet door de eindklant worden bewaard. Afbeelding 1: Energiesensor REG

Vergelijkbare documenten
Afbeelding 1: Energiesensor

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

KNX/EIB Voedingseenheid. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid 640 ma. Best.nr. : Best.nr.

Draadloze bussysteem Draadloze besturingseenheid 1-10V enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.

Afbeelding 1: Repeater

KNX/EIB Binaire ingang. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Systeem 2000 Systeem 2000 HLK-relais-basiselement. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld.

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Afbeelding 1: Constructie apparaat

DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding, DALIpotentiometer. DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat KNX. Tastsensor 3. Tastsensor 3 basis enkelvoudig. Best. nr. :

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Potentiometer 1-10 V

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Tastsensor 3 F100

1 Veiligheidsinstructies

KNX/EIB Verwarmingsactor zesvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Draadloze bussysteem. Draadloze wandcontactdoosadapter voor schakelen Best. nr. :

Systeem 2000 Touch-opzetstuk. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Gloeilampen-dimmer-basiselement met druk-wisselschakelaar

KNX/EIB Lichtsterkteregelaar. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

KNX/EIB Schakelaktor enkelvoudig 16A / tweevoudig 6A. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

KNX/EIB Voedingseenheid 640 ma onderbrekingsvrij. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Basiselement toerentalregelaar. Best.nr. : Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat KNX. Lichtsterkteregelaar Mini Best. nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Bedoeld gebruik. Plug & Light. Lichtcontactdoos. Lichtcontactdoos Best. nr.:

Afbeelding 1: Schakelklok met alle segmenten

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. System 3000

Universeel-dimmer 2, Basiselement voor parallelaansluiting 2

Afbeelding 1: Constructie apparaat. Bedoeld gebruik - Schakelen en dimmen van gloeilampen, HV halogeenlampen en Tronic-trafo's met halogeenlampen.

KNX/EIB. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Objectregelaar. Objectregelaar. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Afbeelding 1: Constructie apparaat

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing DC 24 V. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Vermogensuitbreiding van de in de referentielijst (zie hoofdstuk technische gegevens) genoemde

Draadloze bussysteem Draadloze universele dimactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LED-signaalverlichting, LED-oriëntatieverlichting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Besturingseenheid 1-10 V drievoudig. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor mini. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies

KNX/EIB. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. DALI-gateway. DALI-gateway. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkkop DIN-rail Art. nr. : FK100REG. Bedieningshandleiding

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing met parallelaansluiting

Systeem Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LED-dimmerbasiselement. LED-dimmerbasiselement. Best. nr.

1 Veiligheidsinstructies

Afbeelding 1: Binaire ingang 8-voudig 24 V

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid. Art.-Nr.: 2005 REG. Art.-Nr.: 2002 REG. Bedieningshandleiding

Draadloze bussysteem Draadloze actor mini. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Gevaar voor lichamelijk letsel. Gebruik het apparaat alleen voor aansturen van jaloezieen rolluikmotoren of markiezen. Schakel geen andere lasten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische stuureenheid 1-10 V, voor DIN-rail. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universeel led-dimmerbasiselement Standard

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Funkmanagement Funkkop DIN-rail. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

Draadloze bussysteem Draadloze wandcontactdoosadapter voor dimmen. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. :

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. DALI Tronic-trafo 105 W. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

KNX/EIB Schakelactoren. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Afbeelding 1: Gateway

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Dimmer druk-wissel gloeilamp. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universele leddimmer DIN-rail

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische DIN-rail actor. Bedieningshandleiding

Systeem 2000 Automatic-schakelaar standaard-opzetstuk. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

Draadloze bussysteem Draadloze handzender comfort. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Best.nr. :

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universeel led-dimmerbasiselement Komfort

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Repeater. Bedieningshandleiding

KNX/EIB. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Thermostaat. Thermostaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Dimmer druk-wissel LV. Best. nr. : Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Afbeelding 1: Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Dimmer druk-wissel gloeilamp. SW opbouw dimmer druk-wissel gloeilamp Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. System Universeel led-draaidimmer-basiselement Komfort

1 Veiligheidsinstructies

KNX/EIB Universele dimactor inbouw 210 W. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Draadloze bussysteem. Draadloos raamcontact Best. nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail vermogenuitbreider universeel W. Art. nr.

Afbeelding 1: Radiografischee handzender 2-voudig en 4-voudig

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Radiografische DIN-rail actor 1-kanaals Art. nr. : FM AS 16 REG. Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Afdekking Standaard met timerfunctie Art. nr. : ST.. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies

KNX/EIB. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Info-terminal. Info-terminal. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Montage- en bedieningshandleiding. Gong opbouw

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Verwarmingsactor 6-voudig. Art.-Nr.: 2136 REG HZ. Bedieningshandleiding

Transcriptie:

Best. nr. : 5473 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële schade mogelijk. Handleiding volledig doorlezen en aanhouden. Gevaar door elektrische schokken. Voordat werkzaamheden aan het apparaat of de last worden uitgevoerd, moeten deze worden vrijgeschakeld. Daarbij moet rekening worden gehouden met alle installatieautomaten die gevaarlijke spanningen aan het apparaat of de last leveren. Gevaar door elektrische schokken. Bij de installatie en het leggen van de kabels de voor SELV-circuits geldende voorschriften en normen aanhouden. Brandgevaar! Gebruik uitsluitende met de onder toebehoren genoemde voedingsspanningen. Deze handleiding is onderdeel van het product en moet door de eindklant worden bewaard. 2 Constructie apparaat Afbeelding 1: Energiesensor REG (1) Aansluitklemmen (2) Knop Prog 1...4 (3) Status-LED, rood 1...4 (4) Aansluiting buskabel 3 Functie Systeeminformatie Dit apparaat is onderdeel van het enet-systeem. Door het zendgedrag en de bidirectionele gegevensoverdracht wordt een hoge overdrachtsbetrouwbaarheid bij een radiofrequentie van 868 MHz bereikt. 32582002 10499463 14.03.2014 1/8

De reikwijdte van een radiografisch systeem hangt af van verschillende factoren. Met de keuze van de montageplaats kan de reikwijdte worden geoptimaliseerd. Nadere informatie over het enet-systeem vindt u op onze internetpagina. Het apparaat mag in alle EU- en EFTA-staten worden gebruikt. Bedoeld gebruik - Energiesensor voor het meten van spannings-, stroom- en energiewaarden - Verzending van de meetwaarden naar de enet-server - Gebruik met voedingsspanning REG en ontvangstmodule REG of enet-server (zie toebehoren) - Inbouw in onderverdeler op montagerail conform EN 60715 i De energiesensor is niet officieel geijkt en mag daarom niet voor afrekeningsdoeleinden worden gebruikt. Producteigenschappen - Registratie van stroom en spanning van vier aparte stroomkringen - Berekenen van het nuttige, blind- en schijnbaar vermogen en de werklastenergie afzonderlijk voor elk meetkanaal - Gebeurtenis- of tijdgestuurd zenden van meetwaardetelegrammen naar de enet-server - Update van de apparaatsoftware i De parameterlijst staat op internet in de documentatie van dit apparaat. Functiebeschrijving De energiesensor detecteert en berekent diverse elektrische parameters van de aangesloten verbruikers. De weergave van deze waarde is via de visualisatie van de enet-server mogelijk. Alle in de huisinstallatie aanwezige energiesensoren kunnen via de enet-server worden bewaakt (zie technische documentatie van de enet-server). Tijd- en gebeurtenisgestuurde gegevensverzending De energiesensor meet om de 0,2 seconden de huidige verbruiksgegevens. De gegevens kunnen in een geparametreerd zendinterval van 1...60 minuten worden verzonden. Daarnaast kan de verzending van de gegevens aan de verandering van het nuttig vermogen worden gekoppeld. Overschrijdt het nuttig vermogen een waarde van 1...2000 W en is de afwijking van de laatst gezonden waarde 1...50 %, dan worden de gegevens opnieuw verzonden, echter op zijn vroegst na een minuut. Fabrieksinstelling Tijdgestuurd zenden, zendinterval: 15 minuten Gebeurtenisgestuurd zenden: Rel. drempelwaarde nuttig vermogen: 10 % Abs. drempelwaarde nuttig vermogen: 1 W Verzonden elektrische parameters - Stroom - Spanning - Gemidddelde waarde van het nuttig vermogen Interval voor de gemiddeldevorming tussen 0,2...300 s parametreerbaar. - Schijnbaar vermogen - Basistrilblindvermogen - Werklastenergie De opgetelde werklastenergie wordt tegen netspanningsuitval beveiligd opgeslagen. 4 Informatie voor elektromonteurs 4.1 Montage en elektrische aansluiting GEVAAR! Elektrische schok bij aanraken van onderdelen die onder spanning staan. Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben. Voordat werkzaamheden aan het apparaat worden uitgevoerd, moet het worden vrijgeschakeld en moeten spanningvoerende delen in de omgeving worden afgedekt! 32582002 10499463 14.03.2014 2/8

Apparaat monteren o Apparaat op montagerail monteren. De uitgangsklemmen moeten aan de bovenkant liggen. Buskabel aansluiten Afbeelding 2: Aansluitschema buskabel Opschrift / Kleur Aansluiting DC / GY donkergrijs Voedingsspanning DC+ / RD rood Voedingsspanning + Bus / WH wit Datakabel Bus+ / YE geel Datakabel + Als buskabel bijv. J-Y(St)Y 2x2x0,8 gebruiken. o Apparaat met buskabel (afbeelding 2) op de ontvangstmodule REG en voedingsspanning aansluiten (zie handleidingen ontvangstmodule REG en voedingsspanning). 32582002 10499463 14.03.2014 3/8

Te bewaken lastkabels aansluiten Afbeelding 3: Aansluitvoorbeeld energiesensor (5) Te bewaken verbruikers o De te bewaken stroomkringen volgens het aansluitvoorbeeld energiesensor aansluiten (afbeelding 3). De energiesensor achter de kabelbeveiligingsschakelaars aansluiten. i De nuldraad moet voor elke bewaakte stroomkring apart worden aangesloten. Daardoor kunnen de stroomkringen ook tot verschillende foutstroom-beveiligingscircuits behoren. 4.2 Inbedrijfname Energiesensor in het project opnemen De energiesensor moet via een installatiescan van de enet-server worden ingelezen en in een project worden opgenomen. Daarovor moet de enet-server op de juiste manier worden aangesloten en met een computer zijn verbonden (zie handleiding van de enet-server). o Inbedrijfstellingsscherm van de enet-server starten. Project maken of openen waarin de energiesensor moet worden opgenomen (zie technische documentatie van de enet-server). o Installatiescan op het inbedrijfstellingsscherm van de enet-server starten. o Een van de toetsen Prog (2) van de energiesensor langer dan 4 seconden ingedrukken. Na 4 seconden knippert de status-led. Het meetkanaal bevindt zich gedurende ca. 1 minuut in de programmeermodus. De enet-server vindt de energiesensor en geeft deze op het inbedrijfstellingsscherm weer. De status-led van de energiesensor gaat uit. o Energiesensor op het inbedrijfstellingsscherm aan de installatieplaats toewijzen. Energiesensor uit het project verwijderen o De energiesensor op het inbedrijfstellingsscherm van de enet-server uit het huidige project wissen (zie technische documentatie van de enet-server). De energiesensor wordt uit het project verwijderd en de parameters worden weer op de fabrieksinstelling ingesteld. Meetkanaal weer op de fabrieksinstelling instellen De verbinding met de enet-server wordt verbroken en de parameters worden weer op de fabrieksinstelling ingesteld. o Toets Prog van het betreffende meetkanaal ten minste 20 seconden indrukken. 32582002 10499463 14.03.2014 4/8

o Na 4 seconden knippert de status-led. Na 20 seconden knippert de status-led sneller. Toets Prog loslaten en binnen 10 seconden opnieuw kort indrukken. De status-led knippert gedurende ca. 5 seconden langzamer. Het meetkanaal wordt weer fabrieksinstelling ingesteld. Apparaat weer op fabrieksinstelling instellen o Alle meetkanalen resetten (zie Meetkanaal weer op fabrieksinstelling instellen). Alle status-led's knipperen zodra het laatste meetkanaal werd gereset. Het apparaat is weer op de fabrieksinstelling ingesteld. 5 Bijlage 5.1 Technische gegevens Nominale spanning AC 230 V ~ Netfrequentie 50 / 60 Hz Nom. laststroom 16 A (I L ) Piekstroom (1 s) 80 A Piekstroom (1 min) 24 A Opgenomen vermogen per kanaal 225 mw Omgevingstemperatuur -5... +45 C Zendinterval 1... 60 min Aansluiting lastklemmen massief 1,5... 4 mm² soepel zonder adereindhuls 0,75... 4 mm² soepel met adereindhuls 0,5... 2,5 mm² Inbouwbreedte 72 mm / 4 TE Buskabel Nominale spanning DC 12 V SELV Stroomverbruik 10 ma Aansluiting bus Aansluitklem Kabellengte max. 3 m Meetbereiken per kanaal Stroom 0 ma... 16 A Nauwkeurigheid (stroom) ± 0,5 % van de huidige waarde en ± 8 ma Spanning 207... 250 V Nauwkeurigheid (spanning) ± 0,5 % van act. waarde Verzonden vermogens- en energiewaarden Nuttig vermogen -4000... 4000 W Schijnbaar vermogen 0... 4000 VA Blind vermogen -4000... 4000 var Nauwkeurigheid (vermogen) ± 0,5 % van de huidige waarde en ± 2 W/VA/var Werklastenergie -99999... 99999 kw h 5.2 Parameterlijst Settings window Device settings Parameters Manual commissioning Setting options, Basic setting Explanations Blocks manual commissioning for all device channels. In the "Off" setting, the device cannot be reset to the factory setting. 32582002 10499463 14.03.2014 5/8

Transmission mode Settings, channel Parameters Manual commissioning Transmit voltage Transmit current Transmit effective output Transmit apparent output Transmit idle output Transmit absolute effective energy Effective energy Transmission interval Single, Double Basic setting: Double Setting options, Basic setting -1073741823 1073741823 Wh Basic setting: 0 Wh (Current value) 1 60 min Basic setting: 15 min The transmission of all measured value telegrams is repeated to guarantee increased transmission security (no unsecured transmission). It is possible to switch over to simple transmission. Explanations Blocks manual commissioning for the device channel. In the "Off" setting, the device cannot be reset to the factory setting. Transmits the current voltage value. Transmits the current current value. Transmits the average effective output. If negative values are displayed, then effective output is fed in, e.g. via a photovoltaic system. Transmits the current apparent output value. Transmits the current value of the basic oscillation idle output. If negative values are displayed, this is a capacitive idle power. Positive values show an inductive idle power. Transmits the cumulative value of the effective energy. If negative values are displayed, then effective energy is fed in, e.g. via a photovoltaic system. Displays the currently cumulated effective energy. The value can be reset to 0 or set to any other value. The current consumption data is transmitted at the interval set here at the latest. Changes to the effective output cause fresh transmission, however only after one minute at the earliest. 32582002 10499463 14.03.2014 6/8

Rel. threshold value, effective output Abs. threshold value, effective output Suppression length, effective output Averaging length 1... 50 % Basic setting: 10 % 0 2000 W Basic setting: 1 W 0 ms 300 s Basic setting: 0 ms 0.2 300 s Basic setting: 1 s The transmission of consumption data can be coupled to the change in effective output. The basis is always the most recently transmitted effective output value. If the percentage change entered here is exceeded, then all the measured values are resent. A lower threshold value of the effective output can be entered here, to avoid frequent transmission in the lower power range. Event-controlled transmission is only active above this threshold value. Triggers for event-controlled transmission are often switchon and switch-off operations. In order to avoid incorrect measured values due to switch-on peaks, this parameter can be used to enter a suppression period. The measured values are only transmitted if the effective output is still above or below the relative threshold value after the set time. In the case of effective output, it is not the current value which is transmitted, as with other measured values, but the average value. It is possible to set the period for average value formation here. Information window During channel selection in the Information window, the following values are displayed. Display value value is real/ out of service no fault/ value is corrupted due to failure in commission time synchronisation active Acknowledged no alarm Voltage Explanations value is real: Device being operated out of service: Device error no fault: Measurement active value is corrupted due to failure: The sensor is not supplying valid measured values. Not used. Not used. Not used. Not used. Displays the current voltage value. 32582002 10499463 14.03.2014 7/8

Current Effective output Idle output Apparent output Absolute effective energy Effective energy Displays the current current value. Displays the current effective output. Displays the current idle output. If negative values are displayed, this is a capacitive idle power. Positive values show an inductive idle power. Displays the current apparent output. Displays the current absolute effective energy. If negative values are displayed, then effective energy is fed in, e.g. via a photovoltaic system. Displays the cumulated effective energy. Counter status can be set via settings window. i The value can be updated using the arrow next to the display values. 5.3 Hulp bij problemen Er worden negatieve nuttige vermogens- of energiewaarden weergegeven. Oorzaak 1: Het gaat om een energiebron, bijv. een zonnepaneelinstallatie, die energie opslaat. Oorzaak 2: De energiesensor is verkeerd gepoold aangesloten. Energiesensor goed gepoold aansluiten. i Worden negatieve blindvermogenswaarden weergegeven, dan gaat het om een capacitief blind vermogen. Bij positieve waarden gaat het om een inductief blind vermogen. 5.4 Toebehoren Voedingseenheid 12 V DC / 2 A DIN-rail Best. nr. 5319 00 Ontvangermodule DIN-rail Best. nr. 5452 00 Server DIN-rail Best. nr. 5301 00 5.5 Garantie De wettelijk vereiste garantie wordt uitgevoerd via de vakhandel. Een gebrekkig apparaat kunt u met een omschrijving van de fout aan de betreffende verkoper ((elektrotechnische) vakhandel/installatiebedrijf) overhandigen of portvrij opsturen. Deze stuurt het apparaat door naar het Gira Service Center. Gira Giersiepen GmbH & Co. KG Elektro-Installations- Systeme Industriegebiet Mermbach Dahlienstraße 42477 Radevormwald Postfach 12 20 42461 Radevormwald Deutschland Tel +49(0)21 95-602-0 Fax +49(0)21 95-602-191 www.gira.de info@gira.de 32582002 10499463 14.03.2014 8/8